Poker toernooien Groningen 2024

  1. Roulette Online Zonder Geld: Dit betekent dat je kunt wedden op toonaangevende gokspellen, blackjack of roulette kunt spelen, kunt genieten van pokeractie, Video poker kunt spelen en zelfs kunt genieten van live dealer-spellen.
  2. Roulette Echt Geld - Deze online slot is vernoemd Primate King.
  3. Gokkast Lotus Spelen: Dit is een aantrekkelijke promotie omdat er een nul inzetvereiste aan verbonden is.

Voorwaarden loterij

Gamix Casino Nl 2025 Review
Ik zou zeker niet hebben gedaan no deposit free spins, dat is vrij duidelijk.
Casino Toegangsleeftijd
Om het meeste uit uw rouletteweddenschappen en uitbetalingservaring te halen, moet u vertrouwd zijn met alle diverse soorten rouletteweddenschappen.
De storting bonus codes zijn altijd voor grotere bedragen, als het casino is willen u aanmoedigen om te storten en spelen hun games.

Nieuwe gokwet Haarlem

Divine Showdown Online Gokkast Spelen Gratis En Met Geld
Dat gezegd hebbende, de aanwezigheid van een laatst gespeelde categorie is een parmantige functie die me glimlachte.
Speel Gratis Gokkasten
Gebruikers moeten niet bang zijn om gegevens te verliezen, omdat alles kan worden hersteld als de client administratie-instructies efficiënt en snel volgt.
Kaarten Nederlands Casino

Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Sprekers gezocht voor studiedag over betere afstemming tussen wetten langdurige zorg

13 juni 2019 is er in Utrecht een studiedag over het beter op elkaar afstemmen van de vier wetten in de langdurige zorg: de Wet langdurige Zorg, de Wmo, de Zorgverzekeringswet en de Jeugdwet. De Guus Schrijvers Academie zoekt nog enkele sprekers die als ‘flitspresentator’ in tien minuten tijd een aspect rond de toegankelijkheid van de langdurige zorg willen bespreken.

Wij denken hierbij aan de volgende kandidaten:

  • Iemand uit het zorgveld, bij een gemeente of bij een zorgverzekeraar die een doortimmerd initiatief heeft om de de vier wetten die langdurige zorg bekostigen beter op elkaar af te stemmen;
  • Mensen met een voorbeeldproject in de langdurige zorg waarbij de zorgvraag centraal staat;
  • Iemand uit de praktijk die een goed voorbeeld heeft op het gebied van persoonsvolgende bekostiging, of bekostiging van persoonsgebonden budgetten (pgb’s);
  • Ouders van een kind met meervoudige handicap of personen met een beperking die vast zijn gelopen in de regelgeving en daar goede oplossingen voor aandragen;
  • Een promovendus (m/v) die de resultaten van zijn dissertatie of opzet van zijn promotietraject wil toelichten;
  • Een (beginnend) onderzoeker die een gepubliceerde rapport of artikel bespreekt;
  • Een student die een (goedgekeurde) afstudeerscriptie presenteert.
Studiedag 13 juni

Patiënten en cliënten weten vaak niet bij welke instantie ze moeten aankloppen als ze langdurige zorg nodig hebben. Ze worden geregeld van het kastje naar de muur gestuurd. De verschillende zorgwetten, regels en geldpotjes staan te vaak centraal, in plaats van de burger. De overheid wil de zorg dichter bij de patiënt brengen. Maar door systeemdenken in wet- en de regelgeving is juist een versnippering ontstaan, met alle bureaucratische rompslomp van dien. Hoe vergemakkelijk je de toegang tot de langdurige zorg? Hoe stel je de zorgvraag centraal in plaats van wet- en regelgeving? En hoe kan je de de vier wetten die langdurige zorg bekostigen beter op elkaar afstemmen? Op de studiedag op 13 juni 2019 in Utrecht krijgen deelnemers tientallen tips hiervoor aangereikt. Er zijn plenaire voordrachten, parallelsessies, workshops en flitspresentaties. Meer informatie en het programma vind je binnenkort op de website van de Guus Schrijvers Academie.

Interesse?

Als flitspresentator biedt de Guus Schrijvers Academie je een podium om je verhaal te vertellen aan leidinggevende professionals en beleidsmakers van verpleeg- en verzorgingshuizen, thuiszorgorganisaties, zorgkantoren en andere langdurige zorgorganisaties. Maar ook aan leidinggevenden in de (langdurige) geestelijke gezondheidszorg, inkopers bij zorgverzekeraars, vertegenwoordigers van brancheorganisaties, ouderenbonden en patiënten- en gehandicaptenorganisaties, beleidsmedewerkers van overheidsinstanties en ervaren hulpverleners Daarnaast krijg je gratis toegang tot het congres, een kleine attentie en een reiskostenvergoeding.

Aanmelden

Wil jij graag een flitspresentatie geven op de studiedag over de afstemming van de wetten in de langdurige zorg? Stuur dan voor 15 januari 2019 een mail naar marcelstam@guusschrijvers.nl, met daarin beschreven wat het thema van je presentatie is en een korte beschrijving van het onderwerp. Voeg eventueel als bijlage (een samenvatting van) je afstudeerscriptie, dissertatie of onderzoek bij. Eind januari 2019 laten we weten of jouw inzending geselecteerd is.

