Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Vele innovaties in de COPD-zorg beschikbaar

Door Guus Schrijvers, gezondheidseconoom en oud-hoogleraar Public Health bij het UMC Utrecht en Michael Rutgers, algemeen directeur/bestuurder van het Longfonds.

Op vrijdag 25 maart presenteerden  veertien sprekers innovaties in de COPD-zorg. Zij deden dat op het hybride congres COPD, Nu en Straks in het stadion Galgenwaard te Utrecht. Michael Rutgers was dagvoorzitter en Guus Schrijvers programmamaker. Rutgers houdt de aanwezigen voor om vandaag te proberen onbevooroordeeld te luisteren en spreken. Alsof we de COPD zorg in Nederland van de grond af zouden kunnen opbouwen. Dan ontstaat het goede gesprek over wat wenselijk en wat mogelijk is.  Hieronder volgen de veertien inhoudelijke innovaties.

  • Vroeg-behandeling van COPD (Hans Clevers, Hubrecht Instituut te Utrecht)

Stamceltherapie voor mensen met beginnende COPD zou volgens Clevers haalbaar moeten zijn  in 2040. Hetzij door de stamcellen in het lichaam van de patiënt met COPD te activeren. Hetzij door toediening van stamcel-infusen van derden met een goede genetische match. Deze online-Spreker is hoopvol.  De video-opname tref je hier aan. Uit de zaal komt de opmerking dat COPD vele organen aantast en niet alleen het longweefsel. .

  • Longrevalidatie (Frits Fransen, Longarts CIRO Maastricht MC en HORNrevalidatiecentrum

Longrevalidatie gestart binnen 90 dagen na een ziekenhuisopname voor een COPD-exacerbatie, reduceert het aantal heropnames binnen een jaar. De know-how van derdelijns centra als long-revalidatiecentra zou breder verspreid moeten worden naar huisartsen en andere specialisten. Het is een illusie dat longrevalidatie na een opname van enkele weken (vergelijk hart- en borstkankerrevalidatie) niet meer nodig is. 

  • De patiënt als partner, Hilma Bolsman, ervaringsdeskundige bij het Longfonds.

Deze praktische patiënt stelde twee innovaties aan de orde.

  • Tijdens het spreekuur noteren artsen alles wat ik zeg op een scherm. Dan voel ik me buitengesloten. Kan er een apart schermpje komen, waarop ik kan meekijken wat er opgeschreven wordt?
  • In de voorlichting op websites staat dat COPD een ernstige aandoening is. Toen ik op het spreekuur van de longarts kwam, stelde deze mij gerust: zo erg was het niet. Dat bleek dus niet waar. Kan er betere afstemming komen tussen online- en spreekkamerinformatie?

Beide voorstellen leidden in de zaal (ook later op het congres) tot hilariteit en een zekere gene. Haar pleidooi voor betere voorlichting en gezamenlijke besluitvorming relateerden andere congresdeelnemers aan geld- en tijdgebrek. Hetgeen natuurlijk betrekkelijk is. Het meeste is immers een keuze van instelling of zorgverlener.

  •  Het COPD-huis JAN, Stana van Ginkel, Initiatiefnemer Het COPD-huis JAN en dochter van een COPD-patiënt

Van Ginkel pleit voor een opvanghuis voor patiënten met ernstige COPD en doet daarvoor aan crowdfunding.  In de stad Den Haag bestaan concrete plannen om hier mee te beginnen. In de zaal en in de wandelgangen kwam de vraag naar voren, of zo’n opvanghuis niet een gewoon verpleeghuis is. Meestal kiezen bewoners daarvan voor een verpleeghuis in de buurt waar zij vroeger woonden. Die wens is niet te realiseren, als verpleeghuizen per diagnose-groep (CVA-, Spierziekten, COPD, hartfalen) gaan werken.  

  • Treatable Traits, Alex van ’t Hul, Voorzitter COPD-net

Deze spreker onderbouwt met wetenschappelijk onderzoek dat de meeste interventies van artsen niet werken bij patiënten met COPD.   Hij kiest daarom voor treatable traits of te wel behandelbare symptomen. De opties voor behandeling van deze symptomen zijn veelal niet-medicamenteus. Denk aan fysiotherapie, bevorderen van zelfvertrouwen en zelfmanagement. Later op de dag kwam de toespitsing van de behandeling op treatable traits regelmatig terug.

