Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Continuïteit: een vergeten aspect van kwaliteit van zorg

In de medische wereld worden doorgaans zes aspecten van kwaliteit van zorg onderscheiden. De zorg moet zijn: veilig, persoonsgericht, effectief, doelmatig, tijdig en voor iedereen toegankelijk. Ik pleit ervoor een zevende dimensie toe te voegen: continuïteit.

To Err is Human

In het jaar 1999 benoemde het vermaarde Amerikaanse Institute of Medicine en Nizagara Online zes aspecten van kwaliteit van zorg. Het instituut beschreef dat in het wereldberoemde rapport To Err is Human. Sindsdien kregen deze zes aspecten grote betekenis voor het kwaliteitsbeleid van overheidsinstanties, ziekenhuizen en professionele organisaties in de Verenigde Staten, Nederland en in vele andere landen.

Continuïteit

Toch ontbreekt er één dimensie: continuïteit van zorg. Die is vergeten. Ik kom daarop, omdat uit een recent onderzoek van Philips blijkt dat burgers van landen met samenhangende zorg aanmerkelijk meer vertrouwen hebben in hun gezondheidszorg, dan in landen waar dit niet het geval is. Ik stel daarom voor om continuïteit van zorg als zevende kwaliteitsaspect toe te voegen aan de zes bovengenoemde.

Vier dimensies

Het aspect continuïteit van zorg kent vier dimensies. De eerste betreft de continuïteit-in-persoon. De grote waardering voor Nederlandse huisartsen stoelt hierop: de huisarts heeft een naam. Burgers hebben hun eigen huisarts. De tweede dimensie gaat over continuïteit-in-informatie. Een patiënt mag in Nederland verwachten dat een professional een dossier bijhoudt. En dat bij doorverwijzing informatie hieruit meegaat naar de volgende professional.

Multi Disciplinair Overleg

De derde dimensie heeft te maken met continuïteit-van-behandeling. Een patiënt met een complexe aandoening mag verwachten dat alle betrokken professionals uit bijvoorbeeld eerste en tweede lijn hetzelfde behandeldoel nastreven. In deze dimensie staat het MDO centraal: het Multi Disciplinair Overleg. De vierde en laatste dimensie is de logistieke continuïteit. Tal van ziekenhuizen bieden potentiële kankerpatiënten tegenwoordig sneldiagnostiek aan. Dat is prima. Maar kan de eventuele behandeling daarna binnen een redelijke termijn aanvangen? Als dat zo is, dan is de logistieke continuïteit geborgd.

Zorginnovatie

Onlangs adviseerde ik een huisarts en een fysiotherapeut over het evalueren van een door hen en hun collega’s ontwikkelde zorginnovatie. Deze betrof een orthopedisch programma in de eerste lijn. Bij klachten aan het houdings- en bewegingsapparaat gaan diagnostiek en eerstelijnsbehandeling verder dan bij gebruikelijke zorg. Patiënten die toch nog worden verwezen naar een orthopeed, komen vrijwel altijd in aanmerking voor een operatie.

Evaluatie

De betrokken professionals wilden meteen evalueren op kosten en patiëntentevredenheid. Mijn advies was om eerst naar de vier continuïteitsdimensies te kijken. Want verbetering daarin vormt de eerste uitkomst van ketenzorg. Verbetert de continuïteit, dan zijn als secundaire uitkomstmaten ook de kosten en tevredenheid mee te nemen. De huisarts en fysiotherapeut namen mijn advies over. Zelfs zij -vol ambitie voor multidisciplinair samenwerken en transmurale zorg- waren de continuïteit van zorg als kwaliteitskenmerk vergeten.

Congres

Op het congres over samenwerking tussen eerste lijn en jeugdteams op 29 september komt het kwaliteitsaspect ‘continuïteit’ uitgebreid aan de orde. Op alle vier de dimensies loopt het continuïteitsaspect spaak tussen beiden. Wil je weten wat oplossingen zijn voor betere continuïteitsborging van zorg bij verwijzing tussen beide domeinen? Wil je in één dag kennis nemen van tal van goede voorbeelden? Schrijf je dan hier in.

7e Nationale E-health Congres 10 november 2017

Wat is de meerwaarde van e-health voor diagnostiek, therapie, nazorg en patiënten? Hoe kunnen we goede voorbeelden sneller verspreiden? En aan welke kwaliteitseisen moet een goed e-health voorbeeld voldoen? Deze (en andere) vragen worden beantwoord op het 7e Nationale E-health Congres op 10 november 2017 in Utrecht. Het interactieve congres bestaat uit korte voordrachten, workshops en flitspresentaties.

Kwaliteitsvragen

De zorg verandert in de komende jaren en e-health speelt daarbij een steeds grotere rol. Vragers en aanbieders van e-health oplossingen willen snel vooruit, maar worden geconfronteerd met kwaliteitsvragen over effectiviteit, gebruikersacceptatie en privacy. Remt dit de e-health ontwikkelingen? En hoe kunnen app-ontwikkelaars en wetenschappers elkaar versterken? Ook deze vraagstukken komen ruimschoots aan bod op het congres.

