Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Veel animo voor studiedag over indicatiestelling

De studiedag van de Guus Schrijvers Academie op 13 juni over indicatiestelling en afstemming van de wetten voor de care sector trekt veel deelnemers. Het onderwerp is actueel en spreekt tot de verbeelding. Ondergetekende geeft vijf oorzaken hiervoor.

  1. Er bestaan vier wetten voor langdurige zorg: de Wet langdurige Zorg, de Zorgverzekeringswet voor wijkverpleging, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de Jeugdwet (voor kinderen met meervoudige beperkingen). Niet alleen patiënten en cliënten, maar ook zorgverleners ondervinden veel last van het ontbreken van afstemming tussen deze vier wetten. Zij verwachten oplossingen en tips op de studiedag. En die komen er ook. Onder andere van medewerkers van het Zilveren Kruis en Menzis. Zie hiervoor het programma.
  2. De automatisering voor het toewijzen van een Persoons Gebonden Budget vordert gestaag. Per Saldo directeur Aline Molenaar biedt een overzicht hoe dat gaat bij elk van de vier genoemde wetten. Studiedagdeelnemers willen zich graag bijscholen op dit terrein. Die informatie kunnen ze namelijk goed gebruiken in hun keukentafelgesprekken en adviesgesprekken met cliënten.
  3. De zorgkantoren gaan in 2020 op een andere manier inkopen en gaan minder werken met kwaliteitsindicatoren. Na de zomer beginnen tal van deelnemers met het overleg over de begroting 2020. Ze krijgen van sprekers van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en zorgkantoren informatie die ze hiervoor kunnen gebruiken. Zo houdt de directeur Langdurige Zorg van de NZa een plenaire voordracht over dit onderwerp. Zie het programma.
  4. De gemeenten zitten met forse financiële tekorten op de WMO-uitvoering. Wat gaat er in 2020 gebeuren met de sociale teams en met de gespecialiseerde zorgverlening? Antwoord op die vraag geeft Jantine Kriens, algemeen directeur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
  5. In Vlaanderen wordt geëxperimenteerd met een tussenvorm van langdurige zorg in natura en in PGB-verpakking. De Vlamingen zijn sinds 2015 daarmee bezig. Zij presenteren op de studiedag de eerste resultaten van een externe evaluatie. Zijn de Belgische oplossingen ook toepasbaar in ons land?

Informatie

Deze vijf punten brachten veel professionals werkzaam bij aanbieders van langdurige zorg, bij gemeenten, zorgkantoren, zorgverzekeraars en andere instanties ertoe zich in te schrijven voor de studiedag op 13 juni. Ook geïnteresseerd? Bekijk dan op de speciale congrespagina het programma van de studiedag en schrijf je in.

Studiemiddag indiceren in de VVT sector

Het is vreemd gesteld met de positie van de mantelzorger in de diverse wetten voor langdurige zorg. Hoe kun je mantelzorg meewegen bij het indiceren van betaalde zorg in de vier wetten langdurige zorg: de Zorgverzekeringswet, de Wet Langdurige zorg, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet?

Rol mantelzorger

In de Wet Langdurige Zorg speelt de mantelzorger geen enkele rol bij de toekenning van langdurige zorg. Al heeft een cliënt zeven zonen en dochters die wijkverpleegkundige zijn en vlakbij wonen, dan nog zijn de rechten van zo’n cliënt dezelfde als die voor een alleenstaande cliënt zonder enige mantelzorg.

Indicatiedoolhof

Bij de Wet Maatschappelijke Ondersteuning is het omgekeerde het geval. Cliënten met veel mantelzorgers om zich heen, komen nauwelijks voor ondersteuning in aanmerking. Ouders van een kind met meervoudig beperkingen hebben het moeilijk als zij een aanvraag doen bij de Jeugdwet. Want ouders hebben toch een zorgplicht voor hun kind? Zij moeten soms jaarlijks een nieuwe aanvraag indien, omdat hun kind achterblijft in ontwikkeling. En dan de psychiatrische cliënten die het niet alleen kunnen redden: wat zou het fijn zijn als mantelzorgers hun onkosten kunnen declareren via een wet. Maar bij welke dan?