  • Uitkomsten en doelmatigheid van COPD-zorg, Joep Teijink, vaatchirurg, voorzitter en oprichter Chronisch Zorgnet, Hoogleraar geïntegreerde zorg en vaatziekten Catharina Ziekenhuis Eindhoven 

Deze spreker schets de uitgroei van het Claudicationet naar het niet-diagnose gebonden Chronisch Zorgnet.  Dit laatste netwerk van ca. 4000 zorgprofessionals (vooral fysiotherapeuten) bevordert (onder meer en ongeacht de diagnose) het uitvoeren van looptrainingen, het toepassen van Samen Beslissen, stepped care en het bevorderen van richtlijnentrouw van de zorgprofessionals. Binnen het net vormt COPD een van de aandachtspunten. Het loslaten van de diagnose, dus generiek begeleiden, in het Chronisch Zorgnet  is vernieuwend.

  • COPD Care in Canada, Prof.dr. Jean Bourbeau, longarts bij de McGill University, Montréal Canada

Via een online life verbinding meldde deze Canadese toponderzoeker de opkomst van nieuwe groepen patiënten met COPD: cannabis-gebruikers en mensen die in gebieden wonen met veel luchtverontreiniging. Hij benadrukte de rol van COPD-verpleegkundige als navigator. Zij maken de patiënt wegwijs in zelfmanagement en in de wereld van medicatie en van het aanbod van professionele zorg.  Bourbeau was ook een voorstander van de indeling van treatable traits. De navigator is een interessante functie van verpleegkundigen, zo merkten congresdeelnemers op.

  • Preventie van COPD, Paul van der Velpen, oud-directeur van de GGD Amsterdam

Deze spreker onderscheidt een kloof tussen selectieve preventie en geïndiceerde preventie. De eerste vindt plaats onder rokers met behulp van een oproep door bijvoorbeeld een huisarts. Er is soms nog geen vraag bij de roker, hoewel 80% van de rokers wel eens overweegt te stoppen.  Is er wel een vraag bij de roker om te stoppen met roken, dan is er sprake van geïndiceerde preventie.

  • Vijftien jaar geïntegreerde COPD-zorg in Duitsland, Evert-Jan van Lente, gezondheidseconoom te Berlijn en ontwerper Disease Management Programma’s (DMP’s) in Duitsland.

831.622 COPD patiënten namen deel per 31.12.2021 (ca. 15% van de COPD-patiënten in Duitsland). Zij kiezen daarvoor zelf en zijn niet automatisch ingeschreven als hun huisarts meedoet aan zo’n DMP. De Duitse regering betaalt de zorgverzekeraars 165 euro per ingeschreven COPD-patiënt. Hiervan betalen zij de huisarts 140 euro. Daarvoor zien huisartsen ten minste tweemaal per jaar de COPD-patiënt. Zij sturen hun gegevens over diagnostiek en behandeling op naar een Trusted Third Party. Deze data bespreken zij jaarlijks met andere huisartsen die deelnemen aan het programma. De programma’s zijn kosten-effectief.

  • COPD en huisarts, Erik Bischoff, Huisarts en Senior Onderzoeker Astma en COPD Radboud UMC

Deze spreker houdt zijn verhaal op basis van deze casus: een 78-jarige man, die niet meer rookt, overgewicht heeft, een ernstige COPD, risico op ernstige longaanvallen, in zijn bewegen beperkt door zijn COPD en artrose, polyfarmacie bij diabetes, samenwonend en afhankelijk van zijn vrouw, weinig sociale contacten, slecht slapen door piekeren en zorgen over toekomst. De cursieve woorden vormen elk een aangrijpingspunt voor een behandeling. Maar deze patiënt kan in geen enkele keten terecht. Bisschoff pleit daarom voor het ontketenen van de ketens.

  • Telebegeleiding in het Canisius Wilhelmina ziekenhuis te Nijmegen, Anneke van Veen, longarts en Chief Information Officer voor digitale zorgtransformatie

Deze spreker werkt in het Jeroen Bosch Ziekenhuis en geeft patiënten met COPD  online informatie en behandeling vanuit het genoemde ziekenhuis. Dat werkt prima. Haar ideaal is om dat callcenter tegelijk te laten werken voor de huisartsen.

  • E-health ondersteunt zelfmanagement en COPD, Oscar van Dijk, CEO Medicine Men BV en ontwikkelaar van EmmaCOPD

Deze spreker heeft een app gebouwd vanuit patiënten met COPD. Die voegen zelf hulpverleners toe, bijvoorbeeld een fysiotherapeut. Ook kunnen zij mantelzorgers toelaten tot de app.  Een digitale stappenteller is te verbinden met deze app. Hierdoor krijgt een zorgprofessional rechtstreeks zich op de mobiliteit van de patiënt. 

  • COPD-zorg in Vlaanderen, Dirk Broeckx, apotheker te Antwerpen.

