North brabant gokken

  1. Book Of Ra Casino No Deposit Bonus: Een volledige lijst van geaccepteerde altcoins is te vinden op de website.
  2. Hoe Het Beste Roulette Spelen - Ons team heeft gedetailleerde spel tutorials gemaakt die praten over de regels, het doel van het spel, definities van termen en zinnen, spelgeschiedenis en eenvoudige strategieën die u kunt gebruiken.
  3. Gratis Video Gokkasten Spelen: Minimale weddenschappen beginnen bij 0,25 credits en als je graag grote weddenschappen dan youre gonna love Peking Luck omdat je kunt plaatsen tot 125 credits per spin.

Casino biarritz

Silversands Casino 100 Free Spins
Op het eerste gezicht, echter, de game-ontwikkelaars willen meestal gewoon de gaming gasten een vermakelijke game-ervaring bieden.
Hoe Werkt Een Bingo
Natuurlijk biedt het casino de beste slots van NetEnt, Elk Studios of Microgaming, evenals andere uitstekende spelstudio's.
Als je alles over hen wilt weten, kijk dan op onze overzichtspagina.

Holland casino Zwolle centrum parkeren

Speelautomaten Vlaardingen
Echter, als liefde kan zowel inspireren en pijn doen, het spel over het geven alleen plezier.
Vegas Plus Casino No Deposit Bonus
Geniet van onze collectie van Asgard-thema slots.
Zen Casino 100 Free Spins

Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Plan van aanpak zorg voor kwetsbare ouderen compleet

Eind september komen de producten uit het plan van aanpak zorg voor kwetsbare ouderen met alle bijbehorende tools en instrumenten volledig beschikbaar. De handreiking bestaat uit zes stappen om de zorg voor kwetsbare ouderen in de praktijk vorm te geven. Deze is al begin juni openbaar gemaakt. Eind september komt het bijbehorende instrumentarium beschikbaar, zoals een gereedschapskist met daarin een rekentool en een gesprekshandleiding voor partijen die in de regio stappen willen maken om de zorg en dienstverlening aan kwetsbare ouderen integraal vorm te geven.

Via een infographic, een ander nieuw instrument, kan op wijkniveau, stapsgewijs ingevuld worden wie wat zou moeten doen om integrale zorg en dienstverlening vorm te geven.

Tenslotte komt er een matrix beschikbaar met goede voorbeelden hoe elders in den lande de organisatie van integrale zorgverlening wordt vormgegeven en bekostigd.

Met handreiking en bijbehorende instrumenten ontstaat zo een compleet pakket, waarmee zorg en dienstverlening zowel op regio – als op wijkniveau een flinke impuls kan krijgen.

Alle instrumenten worden gepresenteerd op de studiedag ouderenzorg in de eerstelijn op 3 oktober a.s. In een aparte workshop worden niet alleen alle nieuwe instrumenten gepresenteerd; er wordt ook mee proefgedraaid. Ook het volledige plan van aanpak wordt daar gepresenteerd. Informatie over de studiedag vind je hier.

Lees de brochure op www.guusschrijversacademie.nl en meld je aan. Velen gingen jou reeds voor.

Regionaal Transferpunt Salland werkt ook voor de SEH: een goed voorbeeld

Sinds een jaar of twintig functioneren transferpunten van ziekenhuizen vooral bij het ontslag van patiënten die opgenomen zijn. Sinds kort werkt het Transferpunt van het Deventer Ziekenhuis ook voor de Spoedeisende Hulpafdeling (SEH) van het Deventer ziekenhuis. En binnenkort begint het punt ook met het werken voor huisartsen en huisartsenpost. Dit is binnen de wereld van de transferpunten een grote innovatie. Daarom heeft ondergetekende Karen Janssen, operationeel manager transmuraal logistiek bureau en netwerkcoördinator Regionaal Transferpunt,  uitgenodigd om op 6 november haar werk te presenteren op het 20ste spoedzorg congres te Utrecht. In dit stuk geeft ondergetekende een voorbeschouwing over het werk van het goede voorbeeld uit Salland.

Welke vervolgzorg?

