Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Meer salaris voor (wijk)verpleegkundigen! Is dat erg?

Door Johan Lambregts.

Een statement van Buurtzorg

Buurtzorg Nederland gaat het zorgpersoneel in maart 2022 een salarisschaal hoger indelen. De maatregel geldt niet voor administratief personeel en management, maar alleen voor (wijk)verpleegkundigen en (wijk)ziekenverzorgenden. Wijkziekenverzorgenden komen in schaal 45, de ‘verpleegkundigen in de wijk’ in schaal 50 en de wijkverpleegkundigen in 55.  Daarmee gooit Buurtzorg een knuppel in het cao-hoenderhok.

Buurtzorg maakt een keuze. Een keuze voor het primaire proces in de zorg. Een keuze om iets te doen aan de tekorten en de problemen van ontoegankelijke zorg.

Het specifieke beloningsbeleid past bij de schaarste op de arbeidsmarkt. Economische wetten leren dat wat schaars is duurder wordt. Het past ook bij een noodzakelijke herwaardering van verpleegkundigen. En dat begint niet met applaus maar met reparatie van de salarissen! Buurtzorg zet het maatschappelijk applaus, wat overigens verstomd is, om in daden. Het past in een tijd waarin de ‘nieuwe’ coalitie geen woord aan verpleegkundigen wijdt in het coalitieakkoord. 

Productiviteit en werklast

Buurtzorg gaat de salarisverhoging realiseren door verhoging van de productiviteit (hoeveel?), door de bereikbaarheidsdiensten anders te organiseren en verlaging van het ziekteverzuim naar drie procent. Buurtzorg kan dat doen doordat zij goede tarieven heeft bedongen bij zorgverzekeraars. Mede door haar grootte heeft Buurtzorg een veel betere positie in de onderhandelingen met verzekeraars. Het ongewenste effect van marktwerking! De werklast gaat in ieder geval omhoog, waarmee de salarisverhoging deels een sigaar uit eigen doos is. Kiezen de wijkverpleegkundigen daarvoor? En is er dan nog rek bij de medewerkers, in deze tijd van enorme druk?

Consequenties voor derden

Buurtzorg geeft een signaal af dat de wijkverpleging een aantrekkelijke sector is om in te werken. Dat is heel hard nodig. De wijkverpleging is cruciaal. Maar de salarisverhoging kan tot concurrentie leiden en dat roept reacties op. Bestuurders laten horen dat er geen tweedeling mag ontstaan in de zorg.  Zij geven aan dat het ook gaat om verpleeghuizen, ziekenhuizen, de GGZ etc. En dat klopt.

De actie van Buurtzorg zet hopelijk de zorgverzekeraars in beweging om meer geld voor verpleegkundigen en verzorgenden beschikbaar te stellen. Het blijft immers schrapen binnen ontoereikende tarieven. Andere goede aanbieders, met dezelfde werkwijze als Buurtzorg, kunnen dit niet betalen en willen de werkdruk niet verhogen.

Wat hier aan voorafging

Even terug in de historie van dit dossier: In November 2020 gaf de RVS  in haar advies Applaus is niet genoeg aan: ”Waardering voor zorgverleners gaat in eerste instantie over het bieden van passende arbeidsvoorwaarden. Vooral voor verzorgenden en verpleegkundigen ontbreekt een aantrekkelijk en passend loopbaanperspectief. Bovendien is het inkomen van vooral verzorgenden niet altijd voldoende om economisch zelfstandig te zijn.”

De SER kwam op 12 mei 2021 met aan de slag voor zorg waarin onderzoek van AWVN wordt aangehaald: “Als buiten de zorgsector wordt gekeken naar referenties in de publieke sector als geheel, cao’s in het bijzonder of ten opzichte van de algemene markt dan valt op dat vier van de vijf zorgcao’s een “buikje” in de loonlijn laten zien. Er is bij deze cao’s sprake van een demping van de eindsalarissen in de middelste functiegroepen. Hierdoor ontstaat voor deze groepen een salariskloof ten opzichte van de referentiemarkten”. Dit betreft verpleegkundigen en verzorgenden. Voor het startsalaris van verpleegkundigen is geschat een reparatie nodig van € 1.000,-.

Hierna volgden een aantal cao-onderhandelingen:

CAO UMC

Per 1 januari 2021 worden de salarissen van de schalen 7 t/m 10 in de functiefamilies Verzorging en Verpleging, (…) verhoogd met 3,5% en op 1 januari 2022 nogmaals met 3,5 % (In totaal dus + 7%) en het eind van de schalen wordt met twee extra periodieken verlengd.

CAO GGZ

Allen krijgen 2% op 1 juli 2022, 2% op 1 mei 2023 en 2% op 1 jan 2024. Daarboven wordt als reparatie bijdrage van de FG 35 t/m FG 65 schalen de onderste trede verwijderd en wordt een boventrede toegevoegd. Ook krijgt men de keuze om € 500,- te besteden aan brutoloon of andere zaken.

CAO ziekenhuizen

Partijen hebben de intentie stappen te zetten om de salarisachterstand van de middengroepen te beperken. De NVZ deelde mee dat de reparatie 9% zou moeten bedragen. Er wordt met steun van CNV en FNV naast een generieke salarisverhoging van 2% aan de FWG-schalen 40 t/m 65 een extra trede toegevoegd. Ook krijgen alle medewerkers in de FWG-schalen 45 t/m 55 een extra salarisverhoging.

De effecten:

Het gemiddeld salaris van verpleegkundigen op een klinische afdeling (FWG 45-4) stijgt volgens de NVZ met 3,3%; volgens NU ’91 met 2,2%, gerekend vanaf de datum dat de oude cao verliep (1-7-21). De NVZ rekent vanaf 1 januari 2022 (13 maanden).

