Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Medewerker nummer 1,

Door Carina Hilders, bijzonder hoogleraar Medisch Management en Leiderschap aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en directievoorzitter Reinier de Graaf ziekenhuis.

Solidariteit

Overvallen door een virus, werd de maakbaarheid van de maatschappij terstond ingeruild voor dankbaarheid. Het gezond zijn en blijven was niet meer vanzelfsprekend, en de onvoorspelbaarheid van het beloop van deze pandemie maakte ons nederig. Met respect voor de zorg, werd waardering uitgesproken voor de mensen die zorgen voor leven, mensen die zorgen voor sterven en mensen die zorgen voor zorg. De gezondheidszorg, als essentieel onderdeel van onze samenleving, werd zichtbaar in zijn onderscheidendheid, maar ook zijn kwetsbaarheid. De solidariteit als basis van de Nederlandse gezondheidszorg, waarbij toegankelijkheid, kwaliteit en doelmatigheid de leidende principes zijn. Deze gerichtheid op de patient  is ook direct onze valkuil. Want de medewerkers in de zorg, die dit committment dag en nacht aangaan, moeten de essentiële zorg voor zichzelf ontzien.

Deze zelfzorg, waar we als zorgverleners ons liever niet op richten, zal een essentieel onderdeel moeten worden van het arbeidsethos. Zelf in de regie blijven, met persoonlijk leiderschap als discours, zal de kern moeten zijn van de grootste uitdaging in de zorg; het behoud van onze medewerkers.

Zelfzorg en eigen regie

En als we dan de durf hebben om die medewerker op nummer één te stellen, met als uitgangspunt dat, wanneer deze goed in zijn energie zit, ook de beste zorg aan de patiënt kan worden geleverd, wordt hiermee een essentiële gedachtegang ingezet. Het uitgangspunt ‘care with a smile’, zijn we inmiddels kwijtgeraakt. De energie die de zorgverleners krijgen van het werk dat zij doen, de unieke relatie met de patiënt ervaren, invulling geven aan zorgzaamheid en bevlogenheid, is door toenemende eisen, prestatiedruk, regelgeving en administratielasten op de achtergrond geraakt. Het daardoor niet meer zelf in de regie kunnen zijn in wat belangrijk wordt geacht voor deze unieke patiënt en hier invulling aan kunnen geven, frustreert en demotiveert. De oprechte aandacht voor de behoefte van onze zorgmedewerkers om hen het vertrouwen te geven zelf invulling te geven aan de juiste zorg, zal een bewust beleid moeten zijn van de organisatie. Dit gaat niet vanzelf, maar zal een verhaal moeten zijn wat zichzelf moet waarmaken. De medewerker nummer één is echter geenszins het fenomeen ‘jullie vragen wij draaien’. Het is essentieel dat het gedeeld werkgeverschap gericht is op het stimuleren van eigen inbreng, oprechte aandacht en grensverleggend willen zijn. Het interactief stimuleren van eigen regie in de onderdelen instroom, doorstroom en behoud.

In- en doorstroom in verpleegkundig leiderschap

Het toetreden tot de zorg zal laagdrempelig moeten zijn. Hierbij zal regionale samenwerking met ketenpartners de zogenaamde zij-instromers de veiligheid moeten bieden om te leren, en te ervaren in een nieuwe omgeving waar opleiden en continu leren aan de basis ligt. Het benutten van talenten om ook hierna de doorstroom te effectueren, zal leiden tot groei en ontwikkelmogelijkheden in loopbaanpaden, die op maat zullen moeten worden gefaciliteerd en de gelegenheid bieden voor verdieping binnen de functie of functiedifferentiatie. Hierbij op andere afdelingen meedraaien en flexibele werkplekken creëren, het zogenaamde ‘zwermorganiseren’, zal bijdragen aan multi-inzetbaarheid, uitdagingen aangaan en jezelf ontwikkelen. De faciliteiten creëren in de organisatie om deze flexibiliteit mogelijk te maken, zijn hierbij essentieel. Te denken valt aan het zogenaamde ‘zelfroosteren’, waarbij de diensten en werkdagen zelf ingevuld kunnen worden. Of het opzetten van een flexibele schil, waar medewerkers variabel ingezet kunnen worden. Ook het ondersteunen van kennisontwikkeling door het faciliteren van deelname aan interne opleidingen, zoals persoonlijk leiderschap, Mindfulness of ‘Crucial Conversations’ zal bijdragen aan zelfkennis. Het verder verdiepen, functiedifferentiatie en het groeien naar een regiefunctie, met verbreding van taken, zal het verpleegkundig leiderschap in de organisatie versterken en borgen. Dit verpleegkundig leiderschap zal gerepresenteerd moeten zijn in de structuur van de organisatie, waarbij verpleegkundigen een stem krijgen die bijdraagt aan optimalisatie van kwaliteit, bedrijfsvoering en strategie.