Keuzehulpen bevorderen besluitvorming in spreekkamer

Keuzehulpen leiden tot meer kennis van patiënten over de behandelopties en de risico’s daarbij. Er worden meer besluiten genomen die aansluiten bij de wensen van hen. Deze bevindingen komen naar voren in een artikel( 1) van een Canadese onderzoeksgroep in het Journal of the American Medical Asspciation (JAMA). De groep vatte de resultaten van 105 experimenten (preciezer gezegd Randomized Clinical Trials) met Shared Decision Making samen.

Participatie

Enkele andere bevindingen zijn de volgende. Keuzehulpen met kwantitatieve informatie zorgen ervoor dat patiënten de gunstige effecten en de risico’s van de behandelopties realistischer inschatten. Verder leiden keuzehulpen tot minder conflicten met artsen over de uitgevoerde behandelingen. Daarnaast krijgen patiënten minder het gevoel dat zijn onvoldoende geïnformeerd zijn en neemt de participatie in de besluitvorming toe.

Langer consult

Keuzehulpen leidden bij de 105 Randomized Clinical Trials niet tot minder angsten en sombere gevoelens over de toekomst na de behandeling en evenmin tot slechtere gezondheidsuitkomsten na behandeling. Bij gebruik van keuzehulp duurt een consult 7,5% langer. Het gemiddelde van de consultduur in de onderzochte experimenten nam toe van 21 minuten naar 24 minuten.

Meer onderzoek

De Canadese onderzoekers identificeren vijf aspecten van Shared Decision Making waarover nog onvoldoende studies zijn verricht. Het betreft de effecten op het vertrouwen van de patiënt in de arts (1), de gekozen opties met en zonder keuzehulp (2), de kosten van de gekozen opties ten opzichte van de reguliere opties (3) en de therapietrouw bij de gekozen opties (4). Bij die laatste gaat het bijvoorbeeld om therapietrouw bij het gebruiken van medicatie en het volgen van de leefstijl die bij de gekozen optie hoort. Tenslotte zijn er onvoldoende studies verricht naar het ontstaan van spijt bij patiënten die na verloop van tijd toch eigenlijk een andere optie wilden (5).

Soorten keuzehulpen

Een Amerikaans-Nederlandse onderzoeksgroep geeft in hetzelfde nummer van de JAMA commentaar (2) op het hier besproken artikel. Zij onderschrijven de conclusies: die bleken ook uit andere overzichtsstudies. Zij onderscheiden twee soorten keuzehulpen: die voor gebruik tijdens het consult. Deze heten ook wel conversatiehulp en de keuzehulp tijdens het consult (within-encounter-decision-aids).

Samen beslissen?

Daarnaast bestaan er keuzehulpen die niet getest zijn op bruikbaarheid tijdens het consult. Dat zijn de meeste van de 105 uitgeteste keuzehulpen. De onderzoeksgroep waarschuwt dat kennisvermeerdering dankzij een keuzehulp niet per definitie wil zeggen dat het het Samen Beslissen bevordert. Zeker niet als de keuzehulp gebruikt is buiten het consult. Slechts tien van de 105 genoemde trials keek naar het effect van keuzehulpen tijdens de ontmoeting van arts en patiënt.

Gebruik in de spreekkamer

Zelf voeg ik hieraan toe dat het raadzaam is om bij een nieuwe keuzehulp aan te geven hoeveel minuten het consult langer duurde bij het testen in de spreekkamer. Het gebruik in de spreekkamer lijkt effectiever dan online beschikbaar stellen, uitdelen in de wachtkamer of meegeven na afloop van het consult.

De patiënt aan het roer

Al deze informatie van de invloed van patiënten op besluitvorming in de spreekkamer en nog veel meer komt aan de orde op het congres de Patiënt aan het Roer, dat de Guus Schrijvers Academie 12 april 2019 organiseert samen met de koepel van cliëntenraden, LSR. Meer informatie over dit congres, het programma en de sprekers vind je hier.

  1. Stacey D, F Légaré, KB lewis, Patient Decision Aids to Engage Adults in Treatment or Screening Decisions, JAMA (2017),Volume 318,Number7 657-658
  2. Montori VM, M Kunneman, JP Brito, Shared decision making and improving health care: the answer is not in,JAMA August15,2017 Volume318,Number7 617-618

De acute zorg heeft behoefte aan andere kwaliteitswetgeving

Onlangs publiceerde economenvakblad ESB een special over ziekenhuizen met de titel Samenwerken wordt het nieuwe fuseren. Dopheide en collega’s van het bureau SiRM pleiten daarin om de ziekenhuiszorg in te delen naar drie doelgroepen: patiënten met acute noden, met chronische aandoeningen en patiënten met planbare, kortdurende ingrepen. De samenwerkingsrelaties verschillen per doelgroep. Ik vindt dat de overheid zich meer moet bemoeien met de acute zorg om de volksgezondheid te bevorderen. Nadere kwaliteitswetgeving is nodig om te zorgen dat acute zorg op de juiste plaats, op het juiste tijdstip en door de juiste professional wordt verleend.

Samenwerking

Bij acute zorg gaat het om samenwerking bij individuele patiënten en bij grootschalige calamiteiten. Partners zijn hier huisartsen(posten), ambulancezorg, SEH’s en intensive care units van ziekenhuizen. Bij deze zorg vindt ook bovenregionale samenwerking plaats, bijvoorbeeld tussen een traumacentrum en een ziekenhuis ver weg. Bij chronische zorg gaat het om samenwerking van ziekenhuizen met de eerste lijn, het sociale domein en de langdurige zorg. Hier bevinden samenwerkingspartners zich veelal binnen de regio. Bij planbare ofwel electieve zorg is geen behoefte aan intensieve samenwerking met andere ziekenhuizen of met de eerste lijn.

