Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Wat te doen met MC Slotervaart na sluiting?

Vierduizend meter. Dat is de afstand tussen het Amsterdamse MC Slotervaart en het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG), locatie West. Sinds dinsdag 23 oktober zal de SEH van het OLVG wel drukker zijn geworden. Want op die dag ging die bij de buren dicht.

Ik verwacht de komende maanden ook een stijging van het aantal polikliniekbezoeken en dagbehandelingen op het OLVG. De wachttijden en afspraaktermijnen zullen toenemen. Ik hoop maar dat artsen, verpleegkundigen en paramedici van het Slotervaart ook overgaan naar het OLVG. Dan kan de laatstgenoemde die patiëntengroei opvangen. Voor de volksgezondheid in het Amsterdamse stadsdeel Nieuw-West is dat het beste.

Herbestemming MC Slotervaart

Voor de herbestemming van ‘Gebouw en Grond’ (G&G) van het MC Slotervaart zie ik vier mogelijkheden.

  1. Het OLVG gaat G&G gebruiken als vestiging voor alle electieve ingrepen, zoals staar-, knie- en heupoperaties. OLVG-West en -Oost ontwikkelen zich tot locaties voor complexe medisch-specialistische zorg. Een mooi voorbeeld van een dergelijke taakverdeling tussen vestigingen is de Reinier de Graafgroep in Delft/Den Haag.
  2. G&G krijgen een herbestemming binnen de ouderenzorg. Het stadsdeel Nieuw-West is sterk aan het verouderen. Een innovatief centrum van klinisch geriaters, specialisten ouderengeneeskunde, (acute) wijkverpleging en dementiedeskundigen zou uitstekend voorzien in de zorgbehoeften in Nieuw-West. Een bezwaar tegen dit scenario is dat geografische concentratie van het aanbod van ouderenzorg tegen de tijdgeest ingaat. Want we willen deze zorg juist graag aanbieden dicht bij huis en achter de voordeur. Maar soms moeten beleidsmakers niet-optimale kansen toch benutten.
  3. De gebouwen en de grond zijn ook te benutten om alle oncologische zorg van het Amsterdam UMC onder te brengen. Die bevindt zich thans onder meer in noodbarakken op de locatie van het VUmc. Ik kom met deze optie omdat het Nederlands Kanker Instituut en het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis zich op loopafstand van het Slotervaart bevinden. De wereldstad Amsterdam krijgt dan één wereldcentrum voor oncologische topzorg in plaats van concurrerend gedoe. Wie in kansen denkt: wellicht is de sluiting van het Slotervaart een blessing in disguise.
  4. Ik hoop maar dat de gebouwen en de grond een bestemming houden die past binnen de zorg en dat de curatoren van het Slotervaart deze niet verkopen aan de hoogste bieder. Want de grond leent zich uitstekend voor de bouw van woningen of kantoren, dus projectontwikkelaars ruiken vast al hun kans.
Belang volksgezondheid voorop

Kortom, ik wens de bestuurders de Amsterdamse ziekenhuizen en het Zilveren Kruis veel wijsheid toe bij de inrichting van de toekomst van hun zorg na sluiting van het Slotervaart. Hopelijk is het volksgezondheidsbelang op lange termijn hun belangrijkste richtsnoer en niet het financiële belang op korte termijn.

Dit bericht is in aangepaste vorm ook gepubliceerd als blog in Zorgvisie.

Ketensamenwerking verbetert longzorg in Nijkerk

Nijkerk begon vier jaar geleden met domeinoverstijgende longzorg. Het was de bedoeling om alle COPD-patiënten in Nijkerk de juiste zorg op de juiste plek te geven. Nu vier jaar verder blijkt dat ketensamenwerking zijn vruchten afwerpt.

Pioniers

De zorgverleners in Nijkerk zijn pioniers als ze in april 2015 samen met zorgverzekeraar Zilveren Kruis besluiten om in de eerstelijns longzorg niet langer te sturen op productie, maar op uitkomsten. Er komt een shared savings contract met duidelijke resultaatafspraken en een looptijd van drie jaar.

Persoonsgericht en preventief

Sam Siemssen, directeur-bestuurder van Stichting GezondheidsCentra: “We wilden van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag. De zorg moest meer persoonsgericht, preventief en proactief. Bij de invulling hiervan werden we gehinderd door de welbekende schotten in de zorg en bekostigingsstructuren.”

Hoge organisatiegraad

Wat de samenwerking volgens hem vanaf het begin vergemakkelijkt heeft, is de hoge organisatiegraad van de eerste lijn in Nijkerk. Alle huisartsen in de plaats zijn aangesloten bij de Stichting Gezondheidscentra Nijkerk. Daarnaast is ook een groot aantal andere zorgverleners hierbij aangesloten, zoals apothekers, fysiotherapeuten, diëtisten en psychologen.

Triple aim

De triple aim doelstellingen gelden bij de start als uitgangspunt: de gelijktijdige verbetering van gezondheid, kwaliteit en betaalbaarheid. De verbeterde gezondheid moet gaan blijken uit de afname in het aantal ziekenhuisopnames ten gevolge van longaanvallen. De verbetering van ervaren kwaliteit moet blijken uit een zogenaamde Consumer Quality index meting. En de trendmatige jaarlijkse stijging van totale longkosten moet met 1 procent omlaag, de tweedelijnskosten met 25 procent. Hieraan voegt Nijkerk een vierde poot toe: het verhogen van het werkplezier van de zorgverleners.