Bij een SEH-verpleegkundige (FWG 55-4) telt de NVZ een gemiddelde salarisverhoging van 2,2%. NU ’91 komt tot 1,4%, gerekend van een periode van 19 maanden.

NU’91 en de FBZ hebben deze cao (nog) niet ondertekend.

De actie van Buurtzorg als breekijzer voor één CAO voor verpleegkundigen

Is er voldoende gerepareerd in de cao’s conform SER-advies en RVS rapport? Nee. Er is wel geïndexeerd. Er zijn verschillen tussen de branches in de cao’s voor verpleegkundigen. Brancheorganisaties houden daarmee ongewenste concurrentie tussen sectoren in stand. Het laat de noodzaak zien van één landelijke cao voor verpleegkundigen. De vakbonden, behalve NU’91, zijn tegen, onder het mom van solidariteit. Solidariteit is een groot goed. Maar solidariteit in de cao’s gaat ten koste van verpleegkundigen.

De quote bij de nieuwe cao ziekenhuizen “Partijen hebben de intentie om in lijn met het overheidsbeleid in de komende cao’s verdere stappen te zetten om de salarisachterstand van de middengroepen te beperken” laat zien hoe traag dit proces verloopt. En staat in schril contrast met de dagelijkse werkelijkheid van verpleegkundigen. De actie van Buurtzorg kan een breekijzer zijn op weg naar de landelijke cao verpleegkundigen.

Mijn statement

Waar het in essentie aan ontbreekt is de medeverantwoordelijkheid van politiek en financiers. Er is geen enkel gevoel van urgentie bij zorgverzekeraars. Zorgaanbieders zijn afhankelijk van hun tarieven. Zorgverzekeraars hebben een zorgplicht. Het grootse probleem in de zorg is het tekort aan verpleegkundigen en verzorgenden. Er moet niet alleen een structurele loonsverhoging komen maar ook meer ruimte voor ontwikkeling en doorgroei. Zolang de politiek en zorgverzekeraars betere arbeidsvoorwaarden niet als topprioriteit zien, zal er weinig veranderen.

Meer salaris voor wijkverpleegkundigen en verzorgenden Is dat erg? Nee, dat is niet erg, het is erg noodzakelijk!

 Kijk op de congresagenda van de Guus Schrijvers Academie: Op 21 april vindt het congres Op weg naar een gezonde generatie; samenwerken in de regio plaats. Vooraanstaande sprekers delen dan actuele inzichten. Het congres is op locatie in Utrecht of online te volgen!

Ziekenhuizen die in 2020 niet de Triple-aim doelstellingen hebben behaald mogen niet mee met de volgende ronde; op naar 2030.

Mag in 2020 de conclusie getrokken worden dat wanneer een ziekenhuisorganisatie de zogenaamde Triple Aim doelstellingen; het verbeteren van de gezondheid, het vergroten van de kwaliteit van zorg en het verlagen van de kosten niet heeft bereikt, dat dit zelfde ziekenhuis zich dan in de existentiële gevaren zone begeeft? 

En dat ziekenhuisorganisaties die deze Triple- Aim doelstellingen wel hebben bereikt op basis van een soort van; ‘u bent geslaagd, ‘u mag door naar de volgende ronde’, principe nu op zoek zijn naar de ideale Quadruple- Aim , oftewel de vierde doelstelling, om bij de volgende decennium wissel weer de volgende ronde door te kunnen? 

Gebeurtenissen die de stelling voeden.

Op vier maart van dit jaar heeft de Commissie Van Manen het rapport:‘ De aangekondigde ondergang’, gepubliceerd met de analyse van de aanloop naar en het verloop van de faillissementen van het MC Slotervaart en de MC IJsselmeerziekenhuizen. De Commissie schrijft in haar persbericht: ‘De tragiek is dat patiënten de dupe zijn geworden binnen een stelsel dat er juist op gericht moet zijn hen te beschermen’. 

De Commissie stelt verder vast dat beide ziekenhuizen door een combinatie van factoren in een neerwaartse spiraal terecht kwamen: “Er was sprake van een dalend aantal patiënten en stijgende kosten. Dit leidde tot een steeds grotere afhankelijkheid van Zilveren Kruis als zorgverzekeraar. Plannen om de situatie te verbeteren kwamen er wel, maar kregen weinig steun van de medische staf. Dit kwam onder meer door moeizame onderlinge verhoudingen en wantrouwen richting bestuurders en aandeelhouders. Pogingen om met omliggende ziekenhuizen tot samenwerking te komen leidden tot niets. De bestuurders en aandeelhouder bleven vasthouden aan hun visie, ook al konden de plannen niet op steun van de verzekeraar rekenen. Dit maakte dat er geen eenduidig scenario met de verzekeraar werd uitgewerkt. Beide partijen wisten de spiraal niet te doorbreken. Partijen die van buitenaf de vastgelopen situatie hadden kunnen doorbreken – de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) – slaagden daar niet in. Toezichthouders probeerden grip te krijgen op de situatie door meer informatie op te vragen en van de ziekenhuizen nieuwe plannen te verlangen. Zij hadden onvoldoende in de gaten dat het echt mis ging”.

Met enige gevoel voor interpretatie kan gezegd worden dat de spijkerharde conclusies die de Commissie Van Manen hier trekken, mijlen ver van de Triple- Aim doelstellingen liggen en een aantal conclusies zelfs in regelrechte tegenspraak met deze doelstellingen zijn, waardoor het eerste deel van de bovenstaande stelling gevoed lijkt te worden. 