Arbeidsethos en behoud

En willen we deze fantastische mensen dan ook behouden in onze organisaties dan zijn de waardering, de oprechte aandacht en compassie essentiële onderdelen voor het arbeidsethos. Een werkinstelling die geleid zal moeten worden vanuit oprechte aandacht voor de mensen met eigen regie en verantwoordelijkheid. Met name onder de jonge medewerkers zien we dat deze verantwoordelijkheid onder druk komt te staan door een verandering in normen en waarden met betrekking tot het arbeidsethos. Er worden andere prioriteiten gesteld aan de invulling van taken in werk en verplichtingen in privé. Om het ziekteverzuim en de onvoorspelbaarheid hierin te onderkennen, is het onderschrijven van en ondersteunen in een goede werk-privébalans essentieel. Het bespreekbaar maken van keuzen, en het committment naar de organisatie benoemen zijn essentieel om te komen tot een gedeelde verantwoordelijkheid in het borgen van goede zorg. Het daarbij ondersteunen van keuzen in gezond leven en gedrag, zal tevens bijdragen aan een goede balans tussen prive en werk, en zorgen voor de goede energie. Het aanbieden van vitaliteitsprogramma’s, als ook persoonlijke begeleiding in gezonde voeding en beweging kunnen hieraan bijdragen als ook ludieke acties die zorgen dat er weer eens gelachen wordt.

Een gedeelde verantwoordelijkheid waar compassie, als leidraad voor de zorg, ook toegepast zal moeten worden en vanzelfsprekend zal moeten zijn voor onze medewerkers.

De medewerkers een echte stem geven in de organisatie, waar onopgemerkt de basis gewoon op orde is…

foto Mensen foto gemaakt door mdjaff – nl.freepik.com

Congres Chronische Zorg: eigen regie vermindert ziekenhuisopnames

Kwetsbare ouderen hebben vaak behoefte aan verzorging en verpleging thuis. Meestal gebruiken zij drie of meer medicijnen per dag. Vaak moeten ze kortdurend terug naar een arts. Want meestal zijn kwetsbare ouderen ook chronisch ziek.

Ondersteuning

Een wijkverpleegkundige zou hen moeten steunen. Met handige en makkelijk te bedienen technologieën, in hun eigen regie bij verzorging, verpleging, medicatie en medische zorg. Met steun van verzorging thuis en van wijkverpleging kan zo veel spoedopnamen in ziekenhuizen voorkomen worden. Dat is het Standpunt, dat ActiZ voorzitter prof. Dr. Guus Van Montfort uitwerkt bij de opening van het Congres Chronische Zorg: persoonsgerichte zorg en eigen regie, op 28 juni in Zeist.

iPad

‘Het is verrassend hoe kwetsbare ouderen met een iPad omgaan die is voorzien van enkele grote knoppen op het scherm’, vertelt professor Van Montfort. ‘Na een paar dagen zie je niet alleen de eigen regie toenemen, maar ook het gevoel van veiligheid en de kwaliteit van leven.’

Betere kwaliteit

Het begrip persoonsgerichte zorg staat dus centraal tijdens het Congres Chronische Zorg. Persoonsgerichte zorg helpt mensen met een chronische ziekte om hun ziekte beter in te passen in het dagelijks leven. Als patiënten zelf meer meer de regie in handen nemen en de verantwoordelijkheid nemen om zo gezond mogelijk te leven met hun aandoening, kan dit een impuls geven tot betere kwaliteit van zorg en leven. Persoonsgerichte zorg en eigen regie werken goed voor veel mensen met een chronische aandoening. Maar waar liggen de grenzen van een dergelijke aanpak?

Meer informatie en aanmelden

ZonMw, Vilans en het Julius Centrum organiseren op 28 juni het Chronische Zorg Congres in het Achmea Congres Centrum te Zeist. Download de brochure voor meer informatie en meld je aan!

Verpleeghuisarts hoort in de eerstelijn

De verpleeghuisarts moet de wijk in. Want daar wonen meer kwetsbare ouderen dan in verzorgings- en verpleeghuizen. De specialist Ouderengeneeskunde (zo heet de verpleeghuisarts tegenwoordig) zou dan de multi-pathologie van deze ouderen in kaart kunnen brengen en ook de medicatie. Huisartsen hebben hiervoor geen tijd en te weinig expertise over de inwerking van verschillende chronische ziekten op elkaar. Oud- VWS Staatsecretaris Marlies van Veldhuijzen (CDA) en ik zijn het hierover eens. Wij spraken elkaar op 5 juni. Op vrijdag 28 juni op het congres Chronische Zorg: persoonsgerichte zorg en eigen regie, werk ik deze gedachte uit in een workshop.