Kwaliteitswetgeving

Bij acute zorg bepleit ik een grotere overheidsbemoeienis dan tot nu met als doel de volksgezondheid te bevorderen. Het gaat mij erom dat er andere kwaliteitswetgeving komt. Zodat acute zorg vaker op de juiste plaats, op het juiste tijdstip en door de juiste professional wordt verleend. Zowel bij individuele patiënten als bij grootschalige incidenten.

Argumenten

Verschillende argumenten ondersteunen mijn pleidooi voor meer overheidsinvloed:

  1. Burgers zien de aanwezigheid van acute zorg als een veiligheidsgarantie voor hun bestaan. Bij sluiting van een huisartsenpost, SEH of ambulancepost ontstaat daardoor grote onrust onder de regionale bevolking. Dit bleek onlangs weer bij de sluiting van het Slotervaart ziekenhuis en het Zuiderzee ziekenhuis. Bij dergelijke emoties is het beter dat de plaatselijke overheid en de bevolking vanaf het eerste begin betrokken zijn bij de herinrichting van de acute zorg.
  2. Ziekenhuizen en msb’s blijken niet in staat om op eigen initiatief de acute zorg te herstructureren. Dat is wel echt nodig. Te vaak worden bijvoorbeeld patiënten met ernstig letsel naar ziekenhuizen gebracht die geen of onvoldoende adequate hulp kunnen bieden.
  3. Voor kleine ziekenhuizen is de SEH een hoge kostenpost. Dat leidt regelmatig tot onvoldoende medische expertise aldaar buiten kantooruren. Besturen van ziekenhuizen en msb’s slagen er niet in dit probleem op te lossen. Bijvoorbeeld door afspraken te maken met collega’s over de verdeling van taken en nachtdiensten. Dat komt mede doordat de instroom van patiënten via de SEH een grote bron van inkomsten is voor de opnameafdelingen.
  4. Na het bezoek aan de SEH is er schaarste in de volgende schakel van de keten. Zo is er bijvoorbeeld een gebrek aan operatiecapaciteit en lege IC-bedden of aan wijkverpleegkundigen die nazorg kunnen bieden. Het lukt tot nu toe niet om realtime transparantie te organiseren over deze vormen van schaarste.

In een vervolgstuk beschrijf ik hoe die grotere overheidsinvloed aan te wenden is via genuanceerde en zorgvuldige wet- en regelgeving.

Dit bericht verscheen eerder als blog in het blad Zorgvisie. Ik schreef dit stuk na bestudering van de presentaties op het 19e Nationale Spoedzorgcongres op 8 november.

Vlaamse apothekers kiezen voor minder pillen en meer leefstijladviezen

Leiehome is een verzorgings- en verpleeghuis in Gent. Een vrijgevestigde huisapotheker verstrekt aan de bewoners van Leiehome de geneesmiddelen die huisartsen voorschrijven. Het viel hem op dat bewoners vaak psychofarmaca slikken, zoals slaapmiddelen, antidepressiva en kalmerende middelen. Met een rekenmachientje en een Excelbestand ging de apotheker aan de slag. Hij berekende voor elke bewoner met psychofarmaca wat hun dagelijkse dosis is. Ook ging hij de werking na van de geneesmiddelen op elkaar. Het viel hem op dat huisartsen regelmatig een verkeerde mix hadden voorgeschreven. Daarnaast keek hij naar de voorschrijvingsduur: vaak slikten bewoners gedurende een te lange periode slaapmiddelen.

Huisartsen

De apotheker benaderde met zijn observaties de huisartsen. Die reageerden aanvankelijk geïrriteerd: waar bemoeit die apotheker zich mee? Later draaiden zij bij en gingen het gesprek aan met bewoners over hun medicatie. Zij waardeerden het doel van de apotheker: de juiste medicatie aan de juiste patiënten die hoort bij de juiste diagnose.

Goede resultaten

Het gebruik van psychofarmaca daalde uiteindelijk met 50%. Zonder enige publicaties verspreidden de goede resultaten zich over vier andere verzorgingshuizen in en rond Gent. Ook daar had de innovatie succes. Thans verspreidt de Belgische vereniging van huisapothekers deze innovatie onder al haar aangesloten leden. Dat doet zij met steun van de Belgische en Vlaamse overheid. Die vereniging heeft als naam Algemene Pharmaceutische Bond (ABP) en is vergelijkbaar met de Koninklijke Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie (KNMP) .

Cappuccinomodel

Dit verhaal pikte ik op tijdens een mini-symposium van de ABP op 14 november in Brussel. Zo’n vijftig leidinggevende apothekers uit alle Belgische regio’s waren daar aanwezig. Ik hield een voordracht over de toepassing van het Cappuccinomodel voor de betaling van de Belgische farmaceutische zorg.

Populatiegebonden bekostiging

Het Cappuccinomodel bestaat, net zoals een echte cappuccino, uit drie lagen. De eerste bestaat uit populatiegebonden bekostiging op basis van kenmerken van de te bedienen patiëntenpopulatie. Deze draagt bij aan het bereiken van drie doelstellingen: 1. Het verbeteren van gezondheid van de bediende populatie 2. Het vergroten van de kwaliteit van zorg door professionals en hun zorgorganisaties en 3. Het verlagen van de kosten van de zorg per lid van de bediende doelgroep. Door populatiegebonden bekostiging verdwijnt de motor om meer te produceren, dat wil zeggen de betaling per verrichting (of per doosje medicijnen), is verdwenen.