Het Regionaal Transferpunt Salland (RTP) coördineert alle vormen van vervolgzorg waarbij een verblijfsvraag speelt, zoals eerstelijnsverblijf, crisisopname langdurige zorg, geriatrische revalidatiezorg, Wmo-spoedzorg of respijtzorg.

Hoe werkt het transferpunt in Salland?

De VVT-deelnemer die een bed beschikbaar meldt bij het transferpunt, moet ook daadwerkelijk leveren als het transferpunt er aanspraak op maakt. De applicatie POINT ondersteunt het capaciteitsoverzicht van de bedden in de regio en de transfer en overdracht van patiënten.

Hoe is het ontstaan?
Het coördinatiepunt komt voort uit een al bestaande regionale samenwerking: Vereniging Zorg en Innovatie in Salland en omgeving (Ziso). Het is als project in januari 2017 gestart. De knelpunten rond de ELV-bedden stimuleerden effect de realisatie van het project.

Hoe groot is de bediende populatie?

 Het transferpunt Salland  bedient een regio met ongeveer 220.000 inwoners, het gecombineerde adherentiegebied van het Deventer Ziekenhuis en samenwerkingspartners zoals Huisartsencoöperatie Deventer en Omstreken (ongeveer 80 praktijken, 140 huisartsen) en nog zeventien VVT-instellingen. Het punt heeft direct inzicht in de beschikbare capaciteit van ongeveer 40 intramurale locaties. Overige partijen waarmee wordt samengewerkt zijn gemeenten, Tactus verslavingszorg, Dimence Groep, Zozijn en ENO zorgverzekeraar.

En wie betaalt het?

De kosten van het POINT-systeem en faciliteiten worden gefinancierd uit een vaste bijdrage vanuit partijen plus een bedrag per gerealiseerde transfer. De vaste bijdrage wordt volgens een vaste verdeelsleutel in rekening gebracht. De helft is voor rekening van het Deventer Ziekenhuis. Carinova (25%) en Zorggroep Solis (15%) nemen met elkaar ongeveer 40% voor hun rekening. De resterende 10% wordt naar rato verrekend met de overige zorgaanbieders. juiste instelling binnen.

Waarom een ‘breed’ coördinatiepunt?

De belangrijkste drijfveer is ‘kwaliteit’. Als je de juiste zorg op het juiste moment op de op juiste plek wilt kunnen leveren, dan vraagt dat om een breed inzicht in de gehele keten. Alleen op die manier krijg je de knelpunten van capaciteit en in- en doorstroom binnen de regio écht in zicht. Je moet kunnen bieden wat de patiënt nodig heeft. Er zijn bovendien grijze gebieden tussen verschillende domeinen (bijvoorbeeld tussen GRZ en ELV-hoog, of ELV-laag en respijtzorg), en dat vraagt om zorgvuldige afweging van de opties. traumatische ervaring. Daar willen we zorgvuldig mee omgaan.

Welke voordelen heeft dit goede voorbeeld opgeleverd?

De samenwerking in transferpunt levert voordelen op voor alle betrokkenen. De patiënt komt direct op het juiste bed met de juiste zorg en/of behandeling. De ontvangende aanbieder staat een patiënt al op te wachten en heeft alle benodigde informatie direct tot zijn beschikking om te kunnen starten met zorg. Verder wordt de zorgaanbieders veel werk uit handen genomen. Zij kunnen zich richten op de zorg voor de patiënt. Voor de centrale transferverpleegkundigen is het een verrijking van de werkzaamheden, met veel eigen verantwoordelijkheid. Voor de zorgverzekeraars en gemeente biedt het RTP inzicht in de ingekochte capaciteit en doorstroming.

Wat waren de succesfactoren?

Er is veel geïnvesteerd om samen het probleem onder ogen te zien. Inmiddels zijn alle betrokkenen overtuigd van nut en noodzaak van een brede coördinatie. De win-win situatie is voor iedereen duidelijk. Gedeeld eigenaarschap is belangrijk: iedereen voelt zich (mede) verantwoordelijk om volledig in het belang van de patiënt te kunnen handelen.

Wat was cruciaal?

