Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Meer salaris voor (wijk)verpleegkundigen! Is dat erg?

Door Johan Lambregts.

Een statement van Buurtzorg

Buurtzorg Nederland gaat het zorgpersoneel in maart 2022 een salarisschaal hoger indelen. De maatregel geldt niet voor administratief personeel en management, maar alleen voor (wijk)verpleegkundigen en (wijk)ziekenverzorgenden. Wijkziekenverzorgenden komen in schaal 45, de ‘verpleegkundigen in de wijk’ in schaal 50 en de wijkverpleegkundigen in 55.  Daarmee gooit Buurtzorg een knuppel in het cao-hoenderhok.

Buurtzorg maakt een keuze. Een keuze voor het primaire proces in de zorg. Een keuze om iets te doen aan de tekorten en de problemen van ontoegankelijke zorg.

Het specifieke beloningsbeleid past bij de schaarste op de arbeidsmarkt. Economische wetten leren dat wat schaars is duurder wordt. Het past ook bij een noodzakelijke herwaardering van verpleegkundigen. En dat begint niet met applaus maar met reparatie van de salarissen! Buurtzorg zet het maatschappelijk applaus, wat overigens verstomd is, om in daden. Het past in een tijd waarin de ‘nieuwe’ coalitie geen woord aan verpleegkundigen wijdt in het coalitieakkoord. 

Productiviteit en werklast

Buurtzorg gaat de salarisverhoging realiseren door verhoging van de productiviteit (hoeveel?), door de bereikbaarheidsdiensten anders te organiseren en verlaging van het ziekteverzuim naar drie procent. Buurtzorg kan dat doen doordat zij goede tarieven heeft bedongen bij zorgverzekeraars. Mede door haar grootte heeft Buurtzorg een veel betere positie in de onderhandelingen met verzekeraars. Het ongewenste effect van marktwerking! De werklast gaat in ieder geval omhoog, waarmee de salarisverhoging deels een sigaar uit eigen doos is. Kiezen de wijkverpleegkundigen daarvoor? En is er dan nog rek bij de medewerkers, in deze tijd van enorme druk?

Consequenties voor derden

Buurtzorg geeft een signaal af dat de wijkverpleging een aantrekkelijke sector is om in te werken. Dat is heel hard nodig. De wijkverpleging is cruciaal. Maar de salarisverhoging kan tot concurrentie leiden en dat roept reacties op. Bestuurders laten horen dat er geen tweedeling mag ontstaan in de zorg.  Zij geven aan dat het ook gaat om verpleeghuizen, ziekenhuizen, de GGZ etc. En dat klopt.

De actie van Buurtzorg zet hopelijk de zorgverzekeraars in beweging om meer geld voor verpleegkundigen en verzorgenden beschikbaar te stellen. Het blijft immers schrapen binnen ontoereikende tarieven. Andere goede aanbieders, met dezelfde werkwijze als Buurtzorg, kunnen dit niet betalen en willen de werkdruk niet verhogen.

Wat hier aan voorafging

Even terug in de historie van dit dossier: In November 2020 gaf de RVS  in haar advies Applaus is niet genoeg aan: ”Waardering voor zorgverleners gaat in eerste instantie over het bieden van passende arbeidsvoorwaarden. Vooral voor verzorgenden en verpleegkundigen ontbreekt een aantrekkelijk en passend loopbaanperspectief. Bovendien is het inkomen van vooral verzorgenden niet altijd voldoende om economisch zelfstandig te zijn.”

De SER kwam op 12 mei 2021 met aan de slag voor zorg waarin onderzoek van AWVN wordt aangehaald: “Als buiten de zorgsector wordt gekeken naar referenties in de publieke sector als geheel, cao’s in het bijzonder of ten opzichte van de algemene markt dan valt op dat vier van de vijf zorgcao’s een “buikje” in de loonlijn laten zien. Er is bij deze cao’s sprake van een demping van de eindsalarissen in de middelste functiegroepen. Hierdoor ontstaat voor deze groepen een salariskloof ten opzichte van de referentiemarkten”. Dit betreft verpleegkundigen en verzorgenden. Voor het startsalaris van verpleegkundigen is geschat een reparatie nodig van € 1.000,-.