Hoofdtaken

Tot het vakgebied van artsen en andere zorgprofessionals behoren vier hoofdtaken: 1. Preventieve advisering 2. Diagnose stellen op basis van anamnese, aanvullende diagnostiek en wetenschappelijke kennis 3. Behandeling op basis van evidence based medicine en 4. Nazorg en begeleiding. Dit congres is ingedeeld naar deze vier hoofdtaken. De volgende vragen worden per hoofdtaak beantwoord:

  • Welke meerwaarde heeft e-health?

  • Wat zijn succesfactoren en randvoorwaarden om e-health goed tot haar recht te laten komen?

  • Welke vorm van verandermanagement is geschikt voor een snelle verspreiding?

  • Wat kan je als congresdeelnemer zelf met de gepresenteerde innovaties?

Flitspresentaties

Tijdens het congres zijn er ook een aantal flitspresentaties over actuele e-health onderwerpen. Er is nog ruimte voor enkele flitspresentatoren die kort en bondig iets willen vertellen over een zorginnovatie (bijvoorbeeld een nieuw zorgpad voor telemedicine), een nieuwe app of nieuwe software, een nieuwe cursus, of een recent onderzoek naar e-health-aspecten. Wil jij graag flitspresentator zijn op dit congres? Stuur dan (voor 1 september) een mail met daarin kort omschreven wat het onderwerp en doel van je presentatie is naar: mail@guusschrijvers.nl.

Doelgroep

Het congres is bedoeld voor zorgprofessionals (artsen, verpleegkundigen en paramedici), zorgmanagers, leidinggevende professionals en beleidsmakers in de cure en de care, directeuren en bestuursleden van zorg- en welzijnsorganisaties, zorgverzekeraars, ICT- en informatiemanagers, managers innovatie, projectleiders, brancheorganisaties en patiëntenverenigingen en alle anderen die werkzaam zijn of interesse hebben in e-health.

Informatie en inschrijving

Meer informatie over het 7e Nationale E-health Congres en het inschrijfformulier vind je hier. De congresfolder met het volledige programma kan je hier bekijken. De prijs bedraagt 345 euro (btw-vrij).

Verschil in missie en structuur belemmert samenwerking wijkteams met eerste lijn

Vrijdag 29 september vindt een congres plaats over samenwerking tussen sociaal en medisch domein, zeg maar tussen wijkteams en eerste lijn. Uitgangspunt van dit congres is de gedachte dat deze twee niet zonder elkaar kunnen. Want bij gezondheid en welzijn gaat het zowel om sociale-, geestelijke- als fysieke aspecten van het leven. Een vereiste voor samenwerking tussen wijkteams en eerste lijn is dat missie en structuren op elkaar lijken. Dat blijkt in de praktijk vaak niet het geval te zijn. Hieronder een vergelijking.

Wijkteams

In theorie zijn de vier meest genoemde argumenten voor het bestaan van wijkteams: 1. Laagdrempeligheid (dicht bij de mensen en hun vragen) 2. Integrale aanpak (één huishouden, één plan, één regisseur); 3. Multidisciplinair werken (diverse hulpverleners, korte lijnen, uitwisseling expertises); 4. Preventie en vroegsignalering (eerder signaleren, vroegtijdig ingrijpen, erger voorkomen, outreachend werken). Deze argumenten zijn vergelijkbaar met die voor huisartsen met hun kernwaarden generalistisch, persoonsgericht en continuïteit van zorg.

Verschillende organisatievormen

Uit een landelijke peiling in 2017 bleek dat 87% van de gemeenten werkt met één of meer (wijk)teams. In de praktijk kozen gemeenten voor verschillende organisatievormen. Model A is een breed integraal team, dat zoveel mogelijk hulpvragen -ook specialistische- oppakt. Zo nodig vliegt het wijkteam kennis van specialisten van buiten in. De doelgroep is iedereen van 0 tot 100 jaar. In dit team bestaat de meeste kans op samenwerking met de eerste lijn, die zich ook richt op alle burgers.

Domeinteams

Model B zijn domein- of doelgroepspecifieke teams. Meerdere teams functioneren naast elkaar op afgebakende domeinen of voor specifieke doelgroepen. Heldere werkafspraken voorkomen overlap. Soms werken de teams als voorpost. Denk aan een specifiek team voor jongeren of voor mensen met verstandelijke beperkingen. Deze teams sluiten goed aan op ketenzorgorganisaties oftewel zorggroepen die zich ook richten op specifieke groepen, zoals mensen met diabetes.

