Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Indicatiestelling in ziekenhuizen: graag 24 uur per dag!

Achttien Nederlandse ziekenhuizen hebben een Acute Opname Afdeling (AOA). Daar is de verblijfsduur maximaal 48 uur. In die ziekenhuizen verblijven vrijwel alle acute patiënten op die AOA. Daarna gaat doorgaans ongeveer een derde over naar een andere ziekenhuisafdeling. Twee derde gaat naar huis. Van die twee derde heeft een behoorlijk aantal behoefte aan post-ontslag zorg, hetzij thuis hetzij in een verpleeghuis of verzorgingshuis. De uitstroom van deze groep patiënten stagneert.

Congres Transferverpleegkundigen

Stel een patiënt kan op zaterdagmiddag na 36 uur AOA-opname naar huis. Er moeten verpleegkundige handelingen thuis plaatsvinden. Dan zou je op zaterdagmorgen een indicatie van het Centrum Indicatiestelling Zorg moeten kunnen krijgen. Verder zou de thuiszorg organisatie in staat moeten zijn om op zondag de eerste handelingen uit te voeren. In de praktijk van die achttien AOA ziekenhuizen lukt dat vaak niet. Dan blijft de patiënt liggen tot maandagmiddag. Dat komt ten eerste, omdat het transferbureau meestal niet buiten kantooruren werkt. Ten tweede zijn thuiszorgorganisaties vaak niet in staat snel thuiszorg te organiseren. Dit nieuws werd bekend tijdens een congres van het netwerk van transferverpleegkundigen in ziekenhuizen op zaterdag 17 november. Ik had de eer dit congres te mogen openen met een plenaire inleiding. Klik hier voor de PowerPoint van mijn lezing.

Congres indicatiestelling AWBZ en Wmo

Op het congres over indicatiestelling voor de AWBZ en de Wmo komen de transferpunten van ziekenhuizen opnieuw aan de orde. Met name zoeken wij antwoord op de vraag: heeft het openstellen van transferbureaus buiten kantooruren meerwaarde? Ik zoekt contact met Twitteraars om dit onderwerp alvast te bespreken. Twitter erover naar @GuusSchrijvers. Noteer alvast 5 april 2013 in je agenda. Dan kan je alle nieuwe ontwikkelingen volgen over beleid, innovatie en onderzoek over indicatiestelling voor AWBZ en Wmo. Het congresprogramma staat binnenkort op de website van de Julius Academy.

Interview Zorgvisie Magazine

In het kader van mijn afscheid als hoogleraar Public Health bij het UMC heb ik een interview gegeven aan Zorgvisie Magazine. Citaat: ‘Zowel door mijn opvoeding als mijn studie economie denk ik in termen van meerwaarde. Zorginkopers moeten geen voorwaarden stellen, maar zich afvragen wat de meerwaarde is. Als de kuur van dokters erger is dan de kwaal, is er geen meerwaarde.’ Lees het volledige artikel.

Hoe integreren we de eerste- en tweedelijns verloskunde tijdens de bevalling?

Het percentage verwijzingen van de eerste- naar de tweedelijns verloskundige zorg in Nederland is over de jaren gestegen van 18% in 1988 naar 24% in 2004. Dit percentage stijgt nog steeds. Met name een verwijzing tijdens de bevalling wordt door vrouwen als problematisch en stressvol ervaren; zij kijken negatiever terug op hun bevalling. Het integreren van de eerstelijns en tweedelijns verloskundige zorg tijdens de bevalling heeft de potentie een dringende maatschappelijke behoefte te vervullen Deze maatschappelijk behoefte bestaat uit de wens om bevallingsuitkomsten en de bevallingservaringen van vrouwen te verbeteren, perinatale sterfte te verminderen en onnodige medische interventie terug te dringen. Indien succesvol zal dit de verloskundige zorg in Nederland drastisch veranderen.