Samenwerking

Nijkerk telt ongeveer 465 COPD-patiënten. Een concrete verandering voor hen is dat alle patiënten een exacte diagnose krijgen met risico inschatting en passende begeleiding. Dit gebeurt in samenwerking met longartsen uit het St Jansdal Ziekenhuis in Harderwijk en het Meander Medisch Centrum in Amersfoort.

Eenduidige instructies

Daarnaast streven de samenwerkende zorgverleners naar een gezamenlijk medicatiebeleid en duidelijke, eenduidige instructies voor alle patiënten. Ze stimuleren actieve participatie van de patiënten door aan te sluiten bij wat de patiënt belangrijk vindt. Samen met patiënten maken ze plannen op maat. Om alle communicatie rond de patiënt goed te organiseren, maken de zorgverleners ook hierover duidelijke afspraken.

Minder verpleegdagen

Eind 2017 is de ketensamenwerking geëvalueerd. Het aantal verpleegdagen is in 2015 en 2016 duidelijk afgenomen ten opzichte van 2014. Het grootste deel van de COPD-patiënten die niet al in de tweede lijn bekend waren is uitvoerig gediagnosticeerd. Dit heeft onder andere geleid tot een meer efficiënt medicatiegebruik. Patiënten gaven aan dat de zorg verbeterd is. Ze krijgen meer aandacht en tijd. Er wordt beter geluisterd en de instructies zijn duidelijker.

Kostenbesparing

Eind 2017 was er nog geen inzicht in de precieze kostenbesparingen. Siemssen: “Inmiddels weten we dat de kosten per longpatiënt gedaald zijn en dat we het beter doen dan het landelijke gemiddelde.”

Transmurale samenwerking

De zorgverleners zijn positief over het project en de uitvoering. Ze vinden dat de relatie tussen zorgverlener en patiënt is verbeterd. Ook de transmurale samenwerking heeft een positieve impuls gekregen. Zowel in de samenwerking met de tweede lijn, maar bijvoorbeeld ook in de samenwerking met paramedici en thuiszorg. De transmurale samenwerking wordt als inspirerend ervaren.

Rol zorgverzekeraar

Wat in Nijkerk kan, kan in principe overal. Siemssen: “Wie aan de slag wil, is van harte welkom om ons methodiek te gaan gebruiken. We hadden hier natuurlijk wel een paar voordelen. Denk aan de hoge organisatiegraad, maar ook aan de medewerking van Zilveren Kruis. Zonder de medewerking van de zorgverzekeraar komen de veranderingen niet van de grond. Het contract voor drie jaar is inmiddels verlengd. ”

Regionale data infrastructuur

In Nijkerk wil men het contract opschalen naar alle chronische zorg. Diabetes en CVRM staat bovenaan de lijst. Een uitdaging blijft het meten en analyseren van de uitkomsten, en daar is consensus en data voor nodig. Siemssen: “Wij oriënteren ons op een regionale data infrastructuur, zodat we beter kunnen sturen op uitkomsten en actief kunnen interveniëren.”

Tot zover het bericht over Longzorg in Nijkerk van Maaike Zweers, content coördinator bij Qruxx; het kennisplatform over waardegedreven zorg.

Congres Juiste zorg op de juiste plek


Sam Siemssen is een van de spreker op het congres 16 november over de Juiste zorg op de juiste plek en de hoofdlijnenakkoorden. In een parallelsessie zal hij uitgebreid stilstaan bij de opzet en het tot stand komen van het Nijkerkse longzorgprogramma, de geleerde lessen en de plannen voor de toekomst. Meer informatie over het congres, het programma en de sprekers vind je hier.

China wil Nederlandse (huisartsen)zorg

Wat is een abonnementstarief voor huisartsen? Wie bepaalt de hoogte daarvan? Wat verdient een huisarts in vergelijking met een specialist? Hoe vaak per jaar bezoeken burgers een huisarts? Deze en vergelijkbare vragen stelden 25 Chinese ziekenhuisdirecteuren aan ondergetekende tijdens een college op 17 en 18 oktober.

Grote ziekenhuizen

De colleges vonden plaats op het UMC Utrecht en op het Erasmus MC. De directeuren, vrijwel allen arts, geven leiding aan grote ziekenhuizen. China is opgedeeld in elf provincies, waarvan sommige een grotere omvang en inwonertal hebben dan landen als Duitsland en Frankrijk. Uit elke provincie namen twee of drie directeuren deel.

Staatsbezoek

Het bezoek van de ziekenhuisdirecteuren vond gelijktijdig plaats met dat van de Chinese premier Li en enkele Chinese ministers aan de Nederlandse regering. De Chinese minister van Economische Zaken hield onder meer een pleidooi in Den Haag voor medisch-inhoudelijke en medisch-organisatorische samenwerking van Nederlandse en Chinese ziekenhuizen.

