Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Sprekers gevraagd voor 23ste Nationale Spoedzorgcongres op 17 november 2022

Door Nanne Bos, onderzoeker gezondheidszorg en Guus Schrijvers, gezondheidseconoom.

Het 23ste Nationale Spoedzorgcongres op 17 november stelt drie thema’s centraal: personeelstekorten, digitalisering en geografische concentratie van triage en acute-zorgaanbod. De congrescommissie nodigt sprekers uit om lokale of regionale vernieuwingen op deze thema’s te presenteren. Het gaat om professionals, leidinggevenden, beleidsmakers en onderzoekers met ideeën, projecten, onderzoeken of goede voorbeelden rond de volgende onderwerpen:

  • Oplossingen om het personeelstekort in de spoedzorgketen het hoofd te bieden;
  • Digitalisering in de spoedzorgketen, zoals innovatie in de telecommunicatie, software applicaties voor beslissingsondersteuning en dergelijke of uitwisseling van gegevens;
  • Regionale samenwerking en coördinatie en het aanbieden van specifieke vormen van acute zorg, zoals ouderenzorg;
  • Verbeteringen in bereikbaarheid/beschikbaarheid/vindbaarheid van acute zorg;
  • De acute zorg in de verpleging, verzorging en thuiszorg.

Lokale en regionale sprekers over vernieuwingen

Interesse? Als flitspresentator of spreker op het congres krijg je een podium om je verhaal te vertellen aan leidinggevende professionals en beleidsmakers in de acute zorg. Maar ook aan vertegenwoordigers van nationale instanties, brancheorganisaties en patiëntenorganisaties. Heb je interesse om 17 november een voordracht te geven op het spoedzorgcongres? Bekijk dan hier de uitgebreide sprekersinformatie en meld je aan. Aanmelden kan tot 15 september 2022. De selectiecommissie bestaat uit Arold Reusken, hoofd bureau Landelijk Netwerk Acute Zorg; Jack Versluis, bestuurder RAV Utrecht; Nanne Bos, senior onderzoeker gezondheidszorg Nivel en Guus Schrijvers, oud-hoogleraar Public Health UMC Utrecht

Ook nationale sprekers voor een helikopterview

Bieden de regionale sprekers een bottom-up perspectief, de vier plenaire sprekers op 17 november kijken naar de acute zorg met een helikopter view. Mark Kramer is lid van de Raad van Bestuur van het Amsterdam UMC en voorzitter van het Landelijk netwerk Acute Zorg. Hij schetst de samenhang en urgentie van de drie congresthema’s. Bianca Buurman is voorzitter van V&VN en hoogleraar Acute Ouderenzorg, Amsterdam UMC. Zij gaat in op sterke en zwakke punten van de acute ouderenzorg. Een vertegenwoordiger van de FMS introduceert het nieuwe triagemodel van deze brancheorganisatie van medisch specialisten. De congrescommissie is nog in gesprek met VWS om een zeer aansprekende vertegenwoordiger het nieuwe beleid van minister Kuipers toe te laten lichten.

Draagvlak voor beleid

Edwin Velzel sluit het congres af met een gesprek met de deelnemers over verandermanagement binnen de acute zorg. Hoe is er regionaal draagvlak te werven voor veranderingen bij bevolking, autoriteiten en professionals als door personeelstekorten. Biedt verwachtingsmanagement een uitkomst voor conflictvrije aanpassingen in de acute zorg?  Zijn de innovatieve, lokale en regionale, trajecten in te passen in een nationaal transitiebeleid?

Kortom

Vier ontwikkelingen maken dit congres urgent: 1. De personeelstekorten 2. De toenemende vraag vanwege de grote groei van 75-plussers 3. De verwachting van de bevolking en autoriteiten dat acute zorg zonder aanpassing door kan gaan en 4. De bestuurlijke drukte  door het nieuwe beleid van minister Kuipers. De congrescommissie denkt dat het congres een ontmoeting wordt van de nationale top van de acute zorg en regionale projectleiders, innovatoren en bestuurders. Wil jij over je eigen innovatie  pitchen? Klik dan hier. Wil jij je inschrijven als deelnemer? Klik dan hier.

Innovaties in de acute zorg: 1997- 2027

door Guus Schrijvers, gezondheidseconoom en oud-hoogleraar public health bij het UMC Utrecht.

In een podcast  schets ik dertien innovaties in de acute zorg aan over de periode 1997 – 2021   Tijdens het 22e Nationale spoedzorgcongres op 26 november kwamen vijf innovaties naar voren voor de periode 2022 – 2027.   Ik bespreek heel kort alle innovaties.

1. De opkomst van de traumacentra

In 1997 wees de minister van VWS 11 ziekenhuizen aan als traumacentrum: de 8 academische ziekenhuizen, het St. Elisabeth Ziekenhuis te Tilburg, het Medisch Spectrum Twente en het Haga Ziekenhuis te Den Haag. Deze gebeurtenis vormt het begin van regionalisatie van de acute zorg in Nederland. Op verzoek van het ministerie van VWS  gingen zij zich rond 2012 bezig houden met alle acute zorg in hun regio, mede omdat tweederde van de acute zorg  geen letsel betreft maar acute incidenten zoals acute buikpijn of pijn op de borst.  De traumacentra vormden het Regionaal Overleg Acute Zorg met daarin vertegenwoordigd alle aanbieders van acute zorg.  Hun koepel heet Landelijk Netwerk Acute Zorg.  

2. De opkomst van de SEH-artsen

In 1999 startte de opleiding tot arts Spoedeisende Hulp (SEH-arts). Twee jaar later begonnen de eerste SEH-artsen. In 2019 werkten 525 SEH-artsen , verspreid over vrijwel alle algemene ziekenhuizen. Hun komst leidde tot professionalisering van de spoedeisende zorg. Vele ziekenhuizen pakten door en richtten Acute Opname Afdelingen op voor het opnemen van acute patiënten ongeacht het specialisme van de behandelend specialist.  Deze afdelingen verminderen het aantal uitwijkritten van ambulances, omdat AOA’s soms een substituut vormen voor een IC-unit. 

3. Opname-weigeringen op IC’s

In 2001 verscheen het rapport Plaats in de Herberg  over de frequentie van opnameweigeringen op Intensive Care Units in Nederland. Belangrijkste bevinding toen: Een op de zeven IC-patiënten kon niet terecht op de IC. SEH’s stuurden ambulances naar het volgende ziekenhuis.  Het onderzoek baarde opzien en leidde tot initiatieven van vele partijen in de acute zorg. De SEH’s ging beter samenwerken met de ICs en met de meldkamers ambulancezorg. 

4. De opkomst van huisartsenposten

In hetzelfde jaar 2001 kwamen de eerste huisartsenposten (hap’s) van de grond.  Deze innovaties kwamen op, omdat de avond-, nacht- en weekend (ANW-)diensten te zwaar werden voor individuele huisartsen. 

5. Er komen beleidsnota’s van de overheid

In 2003 kwam een eerste nota uit over samenhang in de acute zorg.  Het Ministerie van VWS bracht deze nota uit.  De term spoedzorg kwam in zwang: een breder begrip dan acute zorg dat meer en meer werd gereserveerd voor A1-inzetten oftewel voor levensbedreigende situaties.. De Gezondheidsraad heeft in 2012 diverse rapporten in een eigen advies  uitstekend samengevat.