INCAS onderzoek

Ank de Jonge,verloskundige en wetenschappelijk onderzoeker bij het VUmc onderzoekt de zorg tijdens de baring en tracht deze te verbeteren. Haar studie valt uiteen in vier delen:

1. Het inventariseren van de huidige verwijzingen tijdens de baring, van het bijbehorende beleid en van de uitkomsten van deze baringen. Deze gegevens, inclusief basis gegevens van zwangeren, worden retrospectief verzameld uit de patiëntendossiers van vier ziekenhuizen en de omliggende verloskundige praktijken, gedurende een periode van zes maanden.

2. De resultaten uit de eerste studie gebruikt De Jonge om de karakteristieken van een optimaal model van geïntegreerde verloskundige zorg te genereren met behulp van een Delfi-onderzoek.

3. Vervolgens worden met behulp van zowel kwalitatieve en kwantitatieve methoden de bevorderende en belemmerende factoren van het model geïdentificeerd.

4. Als laatste ontwikkelt De Jonge een implementatiestrategie. Het is de bedoeling dat een dergelijke strategie zal worden geëvalueerd in een vervolg studie. Op het nationale geboortezorg congres op 18 januari 2013 presenteert Ank de Jonge de eerste resultaten van het INCAS onderzoek. Wil jij naar dit congres met allemaal nieuws over beleid, innovaties en onderzoek in de geboortezorg? Klik dan hier. Lees de uitvoerige brochure en meld je aan.

Hoe verlagen we de kosten van geboortezorg en het aantal kunstverlossingen?

De meerderheid van de bevallingen in het ziekenhuis vinden plaats onder leiding van een verloskundige. Gynaecologen komen vooral in beeld bij kunstverlossingen. Verloskundigen doen ook de meeste bevallingen in de eerstelijn. Huisartsen hebben daarin slechts een klein aandeel. Deze statistische observaties leiden tot de conclusie dat verloskundigen in Nederland de meeste bevallingen begeleiden.

‘Preventive INCAS onderzoek’

De professionele discussie is dan ook niet, wie de bevallingen in Nederland moeten doen. Dat is dus de verloskundige. Evenmin is de discussie aan de orde tussen professionals of bevallingen thuis, in een geboortecentrum of in het ziekenhuis moeten plaatsvinden. Daarover beslissen de aanstaande ouders. Wel is de professionele discussie interessant, hoe het aantal kunstverlossingen zoals keizersneden, tangverlossingen en vacuumverlossingen terug te dringen te zijn. Dat kan bijvoorbeeld dankzij de strategie ‘preventive support of labour’, waarover Bruinse en Reuwer een boek schreven.

Nationale Congres Geboortezorg

Ook van belang is de discussie waar bevallingen het goedkoopste kunnen plaatsvinden voor ouders en maatschappij. Het terugdringen van kunstverlossingen en het verlagen van de kosten van geboortezorg daardoor is één van de onderwerpen die aan de orde komen op het Nationale Congres Geboortezorg dat op 18 januari 2013 plaatsvindt. Mijn bijdrage aan dit congres is het leiden van een discussie over verloskundige samenwerkingsverbanden in Nederland. Wil jij ook naar dit congres met allemaal nieuws over beleid, innovaties en onderzoek in de geboortezorg? Klik dan hier. Lees de uitvoerige brochure en meld je aan.

Ziekenhuis heeft minder operatiekamers nodig dankzij Triple Aim

Medisch specialisten bieden onder meer planbare zorg. Daarbij maken patiënten afspraken. Deze zorg bestaat uit diagnostische interventies zoals beeldvormende diagnostiek en laboratoriumbepalingen. Ook chemokuren, bestralingen en oncologische operaties vallen onder planbare zorg. Verder zijn vele chirurgische ingrepen planbaar. Denk aan heup- en knievervangingen en cataract operaties. Chirurgen spreken van electieve en niet van planbare ingrepen. Naast planbare zorg bieden specialisten acute zorg. Die moeten zij bieden binnen vier uur. Soms moeten zij à la minute ingrijpen, zoals bij een acute hartstilstand. Ik schat in dat zestig procent van Nederlandse ziekenhuisopnamen planbaar is. De rest betreft acute opnamen. Precieze cijfers zijn niet beschikbaar. Ik baseer de percentages op ervaringen van professionals en managers aan wie ik les geef in diverse Masterclasses.