In België werken veel meer apothekers per 100.000 inwoners dan in Nederland.  Zij zijn daarom beter beschikbaar bij chronische-zorgprojecten zoals het hier besproken project Zorgzaam Leuven, dat zich onder andere richt op Goed Geneesmiddelen Gebruik.  Broeckx meldt dat apothekers via het geneesmiddelengebruik onderwerpen agenderen over niet-medicamenteuze behandelingen zoals looptrainingen en het bevorderen van zelfmanagement.

  • Levenseinde zorg en COPD, Kris Mooren, Longarts en Arts Palliatieve zorg Spaarne Gasthuis te Haarlem.

Deze spreker hield een indringend betoog over 15 jaar palliatieve zorg voor patiënten met COPD. Aan het eind daarvan stelde zij de vraag, of de term palliatieve zorg wel van toepassing is bij patiënten met COPD. Want het is door professionals niet te voorspellen, zoals bij kanker, hoeveel tijd een patiënt nog te leven heeft.   En de overgang van genezing naar palliatie bestaat niet bij COPD, want deze aandoening is vooralsnog niet te genezen (zie de eerste spreker Hans Clevers).


Op weg naar een gezonde generatie; samenwerken in de regio!

Er loopt al veel aan samenwerking in Nederland om onze gezondheid te bevorderen. Denk aan de lokale preventieakkoorden of gezonde regio’s van de academische ziekenhuizen. Ondanks dit goede begin moet er nog veel meer gebeuren.

Goede gezondheid kan alleen als over de lijnen van de zorg en overheden heen wordt samengewerkt. Want langer leven is fijn, maar niet als dit langer leven in ongezondheid betekent. Door dit besef verschuift de focus, die traditioneel gericht is op gezondheidszorg, naar de nieuwe focus gericht op een gezonde samenleving en de aanpak van organiseren naar sturen.

Inmiddels hebben we bij de bestrijding van de COVID-19 pandemie geleerd dat de te beschermen mens c.q. burger c.q. doelgroep, zelf misschien wel de belangrijkste schakel vormt om alle maatregelen en goede voornemens, op weg naar een gezonde generatie, ook succesvol te laten zijn!

Hoe moet regionaal worden samengewerkt om de burger optimaal te betrekken bij de doelstellingen voor een gezonde generatie? Kom voor antwoorden op deze en vele andere vragen op 21 april naar de Galgenwaard in Utrecht!

Voorjaarscongressen Guus Schrijvers Academie

Innovatieve COPD-zorg staat centraal op 30 september 2021

Door Guus Schrijvers, voorzitter congres commissie

Er zijn twee redenen voor de Guus Schrijvers Academie om dit jaar een congres te organiseren over innovatieve zorg aan mensen met COPD: inhoudelijke argumenten en goede ervaringen.  Allereerst komt de inhoud aanbod.

De inhoudelijke urgentie van dit congres

In 2019 hadden 584.600 mensen COPD (chronische bronchitis en/of emfyseem): 291.400 mannen en 293.200 vrouwen (33,8 per 1.000 mannen en 33,6 per 1.000 vrouwen). In 2019 kwamen er 24.500 nieuwe patiënten met emfyseem bij (12.300 mannen en 12.200 vrouwen). Het aantal nieuwe gevallen van chronische bronchitis was 8.900 (4.300 mannen en 4.700 vrouwen). Deze schattingen zijn gebaseerd op de NIVEL Zorgregistraties eerste lijn. In de CBS-Gezondheidsenquête gaf 4,3% van de ondervraagden aan dat zij en/of hun kind in 2019 COPD-klachten hebben gehad.

Inhoudelijke ontwikkelingen

Op basis van uitsluitend demografische ontwikkelingen zal het absoluut aantal mensen met COPD (jaarprevalentie) in de periode 2018-2040 naar verwachting met 31% stijgen. Dat komt neer op ongeveer 1,4 procent groei per jaar. De verwachte stijging bedraagt 37% voor mannen en 26% voor vrouwen.  Regio’s met een lage sterfte aan COPD zijn geconcentreerd in het westen van het Land. Het laagste sterftecijfer aan COPD is geregistreerd in de regio’s Zeeland en Zuid-Holland-Zuid. In de doodsoorzakenstatistiek wordt voor de regio’s  Twente en Groningen het hoogste sterftecijfer aan COPD gemeld.