Het is cruciaal om achter de schermen randvoorwaarden als een faciliterend systeem goed te regelen. In deze regio is gekozen voor POINT. En bijvoorbeeld het geven van vertrouwen aan de transferverpleegkundigen door de artsen. Zij hebben een zelfstandige verantwoordelijkheid om besluiten te nemen. Dit maakt hun vak inhoudelijk leuker en zorgt bovendien voor een efficiënte en effectieve organisatie.

Hoe toekomstbestendig is de organisatie?

Er wordt hard gewerkt aan toekomstbestendigheid, bijvoorbeeld door het organiseren van structurele financiering. De toekomstbestendigheid zit ook in het erkennen van wat de inspanningen hebben opgeleverd: er is in deze regio geen opstopping van kwetsbare ouderen op de SEH en er is meer lucht voor de eerste lijn. ‘

Ontwikkelpunten landelijk

De financiering zou moeten worden losgekoppeld van de indicatie, en in plaats daarvan moeten worden gebaseerd op de vraag van de patiënt. Financiering van de diensten voor alle inwoners is meer van toepassing in deze tijd van integrale financiering dan de prestatiebekostiging en indicatiestelling.

Workshop op 6 november op congres spoedzorg

Karen Janssen is verantwoordelijke voor het functioneren van het Regionaal Transferpunt Salland. Op 6 november geeft zij een workshop over dit punt. Zij licht eerst bovenstaande geschiedenis en opzet toe. Dan beschrijft zij sterke en zwakke punten van het transferpunt. Zij eindigt met tips voor collega’s die ook zo’n punt in hun regio willen realiseren. Op het congres komen nog veel meer innovaties aan de orde over acute zorg. Wil jij naar deze workshop en naar dit congres, klik dan hier, lees de uitvoerige brochure, meld je aan en doe nieuwe kennis(sen) op.

Dit bericht is gebaseerd op een gesprek met transferpunt leidinggevende Karen Janssen en op teksten op www.regionaaltransferpunt.nl en in de VWS brochure Regionale coördinatie kortdurend verblijf 

Twee nieuwe leden gevraagd voor Raad van Advies van de Guus Schrijvers Academie

Het bestuur van de Stichting Guus Schrijvers Academie (GSA) zoekt twee leden voor haar Raad van Advies met bij voorkeur met de profielen geestelijke gezondheidszorg, evaluatie van zorginnovaties of sociaal domein/gemeenten. Maar mensen met andere profielen kunnen ook reageren. De twee nieuwe leden hebben grote ervaring met innovatie binnen hun profiel. Zij beschikken over een groot netwerk van contacten.

De Raad van Advies adviseert het bestuur en het uitvoerende team van de Academie inhoudelijke over (sub)thema’s van congressen, uit te nodigen sprekers en te kiezen didactische werkvormen.  Leden van de Raad van Advies kunnen ervoor kiezen om op te treden als regisseur oftewel programmamaker van een congres. Je bent dan inhoudelijk verantwoordelijk voor de programmering. Het lidmaatschap van de Raad is onbezoldigd. Voor het optreden als regisseur is een geringe vergoeding beschikbaar. De zittende raad telt thans zeven leden. Vanwege het succes van deze formule zoeken we nu uitbreiding met twee leden op de genoemde gebieden. Voor meer informatie over de stichting GSA klik je  hier.

De Stichting GSA heeft als missie het bieden van een podium aan  zorgvernieuwers die hun kennis en ervaringen willen delen. Zij voert haar missie uit door congressen, masterclasses en site visits te organiseren.  

Je kunt reageren op deze oproep tot 26 september 2019. Kort daarna vinden kennismakingsgesprekken en selectie plaats. Je kunt je aanmelden door een mail te sturen naar Petra Schimmel op petraschimmel@guusschrijvers.nl Op verzoek stuurt Petra jou de statuten en enkele recente beleidsstukken toe.