Mezzo

Al deze overwegingen speelden mee toen ondergetekende aan Liesbeth Hoogendijk verzocht als docent op te treden tijdens een studiemiddag over de techniek van het indiceren. Zij is directeur van Mezzo, Landelijke Vereniging voor Mantelzorg. Hoogendijk geeft antwoord op de vraag: Hoe kun je mantelzorg meewegen bij het indiceren van betaalde zorg in de vier wetten over onder meer langdurige zorg? (Zorgverzekeringswet, de Wet Langdurige zorg, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet).

Wegingsfactoren

Eerst schetst zij per wet het meewegen van mantelzorg. Ook geeft zij overeenkomsten en verschillen aan tussen de vier wetten. Daarna gaat zij in op vragen van deelnemers van de studiemiddag. Zij eindigt idealistisch, maar geeft ook richting aan het maatschappelijke debat: Wat is de ideale, uniforme manier om bij de vier genoemde wetten mantelzorg mee te wegen?

Studiedag

Als je begaan bent met mantelzorgers die langdurig in touw zijn voor hun naasten en voorstellen wilt vernemen van Mezzo-directeur Liesbeth Hoogendijk, bezoek dan dit deel van de studiemiddag. Die maakt onderdeel uit van een studiedag van vier plenaire voordrachten over afstemming van de vier genoemde wetten en van vier parallelle studiesessies over specifieke thema’s, waaronder de techniek van het indiceren.

Spreekuur zorgverzekeraar en zorgkantoor

Na de mantelzorgsessie vindt een collectief spreekuur plaats over het regelen van passende zorg voor cliënten die een beroep doen op meer dan een van de genoemde wetten. Jeroen Crasborn en Emmy Wietsma zijn de docenten. Zij werken bij het Zilveren Kruis respectievelijk het Zorgkantoor van Menzis. Zij houden een groepsspreekuur voor deelnemers die soms geen passende zorg voor hun cliënt kunnen regelen. Wat moet er volgens jou anders in de toekomst? Hoe benader je een zorgverzekeraar of een zorgkantoor? Als deelnemers te weinig eigen casuïstiek inbrengen, hebben beide docenten eigen casussen achter de hand van cliënten die uiteindelijk toch de juiste zorg op de juiste plek ontvingen. Maar eerst krijgen de deelnemers de gelegenheid om hun eigen casussen in te brengen.

Ervaringen delen

Deze studiemiddag is interessant voor iedereen die meer te weten wil komen en ervaringen wil uitwisselen over het indiceren van mantelzorg en het indiceren voor meer dan twee wetten bij één cliënt. Wij verwachten dat je veel tips krijgt van de docenten en andere deelnemers. Dat maakt je werk vanaf 13 juni (de congresdatum) vast leuker. Want je kunt cliënten dan meer kwaliteit van zorg bieden. Ben jij sociaal werker in een Wmo-team of een jeugdteam, wijkverpleegkundige of indicatie-adviseur bij het CIZ? Klik dan hier voor het programma en de sprekers, schrijf je in, neem deel aan de studiemiddag en kom opgefrist en goed geïnformeerd terug op je werk.

Studiemiddag over afstemming van Wmo, Wlz, Jeugdwet en Zvw

Goede samenwerking in de keten, maar ook over domeinen heen, is essentieel om goede zorg en ondersteuning voor kwetsbare ouderen te realiseren. Hoe werken professionals (huisartsen, wijkverpleegkundigen en wijk- of buurtteammedewerkers) samen om de cliënt integrale zorg te kunnen leveren terwijl de financiering uit meerdere domeinen komt? Welke rol spelen de financiers (gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoren) daarbij? En hoe werken die op hun beurt weer samen om ‘Zorg Veilig Thuis’ mogelijk te maken en de cliënt een zo gelukkig en gezond mogelijk leven te laten leiden?