De laatste jaren vindt substitutie plaats van  copd-zorg van longartsen naar huisartsen. Hierdoor stijgt het aantal patiënten met  zwaardere vormen van COPD in de eerste lijn. Telemonitoring verkleint meer en meer de noodzaak van een spoedopame in het ziekenhuis vanwege een exacerbatie, vooral de deze zorg-op-afstand leidt tot eerder ingrijpen een preventie van de benauwdheidsaanval. Daarnaast krijgt de gezondheidsvoorlichting  van patiënten met COPD meer aandacht. Een vraag op het congres is, of de financiering, bestuurlijke inrichting en kwaliteitsborging in de eerste lijn voldoende anticipeert op de groei van het aantal personen met COPD.  Diverse sprekers gaan hierop in. 

De groei van de COPD-zorg in de eerste lijn, de toenemende consultatie van longartsen door huisartsen, de nieuw rol van COPD-verpleegkundigen, dit alles noodzaakt tot het jaarlijks houden van een congres over  van recente, inhoudelijke, financiële en digitale  ontwikkelingen zowel bij collega’s als bij onderzoeksinstituten en ontwerpers van software applicaties.   

Goede ervaringen met COPD congressen

Gedurende de jaren 1999 – 2017 floreerden in Nederland jaarlijkse congressen over beschikbare vernieuwingen in de COPD-zorg. Vele verpleegkundigen, fysiotherapeuten, huisartsen en longartsen ontmoetten elkaar toen over substitutie  van specialistische zorg naar de eerste lijn en over het bevorderen van zelfmanagement door patiënten en hun familie. Pril waren de projecten met telemonitoring. Indrukwekkend waren voordrachten over nieuwe therapieën en geneesmiddelen.

Door omstandigheden kwam het de afgelopen jaren er niet van om jaarlijks dit congres te continueren.  Maar dit jaar is het weer raak. De Guus Schrijvers Academie  doet een poging om op 30 september a.s. vele beroepsbeoefenaren in de zorg aan COPD-patiënten bij een te brengen op een interprofessioneel congres in het Stadion Galgenwaard te Utrecht.

Waar gaat het COPD congres dit jaar over?

Nieuw ten opzichte van vroeger zijn de volgende inhoudelijke, urgente  onderwerpen.

  • Centraal staan overzichtsvoordrachten van enkele experts waarmee congresdeelnemers  zich zelf kunnen toetsen: loop ik voor op de algemene innovatieve ontwikkelingen of loop ik achter?
  • Van oudsher loopt Canada voor met haar COPD-zorg op Nederland. Een hoogleraar uit Quebec geeft aan of dat nog steeds zo is. De organisatoren verwachten dat over de hele linie Nederland kan tippen aan de zorg in het buitenland. En toch zijn er ook in Canada boeiende uitgerijpte programma’s met telemonitoring  beschikbaar.  Die kwamen daar eerder op gang vanwege de veel langere fysieke afstanden en koude maanden aldaar.
  •  Er komen vele flitspresentaties aan de orde waarin jouw collega’s projecten presenteren waarop zij trots zijn.  Vaak zijn hun tips gemakkelijker over te nemen dan goede projecten uit een land als Canada met andere wetgeving en betaalmodellen.
  • Een inhoudelijke discussie over  de toekomst van eHealth. Gaat die zich vooral  focussen op  leefstijl beïnvloeding (stoppen-met-roken!) of op dagelijkse telemonitoring van vitale lichaamswaarden.
  •  Tenslotte, ook COPD-patiënten met hun longklachten hadden last van de Covid-19 pandemie. Wat leerden  zij? Was beeldbellen inderdaad een goed alternatief voor fysieke consulten?

Zie voor details het programma. Kom en doe inspiratie en  kennis op en deel je ervaringen met collega’s. 

Serie workshops over gezondheidsbeleid 2021- 2025 start op 6 april

Gezondheidsbeleid 2021- 2025, kansen en beperkingen, dat is de titel van zes online workshops  op dinsdagen van 16.00 tot 17.30 uur. De volgende zes onderwerpen komen aan bod:

  1. Nieuwe partijprogramma’s, nieuwe politiek? Pieter Vos
  2. Inbedding en Financiering van Preventie. Paul van der Velpen
  3. De regio wordt belangrijker, maar het Rijk ook! Guus Schrijvers
  4. Financiële prikkels – niet chic? Peter Heida
  5. Zorgverzekeraars, meer of minder invloed op beleid? Martien Bouwmans
  6. Digitalisering, een grote stap voorwaarts is mogelijk vóór 2025.  Rolien de Jong

Hieronder volgt een toelichting op programma, opzet per workshop, selectie van sprekers, beoogde doelgroep en beperkingen van de workshop.