Generalistische teams

Model C is een generalistisch team dat functioneert als voorpost voor de daarachter liggende, meer gespecialiseerde teams. Het generalistische team kan verwijzen naar een van de specialistische teams. Er zijn meerdere teams, maar voor de burger is er één toegangspunt. Een dergelijke voorpost maakt samenwerking met de eerste lijn niet eenvoudig. Want huisartsen zijn gewend te verwijzen naar een persoon en niet naar een anonieme voorpost. Bovendien staat voor hen de expertise centraal.

Afwijkende structuren

De rechtsvorm van de wijkteams kan ook verschillen. Een veel voorkomende variant is dat de gemeente het wijkteam in eigen beheer neemt. Hierbij komen de medewerkers van het wijkteam in dienst van de gemeente of zijn ze gedetacheerd vanuit hun moederorganisatie. Dit heeft als voordeel dat de juridische verantwoordelijkheid duidelijk bij één organisatie (de gemeente) ligt en dat de gemeente haar budgetverantwoordelijkheid optimaal kan dragen. Nadelen kunnen zijn: mogelijk hogere kosten, minder flexibiliteit (bij indienstneming) en de invloed van de politieke waan van de dag. In de eerste lijn bestaat vaak wantrouwen over het functioneren van gemeentelijke diensten, die minder snel kunnen reageren.

Zelfstandige aanbieders

In een andere organisatiestructuur heeft het wijkteam geen rechtspersoon. Medewerkers blijven in dienst van de aanbieders van welzijn. Er is een subsidie- of inkooprelatie tussen de gemeente en aanbieders met rechten en plichten. Nadelen van deze optie zijn: beperkte sturingsmogelijkheden voor de gemeente en een lastiger overgangssituatie van oud naar nieuw, doordat met veel belangen rekening moet worden gehouden. De kans op een uitnodigend beleid naar de eerste lijn is gering, omdat het team veel bezig is met eigen inside fights.

Hoofdaanbieder

Een gemeente kan ook één hoofdaanbieder de opdracht geven een multidisciplinair sociaal wijkteam op te zetten en daarbij andere aanbieders te betrekken. Het wijkteam is geen rechtspersoon. Medewerkers blijven in dienst van de aanbieders van welzijn. Voordeel voor de gemeente is dat er in dat geval één aanspreekpunt is. Mogelijk spelen eigenbelang van de hoofdaannemer en vraagstukken rond aansprakelijkheid weer een negatieve rol. Samenwerking met de eerste lijn verloopt hier moeizaam: er bestaat geen eenheid van beleid en bestuur.

Multidisciplinaire wijkteams

Bij de vierde variant heeft het wijkteam als taak om een multidisciplinair sociaal wijkteam op te zetten, te coördineren en aan te sturen. De gemeente heeft één gesprekspartner. Medewerkers zijn in dienst van de stichting. Deze rechtspersoon, los van de gemeenten en los van de aanbieders, is nog het meeste vergelijkbaar met de eerste lijn. Op het congres komen workshops voor uit Lelystad en Leeuwarden die allebei met een aparte stichting werken.

Kwadrant financiering

Een ander onderwerp op het congres in Utrecht is de kwadrant financiering die vanaf 2018 de eerste lijn gaat bekostigen. Financiering op regioniveau maakt de samenwerking met het sociale domein eenvoudiger. In een eerder bericht ging ik hierop reeds in.

Congres

Op het congres op 29 september komen missie, structuren en financiering van het sociale en medische domein uitgebreid aan de orde, zowel in theoretische beschouwingen als in concrete voorbeelden. Wil jij je ervaringen en inzichten delen en toetsen aan die van sprekers en andere deelnemers, geef je dan hier op.

Nieuw kwaliteitskader langdurige zorg stelt lerende organisatie centraal

Begin dit jaar publiceerde het Zorginstituut Nederland een kwaliteitskader voor de verpleeghuiszorg: Samen leren en verbeteren. Het kader gaat over de zorg en ondersteuning van cliënten die 24 uur per dag aangewezen zijn op zorg en ondersteuning op basis van de Wet Langdurige Zorg. Hieronder valt ook de langdurige zorg aan mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen, verstandelijke beperkingen en lichamelijke beperkingen.

Uitgangspunten

Het kader formuleert tien uitgangspunten, waarvan er twee nieuw zijn in de langdurige zorg:

  1. De nadruk ligt op leren als basis voor kwaliteitsverbetering;
  2. De focus hierbij ligt op samen leren: zowel intern met cliënten, naasten en zorgverleners als extern met andere zorgorganisaties, ouderenbonden, zorgcoöperaties en zorgkantoren.
Richtsnoer

De auteurs van het kader werken deze punten uit in concrete voorstellen voor beleid binnen instellingen. De inspectie en de Nederlandse Zorg Autoriteit gaan het als richtsnoer gebruiken voor hun eigen beleid. Het vormt het kader voor extern toezicht en voor inkoop en contracteren van zorg.