Diverse medische onderwerpen

Om die 25 directeuren ter wille te zijn bereidde ik colleges voor over aansturing van ziekenhuizen, kwaliteitsbeleid, het accrediteren van ziekenhuizen, de medisch specialistische bedrijven, de DBC’s, de Zorgverzekeringswet en recente ontwikkelingen, zoals de hoofdlijnenakkoorden en substitutie. Op verzoek gaf ik ook een apart college over zorginnovaties en de implementatie daarvan.

Melkpoeder

Één van de vele onderwerpen ging over Nederlandse huisartsen. De Chinese provincies zijn thans druk bezig om zo’n type arts te introduceren. Bijna alle vragen die ik kreeg gingen over onze huisartsenzorg. De Chinese directeuren wisten vooraf bijna niets van de Nederlandse zorg en helemaal niets over de huisartsen en de eerste lijn alhier. Bij het afscheidsdiner vertrouwde een van de directeuren mij toe dat Premier Li onder de indruk was van de kwaliteit van melkproducten en melkpoeder uit Nederland. Hij veronderstelde dat daarom ook onze gezondheidszorg wel goed zal zijn.

Medische samenwerking

Naast mijn colleges bezocht de groep het Calamiteiten hospitaal van het UMC Utrecht. Ook ontmoette zij leidinggevenden van het pas heropende Erasmus MC. De Chinese directeuren hadden hiervoor gekozen, omdat zij graag medisch-inhoudelijke samenwerking willen met een of meer Universitair Medische Centra in Nederland.

Didactiek

Het zou mij niet verbazen als in 2019 en 2020 uit vele Chinese provincies beleidsmakers komen om de eerste lijn en huisartsenzorg hier te bestuderen. Voor toekomstige docenten aan Chinese beleidsmakers en onderzoekers in de zorg heb ik na zes uur college geven de volgende tips:

  • De ziekenhuisdirecteuren droegen allen een koptelefoon. Er was een uitstekende tolk, die mijn Engels simultaan vertaalde.
  • Tijdens mijn voordrachten ontving ik geen enkele verbale of non-verbale respons. Dat maakte mij best enigszins onzeker. Kennelijk is het niet gebruikelijk om een betoog te onderbreken. Groot was mijn verrassing dat na afloop de vragen losbarstten over de huisartsenzorg.
  • Tijdens het afscheidsdiner In een Chinees restaurant in Rotterdam voerden wel acht (!) sprekers het woord zonder dat het gezelschap in de lach schoot, of op een andere manier reageerde. Overigens werd intussen wel het eten koud. Daarna kwam het gezelschap wel los. Toen begon de karaoke namelijk. Tijdens het diner zong iedere directeur uit volle borst mee met een (mij totaal onbekend) Chinees lied. Ik heb vriendelijk geweigerd mee te doen. In de trein terug naar Utrecht zong ik in gedachten het onvolprezen ‘Aan de Amsterdamse grachten’ en dacht met een glimlach terug aan deze bijzondere avond.

Medicijnprijzen rijzen de pan uit. Wat nu?

De kosten voor medicijnen dreigen te exploderen de komende jaren. Er komt een groot aantal nieuwe dure geneesmiddelen aan. Hoe houd je de kosten in de hand?

Bloemlezing publicaties samenwerking wijk-en jeugdteams met eerstelijn

Het afgelopen jaar heb ik ter voorbereiding op het congres ‘Samenwerking eerstelijnszorg en wijk- en jeugdteams’ op 4 oktober in Utrecht een groot aantal publicaties doorgenomen over dit thema. De belangrijkste artikelen, plannen en onderzoeken met nationale impact heb ik verzameld en kun je hier downloaden. Wat opviel was het grote aantal onderzoeken en artikelen over meer regie van burgers over hun eigen leven en over de (te) langzame implementatie van samenhangende sociale wijkteams.

Eigen regie

In de afgelopen twaalf maanden verschenen vijf publicaties over meer regie van burgers over het eigen leven. Auteurs van onderzoekscentra of adviesorganen waren de auteurs. Ze kregen aandacht in Zorgvisie, Skipr, Medisch Contact of het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunst. Ondergetekende selecteerde deze en een groot aantal andere publicaties uit de vakbladen. In dit overzicht hebben de genoemde publicaties de nummers 2,3, 15, 17 en 25. Het onderwerp meer eigen regie scoorde even hoog als het onderwerp te langzame implementatie van samenhangende sociale wijkteams (zie nummer: 1, 4, 7,13 en 24).

Andere onderwerpen kregen minder aandacht:

  • Samenhangende richtlijnen voor medisch én sociaal domein (10, 11, 20, 21)
  • Privacy in sociaal en medisch domein onvoldoende geborgd (5,6, 12)
  • Ervaringskennis beter benutten (16, 22)
  • Aanpak eenzaamheid (18, 23)
  • Gezondheidsverschillen tussen burgers (19)
  • Praktijkondersteuners die huisarts met sociaal domein verbinden (9)
  • Vergelijkbare problemen met integratie van zorg en welzijn in andere landen (Engeland) (8)

Wat opvalt, is dat ik geen overzichtspublicaties onder ogen kreeg over samenwerking tussen het sociaal domein en de jeugdgezondheidszorg. Evenmin trof ik in de genoemde vakbladen besprekingen aan van nationale rapportages over samenwerking tussen sociaal domein en de geestelijke gezondheidszorg. Het zou kunnen dat ze wel uitkwamen, maar dat de vakbladen of ikzelf deze heb gemist.

