In 2030 zijn er 104 extra verpleeghuizen nodig blijkt uit berekeningen. Dit komt door het grote aantal babyboomers die dan gebruik zullen maken van deze voorzieningen. Het lukt steeds beter op mensen met lichamelijke gebreken thuis te verplegen en te verzorgen. Daarom zijn de extra verzorgings- en verpleeghuizen vooral nodig voor 75-plussers met dementie.
Percentuele daling
In 2010 woonden in Nederland 1,1 miljoen 75-plussers. Van hen woonden 109.817 ofwel 9,6% in een verzorgings- of verpleeghuis (vov-huis). In 2015 waren er 1,3 miljoen 75-plussers. Van deze groep verbleven 8,8% (112.426) in een vov-huis. In vijf jaar tijd daalde het percentage dus van 9,6% naar 8,8%.
Oorzaken
Tal van 75-plussers bleven langer thuis wonen dankzij nieuwe inzichten, scherpere indicatiestelling, meer inzet van thuiszorg en betere mantelzorg ondersteuning. Welke factor het meeste heeft bijgedragen aan de verlaging van het percentage, is niet bekend. De bewoners van verzorgingshuizen die de laatste jaren doorstroomden hebben een grotere zorgbehoeften dan voorheen. Ze zijn bijna gelijk aan verpleeghuisbewoners. Ik spreek daarom in dit stuk alleen over verpleeghuizen die erbij moeten komen.
Absolute stijging
Stel nu dat de percentuele daling van het aantal 75-plussers in vov-huizen met hetzelfde percentage blijft dalen. Dan verblijven in 2030 6,4% van de 75-plussers in een verpleeghuis Dat gaat vast lukken dankzij de genoemde factoren. In 2030 telt Nederland volgens de prognose van Primos en het CBS 2,1 miljoen 75-plussers. Van hen woont dan naar schatting 6,4% in een vov-huis. Dat zijn 133.165 personen. Dat betekent dat het aantal vov-bewoners met 20.700 zal stijgen in 2030: van 112.426 (zie hierboven) in 2015 naar 133.165. Bij een gemiddelde grootte van een vov-huis van 200 plaatsen, betekent dit dat er behoefte is aan 104 extra verpleeg- of verzorgingshuizen in 2030. Gemiddeld acht of negen per provincie.
Demente 75-plussers
Die groei is nodig, omdat vele babyboomers geboren in de naoorlogse jaren, in de komende jaren 75 jaar oud worden. Ze zijn vooral nodig voor demente 75-plussers. Het lukt immers steeds beter op mensen met lichamelijke gebreken thuis te verplegen en te verzorgen. Maar voor mensen met dementie -die voortdurende toezicht behoeven- is dat niet goed mogelijk. De conclusie van deze rekensommen heb ik als titel van deze blog zo kort mogelijk geformuleerd: Ruim 100 extra verpleeghuizen nodig voor demente babyboomers. En dan heb ik al rekening gehouden met de bestaande maatregelen om het thuis blijven wonen te versterken.
Wat te doen
Wat kunnen ouderenorganisaties, zorgaanbieders, woningbouwcorporaties, zorgkantoren, gemeenten, provincies, VWS en parlement nu al doen om incidentenpolitiek in de jaren twintig te vermijden? Bij incidenten denk ik aan dementerenden op wachtlijsten die op straat zwerven, reportages daarover in de media en politici die dan met de vinger wijzen naar de dan zittende regering of het college van B&W. Ik noem in telegramstijl enkele beleidsvoorstellen die per zorgkantoorregio nadere uitwerking behoeven:
- Erken de urgentie van het vraagstuk. De helft van de 104 extra verpleeghuizen moeten nu al worden voorbereid. Een nieuw verpleeghuis openen kost zo’n acht jaar aan voorbereidingstijd. Deze blog draagt hopelijk bij aan dit urgentiebesef.
- Scheidt wonen en zorg nog verder dan nu gebeurt voor mensen met geringe zorgbehoeften. Ofwel in professionele woorden: scheid wonen en zorg ook voor mensen met een zorgindicatie 4 en hoger. Dat maakt het mogelijk dat ook woningbouwcoöperaties initiatieven nemen om dementerenden te huisvesten. Zorgaanbieders kunnen dan de zorg leveren. Ook is er dan variatie mogelijk in het aanbod van woningen en het verbouwen van bestaande corporatiecomplexen in kleine woonvormen voor mensen met dementie.
- Vier vormen van zorgbekostiging zijn beter te benutten dan tot nu toe. Ik heb het dan over geriatrische revalidatie en eerstelijnsverblijf. Beide vallen onder de Zorgverzekeringswet. Ik heb het ook over het Volledig pakket Thuis; een regeling die onder de Wet Langdurige Zorg valt. Ten vierde functioneert de bekostiging van wijkverpleegkundigen thans van geen kant. De urgentie van de dementerende babyboomers moet leiden tot het samenhangend toepassen van deze vier regelingen. Wellicht is het thuis blijven wonen dan nog meer te stimuleren dan tot nu toe.
- Het is zaak de woonzorg-behoeften van 75-plussers samenhangend te monitoren met bijvoorbeeld de Woonzorgwijzer. Op basis daarvan zijn per gemeente, zorgkantoor en provincie betere prognoses te maken voor de behoeften aan verpleeghuizen in 2030 dan die aan het begin van dit stuk.
- Tenslotte: in 2020 treedt de nieuwe Omgevingswet in werking. Deze gaat tal van wetten en regelingen voor de Ruimtelijke Ordening vervangen. Die stelt naast Planet (= milieubeleid) en Profit (vestiging van bedrijven) ook de People centraal. Ik hoop dat ook de huisvesting van 75-plussers een centrale plaats krijgt in deze Omgevingswet.
En verder
Op 15 november geef ik een plenaire voordracht tijdens een conferentie van de provincie Zuid Holland. Die heeft als titel: Scheiden van wonen en zorg opnieuw bekeken. Daarin maak ik een prognose voor de behoefte aan vov-huizen in 2030 in deze provincie. Klik hier als je de de PowerPoint presentatie wilt bekijken.
Congres 24-uurs zorg
Op 15 maart 2018 geef ik een lezing over de bekostiging van de 24-uurszorg voor ouderen, psychiatrische patiënten en mensen met ernstige verstandelijke of lichamelijke beperkingen. Mijn prognose voor 24-uurszorg aan ouderen in 2030 staat hierboven al. Die behandel ik niet meer uitvoerig. Wel ga ik in op de woon- en zorgbehoeften van de andere genoemde groepen. Verder vraagt het te voeren beleid in vijf punten (zie hierboven) om concretisering. Die reik ik graag aan op 15 maart. De lezing vindt plaats op het congres Kwaliteit en bekostiging van 24-uurszorg. Tal van lezingen en workshops kun je bijwonen van sprekers die met innovaties bezig zijn op het terrein van wonen, langdurige zorg, bekostiging en lerende organisaties. Klik hier voor het programma, schrijf je in en doe in één dag nieuwe kennis(sen) op.