6. Marktwerking in de ambulancezorg ja of nee?

In de periode 2006 tot 2020 speelde het beleidsvraagstuk of zorgverzekeraars ambulancezorg wel of niet via tijdelijke vergunningen zou aanbesteden.  Dit houdt in dat RAV’s zouden moeten concurreren om de vergunningen met bijvoorbeeld grote ziekenhuizen, taxibedrijven en OV-bedrijven. Weerstand in de Tweede Kamer en het voortschrijdend inzicht  van de rol van de ambulancezorg bij grootschalige calamiteiten leidde in 2012 uiteindelijk tot de Tijdelijke Wet Ambulancezorg   (Twaz)  Al met al, duurde het vele jaren om regionalisatie in de ambulancezorg structureel in te voeren.

7. De opkomst van de veiligheidsregio’s

In 2010 kwam de Wet Veiligheidsregio’s  tot stand. Deze wet telt 82 artikelen. Vele artikelen van deze wet betreffen de opschaling, indien een ramp een specifieke veiligheidsregio overstijgt. Voor ambulance-professionals is het van belang dat gedurende ramp de eind verantwoordelijkheid voor de zorg niet bij de RAV-leiding berust maar bij de directeur Publieke Gezondheid.  In 2020 kwam een evaluatie tot stand van de veiligheidsregio’s. Die bleek niet te passen op de inmiddels aan de gang zijnde corona-pandemie. Discussie in de Regering en de Tweede |Kamer is steeds uitgesteld.

8. De zorgverzekeraars stellen de kwaliteit van de spoedzorg ter discussie 

Het onverwachte van acute zorg en de hoge kosten die daarmee gepaard gaan, vormen van oudsher reden voor Nederlanders om zich te verzekeren tegen ziektekosten. Het is daarom dapper van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en in haar kielzog andere zorgverzekeraars om in 2012 met een ingrijpende, confronterende nota te komen over de kwaliteit van de spoedzorg. 

Het ZN-rapport ontmoette buitengewoon veel kritiek. De Federatie van Medisch Specialisten wende zich tot de Tweede Kamer en verzocht om intrekking van de nota. Door ingrijpen van minister Schippers was het ZN-rapport voorlopig eindpunt van tien jaar gedachtevorming over de kwaliteit van de spoedzorg 

9. De Spoedeisende Medische dienst

Ook in 2012 pleitte de Vereniging van Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) voor een Spoed Eisende Medisch Dienst (SEMD). Hierbij zijn de huisartsenpost (hap) en de Spoedeisende Hulp (SEH) geïntegreerd en is er één acutezorgbudget in plaats van losse budgetten voor bijvoorbeeld de huisartsenpost, de SEH en de ambulancezorg. In een door KPMG in 2012 doorgerekend model levert de SEMD besparingen op door ontdubbeling van de infrastructuur en de invoering van één tarief voor dezelfde prestatie. Dit voorstel bleef circuleren als wenkend perspectief: in 2019 pleitte de Federatie van Medisch Specialisten ook voor dit voorstel. 

10. Niet landelijke geplande veranderingen in het aanbod van acute zorg

In de periode 1997 tot heden veranderde veel in de acute zorg zonder specifieke wetswijzigingen. De telecommunicatie tussen meldkamer, ambulance en SEH verbeterde. Software kwam tot stand voor meldkamer centralisten ter ondersteuning  bij het vaststellen van het toestandsbeeld.  Tal van fusies vonden plaatsen tussen meldkamers om te komen tot één meldkamer per VAR-regio. Ook het aantal zelfstandige particuliere ambulancediensten dat optreedt als onderaannemer van de RAV nam door fusies af. Verder daalde het aantal SEH’s van boven de 100 in 2000 naar 87 in 2019. 

Last-but-not-least is te melden dat in de acute zorg de laatste jaren meer en meer een personeelstekort optreedt. 

11. De kwaliteitsstandaard spoedzorgketen  van het Zorginstituut (2019)

Anno 2021 liggen drie beleidsdocumenten op uitwerking te wachten. De vraagstukken waarover zij gaan, komen naar verwachting in de komende tien jaar regelmatig aan de orde.

  • De kwaliteitsstandaard spoedzorgketen  van het Zorginstituut (2019)
  • Het voorstel van Ambulancezorg Nederland om te komen tot centrale triage (2019)
  • De houtskoolschets van het Ministerie van VWS (2020)

In februari 2020 heeft Zorginstituut Nederland het Kwaliteitskader Spoedzorgketen  vastgesteld. Dit gebeurde tegelijkertijd met het Kwaliteitskader ambulancezorg  Deze twee sluiten op elkaar aan. De vaststelling gebeurde na enkele jaren voorbereiding door elf koepelorganisaties van acute-zorgaanbieders.  Het Kwaliteitskader beschrijft hoe partijen in de zorg met elkaar samenwerken om iedere patiënt met een spoedzorgvraag goede kwaliteit van zorg 24/7 te bieden, 

12. Het voorstel van Ambulancezorg Nederland om te komen tot centrale triage (2019)

In de zomer van 2017 heeft AZN  een visiedocument uitgebracht  met de titel Ambulancezorg in 2025: zorgcoördinatie en mobiele zorg Het visiedocument start met een schets van de ontwikkelingen waarmee de ambulancesector zich geconfronteerd ziet. Het tweede deel van dit document beschrijft de visie van AZN op de acute zorg in 2025 en de rol die de ambulancesector daarin heeft. De visie gaat niet alleen in op het lange termijnperspectief van 2025, maar blikt ook kort vooruit op de manier waarop de ambulancezorg zich voorbereidt op de toekomst. Ambulancezorg heeft, aldus het document,  twee kerntaken 1. zorgcoördinatie en 2. mobiele zorg. Zorgcoördinatie is het gezamenlijk met de andere aanbieders in de acute zorg organiseren en coördineren van de acute zorg op regionale schaal. 

De tweede kernactiviteit vormt de mobiele zorg met en zonder vervoer: RAV’s zijn aanbieders van mobiele zorg en brengen de zorg naar de patiënt, dan wel -als dit noodzakelijk is- de patiënt naar de zorg. Kenmerkend voor ambulancezorg in 2020 is dat een ambulance-inzet altijd gepaard gaat met een intentie tot vervoer naar(meestal) het ziekenhuis. Vervoer is echter ingrijpend voor de patiënt. Er is in toenemende mate sprake van inzetten waarbij ter plaatse wel zorg wordt verleend, maar vervoer daarna niet noodzakelijk blijkt. Het in te richten zorgcoördinatiecentrum  heeft de regie na de eerste zorginzet tot er goede zorgopvolging is. Dan gaat de regie over naar andere zorgaanbieders óf naar de patiënt zelf. De RAV Midden Nederland maar ook andere RAV’s zijn anno 2021 bezig zo’n coördinatiecentrum te realiseren. 

13. De houtskoolschets van het Ministerie van VWS (2020)

Op 3 juli 2020  publiceerde minister Van Rijn de lang verwachte Houtskoolschets acute zorg  Het stuk bevat zeven hoofdstukken en 46 pagina’s. Zes daarvan zijn al eerder in dit hoofdstuk benoemd. Die gaan over onduidelijkheid voor patiënten, zorg-op-de-verkeerde-plek, te weinig zorgprofessionals, te weinig samenwerking, weinig slimme digitale zorg en te weinig informatie over bijvoorbeeld medicatie bij acute hulpverlening. Twee nieuwe beleidsvraagstukken komen in de nota naar voren. Het eerste is het voorkómen van acute zorg,  bijvoorbeeld door valpreventie en door het opstellen van zorg-leefplannen met kwetsbare personen.  Deze plannen anticiperen op plotseling uitvallen van mantelzorgers of plotselinge verergering van de aandoeningen van de patiënt. Het tweede nieuwe onderwerp betreft acute zorg thuis die, ik citeer,  “nog niet groots wordt opgepakt”. 