Complexe cliënten

Deze vragen beantwoordt Jeroen Crasborn tijdens een interactieve studiemiddag over de grensoverstijgende aanpak in de (langdurige) zorg. Hij geeft aan wat hierbij wel en niet werkt. Crasborn is senior manager zorgstrategie van Zilveren Kruis Achmea. Hij is binnen deze zorgverzekeraar troubleshooter voor complexe cliënten die in geen enkele wet passen. Hij opent deze middag vanuit zijn grote ervaring met casuïstiek. De studiemiddag vindt plaats als onderdeel van de studiedag Actualiteiten in de indicatiestelling voor langdurige zorg. Dat vindt plaats op 13 juni 2019 in Utrecht. Er zijn die middag drie interactieve colleges, waarvan Crasborn de eerste voor zijn rekening neemt.

CIZ

Voor het tweede college tekenen de ervaren CIZ adviseurs Rona Bosman en Marianne van Toornburg. Zij wijzen op de hoge afwijzingspercentages voor de Wet Langdurige Zorg (Wlz) : 35% van de aanvragen in 2017 voor mensen jonger dan 18 jaar werd afgewezen. Voor psychiatrische patiënten was dat zelfs 70%. De afwijzingspercentages per gemeente variëren in hoge mate. Wij verwachten bij dit tweede college veel vragen, in de trand van: waarom wijst het CIZ zoveel van mijn aanvragen af? Hoe maakt het CIZ haar afwegingen? Bosman en Van Toornburg hopen leerzame feedback van de deelnemers te ontvangen.

GGZ

Bart Bongers is manager GGZ bij Zorg in Ontwikkeling. Hij verzorgt de derde voordracht op deze studiemiddag. Bongers werkt in Zuid-Limburg. Die regio heeft het hoogste gebruik van geestelijke gezondheidszorg van Nederland. Daarom zijn daar ook de wachttijden het langste. Daarvoor zijn drie oorzaken: 1. De definitie van psychiatrische stoornis is te vaag. 2. De goede ambulante ondersteuning spoort meer onderconsumptie op, zoals langdurige depressies van ouderen 3. Lange wachttijden versterken de positie van de zorgaanbieder bij begrotingsonderhandelingen.

Wijkcoöperatie

Om de eerste en derde oorzaak weg te nemen hebben tien Zuid Limburgse zorgaanbieders het initiatief genomen om een coöperatie te vormen op wijkniveau. Alle geld vanuit de drie wetten voor langdurige zorg (de Wlz, de Zvw en de Wmo) komt bij het coöperatiebestuur binnen. Die verdeelt dat zodanig over de tien aanbieders dat er minimale doorstroom is van patiënten naar de gespecialiseerde GGZ. Bart Bongers heeft zich de afgelopen jaren ingezet voor het opzetten van de wijkcoöperatie. Tijdens deze sessie doet hij verslag over de totstandkoming en de voorlopige resultaten. Aan het eind komt de vraag aan de orde: Is de wijkcoöperatie als model ook geschikt voor ouderenzorg, eerste lijn en zorg aan verstandelijk gehandicapten?

Tenslotte

Deze studiemiddag sluit aan op een serie plenaire voordrachten van vertegenwoordigers van beleidsinstanties zoals de Nederlandse Zorgautoriteit, Het Vlaamse Agentschap voor Personen met een Handicap, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het hoofdkantoor van het CIZ. Zij spitsen hun verhaal toe op hun beleidsveranderingen in 2020. Wil jij op de 13 juni in één dag kennis opdoen over indicatiestelling en afstemming van langdurige zorg in 2020? En ervaringen uitwisselen met andere deelnemers? Klik dan hier voor het uitgebreide programma en schrijf je in.

Het pgb wordt toekomstbestendig

Minister De Jonge vindt het belangrijk dat mensen zelf regie kunnen blijven voeren over hun leven als ze zorg en ondersteuning nodig hebben. Daarom heeft VWS een beleidsnota gelanceerd met zeven thema’s om het persoonsgebonden budget toekomstbestendig te maken.

