Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Waarom een special over acute zorg?

Dit nummer bevat enkele artikelen met nieuws over innovaties bij de ambulancezorg,  huisartsenposten (HAPs), Spoedeisende Hulpafdelingen van ziekenhuizen (SEHs) en Intensive Care afdelingen (ICs). Het is een voorbeschouwing op het 21ste nationale spoedzorgcongres. Het congres vindt dit jaar digitaal en fysiek plaats op 19 november 2020.  Deze special beoogt de instroom-kennis van de congres deelnemers op gelijk niveau te brengen. Voor de ene congresdeelnemer is het artikel over SEHs wellicht gesneden koek, voor de andere een eye opener.  Wat ontbreekt in enkele artikelen is een historische dimensie. Hieronder komt deze aanbod. Het laatste artikel bevat verwijzingen naar interessante literatuur uit de periode 1999 -v 2017. Onderstaand artikel is daarop grotendeels gebaseerd.  

Intensive Care was en is de zwakste schakel

Het eerste spoedzorg congres vond plaats in 1999 en ging vooral over ICs.  Die vormde toen de zwakste schakel in de acute zorg: een op de zeven IC patiënten die zich meldden, werden geweigerd. In 2001 kwam een groot statistisch onderzoek hierover uit met de naam Plaats in de herberg. Intensivisten legden het probleem niet aan de voorkant van de IC, maar aan de achterkant: zij konden hun herstellende patiënten niet kwijt aan de gewone verpleegafdelingen. Ook constateerden zij dat kunstmatige beademing soms te snel werd gestart, wat leidt tot een langere verpleegduur. Verder deden vele specialisten de IC er een beetje bij. 

ICs konden de groei van patiënten aan

Hierin kwam verandering dankzij de regelgeving van de Landelijke Specialisten Vereniging. Die erkende het beroep van intensivisten. Zij gingen (en niet de verwijzende specialisten) voortaan leiding  geven aan de IC. Dankzij deze nieuwe wind konden ICs de groei van patiënten aan. Totdat een half jaar geleden de Covid-19 pandemie uitbrak.  Over de ICs nu spreekt Piet Melief op 19 november.

Minder nachtdiensten dankzij huisartsenposten

Ongeveer gelijktijdig met de IC-vernieuwing kwamen in 2000 de eerste huisartsenposten op.  Binnen twee jaar bestond er een landelijk netwerk van meer dan honderd HAPs. Ze vervingen de waarneemgroepen van huisartsen. Ze betekenden een enorme besparing op nachtdiensten: moesten huisartsen eerst enkele malen per week hun bed uit, dat werd dankzij de HAPs één nachtdienst in de zoveel weken. De komst van de HAPs leidde tot professionalisering. De Nederlandse Triage Stadaard en triagisten deden hun intree op de posten. Herbezinning kwam op gang over samenwerking met de SEHs.  Proefschriften verschenen hierover. Een daarvan komt op 19 november aan de orde. 

Takenpakketten van SEHs gingen verschillen

Een innovatiegolf deed zich sinds pakweg 2010 ook voor op de SEHs. Ten eerste door de komst van nieuwe beroepen van SEH-verpleegkundigen en SEH-artsen. Er kwamen nieuwe interne zorgpaden om zeer acute patiënten sneller aan een behandelingsinfuus te krijgen: De door-to-needle-times werden in de loop der jaren aanmerkelijk korter. Vele ziekenhuizen gingen werken met een Acute Opname Afdeling. Binnen de SEHs ontstond differentiatie: niet iedere SEH bood voortaan hetzelfde takenpakket aan.  Traumacentra voor de allerzwaarste patiënten kwamen in de afgelopen decennia op. Terwijl tal van kleine SEHs gingen sluiten: het was niet meer haalbaar om 24/7 het brede dienstenpakket aan te bieden. 

Moeilijke jaren voor de ambulancezorg

De ambulancezorg had het in de afgelopen twintig jaar moeilijk. Eerst moest deze sector strijden tegen marktwerking: moesten de regionale voorzieningen nu echt wel worden afgebroken en vervangen door een markt met vele kleine vervoerders en jaarlijkse cont4ractverlening door zorgverzekeraars?  Enkele jaren geleden besliste regering en parlement hiertoe niet over te gaan. Rust keerde terug. Parallel daaraan volgden vele jaren beleidsdiscussies over samenwerking met politie en brandweer. Ook die is gaan liggen. Er zijn nu 25 veiligheidsregio’s waar ambulancediensten met hun meldkamers op aansluiten. 

Ambulancezorg pleit voor regionale coördinatie van acute zorg

Sinds twee jaar is er ruimte om na te denken over regionale acute-zorgcoördinatie. Een inspirerende nota en video van de Ambulance Zorg Nederland kwamen erover uit. Op 19 november komt deze coördinatie uitvoerig aan de orde. 

Ook bestuurlijke innovaties

Ook bestuurlijk gebeurde er veel in spoedzorgland. VWS en andere beleidsinstanties gingen het concept spoedzorgketen hanteren. Dit leidde tot het Kwaliteitskader Spoedzorgketen  van het Zorginstituut Nederland.  De traumacentra groeiden regionaal uit tot Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ). De ROAZ speelden de afgelopen maanden een grote rol tijdens de Covid-19 pandemie.  Blijven zij dat doen? Gaan zij zich ook bezig houden met in crisisdiensten van de ggz, de gehandicaptenzorg en de ouderenzorg? Meerdere sprekers op 19 november gaan hierop in.

Kortom

De Guus Schrijvers Academie biedt graag in deze special een podium aan recente innovaties in de acute zorg.  Veel leesplezier met deze special en als je naar het congres komt, bedenk dan dat de gepresenteerde innovaties voortbouwen op  vele ervaringen en studies in de afgelopen decennia.  