Congres

Het kwaliteitskader langdurige zorg is een van de hoofdonderwerpen op een congres over kwaliteit en bekostiging van langdurige zorg op 15 maart 2018 in Utrecht. Zoals de titel van het congres al doet vermoeden, is het andere hoofdonderwerp de bekostiging van de 24 uurs zorg.

Rugzakjes

Hierbij gaat het niet alleen om de vraag hoeveel geld er nodig is om kwalitatief en kwantitatief te voldoen aan de vraag naar deze zorg. Ook wordt stilgestaan bij de vraag of de bestaande bekostiging gehandhaafd blijft op basis van rechtstreekse afspraken met het zorgkantoor. Of gaat de langdurige zorg misschien betaald worden via rugzakjes van cliënten?

Productieafspraken

Ten derde komt de betaaltitel aan de orde: blijft die alleen op basis van productieafspraken over opnamen en verpleegdagen? Of gaat ook de mate waarin een instelling slaagt om een lerende organisatie te worden meespelen?

Binnenkort vind je op deze website meer informatie en een uitgebreide brochure over het congres over kwaliteit en bekostiging van de langdurige zorg op 15 maart 2018. Save the date!

Zijn wachttijden op websites van ziekenhuizen zinvol?

Een ziekenhuispatiënt hoort dan er een wachttijd voor zijn operatie bestaat van zes maanden. Hij zoekt een ziekenhuis met een kortere wachttijd. Dat lukt niet. De Informatie op de verschillende websites klopt niet. Procedures voor reeds gediagnosticeerde zij-instromers ontbreken. Een verslag van een N=1 studie met cursief getypte vragen over de generaliseerbaarheid.

Casus

Kees is een actieve vent van 69 jaar met een HBO-opleiding. Hij valt en bezoekt de Spoedeisende Hulp van het nabijgelegen ziekenhuis met hevige pijn in de heup. De dienstdoende orthopeed stelt de diagnose inwendige kneuzing en bloeding, schrijft pijnmedicatie voor en adviseert fysiotherapie. Kees houdt zich keurig daaraan en keert na vier weken terug op het spreekuur van de orthopeed. De pijn is niet verminderd. Na opnieuw beeldvormende diagnostiek stelt de orthopeed vast dat er een heupvervanging nodig is. Kees stemt hiermee in.

Wachttijd

De arts meldt echter dat binnen haar ziekenhuis een wachttijd bestaat voor deze ingreep van zes maanden. Kees wil voor de ingreep naar een ander ziekenhuis met een kortere wachttijd. Hij wil die zware pijnstillende medicatie niet zo lang blijven slikken. Bovendien zit hij dan nog maanden met pijn en immobiliteit. De orthopeed suggereert dat Kees alle röntgenfoto’s plus andere diagnostische data op een cd-rom laat branden. Want doorzenden via het internet vanuit haar ziekenhuis naar een andere instelling gaat niet lukken. Het branden kost 20 euro.

  1. Is dit een incident?
  2. Kunnen ziekenhuizen geen foto’s via het internet naar elkaar versturen?
  3. Bestaan er ziekenhuizen waar dit wel kan?
  4. Als een orthopeed zich aan de Treeknorm wil houden (maximale wachttijd is 3 maanden), zou het dan niet zo moeten zijn dat deze orthopeed zelf doorverwijst naar een collega met kortere wachttijden?
Geen procedure

Kees belt acht (!) keer naar de assistentes en het afspraakbureau van orthopedie. Zij kennen geen procedure om foto’s op cd-rom te branden. Uiteindelijk wordt hij doorverbonden met een vriendelijke medewerker van de ICT-afdeling. Die kopieert de gegevens op een cd-rom terwijl Kees aan de lijn blijft. Hij hoeft niets te betalen.

  1. Is dit een incident?
  2. Zijn ziekenhuizen niet ingesteld op patiënten die hun foto’s en andere gegevens willen meenemen?
Zorgbemiddeling

De orthopeed beveelt Kees ook aan om zich aan te melden bij de Afdeling Zorgbemiddeling van zijn zorgverzekeraar. De medewerker daar geeft hem alleen de link naar de website van Mediquest en de RTL vergelijkingssite.

  1. Had deze afdeling voor Kees meer kunnen doen dan een website-link aanreiken?
  2. Had Kees mogen verwachten dat een medewerker voor hem contacten zou leggen met ziekenhuizen?
Zorgpad ontbreekt

Kees gaat vervolgens met ziekenhuizen bellen. Hij checkt de gegevens op verschillende ziekenhuiswebsites. Sommige orthopedie-assistenten die hij aan de lijn krijgt, zijn verrast over de vraag. Andere ontkennen dat er gegevens over wachttijden zijn: alles hangt af van de patiënt en diens conditie. Kees vraagt ook of hij de cd-rom alvast zal opsturen: want er is geen diagnostiek meer nodig. Bovendien hoeft hij slechts één polibezoek te plannen. Dan kan niet, er zijn geen specifieke zorgpaden voor zij-instromers die reeds gediagnosticeerd zijn.