Beleidsagenda pgb

Budgethouders en verstrekkers moeten hun rechten en plichten kennen en weten hoe zij die toepassen. Dit is de eerste van zeven thema’s van de Beleidsagenda Persoonsgebonden Budget, van VWS-Minister De Jonge aan de Tweede Kamer (december 2018). Op 13 juni 2019 gaat Per Saldo directeur Aline Molenaar uitgebreid in op dit beleidsstuk, dat het pgb toekomstig bestendig beoogt te maken. Molenaar spreekt tijdens de studiedag over Actualiteiten in de indicatiestelling dat die dag plaatsvindt in Utrecht. Als voorbeschouwing op dit congres volgt hieronder een bespreking van de PGB-agenda. De zeven punten staan afgebeeld in het schema hieronder.

Pgb-vaardigheid en verantwoordelijkheid

Het tweede agendapunt betreft de pgb-vaardigheid en verantwoordelijkheid. Het moet vooral duidelijk zijn wat een budgethouder en/of vertegenwoordiger moet kennen en kunnen en wanneer hulp ingeschakeld moet worden.

Indicatiestelling, woonvormen en mantelzorg

Punt drie gaat over de indicatiestelling. De gestelde indicatie moet in overeenstemming zijn met de zorgbehoefte van de budgethouder. Als vierde punt staan de collectieve woonvormen op de agenda. Hierbij is het belangrijk dat mensen weten waar ze voor kiezen en hoe ze een woonvorm samen met anderen vormgeven. De mantelzorg komt als vijfde thema aan de orde. Er moet meer inzicht komen in de problemen die kunnen ontstaan bij het leveren hiervan.

Minder bureaucratie en fraude

Als zesde onderwerp staat op de agenda het terugdringen van complexiteit en administratieve lasten. Een pakket maatregelen moet het werken met een pgb voor zowel budgethouders als aanbieders versimpelen. Het zevende en laatste punt betreft frauduleuze zorgaanbieders en bemiddelingsbureaus. De pakkans moet omhoog en fraude moet bestraft worden.

Kwaliteitsverbetering indicatiestellingen

Met deze punten streeft minister De Jonge naar verbetering van de professionaliteit en kwaliteit van indicatiestellingen in de Zorgverzekeringswet en de Wet Langdurige Zorg. Hierover heeft hij al afspraken gemaakt met Zorgverzekeraars Nederland, Per Saldo en de beroepsvereniging voor Verzorgenden en Verpleegkundigen. Die afspraken zijn bekend onder de namen ‘bestuurlijke afspraken 2019-2021’ en het ‘Hoofdlijnenakkoord wijkverpleging’. In de pgb-agenda verwijst de minister naar deze afspraken.

Onderzoek

Per Saldo heeft samen met MantelzorgNL een vragenlijstonderzoek gedaan onder budgethouders en mantelzorgers. Deze zijn blij met het pgb, omdat dit keuzevrijheid geeft bij het kiezen van eigen zorgverleners. Hierdoor blijft de regie over het eigen leven zo veel mogelijk behouden. Als grootste nadeel van het pgb wordt de administratieve regeldruk genoemd. Op dinsdag 2 april bood Per Saldo een petitie aan de Tweede Kamer aan met haar eigen wensen voor een toekomstig bestendig pgb. In haar ledenblad Eigenwijs staan die vermeld bij elk van de zeven agendapunten. Daaruit blijkt dat per Saldo en VWS grotendeels op één lijn zitten.

Studiedag

Op de studiedag 13 juni over actualiteiten in de indicatiestelling en afstemming van de weten in de langdurige zorg gaat Per Saldo directeur Aline Molenaar gaat niet alleen in op het pgb van de verre toekomst, maar ook op dat in 2020. Interesse? Bekijk dan hier het volledige programma, schrijf je in en doe nieuwe kennis en ervaringen op.

Studiemiddag over inkoop zorgkantoren in 2020

Wat staat er dit najaar te gebeuren bij de zorginkoop in de VVT-sector? Blijft het bij enkele pilots? Wordt het een brede beweging die stap voor stap leidt naar persoons volgende bekostiging?

Einde zorgzwaartepakketten

Zorgzwaartepakketten hebben hun langste tijd gehad. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de zorgkantoren willen op termijn toe naar betaling op basis van een individueel opgesteld zorg/leefplan waarvan de maximale kosten vooraf grotendeels bepaald zijn. Beide gremia willen hiermee in 2020 graag experimenteren. Dat kan zonder wijziging van de wet- en regelgeving, aldus drie partijen: de NZa, de initiatiefnemers van het Intramuraal Persoons Volgende Budget en de Menzis zorgkantoren.