Congres Chronische Zorg

Het begrip persoonsgerichte zorg staat centraal tijdens het Congres Chronische Zorg. Persoonsgerichte zorg helpt mensen met een chronische ziekte om hun ziekte beter in te passen in het dagelijks leven. Het gaat over wat mensen nodig hebben om zich gezond en gelukkig te voelen. Ook eigen regie kan hieraan bijdragen. Als patiënten meer de rol van regisseur op zich nemen en de verantwoordelijkheid nemen om zo gezond mogelijk te leven met hun aandoening, kan dit bovendien een impuls geven tot betere kwaliteit van zorg en leven. Persoonsgerichte zorg en eigen regie werken goed voor veel mensen met een chronische aandoening. Maar het werkt niet bij iedereen. Waar liggen de grenzen van een dergelijke aanpak? ZonMw, Vilans en het Julius Centrum organiseren dit congres in het Achmea Congres Centrum te Zeist. Download de brochure voor meer informatie en meld je aan!

Bewegen tijdens reclameblokken bevordert gezondheid

Vrijwel alle patiënten van fysiotherapeuten zijn erbij gebaat om oefeningen te doen. Helaas, negentig procent doet geen oefeningen. Want patiënten vinden die saai. En zij krijgen geen feedback op de vraag of zij de oefeningen goed uitvoeren. Fysiotherapeuten zijn niet geïnteresseerd in die oefeningen. Zij zijn opgeleid in de filosofie van de patiënt centraal stellen: als die de oefening niet wil, nou dan niet. Zij dringen niet aan. Bovendien worden zij niet betaald voor het monitoren van die oefeningen thuis.

Serious gaming

Het internet biedt grote mogelijkheden om hierin verandering te brengen. Ten eerste maakt dat mogelijk om patiënten te instrueren met Youtube filmpjes hoe ze de oefeningen moeten doen. Ten tweede kan het internet het oefenen minder saai maken: dat kan met ‘serious gaming’. Ten derde kan de fysiotherapeut met de iPhone van de patiënt of via een online verbinding met een Wii-spelcomputer de oefeningen thuis van de patiënt volgen en feedback geven.

Al deze informatie pikte ik op in Berlijn. Ik bezocht daar op zaterdag 13 april de geriatrische kliniek van het universitaire Charité ziekenhuis. De leiding daarvan stimuleert beweeg oefeningen thuis met fysiotherapeuten, die online aanwezig zijn. Fysiotherapeut Jörn Kiselev werkt daar. Hij probeert zijn oudere patiënten te laten oefenen tijdens de reclameblokken op de televisie. “Die reclames vinden mijn patiënten nog saaier dan hun oefeningen.”

Ketenzorg Congres

De zorggroep Almere experimenteert met fysiotherapie online. Wie googelt op ‘fysio online’ ziet instructiefilmpjes. Ik bezocht de Charité kliniek als onderdeel van het jaarlijkse congres over ketenzorg. Je treft bijdragen over het genoemde ziekenhuis en over tal van andere goede voorbeelden van geïntegreerde zorg aan op de website van The International Foundation for Integrated Care.

Interview Editie NL

25 maart jl. heb ik een tv-interview gegeven aan het RTL 4 programma Editie NL over de (on) betrouwbaarheid van zorgwebsites. Patiënten die bijvoorbeeld een knie-operatie moeten ondergaan, willen kiezen voor het beste ziekenhuis van Nederland. Zij kunnen het beste naar de website van de Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie gaan, of naar een website van een specifieke patiëntenvereniging. Alle anderen zijn onbetrouwbaar. Deze informatie kwam aan de orde tijdens de uitzending van  Editie NL, die je hier kan bekijken.

Masterclass Chronische zorg (vanaf 12 maart 2013)

In 2013 vindt voor de zesde keer de Masterclass Geïntegreerde Zorg voor Chronisch Zieken plaats. Als sterk punt van deze masterclass beschouwden eerdere deelnemers dat in de colleges zowel academische kennis als praktische ervaringen worden ingebracht en verbonden. De deelnemers komen uit verschillende sectoren van de zorg, zoals huisartsenzorg, eerstelijns centra, GGZ, ziekenhuizen, zorgnetwerken en verzekeraars. Ze zijn zowel managers in de zorg als praktiserende zorgverleners. De Masterclass staat onder leiding van Dr. Rob de Leeuw, verbonden aan het Julius Centrum, UMC Utrecht. De Masterclass van 12 colleges start op 12 maart 2013 en eindigt op 15 oktober 2013. De colleges worden gegeven in een prachtige omgeving in Zeist en vinden steeds plaats op een dinsdag van 15.00 tot 19.00 uur, met doorgaans een interval van twee weken ertussen.