Congres

Ik verzamelde de publicaties ter voorbereiding van het congres Samenwerking eerstelijnszorg en wijk- en jeugdteams op 4 oktober. Dit congres beoogt uitwisseling van kennis en ervaring tussen veld, beleid en wetenschap. Dan mag een lijst van 26 recente publicaties niet ontbreken. Ik beveel de vele deelnemers die zich reeds inschreven voor dit congres aan om de lijst vòòr 4 oktober door te nemen. Op het congres komen vragen aan de orde als: Herken ik de problematiek uit nationale rapporten? Deel ik de analyses? Steun ik de aangereikte oplossingen? Sprekers behandelen hun eigen goede voorbeelden, maar refereren indien mogelijk wel aan de nationale publicaties.

Goede voorbeelden

Ondanks het gebrek aan goede publicaties hebben we toch tal van deelsessies geprogrammeerd met goede voorbeelden over samenwerking tussen jeugdgezondheidszorg en wijkteams en samenwerking tussen geestelijke gezondheidszorg en wijkteams. Ook de randvoorwaarden (e-health, shared savings, governance) komen aan bod. Interesse? Klik dan hier voor het programma en deel 4 oktober je ervaring en kennis met anderen uit veld, beleid en wetenschap.

Kostenbeheersing ziekenhuizen: meer zorg voor hetzelfde geld

Hoe moet het verder met de kostenbeheersing in de ziekenhuiszorg? Die vraag stelde ik in een eerder bericht nadat ik had vastgesteld dat prijsconcurrentie tussen ziekenhuizen niet bestaat. Hieronder geef ik vijf wegen die leiden naar ‘more with the same’-beleid.

Hoofdlijnenakkoord

Volgens het hoofdlijnenakkoord mogen de ziekenhuiskosten de komende jaren niet stijgen, ook al groeit de vraag naar hun zorgaanbod. Dit beleidsvraagstuk van ziekenhuizen en zorgverzekeraars wordt in Engeland wel aangeduid als ‘more with the same’: met dezelfde personeelsomvang, apparatuur en kosten meer patiëntenzorg bieden. Dit staat haaks op ‘more of the same’, groeien zonder het beleid te wijzigen. Nu prijsconcurrentie niet meer bestaat tussen ziekenhuizen komt de vraag naar voren: hoe kan je wel de doelmatigheid van ziekenhuizen bevorderen? Ik geef vijf korte antwoorden op deze vraag.

1. Verschuiven van zorg naar eerste lijn
Een MSB en een ziekenhuis zouden als beleid kunnen voeren, dat bijvoorbeeld 40 procent van de chronische zorg verplaatst wordt naar de eerste lijn. Dan komt er binnen het ziekenhuis ruimte vrij voor More with the same. Dan kunnen zij meer patiënten in acute nood opnemen.

2. Regionale samenwerking tussen specialisten
De Regio Maatschap Oostelijk Nederland Radiologen bundelt alle radiologen die werken voor de drie Twentse ziekenhuizen. Door slim apparatuur in te kopen bespaart zij de gemeenschap veel kosten. Met regionale samenwerking tussen specialisten is nog een wereld te winnen. De radiologen in dit voorbeeld kunnen dan hun capaciteit inzetten om de groeiende vraag naar hun diagnostiek te beantwoorden.

3. Gezamenlijke inkoop van zorgverzekeraars
Patiënten van grote ziekenhuizen zijn verzekerd bij 49 zorgverzekeraars. De vier grootste (Menzis, Zilveren Kruis, VGz en CZ ) hebben elk meestal maar een gering percentage, bijvoorbeeld 20 procent van het totale patiëntenbestand. Er is veel geld te besparen indien zorgverzekeraars samenwerken bij de inkoop van zorg in grote ziekenhuizen. Dan worden ervaringen van al hun verzekerden gedeeld en vinden onderhandelingen over de maximale omzet maar één keer plaats.

4. Aparte aandacht voor de overheadkosten van ziekenhuizen
In de caresector bleek bij het programma In voor zorg dat de overheadkosten per zorgaanbieder aanmerkelijk kunnen verschillen, ook al zijn deze even groot. Ik vermoed dat dit bij ziekenhuizen ook zo is. Dan zijn bij ziekenhuizen met een hoge overhead vele professionele uren te verschuiven naar de patiëntenzorg.

5. Een andere manier van kostprijs berekenen
Dbc-tarieven zijn weggevallen als instrument voor kostenbeheersing. Maar ziekenhuizen kunnen nog wel werken met kostprijsberekeningen per activiteit. Hiervoor bestaat een bij economen populaire methode: Activity Based Costing (ABC). Per activiteit houdt een ziekenhuis bij hoeveel uren het een professional, een apparaat of een werkeenheid (bijvoorbeeld een operatiekamer) heeft gekost. Daarna wordt deze omvang in uren vermenigvuldigd met een uurtarief. Dit levert zinvolle bedrijfsvergelijking op en biedt ook weer mogelijkheden voor more with the same beleid.