Ouderenbeleid: van zorg en ziekte naar wonen en welzijn

Interview met Atie Schipaanboord, belangenbehartiger bij de ANBO door Guus Schrijvers

“Prettig wonen in contact met anderen in leefbare wijken met goede voorzieningen voorkomt een onnodig beroep op zorg. Het behoud van de zelfredzaamheid van mensen, ook bij het ouder worden, begint bij de woning en de woonomgeving. Gezien de grote en door vergrijzing toenemende druk op de zorg, is het voor ouderen vijf óver twaalf.  Naast leefstijl zijn drie zaken die bijdragen aan goed ouder worden ondanks beperkingen: een sterk sociaal netwerk, actief blijven meedoen en je gezien voelen door anderen. Precies deze drie elementen zijn sterk ontwikkeld in zogenaamde blue zones:  plekken in de wereld (bijvoorbeeld in Italië, Japan, Californië, Costa Rica en Griekenland) waar mensen langer leven en gezonder oud worden dan gemiddeld. Kortom, Nederland moet meer naar oplossingen buiten zorg en in welzijn zoeken. Het beleidsfocus moet van ziekte en zorg naar wonen en welzijn. “  Woorden van deze strekking spreekt Atie Schipaanboord halverwege het interview dat ik met haar heb als voorbeschouwing op een  congres waar zij optreedt als plenaire inleider. Dat congres vindt plaats op 6 november en heeft als titel Ouderenzorg thuis, eerste lijn en corona. 

Wie is Atie Schipaanboord?

“Mijn hele carrière heb ik bij maatschappelijke organisaties gewerkt die voor het klantenbelang opkomen. Ik begon bij de Consumentenbond. Daar hielp ik mee om consumentenrechten op te stellen als een meetlat voor de nieuwe Zorgverzekeringswet.  Daarna werkte ik jaren bij de Patiëntenfederatie en haar voorgangers. Ik hield mij bezig met de kwaliteit van de zorg vanuit patiëntenperspectief. Nu ben ik alweer jaren aan het werk als hoofd belangenbehartiging ANBO.  Officieel ben ik coördinator Public Affairs.”

Je bent nu 61. Je werkt al meer dan dertig jaar in je vak. Is de positie van klanten in zorg en welzijn verbeterd?

“Ja zeker, omdat beleidsmakers daarvoor veel meer aandacht hebben dan voorheen. Wel blijf ik vraagtekens zetten bij de uitwerking van het patiënten/cliëntenperspectief.  Regelmatig is er sprake van window dressing. Dat beleidsmakers denken: o ja we moeten ook nog cliënten erbij betrekken. Maar hoeveel invloed heb je dan nog? Bij de ANBO zijn wij er alert op dat we geen excuus-Truus zijn ten behoeve van legitimatie bij derden.” 

Hoe komt de ANBO aan haar kennis en standpunten?

“Onze vereniging telt ca. 100.000 leden. Daarvan zitten er 68000 in een digitaal peilingsbestand. Wij raadplegen hen frequent over dilemma’s, voorgenomen standpunten en zeer actuele onderwerpen. Daarnaast hebben wij een grote groep van vrijwilligers, die wij continu werven en opleiden. Zij zijn de ogen en oren van ANBO. Zij weten wat er speelt bij de leden, ook bij de leden die het internet niet gebruiken.  Tenslotte hebben wij een telefonische ledenlijn. Dan geven wij informatie, maar staan wij ook open voor leden die hun hart willen luchten of zo maar een praatje willen. “

Wil je even terugblikken op jullie optreden in de afgelopen maanden tijdens de corona-uitbraak. 

“We hebben onmiddellijk de telefoonlijn opengezet 9 tot 21 uur. Die stond rood gloeiend. In eerste instantie kregen wij enorm veel vragen over de RIVM-richtlijnen. Daarna stuurden wij een kaartje naar alle leden met de vraag: hoe gaat het nu met u?  Ook nu weer een hausse aan telefoongesprekken. Sommige leden bleven optimistisch. Anderen voelden een groot isolement. Weer anderen waren angstig. De behoefte aan informatie nam af. Soms gaven we praktische adviezen: Maak iedere dag een korte wandeling. Heel bijzonder was dat vele bellers met verhalen kwamen uit het verleden, over de tweede wereldoorlog of over andere episodes van verlies en verdriet. Hartverscheurend waren de verhalen over de ervaren eenzaamheid.  Wij hebben hierover een presentatie gehouden bij de technische briefing voor de Tweede Kamer over thuiswonende ouderen. Je kunt de Power Point hierbij publiceren”  

 Als er een tweede corona-golf komt, wat moeten Rutte en Van Dissel dan zeggen? 

Zie de ouderen niet als één groep: er zijn kwetsbare en niet-kwetsbare ouderen. Wij en andere organisaties hebben veel geleerd. Jullie congres vindt plaats op 6 november, eventueel in een digitale vorm. Wellicht doe ik dan verslag over hoe onze leden die tweede golf ervaren. Laten we hopen dat die tweede golf zich niet voor gaat doen. 

Dit was de corona-actualiteit. Laten we kijken naar het ouderenbeleid op lange termijn. Wat is jullie boodschap aan professionals en beleidsmakers? 

Schipaanboord geeft op deze vraag het antwoord, waarmee dit interview begint. Ter toelichting op haar antwoord stuurt zij mij later position papers toe over Ouderen en 1. Inkomen, 2. Wonen en 3. Zorg/Welzijn. Ik citeer daaruit enkele punten over wonen, die mij opvielen:

  • Uit een peiling van ANBO onder haar leden bleek dat zo’n 30% van de 65-plussers op zoek is naar een andere woning. Van deze groep laat een kleine 90% weten dat dit niet tot zeer moeizaam lukt.
  • Slechts 40% van de gemeenten heeft een visie op wonen en iets minder dan de helft daarvan heeft inzicht in de demografische opbouw van de inwoners.
  • Gemeenten moeten verplicht een (lange en korte termijn) woon/leefvisie hebben op basis van demografische ontwikkelingen. 
  • Maak met grote urgentie werk van het creëren van nieuwe woonvormen in geclusterde settings. 
  • Voer het rapport  Oud en Zelfstandig in 2030 van de commissie Bos volledig uit.

Jullie richten je helemaal op wonen en welzijn. Wat moet er in de zorg veranderen?