Planbare zorg

Ziekenhuizen bieden planbare zorg tijdens kantooruren. Maar meestal is de bedrijfstijd daarvoor slechts van acht uur ’s morgens tot vier uur ’s middags. Dat betekent dat per week operatiekamers, röntgenkamers en laboratoria slechts vijf maal acht uur in gebruik zijn. Dat is veertig uur per week. Stel dat de bedrijfstijd van ziekenhuizen voor planbare zorg langer wordt. Ze gaan open tot negen uur ’s avonds. En op zaterdagen gaan ze open van acht tot vier uur. Dan vindt een bedrijfstijdverlenging plaats van de vijf maal vijf uur plus acht uur. Dat is 33 uur. In totaal hebben ziekenhuizen dan een bedrijfstijd van 73 uur (40 plus 33 uur) voor planbare zorg.

Concentratie ziekenhuisfuncties

Het recente regeerakkoord pleit voor concentratie van ziekenhuisfuncties. Volgens dat akkoord bieden niet alle ziekenhuizen acute zorg. En niet alle ziekenhuizen bieden alle vormen van planbare zorg. Het is verstandig om in deze concentratie de verlenging van de bedrijfstijd voor planbare zorg meteen mee te nemen. Dan kunnen ziekenhuizen in de toekomst met minder operatiekamers, laboratoria en röntgenkamer toe. Dan realiseren zij tegelijk drie doelstellingen van Triple Aim, zoals ik die in mijn afscheidscollege formuleerde, te weten: betere gezondheid, beter kwaliteit van zorg en lagere kosten per patiënt. De gezondheid wordt beter door deze concentratie plus bedrijfstijdverlenging omdat specialisten grotere series van dezelfde patiënten behandelen. De kwaliteit van zorg gaat onder meer omhoog, omdat patiënten meer keuzes krijgen voor het uur van de week waarop zij een behandeling ondergaan. De kosten van de planbare zorg gaan omlaag, omdat de afschrijvingen op gebouwen en apparatuur plaats vindt over meer uren openingstijd.

Bedrijfstijdverlenging

Dit voorstel leidt tot grote weerstanden bij verpleegkundigen en artsen die niet meer ’s avonds en op zaterdagen willen werken. Dat bleek op een discussie tijdens de Landelijke dag Transferverpleegkundigen op zaterdag 17 november. Daar kwam het onderwerp van bedrijfstijdverlenging voor planbare zorg aan de orde. Bij de 285 aanwezige professionals op het VUmc ontstond tumult rond het thema bedrijfstijdverlenging. Ondergetekende gaf er een college over transferpunten in ziekenhuizen op lange termijn. Klik hier voor de PowerPoints van mijn lezing. Toch is de bedrijfstijdverlenging een goede optie voor de toekomende moeilijke financiële jaren. Ik zie uit naar het eerst ziekenhuis dan experimenteert met bedrijfsverlenging en concentratie van functies. Suur je mij een mail als je daarmee bezig bent? Mijn mailadres is mail@guusschrijvers.nl

Gastcollege verslavingszorg en zorgpaden

Op 6 november 2012 heb ik een gastcollege gehouden op Centrum Maliebaan voor verslavingspsychiatrie in Utrecht. Ik heb hier gezegd dat bij zorgpaden sprake is van een protocol ,waarvan met argumentatie af te wijken is. Soms lijkt het erop dat artsen bij voorkeur van zo’n zorgpad afwijken en HBO opgeleiden het zorgpad zien als een streng protocol dat nooit over- of onderschreden mag worden. Maar persoonsgericht beleid vraagt nou juist zorg op maat: soms verblijft een verslaafde cliënt vier weken in een intramuraal instituut terwijl het zorgpad een streefwaarde heeft van zes weken. En soms kan ook een verblijfsduur van acht weken nodig zijn. Ik heb ook geadviseerd de invoering van zorgpaden goed te evalueren. Zowel vooraf door het uitvoeren van een nulmeting als achter door cliënten erover te bevragen. De PowerPoint dia’s die ik gebruikte, tref je hier aan.