In het nieuwe acute zorglandschap kan de patiënt bij niet levensbedreigende acute zorgvragen één landelijk telefoonnummer bellen waarna de patiënt automatisch wordt doorverbonden naar de juiste regionale zorgmeldkamer. Deze zin staat prominent op  pagina 23 van de  Houtskoolschets. Deze meldkamer verwijst naar zorgprofessionals van de huisartsenpost, de SEH en de crisisdienst van de ggz. Met deze zin bouwt VWS voort op het hierboven genoemde Visiedocument  van Ambulancezorg Nederland. Het voornemen van integrale spoedposten werd bij zorgaanbieders en gemeenten niet met enthousiasme ontvangen.

.

 Vijf bepleite innovaties voor de periode 2022 – 2027

Tot zover de innovaties in de acute zorg die startten in het verleden. Tijdens het 22ste Nationale Congres Spoedzorg kwamen vijf innovaties voor de komende jaren naar voren, waarop congresdeelnemers positief reageerden:

14. Het toekennen van beslisbevoegdheden over spreiding en openstelling van acute zorg in de regio aan de eerdere genoemde Regionale Overlegorganen voor Acute zorg (meerdere sprekers)

15. het regionaal werven van professionals in de acute zorg in samenwerking met hogescholen (meerder sprekers)

16. Het digitaal melden, door patiënt of naaste, van de anamnese van de klacht voorafgaande aan het consult op de huisartsenpost (Dianne Jaspers)

17. Samenwerking tussen vijf SEH’s in de regio Nijmegen (Om beurten open in de nacht). Ties Eikendal).

18. de doorontwikkeling van de coördinatiecentra voorgesteld door de Ambulancezorg Nederland (zie innovatie nr. 12 hierboven, meerdere sprekers). 

Vragen aan overheidsinstanties

Congresdeelnemers benoemden een aantal voorwaarden waar dan aan voldaan zou moeten worden. De teneur van deze antwoorden was dat er regelgeving zou moeten komen om regionale regie, en financiering van de acute zorg op te zetten. Toegankelijkheid  en uitwisseling van patiëntengegevens in acute situaties  werden als knelpunt ervaren. 

Conclusie

De terugblik op de acute zorg van de afgelopen 26 jaar leert, dat vele innovaties plaatsvonden: ongeveer één in de twee jaar. De vooruitblik op het congres leert, dat er grote dynamiek bestaat om verder te innoveren.  Steun hierbij van diverse overheidsinstanties zoals VWS, ZINL. NZA en IGJ stond hoog op de wensenlijst  van de deelnemers aan het zinderende 22ste Nationale Spoedzorg Congres. 

Controlebezoek op SEH voor patiënten met simpele en stabiele letsels is overbodig

door Guus Schrijvers, gezondheidseconoom.

Sinds 2014 werkt de SEH van het academisch ziekenhuis van Edinburgh zonder controle-afspraken na een eenvoudige botbreuk. Zij kwam tot dit nieuwe beleid op grond van gedegen onderzoek. Tientallen Britse ziekenhuizen volgden dit goede voorbeeld. De SEH van het OLVG te Amsterdam voerde in 2019 dit beleid in. Het SEH-team publiceerde erover en presenteerde vergelijkbare resultaten als de Edinburghse collega’s. Het Catharine ziekenhuis te Eindhoven nam in 2020  het Amsterdamse  beleid over.   Guus Schrijvers bespreekt hieronder de resultaten van de drie voorbeelden en geeft tips om de verspreiding van deze innovaties in Nederland te versnellen.

De start in Edinburgh in 2014

In 2014  startte de SEH van de Royal Infirmary te Edinburgh met drie zorginnovaties: 1. Patiënten met een simpele stabiel Letsel (SSL)  kregen uitleg over de wijze waarop zij zelf het immobiliseringsmateriaal (gips, verband,  spalk) konden verwijderen na een vooraf afgesproken tijd 2. Ze kregen niet meer als standaard een herhaalconsult aangeboden maar konden wel bellen als daarvoor aanleiding was. Onder de jubelende titel Discharged but not Dissatisfied publiceerden de betrokken professionals de evaluatie van  het initiatief in een wetenschappelijk tijdschrift.

De kliniek includeerde voor een begeleidend wetenschappelijk onderzoek 289 patiënten gedurende de eerste drie jaar van het experiment. Zij stelde een historische controlegroep samen van 337 patiënten met dezelfde letsels. De klinische uitkomsten waren even goed of beter dan in de controlegroep. Het aantal afspraken na het eerste acute bezoek daalde van 496 herhaalconsulten bij de controlegroep naar 61 in de experimentele groep. Een daling van 88 procent!  De tevredenheid van de patiënten bleef even hoog. De kosten daalden met 75 procent.  Tientallen Britse ziekenhuizen volgden. 

De start in Amsterdam  in 2019

In 2020 beschrijven de zorgprofessionals van de SEH van het OLVG in Amsterdam hun ervaringen met het Edinburghse model. Zij doen dat uitgebreid met bijlagen in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Zij zien de invoering ervan als fase 1 van een vernieuwingstraject.  Het SEH-team identificeerde in 2019 elf patiënttypen die in aanmerking komen voor direct ontslag zonder controlebezoek. Op de SEH wordt beoordeeld of zij inderdaad in aanmerking komen voor direct ontslag vanaf de SEH (fase 1). Zo ja, dan krijgen zij immobilisatiemateriaal dat zij eenvoudig zelf kunnen verwijderen. Ze krijgen uitleg over de behandeling, het herstel en de herstelperiode. Deze informatie is samengevat in een ontslagfolder en smartphoneapplicatie. Voor vragen kunnen zij de Breuklijn bellen. In voorbereiding is een multidisciplinair overleg (MDO)  over de patiënten die geen direct ontslag kregen aangeboden.  Indien nodig, wordt het ontslagtraject na dit MDO bijgesteld (fase 2). Het poliklinische vervolg wordt geoptimaliseerd door inzet van verpleegkundig specialisten (VS), physician assistants (PA),gipsverbandmeesters en fysiotherapeuten (fase 3). In het OLVG te Amsterdam is fase 1 geïmplementeerd. Fase 2 en 3   zijn nog in voorbereiding.

Het Catharina ziekenhuis begint in 2021

Op 19 juli 2021 brengt het Catharina ziekenhuis goed nieuws uit.  Haar patiënten met een botbreuk hoeven na behandeling op de Spoedeisende Hulp voortaan niet meer terug te komen voor controle. Ook gips is niet altijd nodig. “De ervaring leert dat sommige letsels altijd goed genezen. Denk aan bepaalde breuken van de teen, vinger, onderarm en enkel”, verduidelijkte orthopedisch chirurg Niek Schepel van het Catharina Ziekenhuis. Hij  verwacht jaarlijks in het Catharina Ziekenhuis ruim 900 patiënten op deze manier te kunnen behandelen. De app met instructies  aan patiënten is  te downloaden in de App Store en op Google Play via https://apps.apple.com/nl/app/virtual-fracture-care/id1359090156  en https://play.google.com/store/apps/details?id=nl.olvg.gipskamer&hl=nl&gl=US.

Hoe nu verder in de jaren vanaf 2022?

Deze innovatie uit Edinburgh, Amsterdam en Eindhoven is een van de zes die via ROAZ-plannen te introduceren zijn. De andere vier betreffen 2. Het digitaal melden van acute-zorgbehoeften in plaats van telefonisch 3. De regionale coördinatiecentra  voor acute zorg met een eigen telefoonnummers voor burgers  4. Het introduceren van 16/7 acute zorg op huisartsenposten en  5.  Het anticiperen op acute corona-uitbraken door taakverdeling tussen SEH’s voor mensen met en zonder (een vermoeden van) corona-infectie.  6. Het voldoen  aan de normen van de Kwaliteitskader Spoedzorgketen.  Er liggen thans te veel bewezen  innovaties  te wachten op uitvoering. Niet alles hoeft tegelijk. Een planmatige aanpak met een innovatie-agenda voor ROAZ-besturen en Veiligheidsregio’s is wel aan de orde. 

