Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Integrale digitale diagnostiek naar de hoogste versnelling

Door Johan van Zeelst, Manager Farmacie-Hulpmiddelen-Diagnostiek Zorginkoop, Zorgverzekeraar VGZ.

Sinds 2013 is VGZ in overleg met aanvragers en aanbieders van diagnostiek om samen te komen tot een hogere kwaliteit en lagere kosten. Vergelijkingen met het buitenland bevestigden het beeld dat de diagnostiek in Nederland niet optimaal is georganiseerd. Het veld is versnipperd, de onderlinge afstemming en informatiedeling zijn onvoldoende en de doelmatigheid is nog ver te zoeken. Dit alles in het nadeel van de patiënt en premiebetaler. Dit was en is voor Johan van Zeelst de grote motivatie om samen met stakeholders te komen tot een doelmatiger diagnostieklandschap. En daarmee tot voordelen voor aanvragers en patiënten en uiteindelijk een eerlijkere prijs voor de geleverde diagnostiek. Denk hierbij onder andere aan minder dubbele diagnostiek, digitale toegang tot uitslagen voor aanvragers en snel inzicht in de uitslagen voor de patiënt. Hieronder komen de VGZ-inspanningen sinds 2013 aan de orde.

In overleg in de eerste versnelling

In 2013 organiseerde VGZ een tweetal landelijke bijeenkomsten met patiëntvertegenwoordigers, aanvragers, aanbieders, microbiologen, pathologen, klinische chemici, managers en bestuurders van diagnostiek. De opkomst, de belangstelling en de belangen waren groot. Op basis van een onderzoek en een landenvergelijking door de Boston Consulting Group, gingen alle stakeholders met elkaar in gesprek. Gedurende een intensieve discussie kwamen betrokkenen tot een gemeenschappelijke conclusie: er viel op diagnostiekgebied nog veel te verbeteren. Zo kwamen onder andere de wijze van aanvragen, de snelheid van onderzoek en terugkoppeling, de inzet van apparatuur en medewerkers, de priknetwerken, het delen van informatie, de dubbeldiagnostiek, de duurzaamheid en de hoge kosten ter sprake.

Geen automaat

Het gemak waarmee werd vastgesteld dat er veel te verbeteren viel, bleek in de uitvoering complex en weerbarstig. Samen werken en samen delen kost tijd. Onderlinge belangen zijn groot en ook andere onderwerpen vragen (bestuurlijke) aandacht. Toch is het onderwerp vanaf 2014 gaan leven. Een verkenning naar nieuwe mogelijkheden kwam op gang. Op allerlei niveaus vonden gesprekken plaats om te komen tot meer integraliteit, kwaliteit en doelmatigheid. De eerste successen werden bereikt. Fusies en samenwerkingsverbanden toonden aan dat de diagnostiek op een grotere schaal tegen lagere kosten kon worden geleverd. De eerste nagenoeg volledig geautomatiseerde labs deden hun intrede.

Door versnellen met offertetraject

Helaas bleef een grote doorbraak uit en kregen deze initiatieven nog onvoldoende opvolging. Voor VGZ was dat de reden om in 2019 een versnelling aan te brengen. Door middel van een offertetraject nodigden wij diagnostiekaanbieders uit om in 25 GHOR-regio’s de diagnostiek samen vorm te gaan geven. Regievoerders werden uitgenodigd om dit zowel voor de eerste- als de tweedelijn te organiseren. Voor klinische chemie, medische microbiologie, pathologie en de trombosezorg. En waar mogelijk digitaal. Samen naar integrale digitale diagnostiek! Een forse opgave, die veel tijd en energie vraagt aan alle betrokkenen. Om dit mogelijk te maken, bood VGZ een meerjarenafspraak voor twee tot vijf jaar aan.

Opschakelen

Boven verwachting pakte in maar liefst tien GHOR-regio’s een regievoeder met samenwerkende partijen de handschoen op. Samen met VGZ werkten zij vanaf 2020 een roadmap uit om te komen tot de gewenste integratie, kwaliteit en doelmatigheid. Nog eens vijf andere GHOR-regio’s sloten een jaar later aan. Daarmee werkt VGZ nu in vijftien regio’s samen aan een nieuw diagnostieklandschap. De eerste fase van het richten van de energie en doelstellingen verliep opvallend snel. De gezamenlijke richting en mogelijkheden op diagnostiekgebied staan nauwelijks ter discussie. De wijze waarop, het concreet inrichten van het nieuwe landschap, bleek een stuk lastiger. Daarbij kwamen alle issues rondom invloed, financieel belang en bestuurlijke aandacht prominent op tafel. Corona werd daarbij een spelbepaler, in zowel positieve- als negatieve zin.