Het programma

Sinds decennia vormt het jaar na de Tweede-Kamerverkiezingen de periode waarin nieuw gezondheidsbeleid begint. Dat gold voor de indeling eerste en tweede lijn in 1973, de euthanasie wetgeving in 1998, de Zorgverzekeringswet in 2006, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning in (uiteindelijk) 2007 en de drie decentralisaties in 2012.  In 2017 gold in het coalitieakkoord als topprioriteit:  het verbeteren van de ouderenzorg.  door de Corona-uitbraak eind 2019  is dat niet goed gelukt. In de aangegeven jaren startte het denken over nieuw gezondheidsbeleid, dat een paar jaar zou leiden tot ingrijpende beleidswijzigingen. 

Vormt de periode na de verkiezingsdatum van 17 maart 2021 ook de broedtijd  voor nieuw beleid? Het beantwoorden van deze vraag vormde voor de redactie van de veel gelezen Nieuwsbrief Zorg en Innovatie aanleiding om een serie artikelen te  publiceren over de verkiezingsprogramma’s van grote politieke partijen en die van commentaar te voorzien.  Dit commentaar kwam tot stand op basis van wetenschappelijke, internationale en/of historische inzichten van de auteurs. Zes artikelen trokken grote aandacht: wij selecteerden deze als onderwerpen voor de workshops. Als je naar de website www.Guusschrijvers.nl gaat en zoekt op auteursnaam, vind je de betreffende publicaties. De titels van de workshops lijken op die van de artikelen van de sprekers.

De opzet per workshop

De workshops staan onder leiding van de GSA-directeur Lars Naber. Hij zit de discussies voor, bewaakt de tijd, bevordert aansluiting van de workshops op elkaar en voorkomt dat op verschillende workshops uitgebreid hetzelfde onderwerp aan bod komt. 

Workshopdeelnemers ontvangen  een week van te voren een link naar het artikel met het verzoek een vraag aan de spreker te bedenken.  Dat kan bijvoorbeeld zijn een verzoek om verduidelijking,  het nuanceren van aangereikte redeneringen of commentaar geven op beschreven situaties die je niet herkent.  Tevens ontvangen deelnemers de links naar enkele publicaties die de spreker aanbeveelt ter voorbereiding van de workshop.  Wenselijk is dat deelnemers vooraf een tot twee uren besteden aan zelfstudie van de aangereikte literatuur. Bij de informatie vooraf hoort ook een lijst van namen, functies en werkveld van de deelnemers. Tijd voor een voorstellingsrondje in de online workshops van 1,5 uur ontbreekt.

s-Morgen in de krant? ’s-Middags in de workshop

Na deze warmloopfase van vragen en antwoorden van zo’n dertig minuten,  actualiseert de docent de kennis in het artikel.  Dat gebeurt  indien inmiddels nieuwe publicaties zijn verschenen. Ook kan het zijn dat het debat in vakpers en massamedia specifieke aspecten betreft, die niet in het eigen artikel aan bod kwamen. Het is de eer van de docent om  recente kennis te delen, zelfs als die pas in het ochtendblad van de workshopdatum naar voren is gekomen. Deze fase is interactief: ook workshopdeelnemers kunnen actuele publicaties en onderwerpen aan de orde stellen.

Na deze fase is er een korte pauze. Daarna neemt de docent  weer het voortouw  door een of twee onderwerpen die in de komende vier jaar topprioriteit zouden moeten krijgen gelet op  algemene doelen van gezondheidsbeleid: preventie waar mogelijk, goede toegankelijkheid, hoge kwaliteit en betaalbaarheid. 

Workshopleden krijgen gelegenheid om hun eigen top-prioriteiten aan te geven.  Workshopvoorzitter Lars Naber  leidt deze discussie zonder te streven naar consensus. Immers. doelen van de workshops zijn slechts het vergroten van kennis en het scherpen van het eigen inzicht.  

Sprekers selectie

Alle sprekers hebben of hadden een lange carrière in het zorg- en/of beleidsveld. Zij deden een ad-hoc studie van recente publicaties en ontwikkelingen ter voorbereiding van hun artikel in de Nieuwsbrief en hun optreden in hun workshop. Naast deze competenties vermelden zij hun grote ervaring in het geven van workshops. Docenten zijn bereid op individuele vragen van workshopsdeelnemers een kort antwoord te geven via mailcontact.

Beoogde doelgroep 

 De beoogde deelnemers  zien de workshops als het begin van een periode waarin zij nieuw beleid gaan meemaken. Zij werken als zorgprofessional, beleidsmaker, onderzoeker,  beleidsmedewerker bij overheidsinstanties, als organisatie adviseur, docent of als patiëntvertegenwoordiger. Meestal hebben zij een aantal jaren ervaring en werken zij in een leidinggevende positie.  Als je aarzelt om deel te nemen, neem je dan contact op met de workshop organisator Petra Schimmel via secretariaat@Guusschrijvers.nl ?