Gedachten die de stelling voeden

Afgezien van de paar ziekenhuizen die nog druk bezig zijn met ‘overleven’, zijn gezonde ziekenhuizen zich aan het voorsorteren op het zorglandschap van 2030. Zal dit landschap dan zo anders zijn dan nu? Nee waarschijnlijk niet, maar vele studies en experts schetsen een toekomst waarbij de uitdagingen van nu (chronischepersoneelstekorten, toenemende patiënten aanwas door vergrijzing en bevolkingsgroei, duurder wordende behandelingen en diagnostiek etc.)  alleen maar groter zullen worden en niet kunnen worden opgelost door enkel meer van hetzelfde te blijven doen. 

Daarmee is in feite iedereen op zoek naar de vierde doelstelling en verschuiven de ambities van Triple Aim naar Quadruple Aim. 

In een blog uit 2017 zette Derek Feeley, President and CEO, van het Institute for Healthcare (IHI), al uiteen dat in deze vierde doelstelling niet uit één bepaalde maatregel of een combinatie van bepaalde maatregelen bestaat. Per zorginstelling is dat verschillend en kan dit ook verschillende focusgebieden betreffen.

Zo kan de vierde doelstelling liggen op het gebied van equity, connected care/eHealth, regionale netwerken en/ of digitalisering/robotisering. 

Laten we het er eens met elkaar over hebben.

Op 19 mei aanstaande organiseert de GuusSchrijversAcademie haar jaarlijks terugkerend congres voor het hogere ziekenhuismanagement met de titel; ‘Ziekenhuiszorg bij groeiende vraag en tekort aan personeel toch toegankelijk en betaalbaar in 2030’.

Tijdens deze editie zal Prof. Zeev Rotstein, CEO van het Hadassah Medical Center uit Jeruzalem een keynote houden over de indrukwekkende ambities en resultaten van dit zeer vergaand gedigitaliseerde academische ziekenhuis als center of expertise en netwerkpartner. 

Geeft Anna van Poucke, sectorleider Health & Partner KPMG Health, goede voorbeelden van ziekenhuizen in binnen- en buitenland die, vaak onder moeilijke omstandigheden, opmerkelijke transformaties op het gebied van Triple Aim of wellicht zelfs Quadruple Aim hebben verwezenlijkt. Geeft Patrick Jeurissen, bijzonder Hoogleraar UMC Radboud Universiteit, een kritische beschouwing over veranderende ziekenhuizen binnen veranderende zorgsystemen en houdt Gerard Wullink, Strategist bij Gupta Strategists, een voordracht over de bruikbaarheid en toepasbaarheid van bigdata bij het plannen van zorg.

Verder is er ruim aandacht voor, tot de verbeelding sprekende, praktijkvoorbeelden van hoe Nederlandse ziekenhuisbestuurders de vierde dimensie aan Triple Aim toevoegen. Op het gebied van de verbetering van equity worden de voorbeelden van de nieuwe bedrijfsstructuur van Ziekenhuis Bernhoven besproken, evenals het 10-jarig contract tussen CZ zorgverzekeraar en ondermeer het ziekenhuis Zuyderland. Op het gebied van digitalisering, eHealth en connected care, als invulling van de vierde doelstelling komen de voorbeelden van Isala (connected care) en RAKU (Da Vinci robot) uitgebreid aan bod. Last but not least: het ziekenhuis als netwerkpartner. In een steeds complexere netwerkomgeving welke niet beperkt blijft tot medische zorg, de eigen regio of zelfs het eigen land, wordt besproken vanuit de visie van het ETZ uit Tilburg.

Bent u ziekenhuisbestuurder, RVE-manager, divisiemanager, adviseur of anderzijds betrokken bestuurder of manager en geïnteresseerd om te luisteren en te discussiëren met experts en executives over ‘Ziekenhuiszorg bij groeiende vraag en tekort aan handen toch toegankelijk en betaalbaar in 2030’, schrijf u dan nu in!

Robotchirurgie is booming op congres 19 mei over ziekenhuizen in 2030

Sinds het najaar van 2019 heeft het UMC de eerste hoogleraar, Prof.dr. J.P. Ruurda, op een nieuwe leerstoel ‘minimaal invasieve robot geassisteerde chirurgie’, oftewel robotchirurgie.

De operatie robot verbetert de kwaliteit van zorg: 

In de afgelopen twintig jaar zijn operaties met de robot dusdanig verbetert, dat nu soms levensreddende operaties kunnen worden uitgevoerd die een chirurg zonder robot niet kan uitvoeren. Zo geeft de robot een tien tot veertig keer vergroot beeld van het te opereren gebied waardoor de chirurg alles beter en duidelijker kan zien. Daarnaast kunnen de live beelden van de robot geïntegreerd worden met de MRI-CT beelden. Deze beelden kunnen bijdragen aan de herkenning van anatomische structuren en het identificeren van wat verwijderd moet worden tijdens de operatie. Ook worden eerste stappen gezet met het automatisch herkennen van bloedingen en patronen die leiden tot complicaties. Kunstmatige intelligentie gaat in de komende jaren een grotere rol spelen bij robotchirurgie.

Operatie robots zijn nog steeds schrikbarend duur en worden nog vaak als luxe artikel beschouwd. Maar volgens Prof. Ruurda gaat dat snel veranderen. De monopolie positie van de da Vinci robot zal binnenkort doorbroken worden door nieuwe aanbieders op de markt. Daarnaast zullen er ook meer eenvoudige robots komen die heel goed zijn in één specifieke taak, voor oogchirurgie bijvoorbeeld of voor operaties in de gehoorgang. 

In Totaal zijn er in Nederland nu 35 operatierobots, waarvan er vijf staan in de ziekenhuizen die met het UMC Utrecht in RAKU-verband samenwerken.

RAKU regionaal samenwerkingsverband

Zowel kwaadaardige als niet-kwaadaardige tumoren in de slokdarm, maag, lever, galwegen en alvleesklier komen relatief weinig voor. Om ervoor te zorgen dat specialisten zich meer specialiseren in de behandeling hiervan en dus voor betere uitkomsten voor patiënten te zorgen is het regionale samenwerkingsverband RAKU opgericht.