Kans van slagen

Beleid volgens deze vijf korte suggesties kan slagen. Want er staan daarbij geen arbeidsplaatsen op de tocht: zittende professionals gaan andere dingen doen. Bijvoorbeeld: cardiologen gaan niet meer zelf patiënten met ritmestoornissen behandelen, maar huisartsen daarover adviseren. Het kan ook mislukken, indien beleidsmakers en professionals de bestaande zorg willen behouden. Dan ontstaan wachtlijsten en maatschappelijke onrust. Ik doe een oproep aan een ieder met macht in de ziekenhuiswereld: draag bij aan het realiseren van more with the same-beleid!

Juiste Zorg op de Juiste Plek

De doelmatigheid van de ziekenhuiszorg komt uitgebreid aan bod op het congres ‘Realisatie van de hoofdlijnenakkoorden; de juiste zorg op de juiste plek’ op 16 november in Utrecht. Meer informatie, het programma, de sprekers en het inschrijfformulier vind je op de congrespagina van de Guus Schrijvers Academie.

Dit bericht is in aangepaste vorm ook verschenen als blog in het blad Zorgvisie.

Meer getrainde vrijwilligers bij grootschalige medische incidenten?

Israël heeft veel ervaring met Mass Casualty Incidents (MCI’s). Er zijn duidelijke verschillen met de Nederlandse aanpak. Het meest bijzondere is de zorgketenbenadering en het veelvuldig gebruik van goed opgeleide vrijwilligers.

Verschillen met Nederland

Grootschalige calamiteiten ofwel Mass Casualty Incidents (MCI’s) komen in Israël (helaas) regelmatig voor. Opmerkelijk zijn de volgende verschillen met Nederland:

  1. De inzet van vele vrijwilligers (life guardians) om levensbedreigend bloedverlies te stelpen. Zij worden via een intelligente app automatisch opgeroepen om naar een MCI te komen. In Nederland is de Eerst hulp-cursus ‘Stop de bloeding – red een leven’ van start gegaan. In Israël is deze al breed ingeburgerd.
  2. De inzet van ‘first responders’.
    Dit zijn ambulancemedewerkers die meer dan één jaar ervaring hebben op de ambulance en minimaal 8 uur per maand op de ambulance rijden. Zij doen dit op vrijwillige basis en ontvangen hier geen extra salaris voor. Zij ontvangen wel een Eerste Hulp-tas en worden gealarmeerd door middel van een speciale App en een kleine mobiele portofoon die zij aan hun broeksriem dragen. Via een algoritme in de meldkamer worden de meest geschikte first responders (op basis van GPS) automatisch naar een grootschalige calamiteit gestuurd. Om de mobiliteit te verhogen zijn 350 van hen uitgerust met een motorscooter, voorzien van optische- en geluidsignalen. De Israëli geven aan dat zij binnen 3,5 minuut iemand ter plaatse hebben.
  3. Snelle afvoer van slachtoffers.
    Tijdens de dubbele terroristische aanval in Noorwegen in 2011 arriveerde na de explosie de eerste patiënt 18 minuten en de zeven volgende in de volgende 19 minuten bij ziekenhuizen. Tijdens de Boston Marathon aanslag arriveerden 23 van de 39 slachtoffers in het eerste uur in het Birgham en Women’s hospital. In 2000 is een studie verricht naar de responstijden bij 15 MCI’s in Israël. Deze laat zien dat de eerste ambulance na 4,6 minuten ter plaatse is en de laatste urgente ambulance na iets meer dan een half uur van het incidentterrein af is.
  4. Zwaargewonde patiënten met dreigende verbloeding worden gered door middel van verkorte levensreddende chirurgische ingrepen die bloedingen en contaminatie stoppen. Later vinden de betere, volledige operaties plaats in traumacentra.
  5. In Israël werken op de ambulance zowel betaalde professionals als niet betaalde, maar wel geschoolde vrijwilligers. Zij werken zij aan zij. Dit verhoogt enerzijds de personeelscapaciteit in noodsituaties. Anderzijds zorgt dit voor een hechte band met de burgermaatschappij.
  6. Ziekenhuizen in Israël worden gezien als soft targets. Recentelijk hebben meerdere personen verkleed in doktersjassen in een ziekenhuis in Kabul tientallen slachtoffers gemaakt. Bij de opvang en behandeling van gewonden (zowel slachtoffers als daders) na een terroristische aanslag is een adequate veiligheidsorganisatie dus van essentieel belang om bijkomende schade te voorkomen.
  7. De verantwoordelijkheid voor de acute zorg na een MCI berust in Israël bij één organisatie: Magen David Adom (MDA). De naam betekent Rode Davidster. De MDA is het equivalent van het Rode Kruis. Het is een organisatie op nationale schaal. Dit biedt verschillende voordelen. Allereerst heeft zij de beschikking over nationale middelen, niet alleen in financiële termen, maar ook op het gebied van personeel en materieel. Ook kennisontwikkeling en -deling vinden plaats onder één dak. Daarnaast is een groot voordeel dat zij één uniforme werkwijze hanteert. Dit maakt de MDA slagvaardig in noodsituaties.
Zorgketenbenadering