  1. Is deze afhandeling generaliseerbaar?
  2. Zijn er bij ziekenhuizen met korte wachttijden inderdaad geen zorgpaden voor patiënten die al gediagnosticeerd zijn?
  3. Moet alle diagnostiek altijd opnieuw?

Kees komt terecht bij een Zelfstandig Behandel Centrum (ZBC). Dat vraagt hem om de cd-rom. Op de poli heeft de orthopeed deze reeds bestudeerd. Hij neemt de diagnostiek over en heeft een gesprek waarbij enige gegevens geverifieerd worden. Hij maakt een afspraak voor een operatie voor over twee weken.

  1. Worden ZBC’s meestal pas ingeschakeld als reguliere ziekenhuizen geen antwoord hebben?
  2. Heeft deze ZBC recht op een volledige DBC/DOT betaling, ook al hoeft er nauwelijks nog diagnostiek plaats te vinden?
Vragen

Deze echt gebeurde casus maakte ik mee bij een patiënt. De naam Kees is gefingeerd. Hij wilde zijn ervaringen graag delen. In het gesprek kwamen de verschillende vragen bij ons op. De belangrijkste staat in de titel van dit bericht:

  1. Zijn wachttijden voor operaties in ziekenhuizen zinvol voor patiënten?

Zijn er lezers die antwoorden op deze vragen hebben? Graag onder dit bericht je reactie.

Workshop

Op dinsdag 18 en 29 augustus geeft ondergetekende in Heerenveen een eendaagse workshop over kwaliteit van zorg vanuit patiëntenperspectief. Dat doe ik op verzoek van patiëntenorganisatie Zorgbelang Fryslân. De beoogde deelnemers zijn kwaliteitsmedewerkers van zorgaanbieders en andere instellingen en cliëntvertegenwoordigers in cliëntenraden en patiëntenorganisaties. Het programma, meer informatie en het inschrijfformulier vind je hier. Deelnemers kunnen eigen casussen, zoals bovenstaande, inbrengen. Docent en andere deelnemers trachten antwoorden te geven.

 

Aantal chronisch zieken kan omlaag

De regering van Ierland tracht het aantal mensen met chronische aandoeningen terug te brengen. Dat doet zij door artsen en verpleegkundigen in te schakelen voor preventieve interventies. Dit voornemen publiceerde zij onlangs in de nota Making Every Contact Count. Wat staat daarin? Is deze aanpak ook bruikbaar voor de nieuwe Nederlandse regering?

leefstijladvisering

In de nota wil de Ierse regering leefstijladvisering integreren in de curatieve zorg. Elke contact dat een huisarts, specialist, verpleegkundige of andere professional heeft met een patiënt, kan daarvoor gebruikt worden. De Ieren verwachten dat patiënten zo steun ervaren om ongezond gedrag te veranderen waardoor het risico op chronische aandoeningen zal verkleinen. Onder chronische aandoeningen vallen kanker, COPD, hart- en vaatziekten en diabetes. Deze aandoeningen betreffen ongeveer 80% van de huisartscontacten in Ierland en 60% van de verpleegdagen in ziekenhuizen.

Piramide-model

De auteurs van de nota hanteren een piramide-model met vier lagen. De onderste laag bestaat alleen uit advies om de leefstijl te veranderen en te attenderen op bijvoorbeeld cursussen die daarvoor bestaan. Dit kost de professional enkele minuten. De tweede laag bevat deze twee interventies plus een inventarisatie van de bereidheid om de leefstijl te veranderen door middel van motivational interviewing.

Langdurige preventies

De derde laag bestaat uit interventies die enige weken duren, bijvoorbeeld een stoppen-met-roken-cursus. De professional verwijst naar zo’n training die veelal plaatsvindt in de eigen instelling of -wijk. De bovenste punt van de piramide bestaat uit interventies van bijvoorbeeld de verslavingszorg voor patiënten die aan de eerste drie lagen niet genoeg hebben. De nota Making Every Contact Count biedt een overzicht van alle interventies in de piramide die bewezen effectief zijn.

Motivational interviewing

Binnenkort start de Ierse overheid samen met koepelorganisaties een miljoenen kostend trainingsprogramma voor alle(!) professionals. Zij oefenen dan motivational interviewing en zelfmanagement ondersteuning. De trainingen reiken ook kennis aan over wat wel en wat niet effectief is. De Ieren baseren hun beleid op goede ervaringen in de Engelse regio Yorkshire en op richtlijnen van het Engelse kwaliteitsinstituut NICE. Bij mijn weten is het de eerste keer dat een regering een nationaal beleid voert om het aantal chronisch zieken te verlagen en daarbij de zorg intensief te betrekken.

