Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Vlaamse huisartsen werken met digitale wachtkamer

Met een SMS of via internet een afspraak maken met je huisarts? Na een consult zelf een nieuwe afspraak regelen in de praktijk-kiosk? Twintig minuten voordat je kunt binnenlopen een seintje krijgen van je huisarts dat je over twintig minuten aan de beurt bent? Dat kan allemaal bij Vlaamse huisartsen. Hoe het precies werkt vind je hier.

Ik pikte deze informatie op tijdens een gesprek met een ervaren Belgische verpleegkundige die mij raadpleegde voor haar studie. Zij is enthousiast over dit systeem, dat ergernis voorkomt vanwege lang telefonisch in de wacht hangen. En als het afspraak spreekuur uitloopt, kun je tenminste even weg. Het is voor de eerste keer dat ik verneem van die digitale wachtkamers.

Ken jij Nederlandse huisartsen die ook werken met een digitale wachtkamer? Weet jij of het systeem in België inderdaad goed functioneert? Laat het me weten!

Interview Zorgvisie Magazine

In het kader van mijn afscheid als hoogleraar Public Health bij het UMC heb ik een interview gegeven aan Zorgvisie Magazine. Citaat: ‘Zowel door mijn opvoeding als mijn studie economie denk ik in termen van meerwaarde. Zorginkopers moeten geen voorwaarden stellen, maar zich afvragen wat de meerwaarde is. Als de kuur van dokters erger is dan de kwaal, is er geen meerwaarde.’ Lees het volledige artikel.

Hoe integreren we de eerste- en tweedelijns verloskunde tijdens de bevalling?

Het percentage verwijzingen van de eerste- naar de tweedelijns verloskundige zorg in Nederland is over de jaren gestegen van 18% in 1988 naar 24% in 2004. Dit percentage stijgt nog steeds. Met name een verwijzing tijdens de bevalling wordt door vrouwen als problematisch en stressvol ervaren; zij kijken negatiever terug op hun bevalling. Het integreren van de eerstelijns en tweedelijns verloskundige zorg tijdens de bevalling heeft de potentie een dringende maatschappelijke behoefte te vervullen Deze maatschappelijk behoefte bestaat uit de wens om bevallingsuitkomsten en de bevallingservaringen van vrouwen te verbeteren, perinatale sterfte te verminderen en onnodige medische interventie terug te dringen. Indien succesvol zal dit de verloskundige zorg in Nederland drastisch veranderen.

INCAS onderzoek

Ank de Jonge,verloskundige en wetenschappelijk onderzoeker bij het VUmc onderzoekt de zorg tijdens de baring en tracht deze te verbeteren. Haar studie valt uiteen in vier delen:

1. Het inventariseren van de huidige verwijzingen tijdens de baring, van het bijbehorende beleid en van de uitkomsten van deze baringen. Deze gegevens, inclusief basis gegevens van zwangeren, worden retrospectief verzameld uit de patiëntendossiers van vier ziekenhuizen en de omliggende verloskundige praktijken, gedurende een periode van zes maanden.

2. De resultaten uit de eerste studie gebruikt De Jonge om de karakteristieken van een optimaal model van geïntegreerde verloskundige zorg te genereren met behulp van een Delfi-onderzoek.

3. Vervolgens worden met behulp van zowel kwalitatieve en kwantitatieve methoden de bevorderende en belemmerende factoren van het model geïdentificeerd.

4. Als laatste ontwikkelt De Jonge een implementatiestrategie. Het is de bedoeling dat een dergelijke strategie zal worden geëvalueerd in een vervolg studie. Op het nationale geboortezorg congres op 18 januari 2013 presenteert Ank de Jonge de eerste resultaten van het INCAS onderzoek. Wil jij naar dit congres met allemaal nieuws over beleid, innovaties en onderzoek in de geboortezorg? Klik dan hier. Lees de uitvoerige brochure en meld je aan.

Hoe verlagen we de kosten van geboortezorg en het aantal kunstverlossingen?

De meerderheid van de bevallingen in het ziekenhuis vinden plaats onder leiding van een verloskundige. Gynaecologen komen vooral in beeld bij kunstverlossingen. Verloskundigen doen ook de meeste bevallingen in de eerstelijn. Huisartsen hebben daarin slechts een klein aandeel. Deze statistische observaties leiden tot de conclusie dat verloskundigen in Nederland de meeste bevallingen begeleiden.

‘Preventive INCAS onderzoek’

De professionele discussie is dan ook niet, wie de bevallingen in Nederland moeten doen. Dat is dus de verloskundige. Evenmin is de discussie aan de orde tussen professionals of bevallingen thuis, in een geboortecentrum of in het ziekenhuis moeten plaatsvinden. Daarover beslissen de aanstaande ouders. Wel is de professionele discussie interessant, hoe het aantal kunstverlossingen zoals keizersneden, tangverlossingen en vacuumverlossingen terug te dringen te zijn. Dat kan bijvoorbeeld dankzij de strategie ‘preventive support of labour’, waarover Bruinse en Reuwer een boek schreven.

Nationale Congres Geboortezorg

Ook van belang is de discussie waar bevallingen het goedkoopste kunnen plaatsvinden voor ouders en maatschappij. Het terugdringen van kunstverlossingen en het verlagen van de kosten van geboortezorg daardoor is één van de onderwerpen die aan de orde komen op het Nationale Congres Geboortezorg dat op 18 januari 2013 plaatsvindt. Mijn bijdrage aan dit congres is het leiden van een discussie over verloskundige samenwerkingsverbanden in Nederland. Wil jij ook naar dit congres met allemaal nieuws over beleid, innovaties en onderzoek in de geboortezorg? Klik dan hier. Lees de uitvoerige brochure en meld je aan.

College ontwikkelingen in de zorg

Volg mijn online college over de ontwikkelingen in de zorg onder naam ‘Whats Up!’. Het college is een combinatie van video en PowerPoint presentatie en duurt circa twintig minuten.

De nieuwe drie-eenheid van de zorg vervangt marktwerking

In Blaricum staat een prachtig gezondheidscentrum ‘De Lloods‘, waar veertig bevlogen professionals werken. Op 31 oktober nodigden ze mij uit om de lange termijn van de gezondheidszorg te bespreken. Naast medewerkers en bestuur waren de Blaricumse WMO-wethouder Gijs van Loef en twee medewerkers van Achmea aanwezig. Ik heb deze kans aangegrepen om een Nederlandse versie van de Amerikaanse en Duitse Triple Aim aanpak te presenteren. Ik noem deze aanpak ‘de nieuwe drie-eenheid van de zorg’. In deze aanpak streven gemeenten, zorgverzekeraars en zorgaanbieders samen drie doelen na: Betere gezondheid, betere zorg en lagere kosten per verzekerde of inwoner. In mijn afscheidscollege heb ik hierover uitgebreid gesproken. Deze nieuwe aanpak heeft de volgende kenmerken:

  • Doelmatigheidswinst wordt ingezet voor preventie en betere zorg
  • Eenheid van beleid is belangrijker dan eenheid van bestuur
  • Ontwikkelen vanuit kleine demonstratieprojecten
  • Zorgverzekeraar en gemeente zijn in the lead
  • Eerst lange termijn en de weg waarlangs bepalen (pre-planning)
  • Daarna doorrekenen en uitwerken
  • Tegelijkertijd innoveren en verspreiden
  • Motivatie van professionals is startpunt
  • Coalities op basis van ideeën. Gemeente, zorgverzekeraar en zorgaanbieders hebben een open boek-relatie.

De Nieuwe drie-eenheid van de zorg is een alternatief voor de marktwerking. De voorgestelde aanpak werd toegejuicht door bestuur, professionals, wethouder en Achmea-medewerkers. Men gaat daar nu trachten de verschillende kenmerken tegelijk te realiseren. Bekijk hier de PowerPointpresentatie.

2 november 2012: Derde Landelijk Congres Eerste Lijn

Nu zelfs in alle verkiezingsprogramma’s zorg in de buurt centraal staat, staat het belang voor de eerste lijn van wijkgericht werken niet meer ter discussie. De wijze waarop we samenhangende zorg in de buurt bereiken is echter nog niet overduidelijk. Op vele plaatsen wordt geëxperimenteerd met nieuwe overlegstructuren en samenwerkingsverbanden. Duidelijk lijkt wel dat er niet één gouden standaard is om tot meer wijkgericht werken te komen.
Tijdens dit congres over de transformatie van de eerstelijn werd zowel vanuit wetenschappelijke en beleidsmatige kant, als vanuit de praktijk belicht welke transformaties er nodig zijn om wijkgericht werken te kunnen realiseren en hoe je dit vorm kan geven. Bezoekers werden geïnspireerd door vele voorbeelden, inzicht in mechanismen en discussie over strategieën om in je eigen omgeving aan de slag te kunnen.

Regeerakkoord Zorg

Tijdens het congres  op 2 november in Almere, hielden Oud-Kamerlid Eeke van de Veen en ik  een workshop (‘De politieke Arena’) over de resultaten van het regeerakkoord die de zorg betreffen.  Ondergetekende inventariseerde eerst bij workshopdeelnemers waarover zij van gedachten wilden wisselen. Aan de hand van de meeste stemmen, kozen we vervolgens twee onderwerpen. Bij elk onderwerp kwam aan de orde:
1. Wat staat er precies in het regeerakkoord?
2. Wat is de recente parlementaire geschiedenis van het onderwerp?
3. Wat is de theoretische kennis over dit onderwerp?
Daarna volgde een discussie.

Het congres over de transformatie van de eerstelijn werd georganiseerd door  het Jan van Es Instituut, de Zorggroep Almere en het Julius Centrum.

Goed rapportcijfer Centrum Jeugd en gezin Apeldoorn

In 2005 stond ik aan de wieg van de tegenwoordige Centra voor Jeugd en Gezin (CJG). Saskia Blom stuurde mij afgelopen week een onderzoeksverslag dat mij blij maakte. Blom geeft leiding aan de CJG’s In Apeldoorn. Het onderzoek vond in de eerste helft van 2012 plaats onder Apeldoornse CJG-cliënten. De onderzoekers vroegen telefonisch hoe ouders bekend zijn met het CJG. Ouders die aanklopten bij het CJG zijn vooral bekend via mediabronnen als website, krant en foldermateriaal. Ten tweede is gevraagd hoe tevreden ouders waren over het gesprek met de professional van het CJG. Ouders geven voor het gesprek met de professional gemiddeld een 7.8. Lees het volledige onderzoeksverslag.