Hoever inmiddels opgeschakeld?

Met wisselende snelheden en succes hebben regionale regievoerders het volgende bereikt:

  • Onderlinge Service Level Agreements (SLA’s) vastgesteld, waarmee onder meer de tijd tussen aanvraag en uitslag is verkort;
  • digitalisering ingevoerd, waardoor bijvoorbeeld diagnostiek niet meer op papier wordt aangevraagd;
  • priknetwerken geoptimaliseerd, waardoor geen dubbele priknetwerken in één regio naast elkaar bestaan;
  • het ophalen van materiaal geoptimaliseerd, waardoor vervuilende ophaalbusjes niet meer kris kras door het land rijden;
  • koppelingen in systemen aangebracht, waardoor het delen van uitslagen tussen huisarts en specialist mogelijk is;
  • het delen van diagnostiekuitslagen mogelijk gemaakt, waardoor er minder sprake is van dubbeldiagnostiek of niet zinnige diagnostiek;
  • business cases opgesteld, waarmee aangetoond wordt dat met samenwerken en samen delen 15 tot 20 procent aan kosten kan worden bespaard;
  • de diagnostiek (met uitzondering van de spoed)  van verschillende ziekenhuizen en eerstelijnslaboratoria geconcentreerd, waarmee integraliteit en kwaliteit worden verhoogd en kosten worden verlaagd.

Einddoel nog niet bereikt

Ondanks deze mooie voorbeelden zijn we zeker nog niet waar we willen zijn. Zeker met de tussenkomst van Corona hebben we de geplande vijf jaar (2020-2024) hard nodig. De crisis verdwijnt naar de achtergrond, dus ontstaat er weer meer ruimte op de bestuurlijke agenda. Op korte termijn vinden gesprekken plaats om met concrete vervolgstappen de meerjarenafspraken te verlengen. Daarnaast willen wij graag dat de verschillende regio’s de goede voorbeelden en resultaten delen. Leren van elkaar, en met elkaar! VGZ vervult daarin graag een faciliterende rol. Met als uiteindelijk doel een diagnostieknetwerk van en voor regionale regievoerders. We denken daarmee de integrale digitale diagnostiek naar de hoogste versnelling te brengen.  

Diagnostiek van borstkanker gaat over naar eerste lijn

Een vrouw komt bij de huisarts. Zij voelt een knobbeltje in haar borst. De huisarts stuurt haar door naar de radioloog van een naburig ziekenhuis. Die maakt foto’s en stuurt zijn bevindingen -als onderdeel van sneldiagnostiek- per beveiligde mail naar de huisarts. Die deelt de diagnose mee aan de patiënt en kiest bij een ongunstige uitslag samen met de patiënt een centrum voor behandeling uit. In een bericht elders op deze website geef ik aan hoe dat keuzeproces in zijn werk gaat. De keuze hoeft niet te vallen op het ziekenhuis waar de behandelend radioloog werkt. Verder werkt de huisarts alvast samen met de patiënt diverse behandelopties uit.

Diagnostische zorgpad
Deze gang van zaken krijgt de voorkeur in een zorgpad dat huisartsen en ziekenhuis ontwikkelen in een bepaalde regio in Nederland. Het gaat in de eerste maanden van 2016 van start. Dit diagnostische zorgpad heeft grote gevolgen voor het betrokken ziekenhuis. Gebruikelijk was dat een huisarts bij een vermoeden van borstkanker verwijst naar een chirurg in het betreffende ziekenhuis. Die raadpleegt dan de radioloog. Dat doet nu de huisarts. De chirurgische maatschap maakt daardoor minder omzet. Het is immers niet meer vanzelfsprekend dat diagnostiek en behandeling in hetzelfde ziekenhuis plaatsvinden. In mijn meest recente boek Zorginnovatie volgens het Cappuccinomodel bespreek ik dergelijke verschuivingen van diagnostiek naar de eerste lijn.

Seminar
Het initiatief kwam aan de orde tijdens het tiende seminar Oncologische Zorgpaden en Casemanagement op 10 november 2015. Dat vond plaats in het ziekenhuis te Almelo van de Ziekenhuisgroep Twente. Aan dit seminar nemen leidinggevenden deel van oncologische afdelingen. Ook programma’s van tal van grote ziekenhuizen maken deel uit van dit initiatief. Ondergetekende zit deze seminars voor. Ze vinden eens in de zes maanden plaats, want dan is er her en der wel wat gebeurd of voorbereid. Zoals het nieuwe zorgpad hierboven.