Betaling per doos

De apothekers in Vlaanderen worden nu vooral betaald per doos pillen die zij aan een patiënt verstrekken. De uitdrukking betaling per doos is van de Belgen zelf afkomstig. Deze betaling willen de huisapothekers vervangen door een hoger tarief per ingeschreven patiënt. Dat tarief bedraagt nu 25 euro per jaar voor het dossierhouderschap en medicatieveiligheid. Het grootste deel van hun inkomen krijgen zij thans uit de betaling per doos. Een apart tarief voor zorginnovatie -zoals in het Cappuccinomodel bepleit- bestaat niet. In navolging van de KNMP wil de ABP eveneens dit model. Maart 2018 gaf ik ook een college hierover bij Nederlandse apothekers.

Minder pillen, meer adviezen

De deelnemers aan het ABP symposium verwachten van dit model dat er minder dozen pillen worden voorgeschreven en er meer farmaceutische adviezen komen. Fel was de discussie dat de Vlaamse apothekers niet op de hoogte zijn van de diagnose die de huisartsen stellen bij hun patiënt. Zou dit wel zo zijn, dan kunnen zij checken of de voorgeschreven medicatie wel past bij de diagnose en kan de zorgverlening verbeteren bij het optreden van bijverschijnselen en complicaties. Boeiend is dat de ABP haar argumentatie pro-cappuccinomodel ontleent aan het verbeteren van medicatiegebruik. In de nationaal verspreide Huisapothekerskrant geven zij tal van tips hierover aan patiënten.

Verschillen

Vlaamse en Nederlandse apothekers verschillen op enkele punten van elkaar, zo leerde ik in Brussel:

  1. Geneesmiddelen mogen uitsluitend via apothekers worden verstrekt en niet via supermarkten. Zelfmedicatie wordt vermeld in het medicatiedossier dat de apotheker bijhoudt.
  2. Soms zijn geneesmiddelen in België goedkoper dan in Nederland; soms is het andersom.
  3. Patiënten zijn ingeschreven bij een specifieke apotheker die het medicatiedossier bijhoudt, de veiligheid bewaakt bij polyfarmacie en therapietrouw stimuleert.
  4. Tijdens openingsuren zijn apothekers aanwezig in hun apotheek.
  5. De apothekersdichtheid in België bedraagt één apotheker op zo’n 2.000 inwoners. In Nederland is dat 1 op 7.945.

Mijn presentatie op het symposium in Brussel tref je hier aan.

12 april 2019: Congres De patiënt aan het roer in de zorg

Hoe kan je de invloed en medezeggenschap van patiënten in de curatieve zorg versterken? Hoe verbeter je de besluitvorming in de spreekkamer? En wat voor gevolgen heeft de nieuwe Wmcz? Deze (en andere) vragen staan centraal op het congres ‘De patiënt aan het roer in de zorg’ op 12 april 2019 in Utrecht. Er zijn plenaire voordrachten en een groot aantal themagerichte parallelsessies en workshops. Het congres wordt georganiseerd door de Guus Schrijvers Academie en het landelijk steunpunt (mede)zeggenschap; LSR.

Actuele ontwikkelingen

De curatieve zorg dient de komende jaren antwoord te geven op de toenemende, veranderende en complexere vraag van patiënten. Patiëntenparticipatie is daarbij van groot belang. Maar zeggen dat je de patiënt centraal stelt en het daadwerkelijk in praktijk brengen, zijn twee verschillende dingen. Er zijn tal van actuele ontwikkelingen, wet- en regelgeving en nieuwe inzichten die hierbij een rol spelen. Dit congres zet alle belangrijke zaken op een rijtje en geeft verdieping en inzicht in de verschillende aspecten rond (collectieve) inspraak en invloed van patiënten.

Onderwerpen

Tijdens het congres op 12 april 2019 worden o.a. de volgende vragen beantwoord:

  • Hoe is het anno 2019 gesteld met de patiëntenparticipatie in Nederland? Wat zijn nieuwe ontwikkelingen? Waar zitten de knelpunten? Hoe kan het beter? En vooral: waar liggen kansen en mogelijkheden om patiënten meer inspraak en invloed te geven?
  • Wat zijn de belangrijkste veranderingen in de nieuwe Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz)? Wat zijn de gevolgen van deze wet voor patiënten en curatieve zorginstellingen? Hoe kan deze wet geïmplementeerd worden?
  • Hoe kan Shared Decision Making (SDM) bijdragen aan een betere besluitvorming in de spreekkamer? Wat zijn de voor- en nadelen van gezamenlijke besluitvorming? En welke goede voorbeelden zijn er?
  • Hoe kunnen patiënten meer invloed krijgen op de zorgverzekeraars en de politiek?
  • Hoe ga je om met patiënten die onvoldoende vaardig zijn (ongeletterden, sommige mensen met een migratie-achtergrond, ouderen met minder cognitieve vaardigheden)?
  • Wat zijn de regels rond medezeggenschap voor hoofdbehandelaars?
  • Hoe ga je om met klachtrecht (de Wkkgz) bij ketenzorg?
Voor wie?

Het congres over de invloed van patiënten in de curatieve zorg op 12 april 2019 is bedoeld voor leden van cliëntenraden, patiëntenverenigingen en patiëntenorganisaties, curatieve zorgorganisaties, zorgverleners, projectleiders, organisatieadviseurs, beleidsambtenaren, zorgverzekeraars, onderzoekers, vertegenwoordigers van brancheorganisaties en alle anderen die geïnteresseerd zijn in de nieuwste ontwikkelingen en mogelijkheden rond patiëntenparticipatie.

