Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Zelfstandige ouderen gaan op reis met Commissie Bos. Waar leidt de reis naartoe?

Op 15 januari van dit jaar heeft de Commissie Toekomst zorg thuiswonende ouderen (de Commissie Bos) haar advies 1.0: ‘Oud en zelfstandig in 2030, Een reisadvies’, overhandigd aan Minister de Jonge. Voor de zomer 2020 volgt nog een 2.0. versie waarin reacties vanuit het veld in zijn verwerkt.

Echter in deze 1.0 versie zijn de reisdoelen helder:

-1- Ga (ver)bouwen!

Steeds meer ouderen blijven thuis wonen en om dit zelfstandig te kunnen (blijven) doen, zonder onafhankelijk te worden van zorg, moet er hard gewerkt worden aan de fysieke woonomgeving van ouderen aangezien deze cruciaal is. Ten eerste moet er meer gebouwd worden. Maar er moet ook meer verbouwd worden waarbij zeker ook gedacht moet worden aan woonvormen die het midden houden tussen het aloude eigen huis en het verpleeghuis.

-2- Ga digitaal!

Ouderen moeten zelf veel meer gebruik maken van digitale technologieën, om hun dagelijks leven makkelijker en aangenamer te maken. Wanneer ouderen hiertoe gestimuleerd kunnen worden en grootschalig digitale technologieën gaan gebruiken, zijn zij beter in staat de regie in eigen handen te nemen en hun leven aangenamer te maken. Een belangrijke bijkomstigheid is dat hierdoor, naar verwachting, minder arbeidskrachten nodig zijn om de zorg te kunnen leveren en dus een belangrijke bijdrage kan leveren aan de schaarste aan zorgverleners en doelmatigheid van zorg.

-3- Werk samen!

Het staat vast dat er in de komende decennia in de zorg voor ouderen een schaarste aan middelen en mensen zal blijven bestaan. Een zo’n optimaal mogelijke lokale en regionale samenwerking is daarbij cruciaal en verdient een hogere prioriteit dan keuzevrijheid en concurrentie.

Op 16 april aanstaande organiseert de Guus Schrijvers Academie het congres: ‘Goede voorbeelden van samenhangende toegang tot ouderenzorg en gehandicaptenzorg’, waarin adviezen en praktische voorbeelden worden besproken die nu al genomen (kunnen) worden om de drie, vaak niet goed afgebakende wetten; Zvw, Wmo en Wlz, te kunnen ‘ontschotten’ ,in gevallen waarbij (zelfstandig wonende) ouderen toch zorg en ondersteuning kunnen krijgen wanneer de indicatie niet helder op een specifieke wet aan lijkt te sluiten.

Om deze reden gaat voor het artikel in deze nieuwsbrief speciale interesse uit naar het derde reisdoel en dan met name wat de Commissie Bos is hoofdstuk 8 van haar advies hierover zegt.

Hoofdstuk 8 van ‘Oud en zelfstandig in 2030, Een reisadvies’Zorgen, wetten, regels en rollen

De Commissie Bos zet hoog in en zet een stip op de horizon die heel vergaand is. In zijn meest rigoureuze vorm acht de Commissie het wenselijk om alle wetten binnen het sociale en medische terrein op het gebied van zorg en ondersteuning aan ouderen in één enkele wet te verenigen.

Iets minder vergaand stelt de Commissie dat ook het onderbrengen van alle verpleegkundige en medische zorg voor ouderen in één enkele wet een enorme stap voorwaarts zou betekenen. Hiermee zou voor de ouderenzorg in feite de Wlz komen te vervallen, welk dan alleen voor de gehandicaptenzorg voort zou blijven bestaan.

Echter, voor beide ingrepen zijn fundamentele stelselwijzigingen nodig, waarbij veel tijd en transitiekosten zijn gemoeid, waardoor de Commissie in feite adviseert om dit niet echt door te voeren maar wel te doen alsof het zo is. De term die de Commissie daarbij introduceert is de no regret strategie

Aan de regering adviseert de Commissie om bij iedere stap de no regret toets te doen om het wenkend perspectief van integrale zorg en ondersteuning voor zelfstandig wonende ouderen, ongeacht wet of financiering, altijd na te streven.

