Op 22 maart, de dag van de aanslagen in Brussel, heeft Marcel van der Auwera vanuit het ministerie van Volksgezondheid de logistiek rond de hulpverlening aangestuurd. In een recent artikel in Zorgvisie Magazine heeft hij de gang van zaken tijdens de aanslagen in perspectief geplaatst. Van der Auwera is een van de sprekers op het Nationale Spoedzorgcongres, dat op 7 oktober plaatsvindt in Utrecht.
In het informatieve Zorgvisie-artikel geeft Marcel van der Auwera onder andere aan dat acute hulpverlening na de aanslagen in Parijs en Brussel te vergelijken is met hulpverlening in een oorlogsgebied. Juni 2016 heeft hij voor een parlementaire onderzoekscommissie uitgelegd wat de knel- en verbeterpunten zijn. Zijn belangrijkste conclusies:
- “De hulpdiensten moeten beter op elkaar worden afgestemd. Het vervoer van gewonden naar de ziekenhuizen heeft te lang geduurd. De zwaargewonden zijn als eerste afgevoerd maar de laatste van de 290 gewonden hebben tot drie uur moeten wachten om in het ziekenhuis te komen. ‘Op collectief vlak een mooie prestatie maar op individueel vlak is dat veel te lang’.
- De ziekenwagens moeten beter worden uitgerust met hulpmiddelen. Knevelverbanden om specifieke bloedingen te stelpen, ontbraken. Van der Auwera: ‘We hadden geen militaire knelbanden (tourniquets) in onze ambulances om bloedingen bij slachtoffers te stelpen.’
- Een aantal ziekenhuizen heeft zich beklaagd over het geringe aantal patiënten dat ze hebben ontvangen. Het Brusselse ziekenhuis Saint Luc treedt hiermee in de publiciteit maar er zijn meer ziekenhuizen.
- De communicatiekanalen moeten beter worden benut. Het netwerk voor de communicatie tussen hulpverleners haperde door verkeerd gebruik. Ook zijn er heel wat problemen geweest met de communicatie tussen hulpverleners en hun meldkamer. Als ze het gebied van hun eigen meldkamer verlaten, moeten ze hun apparatuur overschakelen naar de meldkamer van de regio waarin ze zich bevinden. Daarnaast rijst de vraag hoe in de toekomst moet worden omgegaan met sociale media.
- De organisatie van de verschillende meldkamers moet anders. Maar ook de bezetting moet anders worden georganiseerd. In de meldkamers zijn geen extra mensen beschikbaar in noodsituaties. Er kan niet worden opgeschaald. Er is te weinig geoefend in samenwerking tussen de verschillende meldkamerzones (dat zijn er tien in België)“.
Nederland
Is ons land voorbereid op een ramp zoals in Brussel? Dat is onderwerp van gesprek tijdens de middagdiscussie op het Nationale Spoedzorgcongres op 7 oktober in Utrecht. Naast Van der Auwera nemen andere deskundigen deel aan deze discussie, zoals de Engelse hoogleraar traumatologie Jonathan Benger. Behalve de grootschalige spoedzorg komt ook de alledaagse spoedzorg in Nederland uitgebreid aan de orde op het congres. Het programma en de uitgebreide congresfolder kan je hier bekijken. Save the date!