Biedt e-mental health oplossing voor toegenomen GGZ-vraag?
Op 15 februari is in Amsterdam het eGGZ Centrum geopend. Dit innovatie- en implementatiecentrum wil de integratie van e-mental health bevorderen in Nederland. Nederland loopt voorop bij het ontwikkelen van e-mental health, maar het gebruik hiervan moet wel meer gestimuleerd worden.
Ontwikkeltijd
Slechts 5 procent van de nieuwe geneesmiddelen bereikt de markt. Bij de nieuwe apps voor betere diagnostiek, behandeling en bevordering van zelfmanagement in de geestelijke gezondheidszorg ligt dat percentage een stuk hoger. De medicijnen die wel de markt halen, hebben een ontwikkeltijd van tien tot vijftien jaar. Voor e-mental health is die periode vijf tot zeven jaar. Deze feel good uitspraken deed Heleen Riper, hoogleraar eMental-Health aan de Vrije Universiteit.
Integratie
Riper deed haar uitspraken bij de startconferentie van het eGGZ Centrum. Dit centrum wil grootschalige integratie van e-mental health in Nederland bevorderen. Nederland is koploper binnen Europa als het gaat om de ontwikkeling van e-mental health, maar het inzetten van e-mental health-interventies loopt in de praktijk nog achter. Daarnaast kan e-mental health een antwoord bieden op de toegenomen vraag naar geestelijke gezondheidszorg (GGZ). De conferentie vond plaats op 16 februari in een dag eerder geopend conferentiecentrum op het voormalige Amsterdamse marineterrein aan de Kattenburgerstraat.
Kenniscyclus
Riper introduceerde het begrip kenniscyclus. Deze bestaat uit vier fasen: de innovatiefase, de ontwerpfase, de testfase en de opschalingsfase die weer leidt tot een nieuwe innovatiefase. In de ontwerpfase wordt een digitaal aanbod van zorg bedacht. Riper pleitte ervoor dat deze fases niet volgtijdelijk plaatsvinden. Dus in de ontwerpfase wordt al nagedacht aan de opschaling. En tijdens de opschaling komen alweer nieuwe innovatieve ideeën boven. Kortom in de kenniscyclus kunnen alle fases tegelijk plaatsvinden. Haar gehoor bestond uit 120 e-mental health experts uit vooral Amsterdam en Noord Holland. Vanuit het publiek kwamen vooral vragen over de testfase. Moeten we overal een Randomized Clinical Trial opzetten? Riper pleitte voor mengvormen van diverse onderzoeksmethoden.
Criteria gezondheidapps
Ondergetekende had het genoegen de conferentie te mogen openen met een lezing waarin ik mijn Cappuccinomodel toepas op e-mental health. Ik bood, naast uitleg over het genoemde model, een overzicht van bewezen e-health interventies en van de criteria waaraan een gezondheidsapp moet voldoen. Hierover schreef ik al eerder een bericht op deze website. Ook legde ik de nadruk op parallelle innovatie van professionele richtlijnen, betaling en digitalisering. De PowerPoint presentatie van mijn inleiding tref je hier aan. Die van Heleen Riper komt op de website van het eGGZ-centrum.
Masterclass
In mijn Masterclass van tien bijeenkomsten die op 23 maart start, komt e-health in een aparte middagbijeenkomst aan bod. Maar ook in de andere sessies speelt het een rol. Digitalisering is niet meer los te denken van vijf andere aspecten van goede zorg: professionele- en logistieke werkafspraken; kwaliteitsborging; de patiënt als partner; de wijze van betaling en dienend leiderschap. Het is de kunst van om e-health zo te introduceren dat professionals gemotiveerd, worden zonder weerstand, angst, chaos, frustraties en verwarring te creëren. Co-docent Wim Schellekens en ik trachten met deze Masterclass e-health een zachte landing te geven in de zorg. Meer weten over deze Masterclass? Klik hier, lees de brochure en schrijf je in. Tot 23 maart!