Hierna volgden een aantal cao-onderhandelingen:

CAO UMC

Per 1 januari 2021 worden de salarissen van de schalen 7 t/m 10 in de functiefamilies Verzorging en Verpleging, (…) verhoogd met 3,5% en op 1 januari 2022 nogmaals met 3,5 % (In totaal dus + 7%) en het eind van de schalen wordt met twee extra periodieken verlengd.

CAO GGZ

Allen krijgen 2% op 1 juli 2022, 2% op 1 mei 2023 en 2% op 1 jan 2024. Daarboven wordt als reparatie bijdrage van de FG 35 t/m FG 65 schalen de onderste trede verwijderd en wordt een boventrede toegevoegd. Ook krijgt men de keuze om € 500,- te besteden aan brutoloon of andere zaken.

CAO ziekenhuizen

Partijen hebben de intentie stappen te zetten om de salarisachterstand van de middengroepen te beperken. De NVZ deelde mee dat de reparatie 9% zou moeten bedragen. Er wordt met steun van CNV en FNV naast een generieke salarisverhoging van 2% aan de FWG-schalen 40 t/m 65 een extra trede toegevoegd. Ook krijgen alle medewerkers in de FWG-schalen 45 t/m 55 een extra salarisverhoging.

De effecten:

Het gemiddeld salaris van verpleegkundigen op een klinische afdeling (FWG 45-4) stijgt volgens de NVZ met 3,3%; volgens NU ’91 met 2,2%, gerekend vanaf de datum dat de oude cao verliep (1-7-21). De NVZ rekent vanaf 1 januari 2022 (13 maanden).

Bij een SEH-verpleegkundige (FWG 55-4) telt de NVZ een gemiddelde salarisverhoging van 2,2%. NU ’91 komt tot 1,4%, gerekend van een periode van 19 maanden.

NU’91 en de FBZ hebben deze cao (nog) niet ondertekend.

De actie van Buurtzorg als breekijzer voor één CAO voor verpleegkundigen

Is er voldoende gerepareerd in de cao’s conform SER-advies en RVS rapport? Nee. Er is wel geïndexeerd. Er zijn verschillen tussen de branches in de cao’s voor verpleegkundigen. Brancheorganisaties houden daarmee ongewenste concurrentie tussen sectoren in stand. Het laat de noodzaak zien van één landelijke cao voor verpleegkundigen. De vakbonden, behalve NU’91, zijn tegen, onder het mom van solidariteit. Solidariteit is een groot goed. Maar solidariteit in de cao’s gaat ten koste van verpleegkundigen.

De quote bij de nieuwe cao ziekenhuizen “Partijen hebben de intentie om in lijn met het overheidsbeleid in de komende cao’s verdere stappen te zetten om de salarisachterstand van de middengroepen te beperken” laat zien hoe traag dit proces verloopt. En staat in schril contrast met de dagelijkse werkelijkheid van verpleegkundigen. De actie van Buurtzorg kan een breekijzer zijn op weg naar de landelijke cao verpleegkundigen.

Mijn statement

Waar het in essentie aan ontbreekt is de medeverantwoordelijkheid van politiek en financiers. Er is geen enkel gevoel van urgentie bij zorgverzekeraars. Zorgaanbieders zijn afhankelijk van hun tarieven. Zorgverzekeraars hebben een zorgplicht. Het grootse probleem in de zorg is het tekort aan verpleegkundigen en verzorgenden. Er moet niet alleen een structurele loonsverhoging komen maar ook meer ruimte voor ontwikkeling en doorgroei. Zolang de politiek en zorgverzekeraars betere arbeidsvoorwaarden niet als topprioriteit zien, zal er weinig veranderen.

Meer salaris voor wijkverpleegkundigen en verzorgenden Is dat erg? Nee, dat is niet erg, het is erg noodzakelijk!

 Kijk op de congresagenda van de Guus Schrijvers Academie: Op 21 april vindt het congres Op weg naar een gezonde generatie; samenwerken in de regio plaats. Vooraanstaande sprekers delen dan actuele inzichten. Het congres is op locatie in Utrecht of online te volgen!

Beslisboom langdurige zorg helpt wijkverpleegkundige en WMO-consulenten

Patiënten die continu toezicht nodig hebben, komen in aanmerking voor de Wet Langdurige Zorg (WLZ). Als iemand vier keer per dag planbare hulp nodig heeft (zoals toediening van een injectie of verwisseling van een infuus), is dat geen reden voor toelating tot de WLZ. Maar als iemand ernstig verward is, of bij elke toiletgang ondersteuning nodig heeft, is continu toezicht vereist. Dan is er wel sprake van toegang tot de WLZ. Andere toelatingscriteria zijn dat de beperking levenslang duurt en niet van tijdelijke aard is. Of een patiënt veel of weinig mantelzorgers om zich heen heeft, vormt geen toelatingscriterium voor de WLZ.