Noot van de redactie

Op 26 november vindt het 22ste Nationale Spoedzorgcongres in Utrecht plaats. Klik hier voor meer informatie.

Acute zorg staat centraal op 26 november tijdens het 22ste Nationale Spoedzorg Congres

Er zijn drie redenen om het 22ste interprofessionele en nationale congres over acute zorg voor professionals, beleidsmakers en onderzoekers bij te wonen: kennis verwerven, ervaringen delen en inzichten aanscherpen of nuanceren. Guus Schrijvers licht hieronder die drie redenen toe.

Nieuwe kennis verwerven bij onderzoekers

Maar liefst acht onderzoekers doen op 26 november verslag over hun recent uitgekomen studies. Deze betreffen onder meer: het niet telefonisch maar digitaal melden van acute incidenten; het verkorten van wachttijden met kunstmatige intelligentie; het thuis behandelen van Covid-19 patiënten; de relatie tussen enerzijds corona en anderzijds niet behandeld letsel omdat patiënten thuis bleven. Tenslotte komen over- en ondertriage door centralisten van de meldkamer ambulancezorg aan bod.

Let wel, aan de orde komen de resultaten en niet de methoden van onderzoek. Wij gaan ervan uit dat deze laatste al aan de orde zijn geweest in wetenschappelijke kring of bij de redacties van wetenschappelijke tijdschriften waarin de onderzoekers oorspronkelijk publiceerden. Op dit congres schetsen onderzoekers de betekenis van hun onderzoeksresultaten voor professionals en beleidsmakers. Als hun studie een lokale zorgvernieuwing betreft, gaan ze in op de vraag hoe hun zorginnovatie elders het gemakkelijkste is in te voeren.

Drie weken voorafgaande aan de congresdatum verspreidt prof.dr. Guus Schrijvers een podcast en een webcast over ontwikkelingen in de acute zorg sinds 1997, toen voor het eerst sprake was van samenwerking tussen zorgaanbieders. In dat jaar kwamen de traumacentra tot stand. Met behulp van dit online college streeft deze oud-hoogleraar na, dat alle congresdeelnemers gelijke kennis hebben van (oorzaken van) ontwikkelingen tot nu toe.

Ervaringen delen door professionals

In een breed verspreide oproep vroegen wij om professionals die ervaringen over hun werk wilden delen. Dat is verrassend goed gelukt. De ervaringen betreffen onder meer: human resource management bij personeelsschaarste in de acute zorg tijdens en na de corona pandemie; de voortgang met regionale centra voor coördinatie van acute zorg; Het werken met vaste teams op de huisartsenpost; de nieuwe taken van het Rode Kruis tijdens de corona-pandemie en het scheiden van hoog- en laagcomplexe zorg.

Voor zover wij weten, kwamen deze ervaringen niet eerder aan bod in vakpers, wetenschappelijke tijdschriften en op andere congressen.

Inzichten aanscherpen of nuanceren dankzij beleidsmakers

In de komende jaren staan tal van beleidsvraagstukken  voor de acute zorg hoog op de agenda:
 

  • Wellicht is er op de congresdatum van 26 november een coalitie-akkoord van de nieuwe regering. Dat bevat ongetwijfeld opmerkingen over acute zorg na de corona-crisis.
  • Er ligt sinds medio juni een algemene Maatregel van Bestuur (AMVB) gereed die de taken van de ROAZ’en versterkt en de Directeur Publieke Gezondheid van de Veiligheidsregio’s daarbinnen een positie geeft. Gaan de GHOR- en de ROAZ-regio’s samenwerken?
  • De Wet Veiligheidsregio’s gaat op de schop, aldus het Ministerie van Binnenlandse zaken. Wat betekent dit voor de ambulancezorg die nauw verknoopt is met de veiligheidsregio’s? Wat ligt voor de hand?
  • En als het niet lukt om het tekort aan professionals op te lossen, wat moeten leidinggevenden dan doen? Blijven improviseren? De triage van nieuwe spoedpatiënten aanscherpen?
  • Tenslotte attendeert de congrescommissie op de sessie Open Podium. Daarvoor nodigt zij een spreker uit over een onderwerp dat stond 26.11 hot news vormt.

Op deze vraagstukken gaan enkele inleiders, afkomstig uit beleidsgremia in. Weet dat ook zij zoekende zijn. Graag debatteren zij met jou plenair of in de wandelgangen van het prachtige stadion Galgenwaard dat het congres huisvest.

Tenslotte

Kennis verwerven, ervaringen delen en inzichten aanscherpen: het zijn bekende, formele, doelstellingen voor congressen. Toch heeft de Guus Schrijvers Academie ook oog voor informele doelen zoals na de coronapandemie collega’s fysiek ontmoeten, nieuwe kennissen opdoen, er even uit zijn of even de eigen intrinsieke motivatie versterken. Weet dat de congresaccommodatie, de wandelroutes, de zitjes her en der en ook de catering tip top in orde zijn.

De congrescommissie bestaat uit Arold Reusken, hoofd van het bureau van het Landelijk Netwerk Acute Zorg, Jack Versluis, bestuurder van de Regionale Ambulance Voorziening (RAV) Utrecht en Guus Schrijvers, oud-hoogleraar Public Health bij het UMC Utrecht.

Klik hier, bekijk het programma, schrijf je in en doe nieuwe kennis(sen) op.

Oproep om voorstellen in te dienen voor een voordracht op het 22ste Nationale Spoedzorgcongres op 26 november 2021 in stadion Galgenwaard te Utrecht.

Oproep aan:

  • Alle professionals, projectleiders, patiëntvertegenwoordigers en adviseurs in de acute zorg
  • Alle beleidsmedewerkers bij RAV’s, Roaz’en en GHOR’ instanties, veiligheidsregio’s of bij nationale overheidsinstanties zoals VWS, ZiNL , NZA en bij zorgverzekeraars,
  • Alle beginnende en ervaren onderzoekers, pas gestarte promovendi en pas gepromoveerden
  • Alle oud-deelnemers aan het Nationale Spoedzorgcongres en alle anderen die zich betrokken voelen bij de acute zorg

1. Wil jij jouw kennis of ervaringen over acute zorg delen door middel van een voordracht over:

  • Een project dat je hebt gestart of (bijna) afgerond?
  • Een regiobeeld of visie die je samen met collega’s of mede werkers hebt opgesteld?
  • Een verandering in de structuur van jouw regionaal samenwerkingsverband?
  • Een evaluatie-onderzoek of een afstudeerscriptie?
  • Een nieuwer richtlijn die je (samen met anderen) hebt ontwikkeld of geïmplementeerd?
  • Een andere vorm of harmonisatie van triage bij huisarsenposten, ambulance meldkamers, SEHs of crisisdiensten ggz?
  • Een verbetering of innovatie in de telecommunicatie binnen de spoedzorgketen?
  • Een nieuw software applicatie, een app dus, voor de ondersteuning van beslissingen door patiënten, professionals of beleidsmakers?
  • Een andere uiting van acute-zorgbetrokkenheid waar je trots op bent, bijvoorbeeld een ego-document, een documentaire of een boek?