Het RAKU is een samenwerking van het St. Antonius Ziekenhuis Utrecht/Nieuwgein, Meander Medisch Centrum Amersfoort en het Universitair Medisch Centrum (UMC) Utrecht. Deze samenwerking heeft als doel: ‘zorg dichtbij huis als het kan, verder weg als het moet’. Voor dit samenwerkingsverband werden de behandelingen voor deze aandoeningen in alle drie de ziekenhuizen apart uitgevoerd. Met de nieuwe samenwerking zijn regionale teams gevormd van specialisten uit de drie ziekenhuizen die gezamenlijk zorgen voor alle patiënten met een bepaalde tumorsoort. De operaties per tumorsoort worden door regionale operatieteams in één van de ziekenhuizen uitgevoerd.

RAKU-poli

Nadat bij een patiënt een diagnose is gesteld, wordt hij of zij besproken in het multidisciplinaire overleg en uitgenodigd op de aansluitende RAKU poli in het UMC Utrecht. Hierbij zijn alle zorgverleners (bv. chirurgen, maag-darm-leverartsen, oncologen, verpleegkundig specialisten) uit de drie samenwerkende ziekenhuizen aanwezig. De zorgverleners en patiënt bespreken samen wat het best passende behandelplan is. Veel voorkomende leveroperaties worden in alle drie de ziekenhuizen verricht. Uitgebreide lever- en galwegoperaties en operaties voor maag-, slokdarm- en neuro-endocriene alvleeskliertumoren vinden in het UMC Utrecht plaats. De alvleesklieroperaties zijn gecentreerd in het St. Antonius Ziekenhuis. Als patiënten andere behandelingen nodig hebben dan een operatie, zoals chemotherapie, dan krijgen ze die gewoon in het dichtstbijzijnde ziekenhuis.

Het kan dus voorkomen dat een patiënt in meerdere ziekenhuizen terecht komt voor zijn behandeling. Hierbij hoeft de patiënt niet op iedere locatie weer opnieuw onderzoeken te ondergaan. De zorgverleners alle drie de ziekenhuizen beschikken over dezelfde gegevens van de patiënt.

Door de samenwerking is het RAKU één van de centra geworden die de meeste patiënten met deze zeldzame tumoren in Nederland behandelt. Hierdoor komen ook meer gegevens beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek en kunnen binnen het RAKU voor alle tumorsoorten de nieuwste technieken worden aangeboden zoals robotchirurgie en nieuwe behandelingen.

Agenda congressen van de Guus Schrijvers Academie

Op 19 mei aanstaande organiseert de Guus Schrijvers Academie het congres: Ziekenhuiszorg bij groeiende vraag en tekort aan handen toch toegankelijk en betaalbaar in 2030. Op dit congres komt oncologisch chirurg Jeroen Hoogendoorn van het RAKU team komen vertellen hoe het RAKU tot innovatie en beter gebruik van middelen heeft geleid en zal hij laten zien hoe binnen dit netwerk de inzet van da Vinci operatierobots werd afgestemd en geïntegreerd in de hoog-complexe, oncologische chirurgie. Tenslotte bespreekt hij ook de mogelijkheden tot opschaling.   Schrijf u hier in

Achterhoekse ziekenhuizen: zo kunnen ze voortbestaan

De medisch specialisten van het Slingeland (SZ) te Doetinchem en het Streekziekenhuis Koningin Beatrix (SKB) te Winterwijk zijn ernstig verdeeld over de toekomst van hun zorg. Skipr berichtte hierover op 31 januari. De steen des aanstoot betreft drie afdelingen in Winterswijk die op termijn zouden moeten sluiten: intensive care, kinderafdeling en verlosafdeling. Hoe moet het nu verder met beide ziekenhuizen?  Ondergetekende geeft enkele tips.

Storm van protest

Het SZ en het SKB vallen samen onder dezelfde Raad van Bestuur en Raad van Toezicht. Nadat laatstgenoemden bovenstaande plannen in november openbaar maakten, kwam een storm van protest op bij de gemeenteraad en bevolking van Winterswijk.  Hoewel alle gremia van beide ziekenhuizen zoals ondernemingsraad, cliëntenraad en medisch specialisten achter de plannen stonden, viel door het protest een deel van de steun van de medewerkers weg.  

Onenigheid binnen het ziekenhuis

De specialisten zijn sinds 1 mei vorig jaar verenigd in het Medisch Specialistisch Coöperatief (MSC) van de Achterhoek. Het bestuur ervan is nu demissionair en voor een deel afgetreden evenals bestuursvoorzitter Chrit van Ewijk. Het andere bestuurslid Bijar Altalabani heeft zich ziek gemeld. De ervaren directeur van het SKB Erwin Bomers treedt thans op als interim-bestuurder.

Regiogroep met steun van Menzis

Inmiddels heeft de Raad van Bestuur van SZ en SKB een  regiogroep Duurzame medisch specialistische zorg Achterhoek gevormd. Deze bestaat uit dit bestuur, vertegenwoordigers van het genoemde MSC, huisartsen Oost- en West-Achterhoek, verloskundigen in de regio, de Cliëntenraad, Zorgbelang Inclusief, Witte Kruis Ambulancediensten, Achterhoekse colleges van B en W en zorgverzekeraars Menzis en VGZ. Voorzitter is Menzis directeur Joris van Eijck. Deze heeft grote ervaring met haperende samenwerking van ziekenhuizen in Drenthe en in de regio Den Haag. 