Nederland
In Nederland bestaat voldoende draagvlak om in de nieuwe regeerperiode het preventiebeleid te intensiveren. Politieke partijen benadrukten de noodzaak hiervan in hun verkiezingprogramma’s. En de zittende regering verlengde het programma Alles is Gezondheid.

Draagvlak

Of er draagvlak bestaat bij de Landelijke Huisartsen Vereniging, de Federatie van Specialisten, de Vereniging van Verplegenden en Verzorgenden Nederland en bij andere koepelorganisaties kan ik niet goed inschatten. Hun beroepsbeoefenaren hebben het al druk en hebben wellicht geen tijd om na te denken over de vraag: Wat kan ik bijdragen aan de reductie van het aantal mensen met chronische aandoeningen? Maar toch, de core business van alle professionals is gezondheid en niet alleen zorg verlenen als er al klachten of complicaties zijn. Dus kom op, beleidsmakers van nationale organisaties, steek de koppen bij elkaar en volg het Ierse voorbeeld!

Congressen

Op de congressen samenwerking eerstelijn en sociaal domein op 29 september en het 7e Nationale e-health congres op 10 november (nog niet op de website) komt de Ierse aanpak aan de orde. Diverse plenaire inleiders gaan in op dit voorbeeld. Schrijf je in en deel jouw kennis, inzichten en ervaringen op preventiegebied op deze congressen.

Sprekers gezocht voor congres over spoedzorg en medisch- en sociaal domein

Voor het Congres Samenwerking Wijk- en Jeugdteams met Eerstelijn op 29 september en het Spoedzorgcongres op 6 oktober zoeken we nog enkele sprekers. Interesse om een korte (flits)presentatie te geven op een van deze congressen?

Samenwerking eerstelijn en wijkteams

15 juli sluit de inzendtermijn om een voorstel te doen voor een flitspresentatie voor het congres over recente ontwikkelingen in samenwerking tussen eerstelijn en wijkteams op 29 september. Op dit congres wordt stilgestaan bij de vraag hoe je de samenwerking tussen eerstelijn en wijk- en jeugdteams vorm geeft: Welke problemen levert dit op? Maar vooral: waar liggen de oplossingen, kansen en mogelijkheden? Voor de flitspresentaties zijn we op zoek naar goede voorbeelden, projecten en initiatieven die erop gericht zijn om genoemde samenwerking te verbeteren en innovaties te verspreiden.

Spoedzorgcongres

Ook voor het spoedzorgcongres (6 oktober) sluit de inzendtermijn voor flitspresentaties 15 juli. Een aantal vragen staat centraal op deze dag: hoe stemmen we de acute zorg beter op elkaar af? Wat doen we aan preventie? En wat kunnen we doen aan de stijgende werkdruk? Voor de flitspresenaties op dit congres zoeken we pas gestarte projecten, pas geschreven nota’s en artikelen om de spoedzorg te innoveren.

Onderwerpen

Alle flitspresentaties duren zeven minuten. Daarna is er tijd voor een korte discussie en vragen uit de zaal. De flitspresentaties kunnen gaan over: 1. Een zorginnovatie (bijvoorbeeld een nieuw zorgpad). 2. Een nieuwe app of nieuwe software. 3. Een nieuwe cursus 4. Een recent gestart- dan wel reeds gepubliceerd onderzoek.

Aanmelden

Wil jij graag flitspresentator zijn op een van beide congressen? Stuur dan vòòr 15 juli een mail met daarin kort beschreven wat het onderwerp van je presentatie is naar: mail@guusschrijvers.nl. Kandidaten ontvangen medio augustus bericht of hun presentatie is geselecteerd. Er worden alleen onderwerpen geaccepteerd die die reeds draaien en kwantitatief of kwalitatief zijn geëvalueerd.

Meer informatie

Wil je meer informatie over een van beide congressen of je inschrijven als deelnemer? Wil je in één dag op de hoogte raken van vele recente ontwikkelingen in beleid, praktijk en wetenschap? Wil je nieuwe kennis(sen) opdoen? Klik dan op bovenstaande links en download de congresbrochure of schrijf je in.

Zet transferpunten in voor verwarde ouderen

De opvang van verwarde ouderen staat vol in de belangstelling. Er zijn tal van goed bedoelde initiatieven, maar deze zijn ongecoördineerd en benutten niet de kennis en inzet van zogeheten transferpunten. Vrijwel alle ziekenhuizen hebben verpleegkundigen en maatschappelijk werkers die het traject voorbereiden voor patiënten die nazorg behoeven. Zij werken vanuit deze transferpunten.

Overgang naar huis

Op de tien ontslagen patiënten zijn er één of twee die nog thuiszorg, hulpmiddelen of een tijdelijk verblijf in een revalidatiecentrum, zorghotel of verpleeghuis behoeven. In de grotere ziekenhuizen tellen transferpunten tien tot vijftien professionals die even zoveel patiënten per dag begeleiden bij de overgang naar huis en de inzet van hulp thuis.