2. Gaat jouw voordracht over één of meerdere van de volgende actuele thema’s in de acute zorg

  • Verbeteringen in bereikbaarheid/beschikbaarheid/vindbaarheid van acute zorg?
  • De implementatie van de Kwaliteitsstandaard spoedzorgketen?
  • Het inrichten van een regionaal coördinatie centrum van de spoedzorg?
  • De acute zorg in de VVT-sector (verpleging, verzorging en thuiszorg)?
  • Een verandering in de opzet, takenpakket, functieverdeling binnen en rond de Spoedeisende Hulpafdelingen, crisisdiensten van de ggz en de huisartsenposten
  • Initiatieven om de arbeidssatisfactie van spoedzorgprofessionals te borgen en zo mogelijk te verhogen en de uitstroom te verlagen
  • Initiatieven of projecten die de registratielast in de acute zorg verlagen?

3. Duurt jouw voordracht naar schatting:

  • Tien minuten (= een flitspresentatie over bijvoorbeeld een locale ontwikkeling, een afstudeerscriptieof een pas gestart onderzoek of project)?
  • Twintig minuten (= een presentatie die een overzicht biedt van een of meer nationale ontwikkelingen; meerdere locaties of regio’s betreft; of onderzoeksresultaten bevat met grote maatschappelijke relevantie?
  • Geen tijdsbeslag. Ik zie graag mijn voordracht vermeld op de congreswebsite door middel van een vlog ondersteund met een Power Point presentatie.

Stuur dan een mail naar secretariaat@guussschrijvers.nlmet daarin aangegeven:

  • De aard van je voordracht (zie vraag 1)
  • Het thema (zie vraag 2)
  • De duur in minuten (zie vraag 3)
  • Je naam, functie, locatie of regio waar je werkt
  • Een link naar een website met meer informatie over je voordracht. Stuur geen bijlagen mee.

Nog enkele praktische punten

  • Stuur je aanmelding in vòòr 15 mei 2021 naarsecretariaat@guussschrijvers.nl
  • Wil je tussentijds overleggen of je iets aanmeldt, neem dan contact op met mail@guusschrijvers.nl
  • Als jij je aanmeldt, noteer dan alvast in je agenda de congresdatum van 26 november 2021
  • Je verneemt eind juni, of de congrescommissie jouw aanbieding heeft geaccepteerd.
  • Als je aanbod wordt geaccepteerd, ontvangt je geen vergoeding maar betaal je een gereduceerd tarief voor het congres. Uiteraard ben je de hele dag welkom.
  • Stuur deze oproep gerust door!

De congrescommissie bestaat uit;

Arold Reusken, Hoofd van het bureau van het Landelijk Netwerk Acute Zorg

Jack Versluis, Bestuurder RAV Utrecht

Guus Schrijvers, Oud-hoogleraar Public Health UMC Utrecht

Petra Schimmel, Congres organisator

Beleidsmakers, vergeet de toegang tot de acute zorg niet

De afgelopen jaren sloten SEH’s in Zeeland, Friesland, Drenthe, Amsterdam en Lelystad hun poorten. Dat  gebeurde onverwachts:  er was sprake van een faillissement of een ernstige dreiging daarvan en beleidsmakers verschenen in massamedia om te verklaren dat dit niet anders kon. Op het, druk bezochte, 21ste spoedzorgcongres dat op 19 november 2020 online en fysiek plaatsvond, kwam aan de orde hoe het wel anders had gekund. Gezondheidseconoom Guus Schrijvers doet verslag.

Toegang is een publiek belang én een weeskind  

‘Betaalbaarheid, kwaliteit en toegankelijkheid zijn drie publieke belangen die centraal staan bij acute zorg. Dat zijn belangen die de individuele patiënt, professional, zorgaanbieder en zorgverzekeraar overstijgen. Voor betaalbaarheid zijn zorgverzekeraars, VWS en NZA als eerste verantwoordelijk. Voor kwaliteit van zorg zijn dat de professionele verenigingen, het Zorginstituut en de Inspectie Jeugd en Gezondheid. De bewaking van de toegang tot de acute zorg is niet goed geregeld. Er kunnen nog steeds zonder vooraankondiging abrupte sluitingen van SEH’s plaatsvinden. Aan het begin van de pandemie  kwam al improviserend het Landelijk Coördinatiecentrum Patiëntenspreiding  (LCPS) al tot stand zonder voorafgaande  wetgeving en alleen gericht op acute covid-19 patiënten’.  

Woorden van deze strekking sprak Ageeth Ouwehand, spreker tijdens het spoedzorgcongres. Zij is Lid van de Raad van Bestuur van ’s Heeren Loo en Lid van de Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving (RVS). Ouwehand is co-auteur van het recente RVS advies Acute Zorg: Van deelbelangen naar gedeeld belang. Zij baseerde haar woorden op de analyses die de RVS uitvoerde voor dit advies. Die bracht dat uit op verzoek van de Tweede Kamer die signaleerde dat beleidsmakende partijen het publieke belang van toegang tot acute zorg niet bijtijds oppakken en soms als weeskind behandelen. Pas na een faillissement grepen zorgverzekeraars en andere instanties in.

burgers eerder betrekken

Ouwehand pleitte op het congres (en ook in haar advies) ervoor om burgers in de regio eerder te betrekken bij ingrijpende wijzigingen in het aanbod van acute zorg. Dat kan door bijtijds gemeenteraden en patiëntenverenigingen te informeren. Ook is het wijs om massamedia te betrekken, voordat en niet nadat besluiten zijn genomen. Verder is het van belang de gehele spoedzorgketen (ambulancezorg, reguliere huisartsen en huisartsenposten en andere SEH’s)  te betrekken bij de beleidsvoorbereiding.

Stagnerende besluitvorming? Opschaling naar VWS!

Ook lichtte Ouwehand bet voorstel toe dat de regionale overlegplatforms  voor acute zorg (ROAZ’en)  een onafhankelijke commissaris behoeven. In de vakpers kreeg deze functionaris al veel aandacht sinds het advies in juni verscheen.  Ouwehand nuanceerde nu haar pleidooi daarvoor. Waar het om gaat is dat deze commissaris voorzitter wordt van het ROAZ en de beleidsvoorbereiding voor ingrijpende veranderingen in het zorgaanbod kan  overdragen aan het Ministerie van VWS.  Deze nieuwe functionaris heeft geen doorzettingsmacht  maar kan wel bijtijds, stagnerende of confronterende ,regionale besluitvorming over acute zorg naar een hoger publiek bestuurlijk niveau brengen.

Corona vereist regionale spreiding van acute patiënten

Ina Kuper, arts en lid Raad van Bestuur van het Isala ziekenhuis alsmede voorzitter van de ROAZ Regio Zwolle, pleitte voor opwaardering van de genoemde Roaz’en.   Dat kan door de aanbieders van langdurige zorg een gelijkwaardige plaats te bieden in dit overlegorgaan. Verder zou VWS  de voorzitters ervan  moeten benoemen. Want dan wordt het publieke belang van toegang nog meer erkend en is een regionale commissaris niet meer nodig.   

Intensivist Piet Melief  en lid van het bestuur van de Nederlandse Vereniging van Intensivisten bepleitte tijdens het congres niet alleen voor continuering van  het reeds genoemde LCPS maar ook voor Regionale Centra voor Patiënten Spreiding. Het kan niet meer zo zijn dat een IC autonoom besluit alleen acute  reguliere patiënten en geen covid-29 patiënten  op te nemen.  Jack Versluis, bestuurder van de Utrechtse Regionale Ambulancevoorziening Utrecht (RAVU),  sloot hierop aan. Hij vertelde enthousiast dat in tien regio’s regionale coördinatiecentra  in oprichting zijn. Die krijgen op termijn  vier taken:  1. de intake en triage van alle acute zorgmeldingen  2. Indien nodig doorschakelen naar gespecialiseerde crisisdiensten voor bijvoorbeeld de ggz 3. Het regelen van vervoer   naar de juiste locatie voor acute-hulpverlening en 4. Het regelen van een plek waar nog plaats is voor acute zorg, bijvoorbeeld een plek op een IC voor een acute corona patiënt.