Themagerichte parallelsessies en workshops

Naast de plenaire sprekers, zijn er drie rondes met parallelsessies en workshops. Per ronde kun je kiezen uit vier sessies rond de de volgende thema’s:

  • Individuele belangenbehartiging
  • Collectieve belangenverwachting
  • Zorgverzekeringen
  • Praktijkgerichte workshops
Inschrijven en congrespagina

Wil je meer weten over congres over de invloed van patiënten in de zorg op 12 april 2019 in Utrecht? Kijk dan voor het programma, de sprekers en het inschrijfformulier op de speciale congrespagina. Accreditatie is aangevraagd.
De deelnemerskosten bedragen 295 euro (btw-vrij). Vertegenwoordigers van cliëntenraden kunnen gebruik maken van een speciaal tarief.

 

 

Drie voorstellen voor betere kwaliteit en lagere kosten in de ziekenhuiszorg

Met doelmatigheid is veel winst te boeken. Toch pakken specialisten en ziekenhuizen goede resultaten van doelmatigheidsonderzoek maar langzaam op. Wim Schellekens en ondergetekende doen drie voorstellen om de medisch-specialistische zorg snel nog beter en goedkoper te maken.

Doelmatigheidsonderzoek

De toepassing van doelmatigheidsonderzoek over ziekenhuiszorg tussen 2006 en 2017 heeft 7.500 levensjaren in volledige gezondheid opgeleverd. Het bespaarde 1,1 miljard euro. Was dit onderzoek toegepast in alle ziekenhuizen, dan waren 13.000 levensjaren gewonnen en  4,1 miljard euro bespaard. Deze cijfers maakte onderzoeksbureau SiRM onlangs bekend. Waarom pakken specialisten en hun ziekenhuizen goede resultaten van doelmatigheidsonderzoek zo langzaam op?
In een gesprek met de minister over onze Open Brief   hebben wij toegelicht wat de potentiële winst is en hoe je deze kan bereiken. Wij doen drie voorstellen om de medisch-specialistische zorg op korte termijn nog beter en goedkoper te maken:

1. Specialisten en raden van bestuur: Maak langetermijnafspraken met zorgverzekeraars

Bij medisch-specialistische bedrijven en ziekenhuizen bestaat jaarlijks onzekerheid over hun lange termijn omzet. De korte termijn focus belemmert investeringen in doelmatigheid. In lange termijn afspraken kunnen doelstellingen voor kwaliteit en doelmatigheid worden vastgelegd met ondersteuning van aanpak en beloning van bereikte resultaten.

2. Regio’s: Breng in kaart waar kansen voor meer doelmatigheid liggen

In april hebben VWS, zorgverzekeraars, ziekenhuizen en medisch specialisten een hoofdlijnenakkoord voor medisch specialistische zorg gesloten. Dit bepleit onder meer voor het in kaart brengen van de gezondheidssituatie in de regio. Risico is dat dit alleen maar leidt tot lijstjes met voorstellen om het zorgaanbod uit te breiden, bijvoorbeeld via meer professionals in de eerstelijn of ICT-wensen. Dit heet in vakjargon werken met more of the same. Ons voorstel is om direct te beginnen met het inventariseren van doelmatigheidskansen. Ofwel met more with the same. Die inventarisatie kan het beste gebeuren per brede doelgroep. Zoals personen met (een vermoeden op) kanker, patiënten met acute noden, personen met chronische aandoeningen of mensen met hartklachten. Bij kennisinstituten zoals IQ-healthcare en het RIVM zijn goede voorbeelden per vakgebied beschikbaar over inter-dokter/ziekenhuisvariatie. Ook zijn veel er best practices: grote regionale verschillen in diagnostische en therapeutische ingrepen, prachtige voorbeelden van transmurale samenwerking, enzovoorts. Deze voorbeelden blijken ook het werkplezier van artsen en verpleegkundigen te verhogen: ‘Betere zorg is leukere zorg’.

3. Regering: Richt landelijke transformatieprogramma’s in voor het stimuleren van regionale aanpak

Een onderzoeksteam van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) bracht onlangs een evaluatie uit van vier landelijke zorgprogramma’s van VWS en het veld. Het team evalueerde de effectiviteit van de programma’s Sneller Beter (2003-2008), InvoorZorg! (2009-2017), Experiment Regelarme Instellingen (2010-2015) en Waardigheid en Trots (2015-2018). Deze programma’s waren allemaal succesvol. Wij pleiten voor opnieuw een landelijk zorgprogramma van VWS of zorgverzekeraars samen met voorhoederegio’s van huisartsen, verpleegkundigen, specialisten en ziekenhuizen, die doelmatigheid bevorderen. Financiering kan vanuit de transformatiegelden.

Mislukken hoofdlijnenakkoord

Wij beseffen dat deze voorstellen best ingrijpend zijn. Maar als veld en overheid nu niets doen, worden we over vier jaar overspoeld met berichten over een mislukt hoofdlijnenakkoord, niet-beheerste zorgkosten, wachtlijsten, overwerkte specialisten en boze patiënten.

Congres juiste zorg op de juiste plek

De invulling van de hoofdlijnenakkoorden en goede, regionale voorbeelden van substitutie staan ook centraal op het congres op 16 november over de juiste zorg op de juiste plek in Utrecht. Meer informatie over dit congres, de sprekers en het programma vind je hier.

Dit bericht is in aangepaste vorm ook gepubliceerd als blog in Zorgvisie.