Ondergetekende kent de opgeschaalde medische modellen in Nederland, Engeland, België en Noorwegen. Mijn aandacht gaat (treurig, maar waar) toch het meest uit naar het Israëlisch model. De Israëli’s hebben immers veel ervaring met grootschalige calamiteiten en geweldsincidenten. Het is niet voor niets dat eind vorig jaar een conferentie werd georganiseerd in Parijs, met een zware delegatie uit Israël. Ook daar werd uitgebreid gekeken naar het Israëlisch systeem. Het meest bijzondere is de zorgketenbenadering en het gebruik van burgers (vrijwilligers) op alle vlakken. Slachtoffers worden snel naar ziekenhuizen getransporteerd en het risico voor een tweede aanslag wordt ingecalculeerd.

Rode Kruis

Murvin Chan en Peter Lasschuijt zijn Mass Casualty Incident experts bij het Rode Kruis. Zij nemen deel aan internationale netwerken en bijeenkomsten en proberen de geleerde lessen naar Nederland te vertalen en te implementeren. Binnen het Rode Kruis hebben zij geleerde lessen ook al doorgevoerd, maar dit zijn voornamelijk marginale verbeteringen. Ook proberen zij mensen en organisaties aan elkaar te verbinden, zoals TNO, die bezig is met meldkamerinnovaties.

Spoedzorgcongres

Tijdens het 19e Nationale Spoedzorgcongres op 8 november 2018 verzorgen zij een plenaire lezing en een workshop, waarin de voor- en nadelen van medische modellen uit verschillende landen met elkaar vergeleken worden. Hierbij staan zij niet alleen stil bij de quick wins binnen individuele organisaties. maar ook bij de lange termijn innovaties. Murvin Chan: ‘Hopelijk krijg Nederland nooit met een aanslag te maken, maar als het gebeurt, dan moeten we er klaar voor zijn!’

Met dank aan Murvin Chan en Peter Lasschuijt voor hun bijdragen aan dit bericht. Verder heb ik geput uit twee artikelen die zij publiceerden in vakblad V&VN Ambulancezorg over de Israëlische acute zorg bij grote calamiteiten: ‘Van individuele patiëntenzorg naar Mass Casualty aanpak’ en ‘Multi Casualty Incidents’.

Sprekers gezocht voor congres hoofdlijnenakkoorden en zorg op de juiste plek

16 november vindt in Utrecht het congres Realisatie van de Hoofdlijnenakkoorden: de Juiste Zorg op de Juiste Plek plaats. Op het congres is ruimte voor enkele zorgprofessionals, afstudeerders, onderzoekers of app-ontwikkelaars die als ‘flitspresentator’ in tien minuten tijd een aspect van het congresthema willen bespreken.

Wij denken hierbij aan de volgende kandidaten:

  • Iemand met een goed initiatief voor zorg op de juiste plek, het terugdringen van regeldruk of voor de aanpak van de uitdagingen op de arbeidsmarkt;
  • Een software-ontwikkelaar met een applicatie die de samenwerking tussen de eerste- en tweedelijn en daarmee de de patiëntenzorg bevordert;
  • Een promovendus (m/v) die de resultaten van zijn dissertatie of opzet van zijn promotietraject wil toelichten;
  • Een (beginnend) onderzoeker die een gepubliceerde rapport of artikel bespreekt.
  • Een student die een (goedgekeurde) afstudeerscriptie presenteert.
Congres 16 november

Hoe wordt de 450 miljoen transformatiegeld uit het Hoofdlijnenakkoord besteed? Welke goede projecten en initiatieven zijn er om de zorg en de zorglocatie beter af te stemmen op de patiënt? En hoe kun je deze nieuwe zorginnovaties opschalen en implementeren? Deze (en andere) vragen staan centraal op het tweede congres over geïntegreerde zorg tussen eerste- en tweedelijn op 16 november in Utrecht. Er zijn plenaire voordrachten, themagerichte parallelsessies, workshops en flitspresentaties. Meer informatie en het programma tref je hier aan.

Interesse?

Als flitspresentator biedt de Guus Schrijvers Academie je een podium om je verhaal te vertellen aan leidinggevenden in de eerste- en tweedelijn, zorgverzekeraars, vertegenwoordigers van branche- en patiëntenorganisaties. Ook krijg je gratis toegang tot het congres en een reiskostenvergoeding.

Wil jij graag een flitspresentatie geven op het congres Realisatie van de Hoofdlijnenakkoorden: De Juiste Zorg op de Juiste Plek op 16 november? Stuur dan voor 24 september een mail naar Marcelstam@guusschrijvers.nl, met daarin beschreven wat het thema van je presentatie is en een korte beschrijving van het onderwerp. Voeg eventueel als bijlage (een samenvatting van) je afstudeerscriptie, dissertatie of onderzoek bij.

Begin oktober laten we weten of jouw inzending geselecteerd is. Reserveer tot dat moment s.v.p. de datum van 16 november in je agenda.