Minder sterfte in ziekenhuis met open cultuur

Meer openheid over fouten, bijna-ongevallen en incidenten gaat samen met minder sterfte van ziekenhuispatiënten tijdens of binnen dertig dagen na ontslag. Deze conclusie trekken twee onderzoekers uit Londen en Milaan, Veronica Toffolutti and David Stuckler, op basis van een studie bij 137 Engelse ziekenhuisnetwerken. Zij publiceerden hun bevindingen in mei 2019 in het maandblad Health Affairs.

Methode van onderzoek

De onderzoekers gebruikten data over de jaren 2012, 2013 en 2014 van 137 van de 245 Engelse ziekenhuisnetwerken. Een netwerk (trust) omvat twee of meer ziekenhuislocaties. De genoemde sterftecijfers waren reeds beschikbaar in een nationaal register. De onderzoekers standaardiseerden deze voor diagnose, leeftijd, co-morbiditeit en wijze van opname (electief versus spoed).

Meten van ziekenhuiscultuur, ja dat kan

Per netwerk enquêteerden zij een at random steekproef van 600 tot 850 artsen, verpleegkundigen en andere professionals. Om de openheid van de cultuur te meten legden zij drie stellingen voor waarop respondenten konden reageren met een vijfpuntsschaal variërend van helemaal oneens (score 1 punt) tot helemaal eens (score 5 punten). De drie stellingen zijn: 1. Mijn organisatie moedigt mij aan om fouten, bijna-ongelukken en incidenten (FBI’s) te melden 2. Wij worden geïnformeerd over FBI’s in onze organisatie 3. Ik voel mij veilig als ik een FBI meld. Ten slotte kregen ze de vraag voorgelegd: Weet u hoe u een FBI kunt melden? Deze laatste vraag konden respondenten beantwoorden met ja (2 punten), nee (1 punt) of weet niet. Op basis van deze vier onderdelen ontwierpen de onderzoekers een openheidscore met een maximumscore van 17 punten (3 x 5 +2 punten).

Voor de verdere onderbouwing van de dataverzameling, de representativiteit ervan en de statistische analyses verwijs ik naar het uitgebreide artikel.

Veertig procent maakte fouten mee

Van de respondenten had 40 procent tenminste een keer een fout meegemaakt in de periode 2012-14. De openheidscore steeg van gemiddeld 13,6 in 2012 tot 16,5 in 2014. Dit is te verklaren uit de grote aandacht in het nationale beleid voor bevordering van een open ziekenhuiscultuur. Netwerken die één punt lager dan gemiddeld scoorden (bijvoorbeeld 15,5 in plaats van 16,5 in 2014) vertoonden gemiddeld 6,48 procent meer sterfte per 1000 patiënten.

Extern toezicht werkt onvoldoende

In Nederland groeit het besef dat regels en extern toezicht alleen onvoldoende zijn om de kwaliteit en veiligheid van zorg te borgen. Ook een interne open cultuur draagt daaraan bij. Leegemaate ontleende aan de luchtvaart de term just culture. Toffolutti en Stuckler (zie hierboven)  komt de eer toe dat zij voor het eerst een dergelijke cultuur kwantitatief hebben gemeten. En dat niet alleen, ze tonen aan dat daarmee de bestaande hypothese van experts empirisch te onderbouwen is: hoe opener de ziekenhuiscultuur, des te minder onnodige sterfgevallen zich voordoen. Ik kijk uit naar een herhaling van het Engelse onderzoek in Nederlandse ziekenhuizen.

Meer werkplezier van professionals

De hier boven genoemde auteurs geven aan dat een open cultuur bijdraagt aan de arbeidsvreugde van artsen, verpleegkundigen en andere professionals. Zij blijven dan graag langer werken in zo’n instelling. Want men beseft nog beter dat fouten maken bij het vak hoort. Dat is ook niet zo heel erg. Wel is laakbaar het verdoezelen van fouten, het onmiddellijk bestraffen ervan en het niet melden. Kortom een open cultuur leidt tot minder uitstroom van professionals.