Persoons volgende bekostiging

Wat staat er dit najaar te gebeuren bij de zorginkoop in de VVT-sector? Blijft het bij enkele pilots? Wordt het een brede beweging die stap voor stap leidt naar persoons volgende bekostiging? Daarover gaat de studiemiddag die onderdeel is van de studiedag over indicatiestelling in de VVT-sector op 13 juni in Utrecht. Sprekers zijn afkomstig uit de kring van de genoemde gremia en uit voorbeeldregio Vlaanderen.

Persoons Volgende Financiering

Vlaanderen betaalt sinds 2015 haar gehandicaptenzorg op basis van individueel opgestelde zorg-/leefplannen binnen een vooraf vastgesteld maximum. Bij zorg-in-natura-levering is dat maximum hoger dan bij een persoons gebonden budget (pgb). Omdat de zorg-/leefplannen individueel zijn, is de behoefte aan pgb’s onder Vlaamse mensen met een handicap niet groot. Want de persoons volgende bekostiging (die in Vlaanderen persoons volgende Financiering (PVF) heet) realiseert zorg-op-maat, ook bij zorg-in-natura.

Evaluatie

Hoe de indicatiestelling precies verloopt in Vlaanderen, bespreken juriste Hanna Steenwegen en strategisch adviseur Sam van Bastelaere. Zij werken beiden bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. In hun voordracht rond een individuele casus maken zij gebruik van de uitkomsten van een nationale evaluatie van de PVF die rond 13 juni uitkomt. In de ochtend legt Van Bastelaere in grote lijnen uit hoe de PVF op hoofdlijnen werkt. Wie van de hoed en de rand wil weten hoe de PVF werkt bij individuele cliënten, bezoekt de studiemiddag. In augustus 2018 bezocht een Nederlandse delegatie van de VVT-sector onder begeleiding van ondergetekende het genoemde Agentschap in Brussel. Zij keerde zeer enthousiast terug.

Het intramuraal Persoons Volgend Budget

Bij het intramuraal Persooons Volgend Budget (iPVB) kiest de cliënt zélf de zorgaanbieder van eigen voorkeur, zonder dat zorgaanbieders met productie-afspraken te maken hebben. Het iPVB brengt in kaart wat de cliënt of dienst familie wensen of nodig hebben. De zorgprofessional geeft aan wat een ‘terecht’ beroep op de WLZ is. Dat gebeurt binnen het Kwaliteitskader Ouderenzorg. Zo wordt het volume aan zorg (dat afgestemd is op het individu) in kaart gebracht. Vervolgens wordt dit volume vermenigvuldigd met de integrale kostprijs van de zorgaanbieder. Hierdoor ontstaat een op-maat-budget. Zie hier in enkele woorden hoe het iPVB werkt.

Ervaringen met het iPVB

Het iPVB is gestart bij zorgorganisatie NiKo in Alkmaar, die van VWS de titel ‘exoot’ binnen het project Waardigheid & Trots kreeg. In 2018 hebben tien zorgaanbieders met in totaal 1.000 cliënten het iPVB succesvol toegepast. Sinds 2015 zijn VWS, Waardigheid & Trots en alle zelfstandige bestuursorganen in Nederland intensief betrokken geweest hierbij. Deze maand gaat het rapport ‘iPVB – de 3e stap in de Modernisering Ouderen Zorg’ naar de Tweede Kamer. Borging en opschaling vinden tussen 2019 en 2021 plaats in heel Nederland. Tijdens de studiemiddag deelt projectleider iPVB Marc Willem de Witte zijn (positieve en negatieve) ervaringen graag met de deelnemers. Het iPVB loopt vooruit op het beleid van de Nederlandse Zorgautoriteit, dat ook naar persoonsvolgende bekostiging wil.