GGZ, wijkteams en eerste lijn werken nauw samen in Utrecht

De Utrechtse wijk Overvecht kent veel problemen. Om de geestelijke gezondheidszorg aan de inwoners te verbeteren zijn er een aantal proeftuinen gestart: GGZ in de Wijk teams. Hierin werken professionals uit tal van disciplines samen om laagdrempelige, geïntegreerde zorg te bieden waarbij de cliënt de regie heeft.

Problemen

In de wijk Overvecht in Utrecht leeft een diversiteit aan mensen met verschillende kwetsbaarheden en daaruit voortvloeiende problemen. Overvecht werd in 2007 door de toenmalige minister Ella Vogelaar betiteld als één van de ergste probleemwijken van Nederland. Nu, tien jaar later, is de situatie nog niet veel beter. Mensen kampen er met schulden, verslavingsproblematiek, armoede, werkloosheid en het aantal geweldsdelicten in de wijk is schrikbarend hoog. Daarnaast zijn er acculturatieproblemen, taalproblemen, laaggeschooldheid en is er gezondheidsachterstand.

Versnipperde zorg

In de wijk is veel zorg aanwezig, maar deze is erg versnipperd. De multiple problemen waarmee mensen kampen vragen om afstemming tussen hulpverleners. GGZ-hulpverleners in één gebouw, of zelfs in één team, kunnen daarbij het verschil maken. Als dat team laagdrempelig toegankelijk is en aansluit bij de behoeften van mensen, levert dat nog meer op. Bedenk daarbij dat veel cliënten nooit aankomen of afhaken bij GGZ-afdelingen of andere zorginstanties, omdat ze te ver weg zitten, of omdat ze niet goed aansluiten op wat mensen nodig hebben.

GGZ in de Wijk teams
In Utrecht Overvecht-Zuid startten verschillende organisaties op 1 januari 2017 een nieuw GGZ in de Wijk team (proeftuin Overvecht). Hier werken professionals van Altrecht en Lister en WIJ 3. De meesten van hen werken voor een deel ook nog in andere teams binnen hun organisatie. Er wordt samengewerkt met de sociale buurtteams en de huisartsen; korte lijnen en laagdrempelig.

Uitgangspunten

De uitgangspunten voor de proeftuinen staan beschreven in het visiedocument ‘Volwaardig burgerschap en psychiatrie’, dat namens de vele deelnemende partijen is opgesteld: Zilveren Kruis Achmea, Gemeente Utrecht, Altrecht, Buurtteamorganisatie Sociaal Utrecht, Huisartsen Utrecht Stad, Indigo, Kwintes, Leger des Heils, Lister, Platform Volwaardig Burgerschap, Steunpunt GGZ, De Tussenvoorziening, UMCU, Jellinek (Victas) en Wij 3.0.

Cliënt centraal

Er zijn vier proeftuinen gestart in Utrecht Overvecht, Utrecht Lunetten, Zeist en Woerden. Het doel in een proeftuin is om specialistisch behandel- en begeleidingsaanbod te organiseren via netwerkverbanden, waarbij de cliënt de regie heeft en het aanbod aansluit op de basiszorg. In de proeftuin worden knelpunten opgespoord en mogelijke oplossingen worden op kleine schaal uitgeprobeerd.

Ervaringsdeskundigen

De proeftuinen in Utrecht lopen vooruit op een grote reorganisatie van de (ambulante) zorg in Utrecht. Op termijn zullen de F-ACT teams, de meeste ACT-teams en grote delen van de poliklinieken van Altrecht GGZ in het wijkgericht werken worden opgenomen. Ook de specialistische GGZ-begeleiding door Lister participeert in deze reorganisatie. De proeftuin heeft ‘eigen’ cliënten. Ervaringsdeskundigen maken vast onderdeel uit van het team, evenals een vaste teampsychiater en een fulltime teamleider. Het team biedt specialistisch GGZ zorg: geïntegreerde behandeling, begeleiding en activering dichtbij huis. Alle benodigde kennis en kunde is in het team aanwezig, of kan snel georganiseerd worden. De herstelvragen van de cliënt vormen het uitgangspunt. Mensen, hulpverleners en organisaties die aan iemands herstel kunnen bijdragen, worden er zoveel mogelijk bij betrokken.

Voordelen

De proeftuinen zijn positief geëvalueerd. In de kwalitatieve evaluatie zijn zowel cliënten, naasten als stakeholders betrokken. De resultaten komen binnenkort beschikbaar.

Huisartsen of POH’s nemen vaak direct contact op met medewerkers van het GGZ-team wanneer een casus complex is en reguliere toeleiding niet aansluit. De SPV kan mee op huisbezoek en denkt mee. Op deze wijze kan veel sneller zorg geboden worden. In de multidisciplinaire overleggen is er door de inbreng van herstelcoaches, peer supportwerkers en jobcoaches meer aandacht voor het maatschappelijk herstel van de cliënt.

Korte lijnen, lage drempel

De drempel voor cliënten is verlaagd. Cliënten die niet goed in behandeling komen bij de poliklinieken elders in de stad, komen wel in zorg bij het GGZ-team. Het GGZ in de Wijkteam vervult ook een brugfunctie naar specialistische behandeling en begeleiding elders. Geprobeerd wordt om de benodigde gespecialiseerde professionals naar de wijk te krijgen als cliënten niet bij hen aankloppen. Cliënten hoeven niet langer naar verschillende loketten, maar kunnen terecht kan bij de persoon bij wie ze zich hebben aangemeld. Een van de cliënten verwoordde het als volgt: ‘Eerst voelde ik me nog wel eens tussen mijn hulpverleners instaan en moest ik lang wachten. Nu zitten we gewoon samen aan tafel en als ik hulp nodig heb, is dat snel geregeld. Heel fijn.’