Volwaardige specialistische zorg

Met wat voor advies zou deze regiogroep moeten komen? Ik geef enkele tips:

Ik deel de opvatting van de Gemeenteraad in Winterswijk, dat er volwaardige specialistische zorg moet blijven voor de bevolking in het oosten van de Achterhoek. Dat wil niet zeggen dat het ziekenhuis 24/7 open moet blijven voor alle specialismen. Er zijn alternatieven denkbaar in de vorm van een huisartsen-plus centrum, extra ambulancezorg, een acute zorgpost (ook voor spoedverloskunde) met centrale triage, een intensive care afdeling die op afstand wordt gemonitord, het beter vooraf selecteren van zwangeren met kans op complicaties tijdens de bevalling.  Ik weet niet of deze alternatieven al aan de orde zijn geweest in de Achterhoek. Ik weet niet of algemene kennis hierover aldaar toepasbaar is. Ik mag hopen dat de regiogroep start met statistieken over zorgvraag en -aanbod in de Achterhoek, wetenschappelijke inzichten en professionele normen. Daarna kan zij met argumentatie daarvan afwijken als dat voor de volksgezondheid in de Achterhoek beter is.

Drie scenario’s

Op basis van deze kennis zijn verschillende scenario’s te ontwerpen: 1.  Continuering van het bestaande zorgaanbod in Winterswijk en Doetinchem 2. Concentratie van de meeste acute zorgfuncties in Doetinchem en 3. Benutting van eHealth en andere moderne interventies voor acute zorg.  Tegenwoordig kunnen gezondheidseconomen bij elke scenario ook kostenplaatjes maken. Ik raad aan dat Menzis of de Raad van Bestuur deze kostenplaatjes niet zelf berekent. Een onafhankelijk onderzoeksbureau is geschikter om vertrouwen te wekken bij alle belangengroepen.

Electieve zorg meenemen

3. Een ziekenhuis biedt niet alleen acute maar ook electieve zorg aan zoals heup- en knievervangingen en staaroperaties. De genoemde regiogroep neemt ongetwijfeld het zorgaanbod hiervan ook in haar advies mee. In andere regio’s wordt dat aan de onderhandelingstafel oneerbiedig een package deal genoemd. De locatie die enige acute zorg inlevert, krijgt extra gelegenheid om electieve zorg aan te bieden.  Dit betekent voor Winterswijk dat in welk scenario dan ook de werkgelegenheid en de omzet van de gezamenlijke medisch specialisten aldaar behouden blijft.  

Vier perspectieven staan centraal

Ik wens alle partijen in de Achterhoek veel wijsheid en sterkte toe. Ik hoop dat jullie alle scenario’s beoordelen vanuit vier perspectieven: 1. Bevorderen volksgezondheid 2. Bevorderen individuele kwaliteit van zorg 3. Stimuleren van doelmatigheid van zorgverlening en 4. Behoud van de arbeidsmotivatie van alle professionals. Mijn tips gaf ik vanuit deze perspectieven. 

Congressen Guus Schrijvers Academie (GSA)

Op 19 mei organiseert de GSA  het congres ziekenhuiszorg bij groeiende vraag en tekort aan handen toch toegankelijk en betaalbaar in 2030 . Meer info en inschrijven: klik hier.

Juiste Zorg met Juiste Prikkels naar de Juiste Plek

Ziekenhuizen met een sterke oriëntatie op de eerste lijn en VVT-sector draaien financieel slechter dan ziekenhuizen zonder zo’n profiel.  Dat blijkt uit de BDO benchmark.  Ik licht mij stelling toe. Het Röpcke-Zweers Ziekenhuis te Hardenberg heeft een sterke oriëntatie op Vitaal Vechtdal  met vele preventieve en eerstelijnsinnovaties. Op de BDO-rangorde van 64 ziekenhuizen staat deze instelling op 34. Dat wil zeggen dat 33 ziekenhuizen in 2018  financieel beter presteerden. Voor zeven andere ziekenhuizen met een eerstelijns/VVT profiel was het rangordenummer:  Deventer (42), Terneuzen (44), Amsterdam Noord (48), Heerlen Sittard (54), Gorkum (59), Boxmeer (61), en Zoetermeer (64). Gemiddeld scoorden alle hier genoemde acht instellingen 51.

Financiële ziekenhuisprikkel bepaalt succes

Het onderzoeksbureau Strategies in Regulated Markets (SiRM) ondersteunt de bevindingen van BDO op basis van vijftig interviews. Zij doet dat in haar rapport Gelijkgerichtheid  stimuleert Juiste Zorg op de Juiste Plek (JZODJP)  dat Zorgvisie  onlangs besprak. SiRM concludeert: Door geïnterviewden wordt in steeds andere bewoordingen genoemd: Houd rekening met de financiële prikkels. Deze bepalen grotendeels het succes van initiatieven voor JZODJP. Twee voorbeelden zijn:

1. Een vakgroep cardiologie verplaatst zorg naar de eerste lijn. Zij ondersteunt huisartsen met consulten. Die verwijzen minder patiënten door. De vakgroep  ontvangt hierdoor  minder inkomen. Want de MSB waarvan de vakgroep een onderdeel is, verdeelt de totale inkomsten op basis van onder meer het aantal behandelde unieke patiënten. Ook al maakt de vakgroep  evenveel uren als vroeger.

2. Er zijn medisch specialisten die samenwerken in een regiomaatschap. Zij willen enkele ingrepen in een bepaald ziekenhuis concentreren. Dit gaat ten koste van de omzet van een ander ziekenhuis. De financiële prikkel voor dat ziekenhuis belemmert hier JZODJP.

De juiste financiële prikkels

Kortom, BDO stelt vast dat JZODJP niet loont en Sirm dat dat komt door verkeerd afgestelde financiële prikkels. Op basis van hun bevindingen volgen hier enkele tips om de financiële prikkels  voor ziekenhuizen in de JZODJP-stand te krijgen.