Financieel experiment Menzis

Het Menzis zorgkantoor is (als enige zorgkantoor in Nederland) bezig zijn met het stimuleren van zorgaanbieders om aan te sluiten bij de wensen van de klanten via financiële prikkels. Het honoreringsbeleid dat zij afgelopen jaar heeft geïntroduceerd past bij het principe van persoonsvolgende bekostiging. Emmy Wietsma is leidinggevende bij de zorgkantoren van Menzis. Als derde spreker op de studiemiddag doet zij verslag en geeft zij inzicht in haar plannen voor de zorginkoop in 2020 van haar zorgkantoor.

Bekostiging op basis van individuele behoeften

In de ochtend voorafgaande aan de studiemiddag schetst Conny Veldhuizen eerst de ontwikkeling van de bekostiging van de ouderenzorg in ons land vòòr de invoering van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg. Zij is Unitmanager Langdurige zorg bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Veldhuizen focust zich daarbij op ontwikkelingen in de maatschappij. Bijvoorbeeld de tendens om de zorg steeds meer af te stemmen op de individuele behoeften van cliënten. Vervolgens gaat zij in op de situatie na de invoering van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg. De NZa heeft de minister onlangs geadviseerd hoe de kwaliteit van leven meegenomen kan worden in de bekostiging van de verpleeghuiszorg. Veldhuizen presenteert de hoofdlijnen van dit advies en legt de deelnemers een aantal stellingen voor.

Meer informatie

Wil jij in één dag vernemen hoe zorgkantoren de zorginkopen in 2020 vorm gaan geven? Wil jij meedenken over het individueler maken van de bekostiging? En wil jij ervaringen uitwisselen met andere deelnemers van de studiedag op 13 juni? Klik dan hier voor het uitgebreide programma en alle informatie en schrijf je in.

Hoe creëer je meer inspraak in de langdurige zorg?

Gemeenten en zorgverzekeraars worstelen met de vraag hoe zij bij hun beleid cliënten, patiënten en burgers moeten betrekken. Moet dat via verzekeringsraden zoals De Friesland Zorg verzekeraar dat voorstelt? Moeten zij de bestaande cliëntenraden en WMO-raden hiervoor benaderen? Of staan die te ver weg van de cliënt aan de keukentafel of in de spreekkamer? Gaat de inspraak van cliënten en patiënten verlopen via de bekende manieren die gemeenten hanteren bij bijvoorbeeld het aanleggen van een fietspad door een wijk? Met inspraakavonden en mogelijkheden om vooraf bezwaar aan te tekenen tegen een voorgenomen besluit? En wil Nederland wel gemeenschappelijke regelingen van gemeentebesturen ten behoeve van de langdurige zorg? Zijn die wel het summum van democratie?

Financiële toegang tot langdurige zorg
Over deze onderwerpen spreekt ondergetekende in een workshop op 30 september tijdens het congres Financiële toegang tot de langdurige zorg. Aan de orde komt de algemene vraag: hoe is meer democratie te organiseren in de langdurige zorg? Workshopdeelnemers hebben ruimte voor eigen inbreng. Steeds komt het dilemma aan de orde: is democratie een middel, bijvoorbeeld om te regelen dat patiënten zich beter aan hun medicatie houden? Of is democratie een einddoel: ook de langdurige zorg hebben gebruikers recht op transparantie van beleid en invloed.

Nieuwe kennis
Wil je deelnemen aan de workshop, die plaatsvindt binnen het congres over Financiële Toegang tot de Zorg op 30 september? lees meer in de brochure, meld je aan via het online inschrijfformulier en doe nieuwe kennis(sen) op!

Gaan wijkverpleegkundigen en persoonsgebonden budget goed samen?

Wijkverpleegkundigen mogen zorg indiceren zonder indicatiestelling. Dat is eenvoudig en snel te realiseren aan de keukentafel. Prima. Maar mogen ze nu ook op dezelfde wijze persoonsgebonden budgetten (PGB’s) gaan toekennen? Want een PGB is ook zorg, alleen niet in natura. Als dat mag, bestaat het gevaar dat wijkverpleegkundigen het beste met hun patiënten voor hebben, maar onvoldoende rekening houden met het financieel haalbare.