Toegang kan ook via digitale meldingen  van acute zorgnoden  

Opzienbarend bij de congresgangers waren de goede resultaten van digitaal inroepen van acute zorg. Traditioneel vindt deze plaats door een telefoontje naar de huisartsenpost (hap) of de meldkamer van de ambulancezorg.  Dianne Jaspers, huisarts en medisch directeur hap Eemland te Amersfoort   deed verslag over de tweede pilot met digitaal melden voor achttien van de vele ingangsklachten die melders kunnen hebben bij het inroepen van een huisarts buiten werktijd. Over deze digitale afhandeling publiceerde de Nieuwsbrief  al eerder.  Wat opvalt, zijn  de hoge waarderingsscores bij melders, patiënten én huisartsen. Deze laatste kunnen hun diensten draaien vanaf huis. De hap Eemland streeft  naar het digitaal afhandelen van acute gezondheidsklachten binnen 30 minuten.  Dat lukt, behalve soms op zaterdagen met vele kleine ongevallen van sporters en  thuis-klussers.  De productie per uur, gemeten in aantallen consulten per uur, is bij elektronisch melden hoger dan bij fysieke consulten, omdat het uitvragen van de klacht al digitaal is gebeurd met behulp van vragenlijsten. Uit het hele land stromen  verzoeken van coördinatiecentra-in-oprichting en andere haps  binnen om toelichting.

Geef huisartsen toegang tot Röntgenapparaat

Veel huisartsen ontvangen op de hap patiënten met letsel waarbij al snel de vraag speelt: is er sprake van een botbreuk? Een Röntgen-foto biedt daarover uitsluitsel. Een advies van een radioloog of een SEH-arts aan de huisarts  is hierbij  nog steeds gewenst. Wat echter niet nodig is,  dat is een adviserend  chirurg of orthopeed. Huisarts Martijn Rutten  promoveerde op onder meer op dit eenvoudiger, goedkoper en sneller  zorgtraject om een botbreuk vast te stellen. Hij lichtte zijn bevindingen toe op het congres. Hij constateerde dat dit snellere traject nog steeds geen standaard  is geworden. Dat is vreemd omdat dit tijd bespaart voor chirurgen en orthopeden op de vaak drukke seh’s.     

Tenslotte: geen griepgolf

In dit verslag van het congres concentreerde ik mij op aspecten van het publieke belang van de toegang tot de acute zorg. Daarmee doe ik onrecht aan andere interessante onderwerpen waarover sprekers en deelnemers zich bogen. Die betroffen de arbeidssatisfactie van acute-zorgprofessionals (blijft hoog ondanks drukte)  en de financiële prikkels die (verkeerd) werken bij aanbieders van acute zorg. In andere edities van de Nieuwsbrief komen deze alsnog aan de orde. 

Met een vreugdevol congresbericht eindig ik. Ook op zuidelijk halfrond  heerst corona en bestaat de 1,5 meter maatschappij. In die helft van de wereld is de winter inmiddels voorbij: het is daar nu voorjaar. Epidemiologen aldaar constateren dat  de jaarlijkse griepgolf in hun winter niet is opgetreden.  Geen handen schudden, handen wassen, afstand houden en mondkapjes voorkomen niet alleen covid-19 maar ook de traditionele griep.  Dit nieuws maakte vele congresgangers blij.

Willen jullie meer of minder SEH’s ?

Met deze prikkelende vraagstelling bepleit Wink de Boer, MDL-arts en voormalig directeur van ziekenhuis Bernhoven (Uden), voor landelijk spreidingsbeleid en voor beschikbaarheidsbekostiging van de SEH’s.

Veiligheid en aanrijtijd

Nederlanders zijn gehecht aan het ziekenhuis om de hoek; het geeft een gevoel van veiligheid. Maar bij ernstige ziekte vinden ze het ook niet erg om te reizen naar een ander, groter of gespecialiseerd ziekenhuis. Verantwoordelijk voor het gevoel van veiligheid is de afdeling spoed eisende hulp (SEH). Maar is dat geen misplaatst gevoel van veiligheid? Nederland is een metropool en als het er echt op aan komt zijn afstanden altijd kort. Tegenwoordig begint de therapie voor veel ziekten in de ambulance en is niet de afstand naar het ziekenhuis, maar de tijd waarbinnen de ambulance ter plaatse is de factor die het verschil maakt.

Concurrentie, fusie en concentratie

In het huidige bekostigingsmodel moeten ziekenhuizen concurreren; daardoor doet ieder ziekenhuis precies hetzelfde als zijn buren. Ieder ziekenhuis biedt; hoe klein ook, alle functies aan. Maar is dat qua kosten en kwaliteit wel slim? Zodra ziekenhuizen fuseren of samenwerken gaan ze differentiëren en specialiseren. Bijvoorbeeld Treant zorggroep (fusie Emmen, Hoogeveen en Stadskanaal), Bravis ziekenhuis (fusie Bergen op Zoom en Roosendaal), Medisch Centrum Haaglanden (fusie 3 Haagse ziekenhuizen) en het Elisabeth-Tweesteden ziekenhuis (fusie 2 Tilburgse ziekenhuizen). Binnen deze grotere organisaties wordt dan al snel besloten de SEH functie op één locatie te concentreren en elders te sluiten. De ziekenhuizen kunnen de kwalitatieve voordelen hiervan goed uitleggen, desondanks veroorzaakt het emotie in de samenleving. Daarom de vraag; meer of minder SEH’s?

Wat is er aan bemensing en schaalgrootte nodig voor een SEH?

Voor het openstellen van een SEH moet je 365 dagen, dag en nacht veel personeel inzetten. De spoedzorg; SEH, verloskunde, intensive care en een beddenhuis waar je met een acuut probleem kan worden opgenomen, vormt de ruggengraat van een ziekenhuis. Hiervoor moet je voldoende medisch specialisten in dienst hebben om hen 7 x 24 uur te kunnen roosteren. Als er buiten kantoortijd een patiënt met een hartinfarct komt heb je een cardioloog nodig; voor een gebroken been een chirurg. Voor een vakgroep medisch specialisten in een ziekenhuis is een dienstfrequentie van minimaal 1 op 6 redelijk. Maar dit betekent dus dat je als ziekenhuis ook minimaal 6 cardiologen, 6 longartsen, 6 internisten, 6 neurologen en ook nog eens 6 van een hele lange lijst van andere specialismen nodig hebt. Al die dokters moeten dan iedere 6e nacht en ieder 6e weekend werken. In kleine ziekenhuizen zijn er nu zelfs nog medisch specialisten die 1 op 3 of 1 op 4 dienst draaien; maar opvolgers zijn daar dan nauwelijks meer voor te vinden. Jonge medisch specialisten willen een betere werk/privé balans. Het ziekenhuis moet een dus een bepaalde schaalgrootte hebben en voldoende patiënten om alle dokters nodig voor de 24-uurs roosters ook overdag werk te bieden óf de diensten bovenregionaal organiseren. Omwille van kwaliteit is er binnen specialismen een steeds verdere specialisatie; als voorbeeld noem ik de chirurgie; voor de SEH diensten heb je nu een aparte traumachirurg; een aparte vaatchirurg en een aparte buikchirurg nodig. Veel algemene ziekenhuizen hebben zodoende simpelweg niet meer voldoende medisch specialisten om hun SEH post 365 dagen per jaar qua medische expertise volledig te bemensen en zijn te klein om altijd alle noodzakelijke subspecialisaties te kunnen aanbieden. Daar komt dan de schaarste aan SEH verpleegkundigen en SEH-artsen nog bij. Als we overal en altijd een volledig pallet aan zorg willen ontvangen; dan moeten we het aantal SEH posten reduceren. We kunnen door het tekort aan hoog opgeleide professionals simpelweg niet het huidige aantal van 70-80 SEH posten blijven bemensen.