1. Verbeter de financiële positie van de hierboven genoemde acht JZODJP-ziekenhuizen.

2. Maak de jaarbegroting op basis van DBCs minder belangrijk. Vervang die door meerjarige afspraken tussen ziekenhuizen, MSBs  en zorgverzekeraar op basis van JZODJP-regiobeelden en transformatiefonds-uitkeringen.

3. Vervang het interne inkomen-verdeelmodel over specialisten op basis van productie-indicatoren door een dagdelen-dienstenmodel. Hierbij ontvangen specialisten alleen op basis van  dagdelen en ANW-diensten hun inkomen.

4. Behoud bij electieve zorg zoals het plaatsen van een nieuwe heup wel productie-afspraken maar hanteer die zonder direct verband met de eigen inkomsten van een specialist.

Moge JZODJP slagen door het plaatsen van de juiste financiële prikkels binnen ziekenhuizen, de eerste lijn en de VVT-sector. Deze blog ging alleen in op die voor ziekenhuizen. Ik kom nog terug op de twee andere sectoren.

JZODJP-congres op 28 november 2019

De auteur van het hier besproken SiRM-rapport, Jan-Peter Heida, vult een sessie op het congres Juiste Zorg op de Juiste Plek, hoe nu verder? Hij gaat samen met de deelnemers in op mogelijkheden op de financiële prikkels binnen ziekenhuizen zo af te stemmen, dat ze Juiste Zorg stimuleren. Natuurlijk is daar draagvlak en goede wil voor nodig binnen en buiten de ziekenhuizen. Maar laten we op het congres nu eens beginnen met het bedenken van goede prikkels die technisch kunnen werken en niet te omzeilen zijn. Wil jij hierover meedenken? Klik dan hier, lees de congresbrochure, meld je aan en doe nieuwe kennis(sen) op. 

Top ziekenhuiszorg geeft visie en tips over (regionale) samenwerking

‘Er zijn wettelijk heel veel mogelijkheden voor samenwerking tussen ziekenhuizen die toegang, kwaliteit of doelmatigheid van de zorg nastreven.’ Aan het woord is econoom en jurist Berend Reuder, mededingingsadvocaat bij kantoor Stek te Amsterdam. Hij is een van de sprekers tijdens het congres regionale samenwerking van ziekenhuizen op woensdag 26 juni in Utrecht.

Concurrentiebeperking

Reuder kijkt hierbij niet alleen naar de voordelen van de samenwerking voor de patiënt en verzekeraar, maar ook in hoeverre er concurrentie bestaat ten aanzien van de desbetreffende zorg en de samenwerking deze kan beperken. Als meerdere ziekenhuizen dezelfde zorg aanbieden, betekent dat nog niet dat er ook daadwerkelijk sprake is van onderlinge concurrentie. Dit kan bijvoorbeeld te maken hebben met het specifieke karakter van de zorg, gebrek aan transparantie op het gebied van kwaliteit en het ontbreken van effectieve selectieve inkoop(mogelijkheden) voor verzekeraars. In een voorgesprek met ondergetekende licht hij toe: ‘Als geen sprake is van onderlinge concurrentie, kan de samenwerking ook niet de concurrentie beperken ten opzichte van de bestaande situatie.’ Tijdens zijn sessie op het congres biedt hij een overzicht van deze casuïstiek en beantwoordt hij vragen op dit gebied.

Rol ACM

Of zijn verhaal in lijn is met dan van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) kunnen congresdeelnemers checken via de plenaire voordracht van Bart Broers. Hij is de ACM-directeur Zorg en sluit het congres af. De titel van zijn voordracht luidt: ‘Samenwerking en mededinging’.

Primeurs

Dezer dagen vinden voorgesprekken plaats met alle veertien sprekers voor het congres op 26 juni. Tal van sprekers komen met primeurs; nieuwe informatie die nog niet in de vakpers of in rapporten is gepubliceerd. Ik noem enkele voorbeelden:

  • Bert Kleinlugtenbeld is bestuursvoorzitter van ziekenhuis Nije Smellinghe te Drachten en voorzitter van de Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen (SAZ-)ziekenhuizen. Zeg maar van de streekziekenhuizen die meestal kleiner zijn dan de topklinische ziekenhuizen en de Universitair Medische Centra (UMC’s). Hij gaat in op de transformatie van al “zijn” 28 ziekenhuizen naar gezondheidsorganisaties. In een ander bericht schrijf ik hier uitvoerig over. Bovendien, en dat is nieuw, gaat hij in op electieve zorg die steeds meer bij de SAZ ziekenhuizen terecht komt en op de nieuwe term netwerkziekenhuis. Hiermee wordt in het buitenland een ziekenhuis aangeduid dat zelfstandig functioneert, maar wel hoort tot een een netwerk rond bijvoorbeeld een UMC.
  • Kleinlugtenbeld is niet de enige die op het netwerkziekenhuis ingaat. Jos Aartsen is bestuursvoorzitter van het UMC Groningen. Op het congres 26 juni presenteert hij het goede samenwerkingsvoorbeeld van zijn ziekenhuis met de Ommelander Ziekenhuis groep. Dat ziekenhuis heeft een eigen Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen. Aandeelhouder is het UMC Groningen. Hij doet uit de doeken hoe deze samenwerking loopt en is ontstaan en beantwoordt de vraag of over tien jaar alle ziekenhuizen tot zo’n netwerk behoren.
  • Hans van der Schoot was tot voor kort bestuursvoorzitter van het OLVG te Amsterdam. Thans is hij voorzitter van de koepel Samenwerkende Topklinische OpleidingsZiekenhuizen. Deze staan in grotere steden als Tilburg, Arnhem en Enschede en ook in de grote steden met een UMC. De samenwerking met deze laatste instellingen stokte vroeger wel eens door niet tembare ego’s bij beide samenwerkingspartners. Nu gaat het beter, mede omdat de schaarste aan personeel en geld noopt tot samenwerking. Van der Schoot licht dit toe.
  • Bestuursvoorzitter Bart Berden van het Elisabeth/Tweesteden ziekenhuis geeft hiervan een voorbeeld. Vijftig jaar geleden vielen alle ziekenhuizen in Tilburg en omgeving onder één regionale stichting. Door alle fusies in de laatste twintig jaar is dat anno 2019 opnieuw het geval. (Waarom) gaat de samenwerking nu harmonieuzer dan in de slangenkuil van de jaren zeventig van de vorige eeuw?
Maatschappelijk verantwoord

Wij hopen dat het congres op 26 juni een gunstige invloed heeft op de samenwerking tussen ziekenhuizen in de komende jaren. Laat deze door de zorginhoud gedreven blijven, maatschappelijk verantwoord zijn en steeds weer win-winsituaties creëren.