Meestal is een hoger PGB beter voor de patiënt dan een laag PGB. Het risico bestaat daarom dat sommige wijkverpleegkundigen op deze manier Sinterklaas gaan spelen ten koste van de gemeenschap en van andere zorg. Of dit risico groot is, weet ik niet. Misschien is het ivoren torenpraat van mij. Maar als ik wijkverpleegkundige was, zou ik proberen mijn patiënten een hoog PGB te geven. Dan wordt hun gezondheid maximaal ondersteund. Dat zou passen in mijn professie.

Rol gemeenten
Ter toelichting nog het volgende. De vraag over het samengaan van wijkverpleegkundigen en PGB kwam onlangs aan de orde in een gesprek dat ik voerde met een verpleegkundige. Deze vraag leeft bij tal van gemeenten. Bij voorkeur hebben die keukentafelgesprekken plaats vanuit een sociaal wijkteam en zonder indicatiestelling. Dat is te begrijpen. Maar dan is de logische consequentie, dat zorg-in-natura zonder indicatie ook wordt toegewezen als dat nodig is. En dan dus ook een PGB.

Indicatiestelling
Als dat niet wenselijk is, moet er weer indicatiestelling komen. Klinkt dat woord te negatief, dan mag het van mij ook toegangsregulering of instroommanagement heten. Als gemeenten die kant opgaan, lopen zij het risico dat zij de PGB betalingen niet goed kunnen regelen. Dan komen zij negatief in de publiciteit, net zoals thans de Sociale Verzekeringsbank.

Wat vind jij?
Kortom, beste lezer, help jij mij bij het voorbereiden van lezingen en interviews over dit onderwerp? Gaan wijkverpleegkundigen en PGB’s samen? Ik zie graag jouw onderbouwde reactie tegemoet. Met oneliners als ‘weg met de indicatiestelling’ of ‘leve de keukentafel’ kan ik niet zo veel.

Congres Financiële Toegang tot Langdurige Zorg
Op 30 september komt dit vraagstuk, naast vele andere plus- en knelpunten uitvoerig aan de orde op het congres Financiële Toegang tot de Langdurige Zorg.

Congres Financiële Toegang tot Langdurige Zorg verplaatst

Het congres Financiële Toegang tot Langdurige Zorg is verplaatst naar 30 september. Oorspronkelijk zou het congres 10 april plaatsvinden. Het congres is mede verplaatst omdat het ministerie van VWS op 9 maart een studiedag organiseert over hetzelfde onderwerp. De resultaten van die studiedag worden meegenomen op 30 september. Voordeel van een latere datum is dat er meer goede praktijkvoorbeelden beschikbaar zijn rond de financiële toegang tot de langdurige zorg die dan gedeeld kunnen worden op het congres. En ook de uitkomsten van de Miljoenennota kunnen 30 september besproken en meegenomen worden.

Op het congres krijg je dus de meest recente ontwikkelingen in indicatiestelling binnen de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de Wet Langdurige Zorg en de Zorgverzekeringswet. Er wordt vooral ingegaan op de financiële toegang en indicatiestelling tot langdurige, intramurale zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen, ernstige psychiatrische aandoeningen en ouderen met multimorbibiditeit.

Wil je meer weten over het Congres Financiële Toegang tot Langdurige Zorg op 30 september? Klik dan hier.

Tweede Kamer buigt zich over probleem oudere bij aanvraag Wet Langdurige Zorg

Tweede Kamerlid Mona Keijzer (CDA) heeft aan staatssecretaris Van Rijn (VWS) en aan minister Plasterk (BZK) schriftelijke vragen gesteld over mijn artikel dat aanvragen bij de Wet Langdurige Zorg stagneren, omdat ouderen geen paspoort of ID hebben.