“Het publieke belang van de zorg moet meer naar voren komen. Dan kan door meer samenwerking tussen gemeenten, zorgkantoren en zorgverzekeraars en ook tussen zorgaanbieders. Er zou één loket voor alle informatie aan ouderen over wonen, welzijn en zorg. Wijkteams van wijkverpleegkundigen en sociaal werkers: daar streven wij naar. En ook zien we graag de specialist ouderengeneeskunde in de wijk een grote rol spelen in samenwerking met de huisarts.  Verder pleiten wij voor trainingsprogramma’s voor ouderen om gezond en vitaal te blijven en ook voor digitale oplossingen, financiële ondersteuning en respijtzorg voor mantelzorgers.  En tenslotte: er is ook geld te besparen in de zorg.  De zorgtoeslag in de Zorgverzekeringswet betekent in de praktijk het onzinnig rondpompen van geld. Zestig procent van de verzekerden ontvangt een toeslag. Dat moet goedkoper en dat kan ook. De oplossing: verlaag de nominale premie dusdanig dat de zorgtoeslag niet langer nodig is. 

Waar gaat je voordracht op het congres op 6 november over?

 “Nou, zoals ik zei, doe ik verslag van de ervaringen van onze achterban met de corona epidemie tot dat moment. Die sluit aan op wat ik je nu vertelde. Ik bergrijp dat het congres vooral goede voorbeelden centraal stelt.  Daarvan kennen we via onze leden vele. Ik denk bijvoorbeeld aan de een Knarrenhofjes  voor ouderen. Er zijn genoeg goede en goedkope voorbeelden. Tenslotte, ga ik iets zeggen over het sneller verspreiden daarvan. Wat precies weet ik niet: Ik leer iedere dag bij, ook al zit ik al lang in het vak”

Congresagenda

Op 6 november vindt het congres Ouderenzorg thuis, eerste lijn en corona plaats in het Stadion Galgenwaard te Utrecht.   Naast Atie Schipaanboord treden tal van andere prominente sprekers op. Vele zorginnovaties van 2020 passeren de revue. Wil jij in één dag je inzichten aanscherpen en je eigen ervaringen delen met die van andere deelnemers? Wil jij nieuwe kennis(sen) opdoen? Klik dan hier, lees de brochure en meld je aan. 

De organiserende stichting Guus Schrijvers Academie beoogt met dit congres cliëntvertegenwoordigers, professionals en beleidsmakers bijeen te brengen en een podium te bieden aan zorginnovaties. 

Epidemieën kwamen ook al in de klassieke oudheid voor

De Romeinse dichter Lucretius (99v. Chr – 55 v Chr) is de auteur van het boek De Rerum Natura. Daarin geeft hij in enkele passages zijn zienswijze over het ontstaan van epidemieën en beschrijft hij als voorbeeld een pestepidemie in Athene.  Mijn broer Piet Schrijvers was hoogleraar klassieke talen in Leiden. Hij vertaalde  het genoemde boek van Lucretius. Op bijgaand, onlangs gemaakte youtube film leest hij de betreffende passages voor. Zijn echtgenote en classica Mieke Koenen verzorgde de opname en gebruikte de film voor haar eigen colleges aan de Vrije Universiteit.  Klik hier als je het tien minuten durende film wilt bekijken.

Twee nieuwe leden gevraagd voor Raad van Advies van de Guus Schrijvers Academie

Het bestuur van de Stichting Guus Schrijvers Academie (GSA) zoekt twee leden voor haar Raad van Advies met bij voorkeur met de profielen geestelijke gezondheidszorg, evaluatie van zorginnovaties of sociaal domein/gemeenten. Maar mensen met andere profielen kunnen ook reageren. De twee nieuwe leden hebben grote ervaring met innovatie binnen hun profiel. Zij beschikken over een groot netwerk van contacten.

De Raad van Advies adviseert het bestuur en het uitvoerende team van de Academie inhoudelijke over (sub)thema’s van congressen, uit te nodigen sprekers en te kiezen didactische werkvormen.  Leden van de Raad van Advies kunnen ervoor kiezen om op te treden als regisseur oftewel programmamaker van een congres. Je bent dan inhoudelijk verantwoordelijk voor de programmering. Het lidmaatschap van de Raad is onbezoldigd. Voor het optreden als regisseur is een geringe vergoeding beschikbaar. De zittende raad telt thans zeven leden. Vanwege het succes van deze formule zoeken we nu uitbreiding met twee leden op de genoemde gebieden. Voor meer informatie over de stichting GSA klik je  hier.

De Stichting GSA heeft als missie het bieden van een podium aan  zorgvernieuwers die hun kennis en ervaringen willen delen. Zij voert haar missie uit door congressen, masterclasses en site visits te organiseren.  

Je kunt reageren op deze oproep tot 26 september 2019. Kort daarna vinden kennismakingsgesprekken en selectie plaats. Je kunt je aanmelden door een mail te sturen naar Petra Schimmel op petraschimmel@guusschrijvers.nl Op verzoek stuurt Petra jou de statuten en enkele recente beleidsstukken toe.

Minder sterfte in ziekenhuis met open cultuur

Meer openheid over fouten, bijna-ongevallen en incidenten gaat samen met minder sterfte van ziekenhuispatiënten tijdens of binnen dertig dagen na ontslag. Deze conclusie trekken twee onderzoekers uit Londen en Milaan, Veronica Toffolutti and David Stuckler, op basis van een studie bij 137 Engelse ziekenhuisnetwerken. Zij publiceerden hun bevindingen in mei 2019 in het maandblad Health Affairs.

Methode van onderzoek

De onderzoekers gebruikten data over de jaren 2012, 2013 en 2014 van 137 van de 245 Engelse ziekenhuisnetwerken. Een netwerk (trust) omvat twee of meer ziekenhuislocaties. De genoemde sterftecijfers waren reeds beschikbaar in een nationaal register. De onderzoekers standaardiseerden deze voor diagnose, leeftijd, co-morbiditeit en wijze van opname (electief versus spoed).