De ervaring van vorige ziekenhuiscongressen van de Guus Schrijvers Academie leert dat er per ziekenhuis vaak twee deelnemers komen. Want in je eentje kun je niet alle parallelsessies volgen. Interesse om het congres bij te wonen? Bekijk dan het programma en de sprekers op de congrespagina, schrijf je in, leer van de goede voorbeelden van collega’s en discussieer mee over de toekomst van de ziekenhuiszorg.

Suggesties voor betere ziekenhuiszorg vanaf 2017

In de komende maanden gaan politieke partijen aan de slag met hun verkiezingsprogramma. Na de verkiezingen op 15 maart 2017 spelen deze een belangrijke rol in de formatie en vormen de basis van het beleidsprogramma van het nieuwe kabinet. De komende tijd geef ik mijn ideeën voor de zorgparagraaf van de nieuwe verkiezingsprogramma’s. Samen met jouw suggesties wil ik die in maart bundelen en opsturen naar politieke partijen. Deze bijdrage gaat over de ziekenhuiszorg. Al eerder deed ik suggesties voor het verbeteren van de eerstelijn. De andere zorgsectoren volgen later.

Mijn tien programmapunten voor de ziekenhuiszorg zijn:

  1. Er komen uniforme bijsluiters (folders) bij operaties, chemokuren en radiotherapeutische interventies. Deze bijsluiters bevatten precieze informatie over de effectiviteit, de bijwerkingen en de kans op calamiteiten.
  2. Ziekenhuizen, medisch-specialistische bedrijven en zorgverzekeraars sluiten overeenkomsten voor de lange termijn. Hierdoor wordt het jaarlijkse onderhandelen minder belangrijk en komt er meer rust.
  3. De dbc/dot-bekostiging blijft bestaan voor electieve ingrepen. Voor chronische aandoeningen komen keten-dbc’s. Spoedeisende zorg wordt betaald op basis van kenmerken van de populatie van het verzorgingsgebied. Hierdoor stimuleren financiële prikkels de continuïteit en beschikbaarheid van de zorg.
  4. Er wordt een eerste stap gezet om specialisten in dienstverband te brengen bij de ziekenhuizen en te laten vallen onder de Wet normering topinkomens.
  5. Medisch-specialistische bedrijven krijgen het recht een of meer bestuursleden te benoemen in het ziekenhuisbestuur.
  6. Arbeidstijdverkorting van medisch specialisten wordt gefaciliteerd met experimenten. Te denken is bijvoorbeeld aan de invoering van drie in plaats van twee diensten per dag zoals bij verpleegkundigen.
  7. Ziekenhuizen worden financieel geprikkeld om hun digitalisering met kracht voort te zetten zoals gebeurt in de Verenigde Staten dankzij het programma Meaningful Use.
  8. Zorgverzekeraars en inspectie uniformeren de uitvraag van gegevens over de kwaliteit en verrichtingen van ziekenhuizen.
  9. Vele ziekenhuizen gebruiken de Net Promotor Score als eenvoudig instrument om ervaringen van hun patiënten te meten. Ziekenhuizen maken deze score voortaan openbaar.
  10. Er komen per ziekenhuisdivisie aparte cliëntenraden met leden die uit de kring van de patiëntendoelgroep van die divisie komen.
Jouw suggesties?

Dit zijn mijn tien punten over de ziekenhuiszorg voor de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen. Ik nodig jou uit om hieronder nieuwe punten toe te voegen, of bovenstaande punten aan te vullen of te schrappen. Ik ben benieuwd naar jouw reactie!

 

 

Wat vinden patiënten belangrijk bij het geven van rapportcijfer aan ziekenhuis?

In welke mate zou u deze dienst/activiteit van ziekenhuis X aanraden aan vrienden, familie, collega’s? Met deze ene vraag meten tal van ziekenhuizen ervaringen van patiënten per specialisme. Patiënten geven antwoord op deze vraag door hun score aan te geven op een elfpuntsschaal: nul betekent absoluut niet en tien betekent in maximale mate.

net promoter score (NPS)NPS
Wie nul tot zes scoort, is een criticaster (zie afbeelding) en gaat het specialisme niet promoten. Wie negen of tien scoort, gaat het specialisme promoten via mond-tot-mond reclame. Passief tevredenen zijn zij die een zeven of acht scoren. Samengevat staat het antwoord op deze vraag bekend als de Net Promotor Score (NPS). Hierbij wordt het percentage van de promotoren verlaagd met dat van de criticasters. Zie hiervoor de afbeelding.

Handboek
De meeste ziekenhuizen meten eens in de drie maanden. Velen hebben een positieve NPS van twintig tot veertig procent. De NPS wordt in veel bedrijfstakken toegepast. Sommige sectoren, zoals de bankensector hebben een negatieve NPS’. Over de NPS bestaat een handboek: Reichheld FF, De ultieme vraag: zou u ons bedrijf aanbevelen?