Minder bedgebruik

Ondergetekende was een van de ontwerpers van deze transferpunten, die al snel het verkeerde bedgebruik in ziekenhuizen omlaag brachten. De transferpunters hebben grote kennis van de zorg binnen én buiten het ziekenhuis. Vaak werken binnen het punt verpleegkundigen van het ziekenhuis, van thuiszorgorganisaties en van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ).

Avond- en nachtdiensten

De transferpunten zijn nu alleen tijdens kantooruren in bedrijf. Regelmatig stond binnen de vereniging van transferverpleegkundigen ter discussie of de transferpunten ook in de nachten en avonden open moeten. Bijvoorbeeld voor de opvang van verwarde ouderen die zich op de Spoedeisende Hulpafdeling melden en (na enige diagnostiek) weer naar huis kunnen. Eind 2015 pleitte de koepel van alle verpleegkundigen en verzorgenden in Nederland (V&VN) in een artikel om de tranferverpleegkundigen meer mogelijkheden te bieden om noodzorg thuis te organiseren. Ook in de jaren daarvoor kwam deze suggestie al regelmatig naar voren.

Ongecoördineerd

De opvang van verwarde ouderen is thans een hype in diverse vakbladen. Het AMC pleitte voor het openen van een speciale afdeling. De Haagse GGZ-instelling Parnassia en ziekenhuis Haaglanden gaan kort verblijf aanbieden. Het OLVG-Oost in Amsterdam experimenteert met het inzetten van acht wijkverpleegkundigen op de SEH. Allemaal goed bedoelde initiatieven, maar ongecoördineerd en zonder de kennis van de transferpunten te benutten. Ik vermoed dat een verwarde oudere liever snel met noodhulp naar huis gaat, dan dat zij of hij in een ziekenhuisbed verblijft.

Veranderende zorgbehoeften

Indien een transferpunt gaat werken voor verwarde ouderen op de SEH, moeten de professionals aldaar avond- en nachtdiensten gaan draaien. De bereidheid daartoe is niet vanzelfsprekend. Maar wie in de zorg werkt, beseft dat tijden veranderen en zorgbehoeften ook.

Administratieve aanpassingen

Administratief moet er ook wat veranderen. De transferpunt-medewerker van dienst moet de bevoegdheid krijgen van het CIZ om noodhulp onmiddellijk in te zetten en op een later moment de formele indicatie te stellen. Dat is nu nog niet het geval. Ten derde moeten aanbieders van langdurige zorg bereid zijn om bij nacht en ontij hulp in te zetten na een mail of telefoontje van het transferpunt.

Sprekers gezocht

Voor de congressen over recente ontwikkelingen in de eerste lijn en het sociale domein op 29 september, in de spoedzorg op 6 oktober, en in de langdurige zorg op 6 december (nog niet op deze website) zoek ik naar sprekers die in tien minuten vertellen over transferpunten en aanbieders van langdurige zorg die zich buiten kantooruren (gaan) inzetten voor verwarde ouderen. Als jij daarmee bezig bent, stuur je mij dan een mail op mail@guusschrijvers.nl? Vermeld even in je mail voor welk congres je je aan wilt melden.

Macron wil geïntegreerde zorg voor Franse patiënten

Maak het politieke risico kleiner voor regeringen die geïntegreerde zorg willen invoeren. Minder politiek risico betekent: NIET de ziekenhuizen aanpakken. Want de politicus die een ziekenhuis sluit, krijgt de hele plaatselijke bevolking tegen zich. Ten tweede betekent het: NIET het betaalsysteem veranderen. Dan is er altijd wel een andere politieke partij die ophef gaat maken. Ten derde moeten regering en parlement zich niet beperken tot wetgeving: dat is denken in structuren.

Congres Geïntegreerde Zorg

Woorden van deze strekking sprak professor Rafael Bengoa van de Deusto Universiteit te Bilbao op 9 mei tijdens het zeventiende Internationale Congres over Geïntegreerde Zorg. Dat vond plaats in Dublin en trok 1.150 deelnemers. Bengoa – in een vorig leven minister van Volksgezondheid van de Spaanse regio Baskenland – sneed met zijn voordracht een nieuw onderwerp aan: het werven en behouden van politiek draagvlak voor beleid gericht op de invoering van geïntegreerde zorg.

Draagvlak creëren

Andere congres-voordrachten in Dublin gingen vooral over het verwerven van draagvlak voor geïntegreerde zorg bij patiënten, professionals en managers. Na de hierboven genoemde waarschuwingen ging Bengoa in op wat politici wél moeten doen om ketenzorg te bevorderen. Ik noem enkele punten zonder verdere toelichting: positie van patiënten versterken in het beleid; elektronische communicatie verbeteren tussen patiënten en professionals; transparantie in de zorg vergroten; extra financiële middelen inzetten voor zorginnovatie; gedeeld leiderschap en co-creatie bevorderen en ten slotte regio’s stimuleren om met geïntegreerde zorg voorop te lopen.