Meten van ziekenhuiscultuur, ja dat kan

Per netwerk enquêteerden zij een at random steekproef van 600 tot 850 artsen, verpleegkundigen en andere professionals. Om de openheid van de cultuur te meten legden zij drie stellingen voor waarop respondenten konden reageren met een vijfpuntsschaal variërend van helemaal oneens (score 1 punt) tot helemaal eens (score 5 punten). De drie stellingen zijn: 1. Mijn organisatie moedigt mij aan om fouten, bijna-ongelukken en incidenten (FBI’s) te melden 2. Wij worden geïnformeerd over FBI’s in onze organisatie 3. Ik voel mij veilig als ik een FBI meld. Ten slotte kregen ze de vraag voorgelegd: Weet u hoe u een FBI kunt melden? Deze laatste vraag konden respondenten beantwoorden met ja (2 punten), nee (1 punt) of weet niet. Op basis van deze vier onderdelen ontwierpen de onderzoekers een openheidscore met een maximumscore van 17 punten (3 x 5 +2 punten).

Voor de verdere onderbouwing van de dataverzameling, de representativiteit ervan en de statistische analyses verwijs ik naar het uitgebreide artikel.

Veertig procent maakte fouten mee

Van de respondenten had 40 procent tenminste een keer een fout meegemaakt in de periode 2012-14. De openheidscore steeg van gemiddeld 13,6 in 2012 tot 16,5 in 2014. Dit is te verklaren uit de grote aandacht in het nationale beleid voor bevordering van een open ziekenhuiscultuur. Netwerken die één punt lager dan gemiddeld scoorden (bijvoorbeeld 15,5 in plaats van 16,5 in 2014) vertoonden gemiddeld 6,48 procent meer sterfte per 1000 patiënten.

Extern toezicht werkt onvoldoende

In Nederland groeit het besef dat regels en extern toezicht alleen onvoldoende zijn om de kwaliteit en veiligheid van zorg te borgen. Ook een interne open cultuur draagt daaraan bij. Leegemaate ontleende aan de luchtvaart de term just culture. Toffolutti en Stuckler (zie hierboven)  komt de eer toe dat zij voor het eerst een dergelijke cultuur kwantitatief hebben gemeten. En dat niet alleen, ze tonen aan dat daarmee de bestaande hypothese van experts empirisch te onderbouwen is: hoe opener de ziekenhuiscultuur, des te minder onnodige sterfgevallen zich voordoen. Ik kijk uit naar een herhaling van het Engelse onderzoek in Nederlandse ziekenhuizen.

Meer werkplezier van professionals

De hier boven genoemde auteurs geven aan dat een open cultuur bijdraagt aan de arbeidsvreugde van artsen, verpleegkundigen en andere professionals. Zij blijven dan graag langer werken in zo’n instelling. Want men beseft nog beter dat fouten maken bij het vak hoort. Dat is ook niet zo heel erg. Wel is laakbaar het verdoezelen van fouten, het onmiddellijk bestraffen ervan en het niet melden. Kortom een open cultuur leidt tot minder uitstroom van professionals.

Studiedag 31 oktober over behoud van professionals

Dit was voor ondergetekende en zijn collega’s aanleiding om op 31 oktober 2019 een studiedag te organiseren over duurzame inzet van professionals.  Het heet Behoud Zorgprofessionals; de laatste stand. Op deze dag kun je in discussie gaan met bestuurders van zorginstellingen, programma leiders vanuit het ministerie, beleidskoepels en (semi) private partijen op het creëren van een open cultuur  en andere innovaties voor het behouden van personeel in zorg. Wil je ervaringen uitwisselen en nieuwe kennis(sen) verwerven? Klik dan hier, lees de uitgebreide brochure en meld je aan. 

Een kortere versie van dit artikel verscheen eerder als blog in het blad Zorgvisie

Experimentele betaling van specialist ouderengeneeskunde gaat in 2020 van start

De specialist ouderengeneeskunde (SO) is een belangrijke nieuwe speler in de ouderenzorg voor mensen thuis. Nu meer kwetsbare ouderen langer thuis blijven wonen is versterking met deze SO’s in de eerstelijn broodnodig. Zij zijn van grote betekenis voor de kwaliteit van zorg, het langer thuis wonen, de palliatieve zorg, taakverlichting van huisartsen en beperking van de instroom naar ziekenhuis en verpleeghuis.

Hoe een specialist ouderengeneeskunde te betalen?

De specialist ouderengeneeskunde wordt nu nog betaald uit een subsidieregeling van de Wet Langdurige Zorg (WLZ). Maar de bedoeling is dat de SO in de toekomst de Zorgverzekeringswet (ZVW) de SO gaat betalen. Het blijkt lastig om dit goed te regelen. Tot nu toe is er vooral gezocht naar een mogelijkheid om binnen de reguliere eerstelijnszorg de  SO als een nieuwe hulpverlener, al dan niet werkzaam in een groepspraktijk,  te contracteren.  Maar vooral zorgverzekeraars aarzelen bij het idee om weer een nieuwe,  speler met een eigen afgebakend terrein en met eigen betaaltitels te moeten contracteren. De samenhang en samenwerking binnen de eerstelijnszorg is ook niet echt gediend met allemaal zelfstandig gecontracteerde hulpverleners  zoals huisartsen, fysiotherapeuten, logopedisten en vele andere professies. 

Experimentele betaaltitel komt in 2020 beschikbaar

Hoe dan wel? De NZA is nu bezig een nieuw soort experimentele betaaltitel te gaan creëren, waarvan in beginsel vanaf 1 januari 2020 gebruik gemaakt zou kunnen worden. Op sommige plaatsen in het land starten binnenkort experimenten/pilots met nieuwe vormen van bekostiging van de specialist ouderengeneeskunde. 

Workshop over betaling van SO’s

Het gezondheidscentrum in Velp (Een Plus) werkt alle vele jaren met een SO. Esther Bertholet, specialist ouderengeneeskunde aldaar,  werkt er vanaf het eerste uur. Zij komt samen met directeur Herma Barnhoorn op de studiedag Ouderenzorg in de eerstelijn op 3 oktober a.s. vertellen over de opzet van de pilot, maar natuurlijk ook over de wijze van werken van de SO en de belangrijke bijdrage die dat biedt in de zorg voor kwetsbare ouderen in de eerstelijn.

