Continuïteit van zorg (borst)kankerpatiënten in gevaar

economische crisis van 2008-2010 leidde tot een extra kankersterfte van 260.000 mensen in OECD-landen. Dat constateert een onderzoeksgroep in The Lancet.

In diverse regio’s wordt de zorg aan kankerpatiënten opnieuw geordend. Ziekenhuis A doet bijvoorbeeld in de toekomst alle operaties bij patiënten met borstkanker. Ziekenhuis B richt zich op patiënten met slokdarmkanker. Zo vindt er een herverdeling plaats voor de 24 te onderscheiden tumoren. In onderwijs, onderzoek en workshops ontmoet ik mensen die betrokken zijn bij die herordening. Keer op keer lijkt dat proces op kwartetten of zo je wil op monopolie, ruilverkaveling of koehandel.

Samenwerking

Een van mijn gesprekspartners zei het begin december zo: Als ik die ene groep operaties weggeef, krijg ik die andere ervoor terug. Ik keur deze koehandel af, ook al ben ik voor meer samenwerking en taakconcentratie van ziekenhuizen. Want de continuïteit van zorg tussen ziekenhuizen raakt hierdoor buiten beeld. Veel van wat nu volgt gaat overigens ook op voor de samenwerking tussen ziekenhuis en huisarts en tussen ziekenhuis en ouderenzorg.

Continuïteit van zorg

De wetenschappelijk literatuur onderkent aan continuïteit van zorg vier dimensies. Ik licht die hieronder toe met voorbeelden uit de borstkankerzorg.

  • Ten eerste is er de continuïteit van informatie. Stel een patiënt met de diagnose borstkanker gaat van ziekenhuis A naar ziekenhuis B om geopereerd te worden. Dan mag deze patiënt en de maatschappij verwachten dat alle informatie die geleid heeft tot de diagnose in ziekenhuis B terecht komt. Er wordt geen nieuwe diagnostiek gedaan en ook geen nieuwe uitvraag over bijvoorbeeld bekendheid van de tumor in de familie. Hooguit wordt aanvullende diagnostiek gedaan, om de tumorgroei te meten of de stagiering beter in beeld te brengen.
  • Ten tweede bestaat er continuïteit van medisch beleid. Stel opnieuw dat een patiënt met de diagnose borstkanker van ziekenhuis A naar ziekenhuis B gaat om geopereerd te worden. Dan kan het niet zo zijn, dat de behandeloptie en prognose die de internist in ziekenhuis A aan de orde stelde, worden afgewezen in ziekenhuis B. Dan hoort er bij deze beleidswijziging overleg plaats tussen beiden plaats te vinden. Nog concreter: Laatst kreeg een patiënt die ik sprak keuzehulpen mee uit ziekenhuis A voor de borstkanker operatie. Volgens ziekenhuis B waren die brochures verouderd. Wie van beide ziekenhuizen fout zat, weet ik niet. Maar er was duidelijk geen sprake van continuïteit van medisch beleid.
  • De derde vorm betreft de continuïteit in persoon. Bij kankerpatiënten zijn er twee soorten artsen: de hoofdbehandelaar met overzicht over de totale behandeling van diagnostiek, operatie, chemo- of hormoonkuren, radiotherapie en nazorg. Daarna zijn er artsen en neven-behandelaren die hun ding doen, bijvoorbeeld aanwezig zijn bij de toediening van een kuur. Te allen tijde moet duidelijk zijn wie de hoofdbehandelaar is: de huisarts, de internist van ziekenhuis A of de chirurg in ziekenhuis B. Ook moet duidelijk zijn tot wie een patiënt zich moet wenden bij postoperatieve klachten: gedurende eerste week na de operatie bij de chirurg van ziekenhuis B en daarna weer bij de huisarts of internist van ziekenhuis A? Ook moet duidelijk zijn waar de toediening van de kuren plaats vindt. Is dat in Ziekenhuis B of in ziekenhuis A met receptuur die alleen in ziekenhuis B is vastgesteld?
  • Ten vierde bestaat er de logistieke continuïteit. Het komt voor dat in ziekenhuis A via sneldiagnostiek in één dag de diagnose borstkanker wordt gesteld. De patiënt wordt doorverwezen naar ziekenhuis B. Dat heeft evenwel een wachttijd van enkele weken voor een eerste afspraak op de poli of voor een operatie. Sneldiagnostiek heeft dan weinig meerwaarde.
Programma’s

Vanwege deze vier continuïteiten is het beter te spreken van programma’s dan van centra voor borstkankerzorg. In die programma’s komen de patiëntenstromen tussen ziekenhuis A en B beter tot hun recht. Oncologische zorg is meer dan alleen het bepalen van de plek van de operatie.

Groene Zwanen

Overigens heb ik in mijn nieuwe boek Integrated Care: better and cheaper de vier continuïteiten uitvoerig beschreven. Dit najaar geef ik lezingen en workshops over samenwerking tussen ziekenhuizen. Ik gebruik daarbij de kennis die ik voor dat boek verzamelde. Tot nu toe blijken internationale theorieën ook voor Nederlandse praktijksituaties op te gaan. Als dat een keer niet zo is, is dat zeer interessant. In wetenschappelijke kring heet dat het signaleren van een groene zwaan. Algemeen geldt de theorie dat er alleen witte en zwarte zwanen bestaan. Als ik metaforisch een keer een groene zwaan tegenkom in de borstkankerzorg, zal ik dat zeker melden.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *