Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Amsterdamse huisartsen missen verzorgingshuizen enorm

Interview met huisarts Stella Zonneveld

“In het algemeen is de eerste lijn in Amsterdam van goede kwaliteit, goed toegankelijk en doelmatig. Maar goed zorg kan altijd beter. Vooral de ouderenzorg willen wij huisartsen anders vormgeven dan nu het geval is. Lang thuis blijven wonen is natuurlijk prima voor alle, oudere burgers in Amsterdam. Maar als de gezondheid dan toch te zeer verslechtert, dan merken wij het wegvallen van verzorgingshuizen enorm. Dat waren uitstekende beschermende woonvormen, die eenzaamheid voorkomen.

Daarnaast, Amsterdamse huisartsen en hun medewerkers komen nu niet toe aan pro-actieve ouderenzorg zoals een huisbezoek ter voorkoming van vallen. Ook de acute zorg voor ouderen functioneert niet optimaal. We hebben dan wel één centraal telefoonnummer voor spoedopnamen in een Eerste Lijns Verblijf (ELV), maar de capaciteit in spoedplaatsen is te gering”. Woorden van deze strekking spreekt Stella Zonneveld. Ik interview Stella Zonneveld in een reeks voorbeschouwingen op het congres De eerste lijn in 2020- 2030: regionalisatie, zorgvernieuwing en governance. Dat vindt plaats op 6 maart in stadion Galgenwaard te Utrecht.

Wie is Stella Zonneveld?
Ik werk sinds 2007 als huisarts in een Amsterdamse duo-praktijk. Ik begon mijn carrière als tropenarts in Zambia. Van 2012 tot voor kort was ik bestuurslid van de Huisartsenkring Amsterdam met een brede portefeuille: ICT en het sociale domein. Sinds kort ben ik niet alleen huisarts maar ook medisch directeur van de ROHA, een samenwerkingsverband van tweehonderd huisartsen met in totaal 360 duizend patiënten. In 2019 en 2020 gaat bij ROHA veel aandacht naar verdere ontwikkeling van persoonsgerichte zorg; ICT en eHealth; de huisartsenwijkgroepen en de Geïntegreerde Leefstijlinterventie (GLI). Ik zet me graag in om de ROHA hierin verder te ontwikkelen. Ik doe dat samen met mijn collega-directeur Marianne Bramson.

Groeien ouderenzorg en chronische zorg naar elkaar toe?

Ja zeker. Praktijkondersteuners bij chronische aandoeningen zoals diabetes, COPD en Cardio Vasculaire Risico’s zijn tot nu toe gewend aan standaard-werkprocessen en het registreren van indicatoren daarbij. Als zij die maar goed hebben ingevuld, doen zij het goed. Vaak zijn de POH’s aangesteld per chronische aandoening: één voor patiënten met diabetes, de andere voor COPD, enzovoorts. Welnu, we moeten van die strikte standaarden en POH-functies af. De ene patiënt hoeft de huisarts of de POH maar één keer per jaar te zien. Want de patiënt stuurt verder de bloeddruk op via het internet. Een andere heeft meer begeleiding nodig. Vele anderen hebben multimorbiditeit: bijvoorbeeld diabetes én een depressie of COPD én hartfalen. Wat nodig is in de eerste lijn, is persoonsgerichte zorg aan mensen met complexe aandoeningen, complexe behandelingen en complexe contexten thuis.

Standaard Ketenzorg leverde toch wel kwaliteitswinst op?

De afgelopen jaren heeft de standaard-ketenzorg heel veel opgeleverd. Er treden minder complicaties op door verwaarlozing van de chronische aandoening. De volgende stap is meer zorg op maat. Nieuwe vormen van aandacht kan bestaan uit digitale contacten of het faciliteren van groepsbijeenkomsten van mensen in vergelijkbare omstandigheden en met vergelijkbare beperkingen of aandoeningen. Daar is bij bijvoorbeeld persoonsgerichte ouderenzorg ruimte voor. De meeste praktijkondersteuners willen dat ook bieden, mits er voldoende bijscholing mogelijk is.

Amsterdamse huisartsen, vele kikkers in een kruiwagen?

Amsterdam kent veertien zorggroepen, van klein tot groot. Daarnaast bestaat er een Huisartsenkring Amsterdam-Almere,  waarvan ikzelf jaren bestuurslid was, zijn er gezamenlijke huisartsenposten en kennen we een uitstekende regionale Ondersteuning, de Elaa. Zij zijn de buren van de ROHA. Op veel gebieden vindt een bundeling van krachten plaats zoals in overleg met het Zilveren Kruis (1), de Amsterdamse ziekenhuizen (2), de gemeente Amsterdam en het sociale domein (3) en de vaak grote organisaties voor thuiszorg en ouderenzorg (4). Over de richting van het beleid bestaan geen spanningen onder Amsterdamse huisartsen: allen willen meer persoonsgerichte zorg en meer tijd voor de patiënt. Dat is een intrinsieke motivatie. Op termijn zou die gezamenlijke richting kunnen leiden tot één Amsterdamse organisatie voor de eerste lijn. Voor de korte termijn werkt een netwerk beter vanwege de gegroeide financiële en bestuurlijke  verhoudingen. Er bestaat al een naam voor dat netwerk: Alliantie Huisartsen Amsterdam.

Beschikt Amsterdam over voldoende professionals voor persoonsgerichte zorg?

De arbeidsmarkt problematiek is een van de centrale thema’ van onze alliantie. Er bestaat een grote bereidheid om als stagiair en als professionals in de eerste lijn te werken. Maar de huisvesting is zo duur in Amsterdam. Ooit moet het ervan komen dat de Amsterdamse zorg een woontoeslag aan haar professionals betaalt. Verder is besparing op arbeidstijd te vinden als de IT-systemen van huisartsen, specialisten, wijkverpleegkundigen en ouderenzorg met elkaar kunnen communiceren. Dat heet in vakjargon dat er interoperabiliteit tot stand komt. Hiervoor is niet noodzakelijk dat alle Huisartsen Informatie Systemen (His’sen) hetzelfde worden. Als ze maar met elkaar en met andere professionals kunnen praten.

Lukt samenwerking met de ziekenhuizen?

De huisartsen nemen deel aan het Transmuraal Platform Amsterdam, dat bestuurlijk onder de SIGRA valt. Alle ziekenhuizen in de regio en Zelfstandige Behandel Centra (ZBC’s) doen daaraan ook mee. We maken daar inhoudelijke afspraken over bijvoorbeeld verwijzen en terugverwijzen en ook over voorkeursopties bij medicatie. Het maken van regionale afspraken gaat langzaam. Want ziekenhuizen, hun medisch specialistische bedrijven  en ZBC’s trekken alle hun eigen plan. 

Juiste Zorg op de juiste Plek?

Het VWS programma Juiste Zorg op de Juiste Plek betekent voor de Amsterdamse huisartsen een voortborduren op eerder ingeslagen weg. Er vond al veel stille substitutie plaats. Het is zaak daar de juiste (financiele) voorwaarden aan te koppelen. Het verder ontwikkelen van teleconsultatie met specialisten en uitbreiden van eenmalige consultatie van specialisten door de huisarts wat nu is georganiseerd in het Huisarts+punt.

Waar moet het congres op 6 maart vooral gaan?

De richting van het beleid in de eerste lijn is wel duidelijk. Ik kijk uit naar de goede voorbeelden die jullie presenteren op 6 maart. Die komen uit Zuid-Holland, Zuid -Limburg, Midden-Nederland, Twente en ook Amsterdam, eigenlijk van overal uit Nederland. Interessant is ook dat de plenaire inleiders vooral aandacht hebben voor het aansturen en stimuleren van ontwikkelingen zonder uitgewerkte blauwdrukken aan te geven voor 2030.

Congres Agenda

Op 6 maart vindt in het stadion Galgenwaard het congres  plaats over de eerstelijn in  de jaren 2020- 2030. Daarin komen tal van goede voorbeelden aan de orde zoals hierboven genoemd. Klik hier voor meer informatie en inschrijving.

Wat verandert er aan het PGB?

Het Persoonsgebonden Budget (PGB) keert terug in de nieuwe Wet op de Langdurige Zorg, de WMO en de Zorgverzekeringswet. Het doet dat in de vorm van trekkingsrechten. Wat verandert er precies per 1 januari 2015? Want vindt Per Saldo, de Vereniging van PGB-houders daarvan?

Deze vragen beantwoordt Hans van der Knijff, beleidsmedewerker bij Per Saldo. Hij beoordeelt de nieuwe beleidsvoorstellen als een nieuwe stap in een ontwikkeling waarbij PGB’s soms hoog op de politieke agenda stonden en soms helemaal werden afgeschaft.

AWBZ-wmo congres

Van der Knijff spreekt tijdens een workshop op het AWBZ-congres  op 11 april in Zeist.  Centrale vraag tijdens het  congres: wat komt er per 1 januari 2015 terecht van de invoering van de decentralisatie van AWBZ naar Wmo en van de overgang van de AWBZ naar de Wet Langdurige Zorg? Klik hier voor meer informatie over het congres.

Informatie aan spoedpatiënten kan beter

Patiënten op de Spoedeisende Hulpafdelingen (SEH’s) zijn positief over de zorgverleners, de behandeling en de informatie tijdens een behandeling. Hun ervaringen over de omgeving en faciliteiten op de SEH en de tijdigheid van zorgverlening zijn iets minder positief. Patiënten zijn het minst positief over de informatie voorafgaand aan de behandeling (wie wordt het eerst geholpen?) en over de ontslagprocedure. Zo weten patiënten te weinig over nieuwe medicatie, het oppakken van hun dagelijkse activiteiten en wat zij moeten doen als de klachten terugkomen. Dat blijkt uit een onderzoek dat Nanne Bos hield op 21 SEH’s in Nederland, die een goed beeld geven van alle SEH’s.

Patiëntenperspectief

Bos is promovenda van het Julius Centrum van het UMC Utrecht. Zij promoveert bij mij op dit onderzoek op maandag 24 juni, 14.30 uur. Haar resultaten tonen ook aan dat de waardering voor de kwaliteit van de spoedeisende zorg toeneemt, als de wachttijd afneemt. Verder toont Bos aan dat de spoedeisende hulp in Nederland iets beter lijkt te zijn dan in Engeland. Dit proefschrift draagt bij aan een uitbreiding van de set van Nederlandse vragenlijsten naar patiëntervaringen en biedt het werkveld een gevalideerd meetinstrument vanuit het patiëntenperspectief. Het meten van patiëntenervaringen kan leiden tot een verbetering van de kwaliteit van de zorg.

Een exemplaar van het proefschrift is te verkrijgen via promovendus Nanne Bos of via de afdeling voorlichting van de Universiteit Utrecht. De titel van het proefschrift luidt: Measuring Patients’ Experiences in the Accident and Emergency Department.

Congres Chronische Zorg: eigen regie vermindert ziekenhuisopnames

Kwetsbare ouderen hebben vaak behoefte aan verzorging en verpleging thuis. Meestal gebruiken zij drie of meer medicijnen per dag. Vaak moeten ze kortdurend terug naar een arts. Want meestal zijn kwetsbare ouderen ook chronisch ziek.

Ondersteuning

Een wijkverpleegkundige zou hen moeten steunen. Met handige en makkelijk te bedienen technologieën, in hun eigen regie bij verzorging, verpleging, medicatie en medische zorg. Met steun van verzorging thuis en van wijkverpleging kan zo veel spoedopnamen in ziekenhuizen voorkomen worden. Dat is het Standpunt, dat ActiZ voorzitter prof. Dr. Guus Van Montfort uitwerkt bij de opening van het Congres Chronische Zorg: persoonsgerichte zorg en eigen regie, op 28 juni in Zeist.

iPad

‘Het is verrassend hoe kwetsbare ouderen met een iPad omgaan die is voorzien van enkele grote knoppen op het scherm’, vertelt professor Van Montfort. ‘Na een paar dagen zie je niet alleen de eigen regie toenemen, maar ook het gevoel van veiligheid en de kwaliteit van leven.’

Betere kwaliteit

Het begrip persoonsgerichte zorg staat dus centraal tijdens het Congres Chronische Zorg. Persoonsgerichte zorg helpt mensen met een chronische ziekte om hun ziekte beter in te passen in het dagelijks leven. Als patiënten zelf meer meer de regie in handen nemen en de verantwoordelijkheid nemen om zo gezond mogelijk te leven met hun aandoening, kan dit een impuls geven tot betere kwaliteit van zorg en leven. Persoonsgerichte zorg en eigen regie werken goed voor veel mensen met een chronische aandoening. Maar waar liggen de grenzen van een dergelijke aanpak?

Meer informatie en aanmelden

ZonMw, Vilans en het Julius Centrum organiseren op 28 juni het Chronische Zorg Congres in het Achmea Congres Centrum te Zeist. Download de brochure voor meer informatie en meld je aan!

Verpleeghuisarts hoort in de eerstelijn

De verpleeghuisarts moet de wijk in. Want daar wonen meer kwetsbare ouderen dan in verzorgings- en verpleeghuizen. De specialist Ouderengeneeskunde (zo heet de verpleeghuisarts tegenwoordig) zou dan de multi-pathologie van deze ouderen in kaart kunnen brengen en ook de medicatie. Huisartsen hebben hiervoor geen tijd en te weinig expertise over de inwerking van verschillende chronische ziekten op elkaar. Oud- VWS Staatsecretaris Marlies van Veldhuijzen (CDA) en ik zijn het hierover eens. Wij spraken elkaar op 5 juni. Op vrijdag 28 juni op het congres Chronische Zorg: persoonsgerichte zorg en eigen regie, werk ik deze gedachte uit in een workshop.

Congres Chronische Zorg

Het begrip persoonsgerichte zorg staat centraal tijdens het Congres Chronische Zorg. Persoonsgerichte zorg helpt mensen met een chronische ziekte om hun ziekte beter in te passen in het dagelijks leven. Het gaat over wat mensen nodig hebben om zich gezond en gelukkig te voelen. Ook eigen regie kan hieraan bijdragen. Als patiënten meer de rol van regisseur op zich nemen en de verantwoordelijkheid nemen om zo gezond mogelijk te leven met hun aandoening, kan dit bovendien een impuls geven tot betere kwaliteit van zorg en leven. Persoonsgerichte zorg en eigen regie werken goed voor veel mensen met een chronische aandoening. Maar het werkt niet bij iedereen. Waar liggen de grenzen van een dergelijke aanpak? ZonMw, Vilans en het Julius Centrum organiseren dit congres in het Achmea Congres Centrum te Zeist. Download de brochure voor meer informatie en meld je aan!