Onafhankelijke casemanagers wenselijk voor gehele langdurige zorg

Onlangs heeft de Algemene Rekenkamer vastgesteld dat aanvragen voor de Wet langdurige Zorg die zijn voorbereid met steun van een wijkverpleegkundige, beter zijn opgesteld en minder worden afgewezen. Ook al zijn die wijkverpleegkundigen aangesteld buiten de Wet Langdurige Zorg en worden zij betaald uit de Zorgverzekeringswet. Ik schreef hierover eerder een bericht.

Eén leef- en zorgplan

Kortgeleden las ik een pleidooi van Robbert Huijsman van Vilans en collega’s voor onafhankelijke casemanagers in de zorg aan mensen met dementie. Hierin staat: ‘Professionals uit alle domeinen moeten samen de persoonsgerichte en integrale zorg voor cliënt en mantelzorger vormgeven, in één leef- en zorgplan. In samenspraak met de persoon met dementie, maar die kan door afnemende vermogens niet zelf de regie op integratie voeren. Eén plan voor het hele huishouden ontzorgt ook de mantelzorgers. Dat plan is bij voorkeur digitaal’.

Luisterend oor en aanspreekpunt

De Alzheimer Stichting ondersteunt het pleidooi van onafhankelijke casemanagers. Op haar website schrijft deze stichting: ‘Casemanagers zijn steun en toeverlaat. Zij staan naast een persoon met dementie vanaf de diagnose tot aan het overlijden of opname in een verpleeghuis. Voor mantelzorgers is de casemanager een luisterend oor en aanspreekpunt. Een casemanager helpt bij: Het vinden van de weg in de ingewikkelde wereld van zorg en welzijn; Het regelen van zorg; Het bieden van emotionele begeleiding. Een casemanager is een vast en vertrouwd gezicht. Zij/hij is getraind in het omgaan met dementie en herkent weerstand of hulpweigering. Welke ondersteuning de casemanager geeft is afhankelijk van de hulpvraag. Een casemanager komt op vaste momenten langs, en is daarnaast telefonisch en op aanvraag beschikbaar. Een casemanager noemt men ook wel een dementieconsulent, trajectbegeleider of persoonlijk begeleider.’

Verbreding casemanagers

Op een studiedag in Utrecht op 13 juni komt de afstemming van de langdurige zorg uit vier verschillende wetten (Zorgverzekeringswet, Wet Langdurige Zorg, Wet Maatschappelijke Ondersteuning en Jeugdwet) uitvoerig aan de orde. Wij verbreden dan het vraagstuk van de onafhankelijke casemanager bij kwetsbare mensen met dementie. Want de aanwezigheid van onafhankelijke casemanagers is ook wenselijk bij de zorg en begeleiding van kinderen met meervoudige beperkingen, mensen met verstandelijke beperkingen en personen met ernstige psychiatrische aandoeningen. Wil jij deelnemen aan dit congres en meedenken over de invoering van casemanagers in de langdurige zorg? Kijk dan voor meer informatie op de speciale webpagina van de Guus Schrijvers Academie.

Wat te doen met MC Slotervaart na sluiting?

Vierduizend meter. Dat is de afstand tussen het Amsterdamse MC Slotervaart en het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG), locatie West. Sinds dinsdag 23 oktober zal de SEH van het OLVG wel drukker zijn geworden. Want op die dag ging die bij de buren dicht.

Ik verwacht de komende maanden ook een stijging van het aantal polikliniekbezoeken en dagbehandelingen op het OLVG. De wachttijden en afspraaktermijnen zullen toenemen. Ik hoop maar dat artsen, verpleegkundigen en paramedici van het Slotervaart ook overgaan naar het OLVG. Dan kan de laatstgenoemde die patiëntengroei opvangen. Voor de volksgezondheid in het Amsterdamse stadsdeel Nieuw-West is dat het beste.

Herbestemming MC Slotervaart

Voor de herbestemming van ‘Gebouw en Grond’ (G&G) van het MC Slotervaart zie ik vier mogelijkheden.

  1. Het OLVG gaat G&G gebruiken als vestiging voor alle electieve ingrepen, zoals staar-, knie- en heupoperaties. OLVG-West en -Oost ontwikkelen zich tot locaties voor complexe medisch-specialistische zorg. Een mooi voorbeeld van een dergelijke taakverdeling tussen vestigingen is de Reinier de Graafgroep in Delft/Den Haag.
  2. G&G krijgen een herbestemming binnen de ouderenzorg. Het stadsdeel Nieuw-West is sterk aan het verouderen. Een innovatief centrum van klinisch geriaters, specialisten ouderengeneeskunde, (acute) wijkverpleging en dementiedeskundigen zou uitstekend voorzien in de zorgbehoeften in Nieuw-West. Een bezwaar tegen dit scenario is dat geografische concentratie van het aanbod van ouderenzorg tegen de tijdgeest ingaat. Want we willen deze zorg juist graag aanbieden dicht bij huis en achter de voordeur. Maar soms moeten beleidsmakers niet-optimale kansen toch benutten.
  3. De gebouwen en de grond zijn ook te benutten om alle oncologische zorg van het Amsterdam UMC onder te brengen. Die bevindt zich thans onder meer in noodbarakken op de locatie van het VUmc. Ik kom met deze optie omdat het Nederlands Kanker Instituut en het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis zich op loopafstand van het Slotervaart bevinden. De wereldstad Amsterdam krijgt dan één wereldcentrum voor oncologische topzorg in plaats van concurrerend gedoe. Wie in kansen denkt: wellicht is de sluiting van het Slotervaart een blessing in disguise.
  4. Ik hoop maar dat de gebouwen en de grond een bestemming houden die past binnen de zorg en dat de curatoren van het Slotervaart deze niet verkopen aan de hoogste bieder. Want de grond leent zich uitstekend voor de bouw van woningen of kantoren, dus projectontwikkelaars ruiken vast al hun kans.
Belang volksgezondheid voorop

Kortom, ik wens de bestuurders de Amsterdamse ziekenhuizen en het Zilveren Kruis veel wijsheid toe bij de inrichting van de toekomst van hun zorg na sluiting van het Slotervaart. Hopelijk is het volksgezondheidsbelang op lange termijn hun belangrijkste richtsnoer en niet het financiële belang op korte termijn.