Vereenvoudigen uitzoekwerk
Voor veel wijkverpleegkundigen en WMO-consulenten is het uitzoeken voor welke wet (WMO, Zorgverzekeringswet of WLZ) een patiënt in aanmerking komt een hele klus. Dr. Patrick Jansen gaat dit uitzoekwerk vereenvoudigen. Hij werkt bij het adviesbureau HHM te Enschede, dat al decennia goed werk doet rond toegang tot wetten. Hij en zijn medewerkers hebben een beslisboom ontwikkeld die aangeeft, onder welke van de drie wetten een patiënt valt. Een beslisboom bestaat uit een verzameling vragen. Welke vraag moet worden gesteld is steeds afhankelijk van het antwoord op de voorgaande vraag. Er wordt daarmee een boom van vragen doorlopen.

Congres
De beslisboom langdurige zorg komt in 2016 uit; op papier, digitaal en als app. Jansen bespreekt de voorlopige versie tijdens een workshop op 30 september op het nationale congres Financiële Toegang tot de Langdurige Zorg. Hij betrekt daarbij ook de beleidsvoornemens van de regering die op de derde dinsdag in september uitkomen.  Ook vele andere sprekers doen dat. Wil je naar de workshop van Jansen en naar het congres? Lees dan de brochure en schrijf je in.

Gaan wijkverpleegkundigen en persoonsgebonden budget goed samen?

Wijkverpleegkundigen mogen zorg indiceren zonder indicatiestelling. Dat is eenvoudig en snel te realiseren aan de keukentafel. Prima. Maar mogen ze nu ook op dezelfde wijze persoonsgebonden budgetten (PGB’s) gaan toekennen? Want een PGB is ook zorg, alleen niet in natura. Als dat mag, bestaat het gevaar dat wijkverpleegkundigen het beste met hun patiënten voor hebben, maar onvoldoende rekening houden met het financieel haalbare.

Meestal is een hoger PGB beter voor de patiënt dan een laag PGB. Het risico bestaat daarom dat sommige wijkverpleegkundigen op deze manier Sinterklaas gaan spelen ten koste van de gemeenschap en van andere zorg. Of dit risico groot is, weet ik niet. Misschien is het ivoren torenpraat van mij. Maar als ik wijkverpleegkundige was, zou ik proberen mijn patiënten een hoog PGB te geven. Dan wordt hun gezondheid maximaal ondersteund. Dat zou passen in mijn professie.

Rol gemeenten
Ter toelichting nog het volgende. De vraag over het samengaan van wijkverpleegkundigen en PGB kwam onlangs aan de orde in een gesprek dat ik voerde met een verpleegkundige. Deze vraag leeft bij tal van gemeenten. Bij voorkeur hebben die keukentafelgesprekken plaats vanuit een sociaal wijkteam en zonder indicatiestelling. Dat is te begrijpen. Maar dan is de logische consequentie, dat zorg-in-natura zonder indicatie ook wordt toegewezen als dat nodig is. En dan dus ook een PGB.

Indicatiestelling
Als dat niet wenselijk is, moet er weer indicatiestelling komen. Klinkt dat woord te negatief, dan mag het van mij ook toegangsregulering of instroommanagement heten. Als gemeenten die kant opgaan, lopen zij het risico dat zij de PGB betalingen niet goed kunnen regelen. Dan komen zij negatief in de publiciteit, net zoals thans de Sociale Verzekeringsbank.

Wat vind jij?
Kortom, beste lezer, help jij mij bij het voorbereiden van lezingen en interviews over dit onderwerp? Gaan wijkverpleegkundigen en PGB’s samen? Ik zie graag jouw onderbouwde reactie tegemoet. Met oneliners als ‘weg met de indicatiestelling’ of ‘leve de keukentafel’ kan ik niet zo veel.

Congres Financiële Toegang tot Langdurige Zorg
Op 30 september komt dit vraagstuk, naast vele andere plus- en knelpunten uitvoerig aan de orde op het congres Financiële Toegang tot de Langdurige Zorg.