Congres samenwerking eerstelijn en wijkteams

Per 1 maart 2018 zijn in Utrecht negen soortgelijke teams opgestart in Utrecht. Wil je weten hoe men de wijkgerichte GGZ in Utrecht aanpakt? Welke lessen ze getrokken hebben uit de pilots? En hoe je deze aanpak kan implementeren in andere wijken en steden? Kom dan naar het congres ‘Samenwerking eerstelijnszorg en wijk-en jeugdteams’ op 4 oktober in Utrecht. Proeftuinleiders Joost Coffeng en Sanne Wullems van Lister geven daar een parallelsessie over de GGZ in de Wijkteams. Kijk voor meer informatie, het programma, de sprekers en het inschrijfformulier op de congrespagina van de Guus Schrijvers Academie en meld je aan.

Met dank aan Machteld van Raalte, Locatiehoofd bij Lister, voor haar bijdrage aan dit bericht.

Zorginnovator Henk van Stel overleden

Op 31 juli stierf Henk van Stel, zorgonderzoeker van het eerste uur. Hij overleed op 51 jarige leeftijd aan een hartstilstand tijdens een vakantie in Bretagne in het bijzijn van zijn vrouw en twee zonen.

Op 9 augustus vond een rouwdienst plaats in Baarn. Honderden familieleden, vrienden, mede-sporters en collega’s zijn aanwezig. En ook een intens verdrietig gezin.

Zo’n dertig jaar geleden kwam Henk de Faculteit der Geneeskunde te Utrecht binnen. Hij studeerde nog medische biologie en volgde bij mij (pas begonnen als hoogleraar) een bijvak over volksgezondheid. Dat was opmerkelijk. De meeste medisch biologen interesseren zich voor het leven op moleculair niveau. Zo niet Henk: het milieu, klimaat, de kwaliteit van leven en de samenleving hadden bij student Van Stel grote belangstelling. En ook toen al wilde hij die vage begrippen exact meten en definiëren.

Een paar jaar later promoveerde hij op ketenzorg voor Astma patiënten die hij evalueerde met Kwaliteit van leven-vragenlijsten. Henk had in die jaren zelf last van Astma-aanvallen. Door daarop te promoveren bij Astmacentrum Heideheuvel wist hij van zijn verlies zijn winst te maken. Ook een kenmerk van Henk.

Zijn proefschrift legde de basis voor zijn verdere carrière. Al zijn werk zou gaan over ketenzorg en kwaliteit van leven. De dissertatie legde ook een basis voor dit werk in geheel Nederland. Hij was een van de eerste onderzoekers in Nederland op dat terrein. Weer later werd Henk voorzitter van de Nederlandse Vereniging van onderzoekers van kwaliteit van leven. Hij kwam van die landelijke vergaderingen steeds terug met nieuwe bevindingen. Bij vrijwel alle mensen keert de kwaliteit van leven terug na een vreselijke levensgebeurtenis, was zijn hoopvolle stelling.

Henk had een keer een ongeluk met zijn fiets. Belandde in een herstellingsoord. Guus, nu weet ik precies hoe tijdelijk verblijf in een verpleeghuis wel en niet werkt. Hij bleef positief.

Henk interesseerde zich al die jaren voor kwaliteit van leven voor alle typen van patiënten, mensen op de Intensive Care, met chronische aandoeningen en op de Spoedeisende Hulpafdelingen. Hij studeerde zelf ook bij: hij werd epidemioloog en ook implementatie-onderzoeker. Binnenkort promoveert zijn laatste onderzoeker op het onderwerp Kwaliteit van zorg tijdens de zwangeschap en de bevalling.

Wat ons als collega’s opviel, was zijn enthousiasme en volharding. De acute zorg leverde twee proefschriften op, ook al was er altijd geldgebrek. Hij won vaak de lange discussies. Ik wist dat Henk en zijn echtgenote de sport schermen beoefenden. Als ik in een discussie Touché riep, verscheen er een brede grijns op Henks gezicht en veranderden wij van onderwerp.

Zijn grootste project, ik mag wel zeggen zijn levenswerk, vormde een nieuwe vorm van werken binnen de jeugdgezondheidszorg. Samen met verpleegkundige dr. Ingrid Staal introduceerde hij de SPARK-vragenlijst en – methode. De afkorting staat voor: Signaleren van Problemen en Analyse van Risico’s bij opvoeding en ontwikkeling van Kinderen. Hij was daarmee al vijftien jaar bezig. De ontwikkeling startte in Henks geliefde Zeeland, waar hij werd geboren. De SPARK wordt thans overal in Nederland geïmplementeerd. Zijn agenda voor het najaar stond vol afspraken daarover.

Het lukt mij niet om aan dit overlijden een positieve draai te geven. Misschien had Henk zelf dat wel gekund.