Dit bericht is in aangepaste vorm ook gepubliceerd als blog in Zorgvisie.

Ketensamenwerking verbetert longzorg in Nijkerk

Nijkerk begon vier jaar geleden met domeinoverstijgende longzorg. Het was de bedoeling om alle COPD-patiënten in Nijkerk de juiste zorg op de juiste plek te geven. Nu vier jaar verder blijkt dat ketensamenwerking zijn vruchten afwerpt.

Pioniers

De zorgverleners in Nijkerk zijn pioniers als ze in april 2015 samen met zorgverzekeraar Zilveren Kruis besluiten om in de eerstelijns longzorg niet langer te sturen op productie, maar op uitkomsten. Er komt een shared savings contract met duidelijke resultaatafspraken en een looptijd van drie jaar.

Persoonsgericht en preventief

Sam Siemssen, directeur-bestuurder van Stichting GezondheidsCentra: “We wilden van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag. De zorg moest meer persoonsgericht, preventief en proactief. Bij de invulling hiervan werden we gehinderd door de welbekende schotten in de zorg en bekostigingsstructuren.”

Hoge organisatiegraad

Wat de samenwerking volgens hem vanaf het begin vergemakkelijkt heeft, is de hoge organisatiegraad van de eerste lijn in Nijkerk. Alle huisartsen in de plaats zijn aangesloten bij de Stichting Gezondheidscentra Nijkerk. Daarnaast is ook een groot aantal andere zorgverleners hierbij aangesloten, zoals apothekers, fysiotherapeuten, diëtisten en psychologen.

Triple aim

De triple aim doelstellingen gelden bij de start als uitgangspunt: de gelijktijdige verbetering van gezondheid, kwaliteit en betaalbaarheid. De verbeterde gezondheid moet gaan blijken uit de afname in het aantal ziekenhuisopnames ten gevolge van longaanvallen. De verbetering van ervaren kwaliteit moet blijken uit een zogenaamde Consumer Quality index meting. En de trendmatige jaarlijkse stijging van totale longkosten moet met 1 procent omlaag, de tweedelijnskosten met 25 procent. Hieraan voegt Nijkerk een vierde poot toe: het verhogen van het werkplezier van de zorgverleners.

Samenwerking

Nijkerk telt ongeveer 465 COPD-patiënten. Een concrete verandering voor hen is dat alle patiënten een exacte diagnose krijgen met risico inschatting en passende begeleiding. Dit gebeurt in samenwerking met longartsen uit het St Jansdal Ziekenhuis in Harderwijk en het Meander Medisch Centrum in Amersfoort.

Eenduidige instructies

Daarnaast streven de samenwerkende zorgverleners naar een gezamenlijk medicatiebeleid en duidelijke, eenduidige instructies voor alle patiënten. Ze stimuleren actieve participatie van de patiënten door aan te sluiten bij wat de patiënt belangrijk vindt. Samen met patiënten maken ze plannen op maat. Om alle communicatie rond de patiënt goed te organiseren, maken de zorgverleners ook hierover duidelijke afspraken.

Minder verpleegdagen

Eind 2017 is de ketensamenwerking geëvalueerd. Het aantal verpleegdagen is in 2015 en 2016 duidelijk afgenomen ten opzichte van 2014. Het grootste deel van de COPD-patiënten die niet al in de tweede lijn bekend waren is uitvoerig gediagnosticeerd. Dit heeft onder andere geleid tot een meer efficiënt medicatiegebruik. Patiënten gaven aan dat de zorg verbeterd is. Ze krijgen meer aandacht en tijd. Er wordt beter geluisterd en de instructies zijn duidelijker.

Kostenbesparing

Eind 2017 was er nog geen inzicht in de precieze kostenbesparingen. Siemssen: “Inmiddels weten we dat de kosten per longpatiënt gedaald zijn en dat we het beter doen dan het landelijke gemiddelde.”

Transmurale samenwerking

De zorgverleners zijn positief over het project en de uitvoering. Ze vinden dat de relatie tussen zorgverlener en patiënt is verbeterd. Ook de transmurale samenwerking heeft een positieve impuls gekregen. Zowel in de samenwerking met de tweede lijn, maar bijvoorbeeld ook in de samenwerking met paramedici en thuiszorg. De transmurale samenwerking wordt als inspirerend ervaren.

Rol zorgverzekeraar

Wat in Nijkerk kan, kan in principe overal. Siemssen: “Wie aan de slag wil, is van harte welkom om ons methodiek te gaan gebruiken. We hadden hier natuurlijk wel een paar voordelen. Denk aan de hoge organisatiegraad, maar ook aan de medewerking van Zilveren Kruis. Zonder de medewerking van de zorgverzekeraar komen de veranderingen niet van de grond. Het contract voor drie jaar is inmiddels verlengd. ”

Regionale data infrastructuur

In Nijkerk wil men het contract opschalen naar alle chronische zorg. Diabetes en CVRM staat bovenaan de lijst. Een uitdaging blijft het meten en analyseren van de uitkomsten, en daar is consensus en data voor nodig. Siemssen: “Wij oriënteren ons op een regionale data infrastructuur, zodat we beter kunnen sturen op uitkomsten en actief kunnen interveniëren.”