Als competentie van de deelnemers verwachten wij ook het kunnen inloggen op software van Zoom en het kunnen omgaan met  online bijeenkomsten.

Waar gaan de workshops wel en niet over? 

De workshops beogen het vergroten van kennis, het scherpen van inzicht en het bieden van inspiratie voor het volgen van nieuw gezondheidsbeleid. Hoewel dit ruime  doelstellingen zijn, is er toch sprake van beperkingen:

  • De workshops zijn inter-professioneel van aard. Dat gaat ten koste van de diepgang. Wie diepgaande analyses verwacht van juridische, ethische of financiële aard loopt de kans op teleurstellingen.
  • Actuele partijpolitieke ontwikkelingen (wie komt wel of niet in de regeringscoalitie)  blijven grotendeels buiten beschouwing. Daarvoor kun je beter talkshows en  de kranten volgen.
  • Naast inhoudelijk aspecten  heeft beleid ook te maken met omgaan met macht, zoals  het op de juiste manier framen van een beleidsvraagstuk, het beïnvloeden van massamedia via spindoctors en het hanteren van verborgen agenda’s. Deze workshops gaan vooral in op inhoudelijke aspecten van beleid en veel minder op het omgaan met macht.
  • De Nieuwsbrief publiceerde in totaal elf artikelen over voorstellen in verkiezingsprogramma’s. Kortheidshalve kozen wij daar zes artikelen uit. Specifieke onderwerpen zoals het verbeteren van ouderenzorg,  verlaging van de regeldruk, personeelstekorten  en de inrichting van acute zorg komen daarom niet apart in een workshop aan bod. Ze zijn wel aan de orde als onderdeel van de andere thema’s.

 Het programma

Hier tref je het programma aan. Enkele algemene punten zijn:

  • Workshopleider is Lars Naber, directeur van de Guus Schrijvers Academie en van huis uit apotheker.
  •  Per workshop zijn er drie fases: 1. Vragen stellen over het artikel van de workshop-inleider 2. Update  van het artikel dat meestal enkele maanden oud is op de dag van de workshop. 3. Discussie over top-prioriteiten voor de komende vier jaar gelet op voorliggende gezondheidsvraagstukken.
  • De artikelen per workshop vind je door hieronder de naam aan te klikken van de workshop inleider. De artikelen van Bouwmans en De Jong zijn op 16 februari nog niet verschenen.
  • De workshops vinden plaats vanuit het kantoor van de GSA. Daar zijn slechts drie personen aanwezig: discussieleider, spreker en  uitzend technicus. De serie workshops blijven online, ook als de lockdown inmiddels is versoepeld.

6 april 2021, Nieuwe partijprogramma’s, nieuwe politiek? Pieter Vos  

13 april 2021, Inbedding en Financiering van Preventie Paul van der Velpen  

20 april 2021, De regio wordt belangrijker, maar het Rijk ook! Guus Schrijvers  

11 mei 2021, Financiële prikkels – niet chic? Peter Heida  

18 mei 2021, Zorgverzekeraars, meer of minder invloed op beleid? Martien Bouwmans

25 mei   2021 Digitalisering, een grote stap voorwaarts is mogelijk vóór 2025,  Rolien de Jong

Kijk op de congresagenda van de Guus Schrijvers Academie: Op 6 april start de online serie over Verkiezingen en de Zorg en 4 juni 2021 vindt het Congres Juiste Zorg op de Juiste plek; voor, tijdens en na de Covid-19 uitbraak plaats. Vooraanstaande sprekers delen dan actuele inzichten over deze onderwerpen. Alle congressen van de Guus Schrijvers Academie zijn ook online te volgen!

Van ziekenhuis naar zorghub, een impressie van het geslaagde Congres van de Guus Schrijvers Academie “Brengt COVID-19 het ziekenhuis sneller naar 2030”

door Robert Mouton.

Niet alleen onderbouwde vergezichten, macro- en microbenaderingen, handvatten en inzichten, maar ook tal van praktijkvoorbeelden, goed geformuleerde uitdagingen voor de sector, maar ook zorgen en twijfels, dat typeert het congres. Dit dankzij de goede voorbereiding van de sprekers: Zeev Rotstein (Jeruzalem), Anna van Poucke (KPMG), Geert van den Enden (Bernhoven), Wiro Gruisen (CZ), Patrick Jeurissen (Radboud), Rob Dillmann (Isala), Jeroen Hagendoorn (UMCU), Bart Berden (Elisabeth TweeSteden Ziekenhuis), Gerhard Wullink (Gupta Strategists), Ad Melkert (NVZ) en de voorzitter Janneke van Vliet (Guus Schrijvers Academie). Hoewel er verschillende invalshoeken waren, kan er een zekere denkrichting uit worden gedestilleerd.