Studiedag 31 oktober over behoud van professionals

Dit was voor ondergetekende en zijn collega’s aanleiding om op 31 oktober 2019 een studiedag te organiseren over duurzame inzet van professionals.  Het heet Behoud Zorgprofessionals; de laatste stand. Op deze dag kun je in discussie gaan met bestuurders van zorginstellingen, programma leiders vanuit het ministerie, beleidskoepels en (semi) private partijen op het creëren van een open cultuur  en andere innovaties voor het behouden van personeel in zorg. Wil je ervaringen uitwisselen en nieuwe kennis(sen) verwerven? Klik dan hier, lees de uitgebreide brochure en meld je aan. 

Een kortere versie van dit artikel verscheen eerder als blog in het blad Zorgvisie

Experimentele betaling van specialist ouderengeneeskunde gaat in 2020 van start

De specialist ouderengeneeskunde (SO) is een belangrijke nieuwe speler in de ouderenzorg voor mensen thuis. Nu meer kwetsbare ouderen langer thuis blijven wonen is versterking met deze SO’s in de eerstelijn broodnodig. Zij zijn van grote betekenis voor de kwaliteit van zorg, het langer thuis wonen, de palliatieve zorg, taakverlichting van huisartsen en beperking van de instroom naar ziekenhuis en verpleeghuis.

Hoe een specialist ouderengeneeskunde te betalen?

De specialist ouderengeneeskunde wordt nu nog betaald uit een subsidieregeling van de Wet Langdurige Zorg (WLZ). Maar de bedoeling is dat de SO in de toekomst de Zorgverzekeringswet (ZVW) de SO gaat betalen. Het blijkt lastig om dit goed te regelen. Tot nu toe is er vooral gezocht naar een mogelijkheid om binnen de reguliere eerstelijnszorg de  SO als een nieuwe hulpverlener, al dan niet werkzaam in een groepspraktijk,  te contracteren.  Maar vooral zorgverzekeraars aarzelen bij het idee om weer een nieuwe,  speler met een eigen afgebakend terrein en met eigen betaaltitels te moeten contracteren. De samenhang en samenwerking binnen de eerstelijnszorg is ook niet echt gediend met allemaal zelfstandig gecontracteerde hulpverleners  zoals huisartsen, fysiotherapeuten, logopedisten en vele andere professies. 

Experimentele betaaltitel komt in 2020 beschikbaar

Hoe dan wel? De NZA is nu bezig een nieuw soort experimentele betaaltitel te gaan creëren, waarvan in beginsel vanaf 1 januari 2020 gebruik gemaakt zou kunnen worden. Op sommige plaatsen in het land starten binnenkort experimenten/pilots met nieuwe vormen van bekostiging van de specialist ouderengeneeskunde. 

Workshop over betaling van SO’s

Het gezondheidscentrum in Velp (Een Plus) werkt alle vele jaren met een SO. Esther Bertholet, specialist ouderengeneeskunde aldaar,  werkt er vanaf het eerste uur. Zij komt samen met directeur Herma Barnhoorn op de studiedag Ouderenzorg in de eerstelijn op 3 oktober a.s. vertellen over de opzet van de pilot, maar natuurlijk ook over de wijze van werken van de SO en de belangrijke bijdrage die dat biedt in de zorg voor kwetsbare ouderen in de eerstelijn.

Kom naar studiedag ouderenzorg in de eerste lijn op 3 oktober

De workshop over betaling van Specialisten Ouderengeneeskunde is een van de acht die draaien tijdens  de studiedag Ouderenzorg in de eerste lijn. Steeds komt de zorginnovatie zelf aan de orde, de implementatie ervan en ook de betaling ervan. Wil jij in één dag jezelf bijscholen over ouderenzorg in de eerste lijn. Klik dan hier, lees de brochure, meld je aan en doe nieuwe kennis(sen) op.  

ACM steunt patiëntenorganisaties

Afspraken tot verplaatsing van zorg zijn gebaseerd op een gedeeld en openbaar regiobeeld. Dit is de eerste van vijf voorwaarden die de Autoriteit Consument en Markt (ACM) hanteert om afspraken tussen zorgaanbieders over zorgverplaatsing  goed te keuren ook als deze concurrentie beperken. Dit is een actueel onderwerp vanwege het VWS-programma Juiste Zorg op de Juiste Plek.  