Realtime evaluaties

Bengoa deed een beroep op de vele wetenschappers die naar zijn voordracht luisterden om te komen tot realtime evaluaties van zorginnovaties. Traditionele wetenschappelijke publicaties daarover verschijnen te laat: ze komen als mosterd na de maaltijd. Daar kunnen politici niet op wachten. Zij willen snelle en korte tussenrapportages van onafhankelijke onderzoeksgroepen die voorzien zijn van adviezen over doorgaan en bijstellen van de innovatie of ermee stoppen.

Frankrijk

Een van de wetenschappers die naar Bengoa kwam luisteren, was Dominique Somme. Ik werk en publiceer al jaren met hem en ontmoette hem na Bengoa’s lezing. Somme is arts en hoogleraar geriatrie aan de Universiteit van Rennes. Sinds 2014 roeit hij tegen de stroom in om in Frankrijk te komen tot geïntegreerde zorgverlening aan mensen met dementie.

Parlementaire steun

Tegenwoordig is Somme ook lid van het adviesteam Volksgezondheid van de nieuwe Franse president Emmanuel Macron. Dat team kiest, kort geformuleerd, voor een politieke aanpak zoals door Bengoa geschetst: versterking van de ketenzorg door in te zetten op de bovengenoemde onderwerpen. De verwachting van Somme is dat Macron dit advies volgt. Of hij deze ambitie kan realiseren, hangt af van de steun in het nieuwe parlement. Het zou een grote ommekeer betekenen in de Franse gezondheidszorg als Bengoa’s voorstellen daar werkelijkheid worden.

Zomerworkshop meten van kwaliteit van zorg in Heerenveen

Zorgbelang Fryslân organiseert een eendaagse workshop over (het meten van) kwaliteit vanuit cliëntperspectief. De workshop vindt plaats op dinsdag 18 juli en 29 augustus in Heerenveen. Centraal staat de kwaliteit van keukentafelgesprekken en andere dienstverlening door gebiedsteams, van eerstelijnszorg, van ouderenzorg en van zorg van medische specialisten en ziekenhuizen. De workshop is bestemd voor professionals en kwaliteitsadviseurs bij instellingen en voor leden van Wmo- en cliëntenraden alsmede van patiënten- en cliëntenorganisaties.

Vragen

Vele patiëntvertegenwoordigers in cliëntenraden en in patiëntenorganisaties zitten met hun handen in het haar. Want ze willen kwaliteit van zorg bevorderen. Maar hoe meet je die eigenlijk? Waar heb je het dan over? Hoe beoordeel je nou of de kwaliteit in een jaar is verslechterd of verbeterd?

Professionals en patiënten

Ook professionals zitten met dat probleem. Welke methode van kwaliteit meten is nou de beste? Het houden van een enquête, diepte-interviews, of spiegelgesprekken? Of kijk je alleen naar het aantal ingediende klachten? En als de kwaliteit van zorg is gemeten en beoordeeld met indicatoren of in diepte-interviews, welke acties onderneem je dan? Alleen de Raad van bestuur adviseren? Of ook gesprekken voeren met de betrokken professionals en patiënten? Ga je eigen oplossingen bedenken? Beperk jij je in je reactie tot die ene kwaliteitsindicator of dat ene interview? Of ga je generaliseren naar het gehele kwaliteitsbeleid en de cultuur van de organisatie? En zoek je uiteindelijk toch maar de publiciteit? Hoe ga je dan hiermee om, als massamedia verontrustende meldingen doen? Zeg je niets, ga je sussen of doe je er een schepje boven op?

Keukentafelgesprekken

Om deze vragen te beantwoorden organiseert Zorgbelang Fryslân een eendaagse workshop in Heerenveen op dinsdag 18 juli en 29 augustus. Hierbij staat de kwaliteit van keukentafelgesprekken en andere dienstverlening door gebiedsteams, van eerstelijnszorg, van ouderenzorg en van zorg van medische specialisten en ziekenhuizen centraal.

Gulden middenweg

Ondergetekende is workshopleider en docent. Vorig jaar was dat ook het geval. Wat toen opviel was de interactie tussen kwaliteitsmanagers en patiëntvertegenwoordigers. De eerstgenoemden wilden wat meer interviews houden en niet alleen maar de kwaliteitsindicatoren registreren. De laatsten wilden wat meer statistiek en niet alleen interviews houden, waarvan uitkomsten zo moeilijk te generaliseren zijn. Aan het einde van de workshop werd een gulden middenweg gevonden. Iedereen vertrok voldaan naar huis. Sommige deelnemers bleven overnachten in een op loopafstand gelegen hotel.

Het programma, meer informatie en het inschrijfformulier van de workshop vind je hier.