Huidige bekostiging van de SEH

Een SEH wordt bekostigd door het aantal mensen wat er gebruik van maakt. Een SEH in een weinig bevolkt gebied, waar ook maar weinig mensen op de SEH komen is economisch onrendabel en moet daarom veel extra bekostiging ontvangen.

Spreiding door de overheid en beschikbaarheidsbekostiging

De keuze is nu aan de politiek; het optimum is om de SEH functie goed gespreid op slechts 30-40 plaatsen in Nederland aan te gaan bieden. Alleen dan kan je dag en nacht kwalitatief de lat hoog leggen. Concurreren op acute zorg is geen goed idee gebleken, omdat het ervoor zorgt dat kleinere ziekenhuizen verdwijnen. Hierdoor zullen alleen mensen in de Randstad of in de grote steden een ziekenhuis in hun nabijheid behouden. Er is dringend behoefte aan centrale regie; de ziekenhuizen die hun acute zorg afstoten moeten daar namelijk wel iets voor terugkrijgen. De politiek moet de solidariteit bewaken en ervoor zorgen dat de SEH functie eerlijk over Nederland wordt verdeeld. Acute zorg moet op basis van een vast bedrag per geografische regio worden gefinancierd om de hoge personeelskosten te dekken. We betalen de brandweer immers ook niet per gebluste brand, de kosten worden collectief betaald om ervoor te zorgen dat de brandweer altijd en overal in Nederland beschikbaar is. Logisch dus dat we de locaties van brandweerkazernes optimaal spreiden. Als eenmaal bepaald is waar in Nederland acute zorg blijft bestaan kunnen de ziekenhuizen die geen acute zorg functie(s) meer hebben gaan groeien in planbare zorg; zorg die dan ook ruimtelijk niet meer past in ziekenhuizen aan wie een acute zorg functie is toegewezen. Zo kunnen we uiteindelijk de (poli)klinische ziekenhuiszorg regionaal overal blijven aanbieden en hoeven er geen ziekenhuizen meer te sluiten.

Schaarse middelen en borging van toegankelijkheid

“Willen jullie meer of minder SEH’s?” De populistische politicus zal zijn aanhang heel hard “meer” laten roepen. Dat is immers het algemeen levende sentiment; “neem ons niet ons ziekenhuis en onze SEH af”. Dat er dan enorme extra investeringen nodig zijn om de kwaliteit te borgen is de andere kant van dit verhaal. Maar de verstandige politicus zal zijn aanhang “minder” laten roepen omdat hij hen heeft uitgelegd dat door arbeidsmarktkrapte slechts 30-40 SEH posten adequaat kunnen worden bemenst en dat dan de premie van de zorgverzekering minder zal stijgen. Deze politicus zal zijn kiezers beloven de overblijvende SEH’s geografisch gelijkelijk over Nederland te verdelen zodat de toegang tot spoedzorg voor alle Nederlanders 100% is geborgd. Voor sommigen betekent dat dan dat ze wat verder moeten rijden om een SEH te bereiken; maar door de betere kwaliteit krijgen ze daar een grotere kans op gezondheidswinst of zelfs overleving voor terug.

Dit artikel verscheen in verkorte vorm in het Financieel Dagblad van 27 oktober 2020

Kijk op de congresagenda van de Guus Schrijvers Academie: op 19 november 2020 vindt het 21ste Nationale Spoedzorg plaats. Vooraanstaande sprekers delen dan actuele inzichten over dit onderwerp. Alle congressen van de Guus Schrijvers Academie zijn ook online te volgen!

Spoedzorg kan efficiënter

Najaar 2019 promoveerde huisarts Martijn Rutten aan de Radboud Universiteit Nijmegen op het proefschrift Acute primary care in the Netherlands; the cooperation between general practioner cooperatives and emergency departments.  Hieronder  volgen de belangrijkste conclusies van zijn veldstudie.

1. Samenwerking tussen huisartsenpost (HAP) en spoedeisende hulp (SEH) loont

Zijn onderzoek toont aan dat een meer efficiënte organisatie van de eerstelijns spoedzorg buiten kantoortijden kan worden gerealiseerd door een samenwerking tussen de HAP en de SEH in een spoedpost.

2. Zelfverwijzers eerst naar de huisartsenpost

Het onderzoek toont aan dat het doorsturen van zelfverwijzers van de SEH naar de HAP veilig, doelmatig en kosteneffectief gebeurt.

3. Huisarts benut toegang tot röntgendiagnostiek op de HAP

Toegang tot conventionele röntgendiagnostiek door de huisarts komt ten gunste van de patiënt en verstevigt de rol van de huisarts als poortwachter. De diagnostiek wordt op een adequate wijze ingezet.

4.  Meer samenwerking nodig tussen HAP en SEH

Het is aan te bevelen dat alle SEH’s een samenwerking aangaan met de HAP in een spoedpost, waarmee het aantal niet noodzakelijke specialistische consultaties op de SEH daalt.

5. En toch lossen deze vier conclusie niet alles op …

Hoewel deze vier punten hun meerwaarde hebben, dragen zij naar alle waarschijnlijkheid onvoldoende bij om de toenemende problematiek in de gehele keten te keren (werkdruk, personeelstekorten, capaciteitsproblemen).

6. Daarom deze laatste conclusie

In diverse regio’s doen zich thans mogelijkheden doen zich voor om de spoedzorg in zijn totaliteit te reorganiseren in één voorziening, waarin alle aanbieders participeren. Hierin deelt men capaciteit, expertise, personeel en faciliteiten, met als doel een meer efficiëntere, duurzame en patiëntvriendelijk spoedzorg te creëren.

Congresagenda

Op donderdag 19 november 2020 relateert huisarts Martijn Rutten  zijn bevindingen aan de actualiteit van de Covid-19 pandemie en aan de Houtskoolschets. Dat doet hij tijdens het 21ste nationale spoedzorgcongres met als titel dit jaar Acute zorg voor, tijdens en na de Coronacrisis   Dit is een blended congres; het is zowel fysiek als via een lifestream te volgen.

Zes scenario’s om SEH’s te sluiten in Nederland

1. Net zoals bij de ambulantisering ggz, Dat is de naam van het eerste scenario om  het aantal Spoedeisende Hulpafdelingen (SEHs) in Nederland te verminderen. In 2012 sloten brancheorganisaties, zorgverzekeraars en VWS een hoofdlijnenakkoord om 30% van de intramurale psychiatrische bedden in te leveren per 1 januari 2020.  Dit was een grote trendbreuk. Die norm is thans (najaar 2019) grotendeels gehaald. Het succes smaakt naar meer. Het hoofdlijnenakkoord over de curatieve zorg dat na de verkiezingen in maart 2021 tot stand komt,   zou kunnen pleiten tot 30% reductie van het aantal SEHs in 2028. Ik kom op dit percentage op basis van een rapport  uit 2013 van Zorgverzekeraars Nederland.  Dat moet dan wel worden geactualiseerd.