Aan VWS adviseert de Commissie om de Wlz voor ouderen terug te brengen tot het domein waarvoor de wet oorspronkelijk bedoeld was: dat van de langdurige institutionele, intramurale zorg. Voor de woonzorginitiatieven die op dit moment vanuit de Wlz via VPT, MPT of PGB worden gefinancierd, dient dan een overgangsregeling getroffen te worden (aangezien die dan ophouden te bestaan). Voor zelfstandig wonende ouderen wordt de Wlz dan overgeheveld naar de Zvw en Wmo. De NZa zal erop moeten toezien dat adequate financiering en continuïteit van de zorg voor zelfstandig wonende ouderen gewaarborgd worden.

De Commissie adviseert verder aan Zorgverzekeraars en VWS om maatregelen te nemen waarbij het aantal(kleine) aanbieders voor Wijkverpleging wordt terug gebracht naar maximaal 2 a 3 grotere aanbieders per wijk. De Zorgverzekeraars zouden daarvoor een soort preferentiebeleid moeten hanteren, waarbij alle Zorgverzekeraars de contracterings afspraken voor wijkverpleging van een preferente Zorgverzekeraar overnemen. VWS moet daarvoor artikel 13 van de Zvw (vrije keuze zorgaanbieder) voor de wijkverpleging buiten werking stellen.

De Commissie wil ook een grotere verantwoordelijkheid voor de indicatiestelling bij de wijkverpleging neerleggen door deze ‘zwaarwegend’ te maken. Door het uitschakelen van de Wlz voor de zelfstandig wonende ouderen, heeft de wijkverpleging alleen te maken met het CiZ en de Gemeente en deze loketten zouden veel meer moeten varen op het advies van de wijkverpleegkundige, tenzij. Hierbij stelt de Commissie tevens dat VWS de Wmo zodanig moet veranderen dat Gemeenten Wmo-ondersteuning niet mogen weigeren zolang de zorg thuis verantwoord en doelmatig te verlenen is.

Voor een en ander moeten Gemeenten wel voldoende middelen ter beschikking staan waardoor de Commissie ook nog een opdracht heeft voor zowel VWS als BZK, namelijk; om de verdeling van het gemeentefonds zó in te richten dat gemeenten met een vergelijkbare bevolkings samenstelling een hogere uitkering uit het fonds ontvangen naarmate de instroom van hun inwoners in de Wlz lager is.

Om tot dit advies te komen is de Commissie Bos rigoureus te werk gegaan en schroomt het niet om zeer fundamentele stelsel wijzigingen aan de horizon te zetten. Maar afgezien van vergezichten, komt de Commissie ook met vele praktische adviezen en last but not least, vindt de Commissie het belangrijk dat eventuele invoering van haar adviezen plaats gaat vinden op basis van breed draagvlak. Daarvoor heeft de Commissie haar rapport opengesteld voor commentaar vanuit het veld, waarvoor een reactietermijn tot 1 april aanstaande is gegeven.

Tot slot belangrijke data voor uw agenda:

(Als u wilt dat uw reactie openbaar gemaakt wordt met een volgende versie van het advies, kunt u dat aangeven).16 April: Congres van de Guus Schrijvers Academie in de Galgenwaard: – ‘Goede toegang tot ouderenzorg . Op dit congres hoort u wat veldpartijen, zorgaanbieders, gemeente, beleidsmakers, nu al zelf doen/ hebben gedaan (en niet alleen beperkt tot de thuiswonende ouderen) om de lacunes tussen de Wlz, Wmo en Zvw te overbruggen. Kijk hier voor het programma en alle informatie.

Zes scenario’s om SEH’s te sluiten in Nederland

1. Net zoals bij de ambulantisering ggz, Dat is de naam van het eerste scenario om  het aantal Spoedeisende Hulpafdelingen (SEHs) in Nederland te verminderen. In 2012 sloten brancheorganisaties, zorgverzekeraars en VWS een hoofdlijnenakkoord om 30% van de intramurale psychiatrische bedden in te leveren per 1 januari 2020.  Dit was een grote trendbreuk. Die norm is thans (najaar 2019) grotendeels gehaald. Het succes smaakt naar meer. Het hoofdlijnenakkoord over de curatieve zorg dat na de verkiezingen in maart 2021 tot stand komt,   zou kunnen pleiten tot 30% reductie van het aantal SEHs in 2028. Ik kom op dit percentage op basis van een rapport  uit 2013 van Zorgverzekeraars Nederland.  Dat moet dan wel worden geactualiseerd.