Kom naar studiedag ouderenzorg in de eerste lijn op 3 oktober

De workshop over betaling van Specialisten Ouderengeneeskunde is een van de acht die draaien tijdens  de studiedag Ouderenzorg in de eerste lijn. Steeds komt de zorginnovatie zelf aan de orde, de implementatie ervan en ook de betaling ervan. Wil jij in één dag jezelf bijscholen over ouderenzorg in de eerste lijn. Klik dan hier, lees de brochure, meld je aan en doe nieuwe kennis(sen) op.  

ACM steunt patiëntenorganisaties

Afspraken tot verplaatsing van zorg zijn gebaseerd op een gedeeld en openbaar regiobeeld. Dit is de eerste van vijf voorwaarden die de Autoriteit Consument en Markt (ACM) hanteert om afspraken tussen zorgaanbieders over zorgverplaatsing  goed te keuren ook als deze concurrentie beperken. Dit is een actueel onderwerp vanwege het VWS-programma Juiste Zorg op de Juiste Plek.  

Heldere voorwaarden van ACM

De ACM noemt de vijf voorwaarden in haar recente, helder geschreven,  consultatiedocument  van negen pagina’s. Met de eerste begint deze blog. De vier andere zijn:

2. Afspraken tot verplaatsing van zorg en de daarmee nagestreefde concrete doelstellingen zijn onderbouwd;

3. Bij het komen tot een afspraak voor verplaatsing van zorg is sprake van volwaardige betrokkenheid van zorgaanbieders, zorginkopers en patiëntenorganisaties;

4. De gemaakte afspraken gaan niet over het beperken, verhinderen of anderszins bemoeilijken van toetreding en/of uitbreiding van activiteiten;

5. De afspraken tot verplaatsing van zorg, de nagestreefde doelstellingen alsmede de wijze waarop deze meetbaar en (achteraf) toetsbaar zijn, zijn transparant en openbaar.

Terechte voorwaarden

Graag sta ik achter deze vijf voorwaarden. Want het regiobeeld (voorwaarde 1) moet zijn gedeeld met onder meer patiëntenorganisaties. Bij de voorbereiding van de afspraken  moeten deze organisaties volwaardig zijn betrokken (voorwaarde 3). En zijn de afspraken eenmaal gemaakt, dan zijn ze openbaar en te toetsen (voorwaarde 5).  Voorwaarde 2 verhindert het bestuurlijke kwartetten  waarbij zorgaanbieders alleen maar taken ruilen om daardoor de omzet van elke partij financieel gelijk te houden. Nee, er moeten inhoudelijke doelstellingen aan de orde zijn. Voorwaarde 4 is gericht op het tegengaan van slecht bestuurlijk gedrag: het gezamenlijk verhinderen dat nieuwkomers zich in de regio vestigen.

Wat kunnen patiëntenorganisaties doen met de vijf voorwaarden?

Op dit moment is onduidelijk wat een regiobeeld inhoudt. Voor het maken van regiobeelden heeft het RIVM wel reeds standaardgegevens  beschikbaar. Die vragen om oordeelsvorming in de regio, ook bij patiëntenorganisaties. Welke RIVM-cijfers zijn verontrustend en welke niet?  Zijn er in de regio aanvullende data beschikbaar? Daarna kan besluitvorming plaatsvinden over regionale doelstellingen. Met de RIVM-gegevens kunnen de patiëntenorganisaties met een onderbouwd eigen oordeel komen over regiobeelden.

Patiëntenparticipatie bij regiobeelden

De meeste patiëntenorganisaties zijn thans georganiseerd op nationaal niveau. Alleen Zorgbelangorganisaties, enkele ouderenbonden  en de Flevolandse Patiënten Federatie werken  regionaal. Dit moet anders. Want gezondheidsbeleid komt tegenwoordig  meer op regionaal  dan op nationaal niveau tot stand. Juiste Zorg op de Juiste Plek versterkt deze trend. Dit betekent een transformatie van de patiëntenbeweging.

1 euro per inwoner voor patiëntenparticipatie

Het ACM-document  zie ik als een voorzet die regionale patiëntenorganisaties kunnen inkoppen. Moeten ze wel geld hebben om achterbannen te raadplegen, eigen vragenlijstonderzoek te doen en kwalitatieve verhalen te verzamelen over noden en wensen van patiënten. Ik denk aan een bedrag van 1 euro per jaar per regio-inwoner. Democratie in de zorg mag best een beetje geld kosten.

Workshop over regiobeelden

De regiobeelden komen aan de orde  in een workshop met de naam Werken met regiobeelden: wat levert het op? Deze vindt plaats op 28 november tijdens het congres De juiste zorg en de hoofdlijnenakkoorden  in Utrecht.  Regiobeelden geven inzicht in de stand van zaken en toekomstige ontwikkelingen over gezondheid, zorg en welzijn in een regio. Dit gebeurt aan de hand van cijfers en visualisaties over zorggebruik, zorgaanbod, gezondheid & leefstijl, bevolkingsontwikkeling en sociale en fysieke omgeving. Tijdens de workshop gaat Wiet de Ronde, Manager Zorg Analyse Team Menzis, in op de eerste regiobeelden die hij samen met anderen maakte.

Congres 28 november over juiste zorg en Hooflijnenakkoorden

Naast de hier besproken regiobeelden komen tal van andere goede voorbeelden van zorgvernieuwing tijdens het congres aan de orde. De toelichting betreft niet alleen de innovatie zelf maar ook de implementatie ervan en eventueel de nu al merkbare effecten op werkdruk, kwaliteit van zorg en zorgconsumptie.

Top van de Nederlandse zorg en verpleegkundigen ontmoeten elkaar

Plenaire sprekers tijdens het congres zijn VGZ-bestuursvoorzitter Kliphuis, Ziekenhuis bestuurder Arno Timmermans namens de Vereniging Nederlandse Ziekenhuizen en  Lucas Fraza, huisarts en een van de initiatiefnemers van Het Roer moet om.  Ook vertegenwoordigers van VWS, hogescholen, onderzoeksinstellingen en tal van professionals voeren het woord. Ambitie van de organisatoren is dat de top van de Nederlandse zorg, professionals en onderzoekers elkaar ontmoeten. Onder andere om de betekenis van regiobeelden te bespreken.

Inschrijven voor congres?