Manipuleren
De NPS is op twee manieren te manipuleren. Ten eerste door extra zorg te bieden kort voor het invullen van de score door de patiënt. Als dat gebeurt aan het einde van het ontslaggesprek met de verpleegkundige, loont het de moeite om in dat gesprek veel aandacht te besteden aan bijvoorbeeld de nazorg. Een andere manier is het ronselen van gunstige scores. In het laatstgenoemde gesprek vragen -of liever gezegd bedelen- arts of verpleegkundige om een hoge score. Dat betekent dat bij goede scores de meetvaliditeit onderwerp van discussie moet zijn. Bij een slechte NPS is een uitgebreide vragenlijst zoals de CQ-ndex een middel voor nadere analyse van de oorzaak. In mijn meest recente boek Zorginnovatie volgens het Cappuccinomodel besteed ik uitgebreid aandacht aan de NPS.

Transparantie
Al deze kennis kwam aan de orde in een voordracht van ondergetekende bij de adviesraad Zorg van de ABN Amro Bank. Die vond plaats op maandag 9 november te Amersfoort. Ik pleitte voor toepassing van de NPS. Tal van ziekenhuisbestuurders, leden van de adviesraad, bleken deze al te hanteren. Zij publiceren de NPS evenwel niet in hun kwaliteitsjaarverslag of op hun website. Ik vind dat zoiets wel zou kunnen in deze tijd van transparantie. Dan weten patiënten wat de ervaringen van andere patiënten zijn. Dat bevordert hun bewuste keuze.

Behoeften patiënten
Tijdens mijn voordracht deelde ik een overzichtsartikel uit dat gaat over wat patiënten daadwerkelijk willen. Dat zijn negen aspecten van zorg, te weten: 1 Beter worden 2. Tijdige zorg 3.Vriendelijkheid 4.Hoop en zekerheid 5, Continuïteit, keuze-opties en coördinatie 6. Eigen kamer 7. Geen eigen bijdragen 8. De beste arts 9. Medicatie en chirurgische ingrepen die geen gedragsverandering vereisen.

Onbelangrijk
Wat zij niet belangrijk vinden betreft zes andere aspecten: 1. doelmatigheid van zorg, 2. statistieken in massamedia, 3. gelijke toegang tot de zorg voor iedere patiënt, 4. belangenverstrengeling van medisch handelen en inkomen, 5. de totale kosten van een interventie en 6. de totale kosten van de zorg als percentage van het nationale inkomen. Als je het volledige artikel wilt lezen, een aanrader vanwege de Machiavellistische en cynische toon, klik dan hier.

Willen patiënten meebeslissen als derde partij?

Willen jullie meebeslissen over de begroting die zorgverzekeraar en zorgaanbieder samen vaststellen? Nee, dat willen wij niet! Dat was de unanieme reactie toen ik gisteren deze vraag opwierp. In vakjargon heet dat: willen jullie derde partij zijn? Ik stelde die vraag aan een groep leden van cliëntenraden van ziekenhuizen. Zij reageerden met drie argumenten:
1. Wij hebben geen verstand van financiële aspecten van de zorg.
2. Dan maken wij vuile handen en moeten meebeslissen over schaarste aan zorg aan andere patiënten.
3. Daar hebben we geen tijd voor. We hebben al zo’n volle agenda tijdens de bijeenkomsten met onze Raad van Bestuur.

Ik benieuwd wat jullie van deze zienswijze en argumentatie vinden. Graag je reactie hieronder of naar: mail@guusschrijvers.nl

Bezieling; dat hebben ziekenhuizen nodig!

Ziekenhuizen van de toekomst gaan zich opnieuw bundelen rond thema’s, bijvoorbeeld als diagnostisch centrum of als ondersteuner voor de eerstelijn. De indeling van ziekenhuizen naar medisch specialisme is uit de tijd. Deze bevindingen bracht Hein Abeln naar voren op zaterdag 15 februari tijdens de herdenking van de 100ste geboortedag van prof. Joop Hattinga Verschure op het UMC Utrecht.

Abeln is bestuursadviseur en partner van adviesbureau Twynstra  Gudde te Amersfoort. Hij schetste drie ontwikkelingen voor medisch specialisten sinds de jaren zeventig. Ten eerste sturen ziekenhuisbestuurders tegenwoordig meer op collectieve ambitie en bezieling dan op het faciliteren van maatschappen van medisch specialismen. Ten tweede is het bijhouden van de eigen vakkennis thans van nog grotere betekenis dan vroeger. Ten derde vindt veel meer sturing plaats op uitkomsten van behandeling en zorg.

Genuanceerd

Oud-student Abeln memoreerde dat zijn professor Joop Hattinga Verschure al deze ontwikkelingen al had voorzien, toen hij als hoogleraar ziekenhuiswetenschappen bij de Medische Faculteit Utrecht (1971-1984) werkte. Ondergetekende (ook oud-student) volgde in 1987 de genoemde Hattinga Verschure op. Ik herinnerde de ruimt zestig symposium deelnemers eraan, hoe genuanceerd Hattinga Verschure altijd was. Hij zei vaak: het is altijd én – én en nooit of – of. Patiënt de baas of de dokter? Nee. Het is én – én. Overheidssturing of marktwerking? Nee. Het is én – én. Centralisatie of decentralisatie? Beiden moeten gebeuren.

Mantelzorg

Tijdens het symposium ging ook grote aandacht uit naar het begrip mantelzorg, dat Hattinga Verschure bedacht in 1971. Mantelzorg zonder liefde is niet mogelijk, aldus Hattinga Verschure. Deelnemers aan het symposium wezen erop, dat mantelzorgrelaties vaak verzuurd zijn. Zoals ook huwelijken slecht kunnen zijn. Is er dan geen sprake van mantelzorg? Ben je geïnteresseerd in de PowerPoint presentatie van Hein Abeln? klik dan hier.