College onderwerpen zijn:

  • Ontwikkelingen in de bekostiging en financiering van de chronische zorg.
  • Inhoudelijke ontwikkelingen in de chronische zorg.
  • Verwachtingen over de chronische zorg van patiënten en patiëntorganisaties.
  • Zelfmanagement, disease management en preventie.
  • Verzekerde zorg, inkoop van zorg en kwaliteitsindicatoren.
  • Procesontwikkeling en ondersteuning door ICT.
  • Taakherschikking in de chronische zorg en verantwoordelijkheden.
  • Culturen van organisaties en marktwerking.
  • Samenwerken, onderhandelen en conflicthantering.
  • Veranderen en leiderschap.
  • Buitenlandse ervaringen (Kaiser Permanente, Engelse ketenzorg, Duitse aanpak disease management).
  • Eigen projecten (afsluiting).

 

Vooraanstaande gastdocenten

Het aantal deelnemers is minimaal 12 en maximaal 18. In de Masterclass treden vooraanstaande gastdocenten op met kennis en ervaring in onderzoek, beleidsontwikkeling en/of de praktijk in het werkveld van geïntegreerde zorg, zoals Dr. Henk van der Steeg (mede initiatiefnemer van deze masterclass), Herman Flens (Achmea Zorgverzekeraars), Dr. Mark van Houdenhoven (HagaZiekenhuis), Leo Kliphuis (LVG), Robert Polet (NZa), Martien Bouwmans (Zorgverzekeraars Nederland), Mr. Mirjam de Bruin (Bureau Schutjens en de Bruin), Jan Christiaan Huijsman (Programmamanager Zorg ICT, UMC Utrecht), Dr. Maurice de Valk (Intermedic) en ikzelf. Wil jij je opgeven voor deze masterclass? Klik dan hier.

Interview Mensen & Motivatie

In het kader van mijn afscheid als hoogleraar Public Health bij het UMC werd ik september 2012 geïnterviewd door het blad Mensen & Motivatie. Citaat: ‘Ik zou het nog wel 25 jaar vol willen houden, want aan de eerste lijn valt veel eer te behalen.’ Lees het volledige artikel.

Psychiatrische patiënt waardeert inzicht in elektronisch patiëntendossier

Eigen Regie (ER) is een beveiligde internetapplicatie, een bijna volledig elektronisch patiëntendossier, dat cliënten met psychotische kwetsbaarheid, hun hulpverleners en mantelzorgers gebruiken om met elkaar te communiceren en informatie te verzamelen over het beschikbare hulpaanbod, het behandelplan en medicatie.

Bedoeling is dat cliënten door het gebruik van Eigen Regie meer regie gaan voeren over hun eigen leven en meer betrokken worden bij de behandeling. De verwachting was dan ook dat ER kan bijdragen aan meer autonomie en zelfsturing van de cliënten. ER is vanaf 2009 ingevoerd in GGZ Westelijk Noord Brabant en GGZ Breburg.

Uit onderzoek uitgevoerd door dr. Rob de Leeuw van het Julius Centrum en Ina Boerema van het Trimbos Instituut komt naar voren dat cliënten het waarderen dat ze door ER meer inzicht hebben in behandeldoelen, signaleringsplannen, medicatie en betrouwbare informatie over de ziekte en de behandeling. Over het algemeen wordt ER als een goed initiatief beoordeeld door cliënten, hulpverleners en mantelzorgers. Het draagt bij aan het maatschappelijk functioneren van cliënten en ze leren omgaan met ICT, wat bij deze tijd past.

Voorwaarde is dat de techniek op orde is en moet ER makkelijk te integreren is in de dagelijkse routine van de mensen die ermee werken. ER wordt gezien als een aanvulling op de reguliere zorg, geschikt voor een specifieke groep cliënten, die enigszins in evenwicht is. Al deze informatie vormt een van de conclusies uit het rapport: ‘Evaluatie van de eerste ervaringen met Eigen Regie.’

http://www.juliusacademy.nl/event/congres-zelfmanagement-bij-psychisch-lijden

Patiënt staat niet centraal in zorggroepen

Bijna geen enkele zorggroep voor diabetespatiënten maakt gebruik van multidisciplinaire patiëntendossiers en individuele zorgplannen. Patiënten krijgen weinig daadwerkelijke ondersteuning bij zelfmanagement. Er zijn veel problemen rondom de geautomatiseerde (keten)informatiesystemen en de financiering van de diabeteszorg. De patiënt staat nog niet echt centraal. Zorggroepen moeten daarom meer energie steken in het werken volgens de zorgstandaard. Al deze zinnen staan in de samenvatting van een rapport dat een paar dagen geleden uitkwam. De Inspectie voor Gezondheidszorg schreef dat rapport. Het heeft als lange titel: “Implementatie Zorgstandaard diabetes na vier jaar onvoldoende gevorderd: meer bestuurskracht nodig van zorggroepen”. Klik hier, als je het wilt lezen.