Hieronder som ik vijf andere scenario’s op zonder de haalbaarheid van elk scenario expliciet te benoemen. Ik kom aan het einde van dit stuk wel daarop terug. Ik bedacht de scenario’s op de vooravond van het twintigste Nationale Spoedzorg Congres op 6 november, waarvoor grote belangstelling bestaat.

Regiobeelden

2. Op basis van regiobeelden. In elke regio zijn regiobeelden in voorbereiding. Voor Flevoland, Zuid-Limburg en Zeeland bestaan ze al. RIVM , Regionale Overlegorganen Acute Zorg (ROAZs), Menzis  en andere zorgverzekeraars  zijn er volop mee bezig. Vanuit die regiobeelden is het een kleine stap om regionale scenario’s te maken en een voorkeurssscenario te ontwerpen in een regionaal hoofdlijnenakkoord.

Nieuwe wetgeving

3. Op basis van wetgeving. Elders  lichtte ik reeds toe dat politieke partijen in hun programma voor de verkiezingen in maart 2021 de acute zorg meer in het publiek domein willen brengen. De Jonge en Bruins bereiden al een nota voor over regionalisatie van de zorg. Door bekostiging en aansturing van de acute zorg te regionaliseren en te beleggen bij specifieke bestuursorganen wordt regionaal beleid eenvoudiger: er is maar één machtscentrum.

4. Op basis van geografische overbodigheid. In Nederland liggen tien SEHs op een afstand van elkaar van  rond vijf kilometer. Het RIVM berekende dat en ik publiceerde erover. Sluiting of wisseldiensten (de ene week ziekenhuis A en de andere ziekenhuis B) zijn te realiseren. Voor de bevolking maakt het niet veel  uit als een van beide dicht gaan. Wel krijgt de open blijvende SEH het drukker.  

5. Net als bij VGZ. Zorgverzekeraar VGZ  tracht zinnige zorg te verspreiden op basis van goede voorbeelden in Gorinchem en Bernhoven. Zij doet dat binnen een groep van twaalf ziekenhuizen en andere zorgaanbieders.  Een zorgverzekeraar zou zo’n groep zou ook kunnen formeren rondom  het thema sluiting en hervorming van SEHs. Eventueel met financiële steun uit het transformatiefonds van Juiste Zorg op de Juiste Plek.

6.  Net als bij Waardigheid en Trots. In dit zesde scenario neemt   VWS de rol van VGZ in het vijfde scenario over. Het Ministerie heeft grote ervaringen met het aansturen van zorgprogramma’s van overheid en veld. Het meest recente is Waardigheid en Trots (2017- 2019). Eerdere programma’s waren Sneller Beter (2003- 2008), InvoorZorg!(2009-2017) en Experiment Regelarme Instellingen (2010- 2015). Zo’n programma is ook te formeren rond een thema SEH-sluiting en herinrichting van de acute zorg.

Collectief besef

Elk van deze zes scenario’s valt en staat met de aanwezigheid van een collectief besef dat  het aantal SEHs omlaag moet. Want er zijn niet genoeg professionals  om buiten kantooruren acute zorg te bieden. Bovendien zijn er buiten kantoren te weinig patiënten om meer dan één locatie open te houden binnen een stad of een regio. Dat wordt te duur. Als dit collectieve besef eenmaal bestaat, komen bovenstaande scenario’s aan de orde.

Zorgverzekeraars waren te vroeg

Binnen het veld van de zorg bestaat dit besef intussen wel, zo merk ik de laatste maanden na afloop van eigen voordrachten en congressen. Zorgverzekeraars Nederland begon al in 2013 te pleiten voor die reductie. ZN stopte daarmee toen de Tweede Kamer en de Federatie van Medisch Specialisten zich hiertegen uitspraken. Ik hoop maar dat de tijd nu wel rijp is voor dat collectieve besef.

Stomadragers willen inzicht in kosten materiaal

Bijna driekwart van de stomadragers wil weten wat de kosten zijn van de materialen die ze gebruiken zoals spoelzak, stomaplug, reinigingsmiddel en spoelpomp. Waarom? Om bewust te zijn van de kosten (61%), om inzicht te krijgen in het eigen gebruik (51%) en om te controleren of er niet meer in rekening wordt gebracht dan besteld (42%).