Wil jij, beste lezer, naar de workshop over regiobeelden en naar workshops over andere aspecten van juiste zorg? Wil jij toelichting op de ACM-voorwaarden?  Wil jij nieuwe kennis(sen) opdoen? Klik dan hier, lees de uitgebreide brochure en meld je aan. 

Een kortere versie van dit artikel verscheen eerder in het vakblad Zorgvisie

Stoplicht-app versnelt en vereenvoudigt ontslag uit ziekenhuis

Op 25 maart 2019 gaat de stoplicht-app feestelijk online in het Amphia ziekenhuis te Breda . Op 28 november licht projectleider Anita van de Berg de app, de implementatie ervan en de eerste resultaten toe.

Bijna niets is vervelender dan verschillende thuiszorgorganisaties te moeten afbellen om zorg voor een patiënt te regelen. Toch moesten de verpleegkundigen dat steeds vaker doen als een patiënt het ziekenhuis verliet en nog niet zonder hulp thuis kon functioneren. Heel tijdrovend. Gelukkig is er nu de stoplicht-app.

Snelle uitstroom van patiënten

Het Amphia ziekenhuis heeft, samen met thuiszorgorganisaties in de regio Breda, deze app  gelanceerd. Met de introductie hiervan is 24/7 de capaciteit inzichtelijk van verschillende thuiszorgorganisaties in het verzorgingsgebied van Amphia. Het grote belang? De patiënt kan goed en vlot doorstromen vanuit het ziekenhuis naar de thuiszorg.

Negen thuiszorgorganisaties werken samen met ziekenhuis

De wijkverpleegkundigen van negen thuiszorgorganisaties kunnen op elk moment van de dag en met één druk op de knop de beschikbaarheid van zorg doorgeven in de app. Amphia -en in de nabije toekomst ook huisartsen, zorginstellingen en revalidatiecentra- kunnen vervolgens op postcode niveau zien welke thuiszorgorganisaties ruimte hebben om de zorg te leveren.

Thuiszorgcapaciteit 24/7 inzichtelijk

Anita van den Berg, bedrijfsmanager transferpunt Amphia: ”De stoplicht app is het resultaat van een energieke en gedreven samenwerking tussen de betrokken partijen. Het is een mooi digitaal middel om de beschikbare thuiszorgcapaciteit inzichtelijk te hebben. De app is eenvoudig in gebruik, maar levert een groot voordeel op in termen van inzichtelijkheid en efficiency voor de organisaties. En, het allerbelangrijkste, de patiënt heeft het meeste baat bij een vlot verlopende uitstroom, die met de app mogelijk wordt gemaakt.”

Congres over Juiste zorg en Hoofdlijnenakkoord op 28 november

Tegelijkertijd digitaliseren én innoveren; wil je weten hoe je dat aanpakt, zo’n digitale innovatie? Kom dan naar workshop 5 Digitaal platform VVT-sector verbetert uitstroom ziekenhuispatiënten. Deze vindt plaats op 28 november 2019 tijdens het congres De juiste zorg op de juiste plek en de hoofdlijnenakkoorden te Utrecht. Naast de hier besproken app komen tal van andere goede voorbeelden van zorgvernieuwing aan de orde. De toelichting betreft niet alleen de innovatie zelf maar ook de implementatie ervan.

Top van de Nederlandse zorg en verpleegkundigen ontmoeten elkaar

Plenaire sprekers zijn VGZ-bestuursvoorzitter Kliphuis, Ziekenhuis bestuurder Arno Timmermans namens de Vereniging Nederlandse Ziekenhuizen en  Lucas Fraza, huisarts en een van de initiatiefnemers van Het Roer moet om.  Ook vertegenwoordigers van VWS, hogescholen, onderzoeksinstellingen en tal van verpleegkundigen voeren het woord. Ambitie van de organisatoren is dat de top van de Nederlandse zorg en verpleegkundigen elkaar aldaar ontmoeten. Een van die verpleegkundigen is De hier boven genoemde Anita van den Berg. Zij introduceert die prachtige stoplicht-app.

De juiste zorg op de juiste plek en de hoofdlijnenakkoorden

Het realiseren van de juiste zorg op de juiste plek staat hoog op de agenda bij tal van eerste- en tweedelijns zorgverleners, zorgorganisaties, zorgverzekeraars, gemeenten en patiëntenorganisaties. Maar het bieden van passende en goed op elkaar afgestemde zorg en ondersteuning is makkelijker gezegd dan gedaan. Met z’n allen staan we voor een flinke uitdaging om burgers de juiste zorg, door de juiste zorgverlener, op het juiste tijdstip en de juiste plek te bieden.

Vragen

Hoe kunnen we de juiste zorg op de juiste plek uitbreiden en verbeteren? Hoe worden de transitiegelden uit de hoofdlijnenakkoorden besteed in de regio? Welke rol spelen de zorgverzekeraars en andere zorgspelers hierbij? En hoe kan e-health bijdragen aan goede en betaalbare zorg dicht bij de patiënt? Deze (en andere) vragen worden beantwoord op het congres over ‘de juiste zorg’ en de hoofdlijnenakkoorden op 28 november 2019 in Utrecht.

Actuele ontwikkelingen

Medio 2018 kwam het rapport van de Taskforce De juiste zorg op de juiste plek uit en werden er hoofdlijnenakkoorden afgesloten voor de medisch specialistische zorg en de huisartsenzorg. Sindsdien is er veel gebeurd en geschreven over deze onderwerpen. Een aantal belangrijke conclusies en actualiteiten op een rij:

  1. De juiste zorg op de juiste plek is noodzakelijk om ook in de toekomst toegankelijke en betaalbare zorg van goede kwaliteit te behouden. Er is echter meer actie nodig om ‘de juiste zorg’ goed van de grond te tillen. Met name op het gebied van substitutie van zorg en taakherschikking. Het verplaatsen van zorg gaat te langzaam. Dit stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (Nza) in een recente brief aan het Ministerie van VWS. De NZa onderneemt hierbij zelf stappen, maar verwacht ook van aanbieders en zorgverzekeraars dat zij meer gaan doen.
  2. JZOJP speelt een belangrijke rol bij verbeteringen van de bekostiging. Er moet voldoende ruimte zijn voor samenwerking en maatwerk in de regio. De prikkel om volume te genereren moet verdwijnen en de zorgvraag van de patiënt dient het uitgangspunt te zijn. Via contracten geven zorgaanbieders en zorgverzekeraars samen invulling aan de veranderingen. Het is belangrijk dat het afsluiten van contracten loont (brief Nza 18 juni 2019).
  3. Om de juiste zorg op de juiste plek te kunnen leveren is het van belang dat partijen in de regio intensief samenwerken. Vaak is er al wel sprake van samenwerking tussen huisartsen, wijkverpleging, paramedici en ziekenhuizen. Maar ook partijen zoals gemeenten, zorgkantoren, zorgverzekeraars en verpleeghuizen zouden hieraan mee moeten doen. Als hierbij ondersteuning genst is, kan hiervoor sinds kort subsidie worden aangevraagd (bron: Kamerbrief over voortgang JZOJP, 18 juni 2019).
Plenaire sprekers

Het congres wordt geopend door Tom Kliphuis, bestuursvoorzitter bij zorgverzekeraar VGZ. Kliphuis vertelt hoe zorgverzekeraars in de regio op proactieve wijze de regie kunnen nemen bij de invulling van de juiste zorg op de juiste plek en de hoofdlijnenakkoorden.

De tweede spreker is Arno Timmermans. Hij is portefeuillehouder JZOJP en bestuurslid bij de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen. Timmermans beantwoord de vraag hoe het ervoor staat met de invulling van de hoofdlijnenakkoorden Medisch Specialistische Zorg en Huisartsenzorg. Wat levert het concreet op? Wat gaat goed? En (vooral) wat moet beter?

Lucas Fraza, Directeur Huisartsenzorg Deventer e.o., is de derde plenaire spreker. Hij spreekt over de Samenwerking tussen ziekenhuis, huisartsen en zorgverzekeraar in Deventer. Wat kunnen andere regio’s leren van deze samenwerking?

Keuzesessies

Naast bovengenoemde plenaire sprekers zijn er drie rondes met keuzesessies. Hier komen uiteenlopende onderwerpen aan bod. Van het werken met regiobeelden en zorg op afstand door de inzet nieuwe technologieën tot samenwerking rond observatiebedden en het opschalen van goede voorbeelden. De verschillende sessies kunt u hier bekijken.

Flitspresentaties

Drie van de keuzesessies bestaan uit meerdere flitspresentaties. Wij zoeken nog enkele sprekers die als ‘flitspresentator’ in tien minuten tijd een goed voorbeeld, onderzoek, of actueel project rond de Juiste Zorg op de Juiste Plek en/ of de hoofdlijnenakkoorden willen bespreken. Interesse? Stuur dan vóór 15 september 2019 een mail met daarin kort beschreven wat het onderwerp en doel van de presentatie is naar: petraschimmel@guusschrijversacademie.nl.

Praktische tips

Het congres eindigt met een aantal tips en een plenair debat. De volgende vragen komen aan de orde: Wat heeft u geleerd vandaag? In hoeverre worden de doelstellingen in het regeerakkoord over JZOJP en de hoofdlijnenakkoorden gehaald? En (hoe) moet het beleid worden bijgesteld?

Voor wie?

Het congres is interessant voor: zorgprofessionals (artsen, specialisten, apothekers en paramedici), zorgmanagers, leidinggevende professionals, bestuurders, beleidsmedewerkers van ziekenhuizen en huisartsenpraktijken. Maar ook voor beleidsmedewerkers van zorgverzekeraars en gemeenten, onderzoekers, projectleiders, organisatieadviseurs, e-health- en ICT-leveranciers, beleidsambtenaren, vertegenwoordigers van brancheorganisaties, patiëntengroeperingen en alle anderen die geïnteresseerd zijn in geïntegreerde zorginitiatieven.

Prijs

Tot en met 22 september 2019 kunnen deelnemers gebruik maken van een vroegboekkorting en betalen dan 295 euro (btw-vrij). Vanaf 23 september 2019 zijn de deelnemerskosten 345 euro (btw-vrij). Bij vier deelnemers of meer geldt een speciaal tarief. Neem hiervoor contact op met organisator Petra Schimmel op petraschimmel@guusschrijversacademie.nl.

Organisatie

De Guus Schrijvers Academie organiseert het congres, dat inhoudelijk vormgegeven wordt door zorgmanager Ward Bijlsma en Guus Schrijvers (gezondheidseconoom en oud-hoogleraar Public Health).

Accreditatie

Accreditatie wordt aangevraagd.

Meer informatie

Wilt u meer informatie over over het congres over de juiste zorg op de juiste plek en de hoofdlijnenakkoorden op 28 november 2019? Kijk dan voor het programma, de sprekers en het inschrijfformulier op de congrespagina van de GSA.

20ste Spoedzorg congres: juiste acute zorg op de juiste plek

De druk op de acute zorg blijft stijgen en door de toenemende vergrijzing wordt de zorgvraag complexer. De beperkte capaciteit maakt het steeds lastige burgers de juiste acute zorg, door de juiste zorgverlener, op het juiste tijdstip en de juiste plek te bieden. Intensieve samenwerking en goede zorgcoördinatie zijn hierbij onmisbaar. Hoe kun je die samenwerking tussen de ketenpartners in de spoedzorg het beste vormgeven? Welke goede voorbeelden zijn er? En hoe blijft de acute zorg toegankelijk, van hoge kwaliteit en betaalbaar? Deze (en andere vragen) komen aan de orde op het 20ste Spoedzorgcongres op 6 november 2019 in Utrecht.