Zij heeft de volgende vragen voorgelegd aan de minister en staatssecretaris:

  1. Bent u bekend met het bericht?
  2. Kunt u aangeven waarom personen – die woonachtig zijn in een instelling- die vanaf 1 januari 2015 een aanvraag indienen voor zorg op basis van de Wet Langdurige Zorg een fotokopie moeten toevoegen van hun paspoort of ander geldig identiteitsbewijs?
  3. Klopt het dat dit tot vertraging leidt in de aanvragen voor zorg op basis van de Wet Langdurige zorg?
  4. Kunt u zich voorstellen dat er ouderen zijn, personen met ernstige lichamelijke, verstandelijke of geestelijke beperkingen, personen die dement zijn of zeer oud zijn en lijden aan tal van aandoeningen die niet meer reizen en zelden buitenkomen?
  5. Kunt u zich voorstellen dat deze mensen niet in staat zijn om zich tot twee keer te melden bij het gemeentehuis? Zo nee, waarom niet?
  6. Klopt het dat medewerkers van de afdeling burgerzaken niet op huisbezoek mogen? Zo ja, waarom?
  7.  Kan u aangeven hoe er wordt omgaan met mensen die in een ver gevorderd stadium van dementie verkeren en niet (meer) in staat zijn een handtekening te zetten onder hun aanvraag voor een ID kaart of een paspoort, heeft dit al tot problemen geleid? Zo ja, wat gaat u hier aan doen?

Zodra de antwoorden op deze vragen bekend zijn, vermeld ik dit hier op mijn website.

Chronisch zorgbeleid in Nederland onsamenhangend

Nederland streeft met vier initiatieven betere chronische zorg na: door middel van keten-DBC’s en zorggroepen, via negen proeftuinen, de uitbreiding van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) en middels de invoering van de Wet langdurige zorg (Wlz).

Die vier initiatieven hebben echter niets met elkaar te maken. Zo werkt de Wmo decentraal en de Wlz centraal. En zijn er lokale initiatieven voor keten-DBC’s die weer losstaan van de negen proeftuinen, terwijl sommige van die negen proeftuinen met substitutie bezig zijn net als de keten-DBC projecten.

chronische zorg 2Nationaal financiële kaders
De federale regering van België streeft ernaar samenhangend beleid voor mensen met chronische aandoeningen of permanente beperkingen tot stand te brengen. Door nationaal financiële kaders en andere kaders te stellen waarbinnen lokale initiatieven kunnen ontstaan. Om zich op dit beleid voor te bereiden bezocht een groep van veertien Belgische topambtenaren op 8 en 9 januari goede voorbeelden van de vier Nederlandse initiatieven. Ook kregen zij lezingen over de invoering en verspreiding van deze voorbeelden. Ondergetekende trad op als gastheer.

Zwakke implementatie
De Belgen waren onder de indruk van onze initiatieven. Wat ze echter tegenviel was het gebrek aan samenhang daartussen en het zwakke implementatiebeleid. Dat laatste is nodig om de goede voorbeelden te verspreiden. Zoals Belgen last hebben van verschillende elkaar tegenwerkende en niet-deskundige overheidsinstanties op federaal, gemeenschaps- en gemeentelijk niveau, zo werken in Nederland zorgverzekeraars, zorgkantoren, gemeenten en nationale instanties niet goed samen.

Kat op het spek binden
Grote aandacht tijdens het seminar kreeg de scheiding van zorguitvoering en zorgtoegang. In sommige sociale wijkteams mogen wijkverpleegkundigen de toegang regelen tot verpleging en persoonlijke verzorging. Deze verpleegkundigen zijn in dienst van zorgaanbieders. Dat is de kat op het spek binden, aldus diverse aanwezigen op 8 en 9 januari. Dan gaan die verpleegkundigen vooral doorverwijzen naar de organisatie waar zij in dienst zijn. Beter is het om die verpleegkundigen en ook de verzorgenden in dienst te nemen bij de zorggroepen van huisartsen. De verpleegkundigen en verzorgenden zelf willen dat graag. De huisartsen zijn ook positief hierover. Maar de thuiszorgorganisaties willen dat niet.

Congres Financiële Toegang tot Langdurige Zorg
Op het congres op 30 september over de Financiële Toegang tot Langdurige Zorg dat ik organiseer op de Julius Academy komt de scheiding van uitvoering en toegang uitvoerig aan de orde. Wil je meer weten over dit congres? Klik dan hier. Wil je een korte flitspresentatie geven op dit congres over een lopend project, een reeds gepubliceerde beleidsnota of een wetenschappelijk artikel? Klik dan hier.