Hieronder som ik vijf andere scenario’s op zonder de haalbaarheid van elk scenario expliciet te benoemen. Ik kom aan het einde van dit stuk wel daarop terug. Ik bedacht de scenario’s op de vooravond van het twintigste Nationale Spoedzorg Congres op 6 november, waarvoor grote belangstelling bestaat.

Regiobeelden

2. Op basis van regiobeelden. In elke regio zijn regiobeelden in voorbereiding. Voor Flevoland, Zuid-Limburg en Zeeland bestaan ze al. RIVM , Regionale Overlegorganen Acute Zorg (ROAZs), Menzis  en andere zorgverzekeraars  zijn er volop mee bezig. Vanuit die regiobeelden is het een kleine stap om regionale scenario’s te maken en een voorkeurssscenario te ontwerpen in een regionaal hoofdlijnenakkoord.

Nieuwe wetgeving

3. Op basis van wetgeving. Elders  lichtte ik reeds toe dat politieke partijen in hun programma voor de verkiezingen in maart 2021 de acute zorg meer in het publiek domein willen brengen. De Jonge en Bruins bereiden al een nota voor over regionalisatie van de zorg. Door bekostiging en aansturing van de acute zorg te regionaliseren en te beleggen bij specifieke bestuursorganen wordt regionaal beleid eenvoudiger: er is maar één machtscentrum.

4. Op basis van geografische overbodigheid. In Nederland liggen tien SEHs op een afstand van elkaar van  rond vijf kilometer. Het RIVM berekende dat en ik publiceerde erover. Sluiting of wisseldiensten (de ene week ziekenhuis A en de andere ziekenhuis B) zijn te realiseren. Voor de bevolking maakt het niet veel  uit als een van beide dicht gaan. Wel krijgt de open blijvende SEH het drukker.  

5. Net als bij VGZ. Zorgverzekeraar VGZ  tracht zinnige zorg te verspreiden op basis van goede voorbeelden in Gorinchem en Bernhoven. Zij doet dat binnen een groep van twaalf ziekenhuizen en andere zorgaanbieders.  Een zorgverzekeraar zou zo’n groep zou ook kunnen formeren rondom  het thema sluiting en hervorming van SEHs. Eventueel met financiële steun uit het transformatiefonds van Juiste Zorg op de Juiste Plek.

6.  Net als bij Waardigheid en Trots. In dit zesde scenario neemt   VWS de rol van VGZ in het vijfde scenario over. Het Ministerie heeft grote ervaringen met het aansturen van zorgprogramma’s van overheid en veld. Het meest recente is Waardigheid en Trots (2017- 2019). Eerdere programma’s waren Sneller Beter (2003- 2008), InvoorZorg!(2009-2017) en Experiment Regelarme Instellingen (2010- 2015). Zo’n programma is ook te formeren rond een thema SEH-sluiting en herinrichting van de acute zorg.

Collectief besef

Elk van deze zes scenario’s valt en staat met de aanwezigheid van een collectief besef dat  het aantal SEHs omlaag moet. Want er zijn niet genoeg professionals  om buiten kantooruren acute zorg te bieden. Bovendien zijn er buiten kantoren te weinig patiënten om meer dan één locatie open te houden binnen een stad of een regio. Dat wordt te duur. Als dit collectieve besef eenmaal bestaat, komen bovenstaande scenario’s aan de orde.

Zorgverzekeraars waren te vroeg

Binnen het veld van de zorg bestaat dit besef intussen wel, zo merk ik de laatste maanden na afloop van eigen voordrachten en congressen. Zorgverzekeraars Nederland begon al in 2013 te pleiten voor die reductie. ZN stopte daarmee toen de Tweede Kamer en de Federatie van Medisch Specialisten zich hiertegen uitspraken. Ik hoop maar dat de tijd nu wel rijp is voor dat collectieve besef.

Acute zorg en democratie: yes we can

Vierhonderdnegentig woorden telt het persbericht waarin Treant aankondigt twee SEHs in Drenthe en Groningen ’s-nachts te sluiten. Zorgvisie  besteedde al aandacht eraan. Onbeantwoord blijven de volgende vragen:  Voldoet de acute zorg in de toekomst nog aan het Kwaliteitskader Spoedzorgketen?  Hoe verhoudt een basispoedpost voor niet-levensbedreigende hulp zich tot huisartsenposten met vergelijkbare missie?  Zijn er wel of geen extra ambulances nodig in de steden waar de SEHs ’s nachts dicht gaan?  

Lelystad

Na de sluiting van de SEH in Lelystad, kwam Bas Leerink met een gedegen rapport, dat ik al eerder recenseerde.  Hij extrapoleerde onder meer trends naar de toekomst en berekende per postcodegebied wat de gevolgen zijn van het wegvallen van de SEH. Ik had gehoopt dat Treant haar besluit zou onderbouwen met een vergelijkbaar rapport. En dan niet achteraf, maar als bijlage van het persbericht.

Vertrouwelijke stukken

Er bestaan documenten  van het Regionaal overleg Acute Zorg (ROAZ) Noord Nederland over  de SEH-sluitingen in Drenthe en Groningen. Die zijn niet openbaar. Want ze bevatten concurrentie gevoelige informatie en moeten daarom geheim blijven. Dat staat haaks op het openbare belang van veiligheid die acute zorg biedt aan de volksgezondheid van de bevolking in Drenthe en Groningen. Die is vergelijkbaar met de veiligheid op straat en brandveiligheid  die politie en brandweer bieden.  

SEH naar publieke domein

Dit najaar begint de voorbereiding van de partijprogramma’s voor de verkiezingen op 17 maart 2021. Te verwachten is dat deze gaan pleiten om financiering en aanbod van acute zorg  binnen het publieke domein te brengen. Want de publieke verantwoording over voorgenomen acute-zorgbeleid is onvoldoende geborgd en niet-openbaar genoeg.

Alsjeblieft geen ideologische debatten

In de verkiezingscampagnes kan zo’n voorstel  gemakkelijk een te ideologische framing krijgen van overheidssturing versus marktwerking. Ik ben daarop tegen: want in de zorg werken ideologische stappen averechts.  

Drie simpele voorstellen

Ik zie drie simpele maatregelen om de acute zorg publieker te maken.

1. Documenten van een ROAZ  zijn openbaar. Dit gaat  vooraf aan besluitvorming door Raden van Bestuur van ziekenhuizen, zorgverzekeraars en andere zorgaanbieders.

2. De regels  die de Autoriteit Consument en Markt heeft opgesteld voor beleid gericht op de Juiste Zorg op de Juiste Plek gelden ook voor acute zorg. Deze regels voorkomen dat financieel gewin voor aanbieders en zorgverzekeraars een te grote rol speelt.  In een andere Zorgvisie-blog ging ik al in op deze regels.

3. Indien ziekenhuizen het onderling oneens zijn over voorstellen van de ROAZ, dan wordt dit openbaar.  Een zware commissie hakt dan knopen door.

Moge de volksgezondheid leidend zijn bij het publieker maken van het acute zorgbeleid. Yes we can: ja, we kunnen in de komende jaren kleine stappen maken in democratisering van het acute-zorgbeleid.

Congres 6 november: kom je ook?

Het loopt storm voor het 20ste Nationale Spoedzorg Congres. Het thema coördinatie staat dan centraal.  Bijvoorbeeld bij het sluiten van een SEH zoals hierboven beschreven.  Wil jij jouw ervaringen en inzichten spiegelen aan die van talloze sprekers en nog meer congresdeelnemers? Klik dan hier, lees de prachtige en uitgebreide brochure, schrijf je in en doe nieuwe kennis(sen) op.   

Zorgvisie publiceerde deze blog al eerder in een kortere versie.