Onderzoeksverslag
Al deze gegevens staan in het onderzoeksverslag Stomamaterialen en vergoedingen, een onderzoek onder 790 stomadragers. De Stoma Vereniging publiceert het rapport. Ondergetekende ontving 6 juni het eerste exemplaar van dit verslag. Dat gebeurde tijdens een congres in Assen met bijna 300 stomadragers.

Rol verzekeraars
Ik nam deel aan het grote Stomadebat over economische en zorginhoudelijke aspecten van de stomazorg. Er zijn zorgverzekeraars die het aantal soorten stomamaterialen willen inperken. Daar was het congres unaniem op tegen. Dat blijkt ook uit het genoemde onderzoeksverslag. Van de stomadragers wil 95% zelf beslissen welk merk zij aanschaffen. Van hen zegt 97% dat het materiaal in grote mate de kwaliteit van hun leven bepaalt.

Stomaverpleegkundigen
De stomadragers zijn vol lof over de stomaverpleegkundigen van de ziekenhuizen. Zij vinden het raar dat er een volledige DBC voor de medisch specialist wordt geopend als zij alleen de verpleegkundige willen raadplegen. Een huisarts zou direct een stomaverpleegkundige moeten kunnen inschakelen zonder tussenkomst van een specialist.

Rol leveranciers
Leveranciers roepen ergernis op, als zij stomadragers bellen met de vraag of de drager niet te veel stomamateriaal gebruikt. Dat is georganiseerd wantrouwen in opdracht van de zorgverzekeraar. Juiste vragen van de leverancier (volgens de congresdeelnemers) zijn: Hoe gaat het met u? Wat zijn uw ervaringen met het stomamateriaal?

Meedenken
Zorgverzekeraars zouden stomadragers inzicht in de kosten moeten geven, zoals hierboven reeds vermeld. Want zij zijn en masse bereid mee te denken over kostenproblemen. Het genoemde onderzoeksverslag staat binnenkort op www.stomavereniging.nl . Eventueel verzoek je om toezending via info@stomavereniging.nl.

Masterclass
Het inzicht dat patiënten hebben in de kosten van hun behandeling komt uitgebreid aan de orde in de masterclass Geïntegreerd Management van Kwaliteit van Zorg & Financiën die op 5 november van start gaat.

Wat kunnen zorgverzekeraars doen om hun reputatie te verbeteren?

In mijn meest recente column in Zorgvisie heb ik zorgverzekeraars tien tips gegeven hoe zij hun geschonden reputatie kunnen verbeteren. Een paar voorbeelden:

Contracteer bij budgetpolissen ook ziekenhuizen die én goed én goedkoop zijn.
Met een budgetpolis kan je als verzekerde niet terecht bij academische ziekenhuizen of gespecialiseerde kanker- of hartklinieken. Dergelijke pauperpolissen druisen in tegen de primaire doelstellingen van zorgverzekeraars: het organiseren van solidariteit tussen arm en rijk, jong en oud, ziek en gezond.

Uniformeer de uitvraag van gegevens.
De Nederlandse ziekenhuizen hebben de hoogste administratiekosten van Europa, zo blijkt uit onderzoek van het gezaghebbende tijdschrift Health Affairs. Dat komt onder meer omdat de verschillende zorgverzekeraars verschillende administratieve eisen stellen rond het declareren en het vastleggen van gegevens.

Gun professionals de vrijheid om patiënten te adviseren welke zorgverzekeraar ze kiezen.
Twee jaar geleden wonnen zorgverzekeraars een kort geding van Limburgse huisartsen die deze keuzevrijheid wilden. Maar zorgverzekeraars adviseren patiënten zelf wel welke zorgaanbieders ze het beste kunnen kiezen. Dat zet kwaad bloed bij zorgprofessionals en zorg voor verstoorde verhoudingen, waar patiënten de dupe van kunnen worden.

Wil je meer tips hoe zorgverzekeraars hun reputatie kunnen verbeteren? Lees dan mijn column in Zorgvisie. Heb je zelf nog tips? Laat hieronder dan een reactie achter!