Flexibiliteit bij Covid:

Rotstein pleit voor flexibele ziekenhuizen met een beschermde staf en scheiding van Covid en non-Covid patiënten. Op een hoger abstractieniveau moet ook het zorgsysteem zich aanpassen (van Poucke): Covid en marktwerking gaan volgens haar niet goed samen. Covid gaat zelfs veel verder dan zorgsystemen: dit leidt tot vragen over structuur en regie.

In Zuid-Limburg zijn afspraken met van der Valk (hotels) gemaakt (Gruisen) om capaciteit van de ziekenhuizen uit te breiden in de eerste golf. Dillman stelt net als Rotstein dat behandeling van Covid en reguliere patiënten moeilijk te besturen is; bij de eerste golf werd veel meer van de reguliere zorg buiten de muren behandeld dan ervoor en erna. Jeurissen vroeg zich af of concentratie van Covid in ziekenhuizen überhaupt handig is. Melkert constateert dat het mobilisatie- en improvisatievermogen van ziekenhuizen tekort schiet.

Crisisorganisatie bij Covid

Reguliere of transitiemodellen werken niet in een crisis (Dillmann) daartoe is een crisisorganisatienodig. Berden geeft aan de hand van een theoretisch kader aan dat een van de belangrijke criteria om in een (crisis)netwerk te functioneren  het gezamenlijke doel is. Bij Covid was dit duidelijk en kon er gestuurd worden; daarna werd dit lastiger. Wullink stelt dat een van de belangrijkste lessen is dat de public health gerevitaliseerd moet worden.

De toekomst is thuis

De vraag is in welk soort ziekenhuis we investeren: een gebouw met bedden of een zorgnetwerk in de regio. Dat laatste wordt bepleit door Rotstein en van Poucke en klinkt (voorzichtig) door in de bijdragen van de ziekenhuisbestuurders en Melkert. Ook de noodzaak tot concentratie van hoogwaardige complexe zorg (Hagendoorn) draagt bij aan deze gedachte. De vraag is natuurlijk hoe daar te komen, wie welke verantwoordelijkheid krijgt: besturing, bekostiging en het stelsel waarbinnen dat plaatsvindt heeft zo zijn drempels, belangen, wettelijke kaders en een breed scala aan opvattingen. De congresgangers konden helaas niet kennismaken met de contourennota van VWS die beloofd was voor dit najaar,  maar deze zal in de beantwoording van de vraag een belangrijke rol gaan spelen. De opvattingen van het veld zelf zijn echter minstens zo belangrijk, en niet alleen het ziekenhuisveld. Melkert pleit in dat kader voor de rol van ziekenhuizen als kennis- en coördinatiecentrum: voor binnen en  buiten de muren. Dit zal moeten gaan stroken met zijn eigen constateringen en de stelsellessen die hij uitvoerig uit de doeken deed.

Tot slot

In de gezondheidszorg wordt vaak en terecht naar de ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg gekeken. Er zijn echter tal van andere maatschappelijke ontwikkelingen, niet alleen technologische, die zullen uit gaan maken in welke vorm de zorg geleverd zal gaan worden. Een paar voorbeelden: zal de beschikbaarheid van medewerkers niet bepalen hoe de zorg georganiseerd gaat worden? De beschikbaarheid aan financiële middelen? De opvattingen over transparantie en democratische legitimering van het zorgbestuur? De (on)werkbaarheid van niet geïntegreerde zorgwetten? Wil het publiek wel dat het ziekenhuis een zorgcoördinatiecentrum wordt? Of moet de verzekeraar dat doen? Of het openbaar bestuur? Of een bepaalde tussenvorm?  De toekomst zal het leren.

SER voorzitter Mariëtte Hamers spreekt op 26 november op congres Financiering van preventie

Begin juni bracht de Sociaal Economische Raad haar advies Zorg voor de toekomst: Over de toekomstbestendigheid van de zorg uit. In dit advies van bijna 200 pagina’s gaat een van de vier hoofdconclusies over preventie. Wij citeren:  

Naar een integraal, samenhangend en ontkokerd preventiebeleid

Preventie heeft hoge opbrengsten, in termen van gezondheid én in termen van maatschappelijke baten, zoals een hogere arbeidsparticipatie en -productiviteit en een vermindering van sociaal-economische gezondheidsverschillen. Hierin ligt ook de grote maatschappelijke waarde van preventie. Er is geen reden om deze waarde niet te verzilveren.  Om de grote toegevoegde waarde van preventie voor de gezondheid, welzijn, participatie en productiviteit van de bevolking optimaal te benutten, zijn een lange termijn visie, lange termijn financiering en bestuurlijk doorzettingsvermogen op landelijk, regionaal en lokaal niveau echt noodzakelijk. Het gaat immers om het bijsturen van individueel en collectief gedrag, maatschappelijke normen en waarden en ingrepen in de sociale en fysieke leefomgeving.