Tot zover het bericht over Longzorg in Nijkerk van Maaike Zweers, content coördinator bij Qruxx; het kennisplatform over waardegedreven zorg.

Congres Juiste zorg op de juiste plek


Sam Siemssen is een van de spreker op het congres 16 november over de Juiste zorg op de juiste plek en de hoofdlijnenakkoorden. In een parallelsessie zal hij uitgebreid stilstaan bij de opzet en het tot stand komen van het Nijkerkse longzorgprogramma, de geleerde lessen en de plannen voor de toekomst. Meer informatie over het congres, het programma en de sprekers vind je hier.

Zorgverzekeraar en ziekenhuis: een paar apart

De afgelopen weken dienden ziekenhuizen bij zorgverzekeraars voorstellen in voor hun begrotingen over 2019. Sommige ziekenhuizen voorzien een stijging van 19% ten opzichte van 2017 en 2018. Zorgverzekeraars kwamen in de pers met verklaringen dat alle ziekenhuizen moeten krimpen; soms wel met 16%.

Grote verschillen

In het hoofdlijnenakkoord medisch specialistische zorg staat geschreven dat de gemiddelde volumegroei in 2019 0,8% bedraagt. De Federatie van Medisch Specialisten, de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen en Zorgverzekeraars Nederland hebben dit akkoord ondertekend. Ik begrijp daarom niet goed dat de achterbannen van deze koepelorganisaties nu met voorstellen komen die aanzienlijk afwijken (van plus 19% tot min 16%) van de hoofdlijnen, waarmee hun koepels instemden. Tijdens het wachten op treinen en in files bedacht ik een aantal verklaringen hiervoor. Graag nodig ik jullie uit om hier feedback op te geven en eventueel met een andere verklaring te komen. Mijn verklaringen zijn:

1. Er is sprake van machogedrag en spierballen tonen. Als reactie op 16% krimp komen ziekenhuizen met 19% groei. Gemiddeld komt men dan waarschijnlijk uiteindelijk uit op een hele kleine groei in 2019. Als deze verklaring juist is, spelen beide partijen met hun reputatie. Er is dan immers sprake van rebellie tegen de eigen koepelorganisaties.

2. De Raden van Bestuur van ziekenhuizen laten hiermee zien aan de Medisch Specialistische Bedrijven (MSB’s) dat ze hun best doen om zo veel mogelijk geld binnen te halen voor 2019. Deze MSB’s doen niet mee aan de onderhandelingen met de zorgverzekeraars, maar hebben wel grote invloed op de opstelling van de Raden van Bestuur van de ziekenhuizen. Nadat de zorgverzekeraars de eerste versie van de begroting heel duidelijk hebben afgewezen, krijgen zij vervolgens de zwarte piet toegeschoven. De relatie MSB en ziekenhuisbestuur blijft dan intact. Als deze verklaring juist is, dan hebben de MSB’s de eigenlijke macht in de ziekenhuizen.

3. De ziekenhuisorganisaties doorlopen een rouwproces zoals door Kubbler Ross voor stervenden is beschreven : 1. Ontkenning: ‘Dit gebeurt niet bij mij.’ 2. Woede: ‘Waarom overkomt mij dit?’ 3. Marchanderen: ‘Ik beloof beterschap als…’ 4. Verdriet en depressie: ’Ik geef het op.’ 5. Aanvaarding: ‘Ik ga verder met mijn leven.’ Dit model wordt bij verandermanagement gebruikt, om gedrag van medewerkers en leidinggevenden te verklaren bij grote veranderingen. Wellicht zitten ziekenhuizen en MSB’s nu in de fase 1 en 2 van Kubbler Ross. Als deze verklaring juist is, komen er nog fases aan van schijnoplossingen (marchanderen), depressie en verdriet en uiteindelijk toch aanvaarding. Maar dan is Nederland wel een paar jaar verder.

4. Er bestaat vijanddenken en wantrouwen tussen ziekenhuizen en zorgverzekeraars. Er is geen inspirerende samenwerking rond zorginnovaties en Triple Aim doelen. Als deze verklaring juist is, blijft het tobben met de invulling van het hoofdlijnenakkoord. Dat akkoord pleit nu juist voor gezamenlijke oplossingen.

5. De ziekenhuizen onderbouwden hun begrotingsclaims met voorspellingen van het Centraal Planbureau uit 2017. Dat verwacht een kostengroei van circa 3% per jaar voor de komende jaren. Want er komen vele dure geneesmiddelen op de markt, de babyboomers worden bejaard en er komt meer behoefte aan goede medisch specialistische begeleiding van mensen met kanker en met chronische aandoeningen. Als deze verklaring juist is, verklaart dat nog niet dat ziekenhuizen met een kostengroei van 19% op de proppen komen.

Andere verklaring?

Zoals gezegd, weet ik niet welke verklaring juist is. Het zijn allemaal ongemakkelijke verklaringen. Wellicht zijn er andere, meer positieve, redenen te noemen. Het enige wat ik wel kan vaststellen is, dat ziekenhuizen en zorgverzekeraars een paar apart vormen. Wat vind jij?

Congres

Het invullen van de hoofdlijnenakkoorden speelt ook een belangrijke rol op het congres over de juiste zorg op de juiste plek op 16 november in Utrecht. Meer informatie hierover vind je hier.