Actuele ontwikkelingen

De acute zorg in Nederland is volop in beweging. Een aantal belangrijke ontwikkelingen en inzichten op een rij:

  1. Jonge kinderen (0-4 jaar) en 65 plussers maken het meest gebruik van acute zorg. Uit een toekomstverkenning van de NZa en het RIVM blijkt dat het zorggebruik van mensen boven de 65 met een factor twee tot vier toeneemt. Gezien de complexiteit van deze zorg, betekent dit dat de druk op de keten de komende jaren verder zal toenemen. Niet eens zozeer vanwege de aantallen, maar wel vanwege de verandering in zorgzwaarte.
  2. Tegelijkertijd met het toegenomen zorggebruik van ouderen blijkt dat met name het vinden van gespecialiseerd verpleegkundig personeel lastig is. Dit maakt het heel lastig tijdelijke pieken in de vraag naar spoedzorg op te vangen. (bron: Monitor acute zorg 2018 Nederlandse Zorgautoriteit)
  3. De toegankelijkheid van de acute zorg verschilt van dag tot dag en zelfs van uur tot uur. Er valt nog veel te winnen door op piekmomenten te zorgen dat er voldoende personeel en apparatuur beschikbaar is om de drukte op te vangen. Dit vereist goede samenwerking, afstemming en coördinatie. (bron: Monitor acute zorg 2018 Nederlandse Zorgautoriteit)
  4. Patiëntgerichte, effectieve en doeltreffende spoedzorg vereist het gezamenlijk organiseren van de acute zorg en de inzet van de juiste zorgverlener op het juiste moment, ofwel goede zorgcoördinatie. Zowel bij de instroom als bij de uitstroom van patiënten. Steekwoorden hierbij zijn: één loket, actuele informatie over patiënten en de capaciteit van de spoedzorg en een goed geoliede spoedzorgketen. (bron: Kwaliteitskader Spoedzorgketen)
  5. Drukte in de acute zorg wordt vaak veroorzaakt als de doorstroom (bijvoorbeeld van spoedeisende hulp naar opnameafdelingen) of de uitstroom naar vervolgzorg (zoals verpleging en verzorging thuis of in een eerstelijnsinstelling) niet soepel verloopt. Betere coördinatie is vereist. (bron: Monitor acute zorg 2018 Nederlandse Zorgautoriteit)
  6. Er worden veel initiatieven genomen om oplossingen te vinden om de toegankelijkheid van de acute zorg op peil te houden. Een centraal overzicht en goede verspreiding hiervan ontbreekt. (bron: Monitor acute zorg 2018 Nederlandse Zorgautoriteit)

Een andere ordening van de acute zorg vraagt om nieuwe spelregels, om het implementeren en verspreiden van nieuwe inzichten. Dit congres beoogt hieraan bij te dragen door actuele kennis en goede voorbeelden te delen. Door mensen een platform te geven om met elkaar in discussie te gaan en na te denken over structurele kwaliteitsverbetering van onze spoedzorg.

Plenaire sprekers

Het congres wordt geopend door Eric Jylling. Hij is medisch directeur van de gezondheidsregio’s in Denemarken. Jylling vertelt over de aanpak van geïntegreerde spoedzorg in Denemarken. Hoe pakken ze dat daar aan? Is dit een wenkend perspectief voor Nederland?
De tweede spreker is Jack Versluis. Hij is bestuurder bij de Regionale Ambulance Voorziening Utrecht (RAVU). Hij gaat in op de toenemende en veranderende acute zorgvraag. Deze kan, gezien de beperkte capaciteit, alleen worden opgevangen door intensieve samenwerking van (regionale) zorgpartners volgens hem. Wat komt hierbij kijken, hoe pak je dit aan en wat levert het op?
Roland Eising, Directeur Inkoop bij Zilveren Kruis, is de derde plenaire spreker. Hij beantwoordt de vraag hoe we de acute zorg toegankelijk, van hoge kwaliteit en betaalbaar kunnen houden met z’n allen.

Parallelsessies

Naast bovengenoemde plenaire sprekers zijn er drie rondes met parallelsessies over uiteenlopende onderwerpen. Van pilots over informatie-uitwisseling in de acute zorgketen en de herinrichting van de acute zorg in dunbevolkte gebieden tot de geleerde lessen rond de spoedzorg bij de tramaanslag in Utrecht. De verschillende sessies kunt u hier bekijken.

Flitspresentaties

Een van de parallelsessies bestaat uit een aantal flitspresentaties. De Guus Schrijvers Academie zoekt nog enkele sprekers die als ‘flitspresentator’ in tien minuten tijd een goed voorbeeld, onderzoek, of actueel project rond de juiste acute zorg op de juiste plek willen bespreken. Interesse? Stuur dan vóór 1 september 2019 een mail met daarin kort beschreven wat het onderwerp en doel van de presentatie is naar: marcelstam@guusschrijvers.nl.

Praktische tips

Het congres eindigt met een aantal tips en een plenair debat over de vraag: waar liggen de grootste prioriteiten voor de juiste acute zorg op de juiste plek de komende jaren?

Voor wie?

Het congres is interessant voor: zorgprofessionals (artsen, verpleegkundigen en paramedici), regionale ambulance diensten, zorgmanagers, beleidsmedewerkers van ziekenhuizen, inkopers bij zorgverzekeraars, projectleiders, organisatieadviseurs, beleidsambtenaren, vertegenwoordigers van nationale instanties, brancheorganisaties en patiënten-groeperingen en alle anderen die mee willen denken over de toekomst en kwaliteit van de acute zorg en spoedzorg.

Prijs

Tot en met 1 september 2019 kunnen deelnemers gebruik maken van een vroegboekkorting en betalen dan 310 euro (btw-vrij). Vanaf 2 september 2019 zijn de deelnemerskosten 350 euro (btw-vrij). Bij vier deelnemers of meer geldt een speciaal tarief. Neem hiervoor contact op met organisator Petra Schimmel op petraschimmel@guusschrijvers.nl.

Organisatie

De Guus Schrijvers Academie organiseert het spoedzorgcongres. Het wordt inhoudelijk vormgegeven door Arold Reusken (Hoofd bureau Landelijk Netwerk Acute Zorg), Jack Versluis (Bestuurder Regionale Ambulance Voorziening Utrecht) en Guus Schrijvers (gezondheidseconoom en oud-hoogleraar Public Health).

Accreditatie

Accreditatie wordt aangevraagd.

Meer informatie

Wilt u meer informatie over het 20ste Spoedzorg Congres met als thema: de juiste acute zorg op de juiste plek, op 6 november 2019 in Utrecht? Kijk dan voor het programma, de sprekers en het inschrijfformulier op de congrespagina van de GSA.