Zorgpadencongres

Op 18 januari vindt het Nationale Congres over Zorgpaden plaats. De voorbeelden die dan aan bod komen zijn afkomstig uit algemene ziekenhuizen. De voordrachten over algemene principes zijn ook interessant voor professionals werkzaam in de verslavingszorg. Lees meer over het Zorgpadencongres.

College ontwikkelingen in de zorg

Volg mijn online college over de ontwikkelingen in de zorg onder naam ‘Whats Up!’. Het college is een combinatie van video en PowerPoint presentatie en duurt circa twintig minuten.

Interview Radio 1 NTR-programma ‘Lijn1’

Op 30 oktober 2012 heb ik op Radio 1 in het NTR-programma Lijn1 een interview gegeven over de gevolgen van de nieuwe zorgplannen van het tweede kabinet Rutte. In dit interview pleitte ik onder andere voor een lager BTW-tarief voor gezonde voeding. Ook hield ik een pleidooi om zorg en welzijn dichter bij elkaar te brengen. beluister hier het interview.

Interview BNR Gezond 3 november 2012

Bij het radioprogramma BNR Gezond ben ik op 3 november 2012 geïnterviewd over integrated care in het Duitse Kinzigtal. De inwoners zijn daar de afgelopen jaren gezonder geworden en de zorgkosten zijn gedaald. Een mooi voorbeeld van Triple Aim in Europa. Tijdens de Preventie Conferentie op donderdag 29 november 2012 bij de De Fabrique in Utrecht wordt het experiment in Kizingtal uitgebreid besproken. Beluister hier het interview.

De nieuwe drie-eenheid van de zorg vervangt marktwerking

In Blaricum staat een prachtig gezondheidscentrum ‘De Lloods‘, waar veertig bevlogen professionals werken. Op 31 oktober nodigden ze mij uit om de lange termijn van de gezondheidszorg te bespreken. Naast medewerkers en bestuur waren de Blaricumse WMO-wethouder Gijs van Loef en twee medewerkers van Achmea aanwezig. Ik heb deze kans aangegrepen om een Nederlandse versie van de Amerikaanse en Duitse Triple Aim aanpak te presenteren. Ik noem deze aanpak ‘de nieuwe drie-eenheid van de zorg’. In deze aanpak streven gemeenten, zorgverzekeraars en zorgaanbieders samen drie doelen na: Betere gezondheid, betere zorg en lagere kosten per verzekerde of inwoner. In mijn afscheidscollege heb ik hierover uitgebreid gesproken. Deze nieuwe aanpak heeft de volgende kenmerken:

  • Doelmatigheidswinst wordt ingezet voor preventie en betere zorg
  • Eenheid van beleid is belangrijker dan eenheid van bestuur
  • Ontwikkelen vanuit kleine demonstratieprojecten
  • Zorgverzekeraar en gemeente zijn in the lead
  • Eerst lange termijn en de weg waarlangs bepalen (pre-planning)
  • Daarna doorrekenen en uitwerken
  • Tegelijkertijd innoveren en verspreiden
  • Motivatie van professionals is startpunt
  • Coalities op basis van ideeën. Gemeente, zorgverzekeraar en zorgaanbieders hebben een open boek-relatie.

De Nieuwe drie-eenheid van de zorg is een alternatief voor de marktwerking. De voorgestelde aanpak werd toegejuicht door bestuur, professionals, wethouder en Achmea-medewerkers. Men gaat daar nu trachten de verschillende kenmerken tegelijk te realiseren. Bekijk hier de PowerPointpresentatie.