Afgezien van de initiatieven waarvoor accijnzen (minimum unit pricing bij alcohol, suikertaks/ verbod op prijsaanbiedingen suikerhoudende producten, accijns op e-sigaret, etc.) boven de markt hangen en er een aantal incidentele financieringen ter beschikking zijn gesteld rijst toch te vraag: Preventie staat op de agenda, maar hoe regelt Nederland financiering ervan structureel? 

Over dit SER-advies gaat SER voorzitter Mariëtte Hamers in op het GSA-congres De financiering van preventie. Ook doet zij aanbevelingen voor het regeringsbeleid in de komende jaren. Met haar inleiding sluit Hamers een congres af met vele sprekers uit binnen- en buitenland.  De GSA beoogt met dit congres beleidmakers bij gemeenten, zorgverzekeraars en overheidsinstanties, zorgvernieuwers, zorgprofessionals, managers bij zorgaanbieders en onderzoekers bijeen te brengen.  Zij bereidde het congres voor samen met vertegenwoordigers van GGD GHOR Nederland, Alles is Gezondheid (AIG), de SER, Federatie voor Gezondheid en de Guus Schrijvers Academie.

Het congres programma

Doelstellingen van het congres zijn 1. interprofessionele scholing door experts: in één congresdag overzicht  bieden over waar de financiering van preventie op zowel nationaal als regionaal niveau staat. 2. Ervaringen uitwisselen tussen congresdeelnemers en aanscherping dan wel nuancering van reeds ingenomen standpunten en vastgestelde visies 3. Een podium bieden aan lokale zorgvernieuwers: zij willen graag hun gerealiseerde toekomst alvast verder verspreiden.  Voor de invulling van het programma met subthema’s en sprekers verwijzen wij naar het programma


Contourennota en beleidsbrief preventie akkoord komen op 26 november ook aan de orde 

Naar verwachting zal ook in de nieuwe Contourennota komen te staan dat preventie prioriteit heeft en een speerpunt is. Immers, gezonde mensen zijn gelukkiger en beter bestand tegen ernstige ziekten. COVID-19 heeft ons  met de feiten op de neus gedrukt dat de overlijdens risico’s voor obese patiënten en rokende patiënten groter zijn dan voor  personen zonder deze kenmerken.

Ook uit de voortgangsbrief Nationaal Preventieakkoord van staatssecretaris van VWS Paul Blokhuis aan de Tweede kamer van 22 juni 2020, komt veel enthousiasme en een lange lijst met initiatieven naar voren, waaruit blijkt dat het ‘vliegwiel’ voor preventie in beweging is gezet.

Donkere wolken

Er verschijnen, ondanks geestdriftige nota’s en adviezen, donkere wolken aan de preventie-hemel.  Als alle zorgverzekeraars het voorbeeld van DSW gaan volgen zullen zij forse premiestijgingen voor 2021 gaan invoeren. Daarnaast worstelen veel gemeenten met begrotingstekorten voor met name het sociale domein. Een situatie die door COVID-19 niet is verbeterd. Tegelijker tijd wordt de roep tot versobering van het pakket en ontmoedigen van onnodige zorg steeds luider. Deze geluiden suggereren begrotingskrapte aan alle kanten waardoor preventie misschien (weer) tussen wal en schip kan raken en, in beeldspraak, het ‘kind van de (COVID-19) rekening’ kan worden.

Burgerplicht?

We vinden allemaal preventie belangrijk, maar wie toont leiderschap? Hebben zorgverzekeraars verantwoordelijkheid, als een soort van’ preventieplicht’ op dit gebied?  Of vormt Preventie een vanzelfsprekend onderdeel van de GGD en dient het uit algemene en gemeentelijke middelen gefinancierd te worden? En last but not least, wat mag van de burger zelf als burgerplicht op dit terrein worden verwacht?

Waar wanneer en hoe?

Kom daarom op 26 november naar de Galgenwaard en denk, discussieer en doe mee over dit belangrijke fundament onder onze gezonde maatschappij, maar waarvan we altijd de neiging hebben om voor de kosten weg te willen duiken. 

Schrijf je nu in! 

Klik hier voor meer informatie en inschrijven