Heldere voorwaarden van ACM

De ACM noemt de vijf voorwaarden in haar recente, helder geschreven,  consultatiedocument  van negen pagina’s. Met de eerste begint deze blog. De vier andere zijn:

2. Afspraken tot verplaatsing van zorg en de daarmee nagestreefde concrete doelstellingen zijn onderbouwd;

3. Bij het komen tot een afspraak voor verplaatsing van zorg is sprake van volwaardige betrokkenheid van zorgaanbieders, zorginkopers en patiëntenorganisaties;

4. De gemaakte afspraken gaan niet over het beperken, verhinderen of anderszins bemoeilijken van toetreding en/of uitbreiding van activiteiten;

5. De afspraken tot verplaatsing van zorg, de nagestreefde doelstellingen alsmede de wijze waarop deze meetbaar en (achteraf) toetsbaar zijn, zijn transparant en openbaar.

Terechte voorwaarden

Graag sta ik achter deze vijf voorwaarden. Want het regiobeeld (voorwaarde 1) moet zijn gedeeld met onder meer patiëntenorganisaties. Bij de voorbereiding van de afspraken  moeten deze organisaties volwaardig zijn betrokken (voorwaarde 3). En zijn de afspraken eenmaal gemaakt, dan zijn ze openbaar en te toetsen (voorwaarde 5).  Voorwaarde 2 verhindert het bestuurlijke kwartetten  waarbij zorgaanbieders alleen maar taken ruilen om daardoor de omzet van elke partij financieel gelijk te houden. Nee, er moeten inhoudelijke doelstellingen aan de orde zijn. Voorwaarde 4 is gericht op het tegengaan van slecht bestuurlijk gedrag: het gezamenlijk verhinderen dat nieuwkomers zich in de regio vestigen.

Wat kunnen patiëntenorganisaties doen met de vijf voorwaarden?

Op dit moment is onduidelijk wat een regiobeeld inhoudt. Voor het maken van regiobeelden heeft het RIVM wel reeds standaardgegevens  beschikbaar. Die vragen om oordeelsvorming in de regio, ook bij patiëntenorganisaties. Welke RIVM-cijfers zijn verontrustend en welke niet?  Zijn er in de regio aanvullende data beschikbaar? Daarna kan besluitvorming plaatsvinden over regionale doelstellingen. Met de RIVM-gegevens kunnen de patiëntenorganisaties met een onderbouwd eigen oordeel komen over regiobeelden.

Patiëntenparticipatie bij regiobeelden

De meeste patiëntenorganisaties zijn thans georganiseerd op nationaal niveau. Alleen Zorgbelangorganisaties, enkele ouderenbonden  en de Flevolandse Patiënten Federatie werken  regionaal. Dit moet anders. Want gezondheidsbeleid komt tegenwoordig  meer op regionaal  dan op nationaal niveau tot stand. Juiste Zorg op de Juiste Plek versterkt deze trend. Dit betekent een transformatie van de patiëntenbeweging.

1 euro per inwoner voor patiëntenparticipatie

Het ACM-document  zie ik als een voorzet die regionale patiëntenorganisaties kunnen inkoppen. Moeten ze wel geld hebben om achterbannen te raadplegen, eigen vragenlijstonderzoek te doen en kwalitatieve verhalen te verzamelen over noden en wensen van patiënten. Ik denk aan een bedrag van 1 euro per jaar per regio-inwoner. Democratie in de zorg mag best een beetje geld kosten.

Workshop over regiobeelden

De regiobeelden komen aan de orde  in een workshop met de naam Werken met regiobeelden: wat levert het op? Deze vindt plaats op 28 november tijdens het congres De juiste zorg en de hoofdlijnenakkoorden  in Utrecht.  Regiobeelden geven inzicht in de stand van zaken en toekomstige ontwikkelingen over gezondheid, zorg en welzijn in een regio. Dit gebeurt aan de hand van cijfers en visualisaties over zorggebruik, zorgaanbod, gezondheid & leefstijl, bevolkingsontwikkeling en sociale en fysieke omgeving. Tijdens de workshop gaat Wiet de Ronde, Manager Zorg Analyse Team Menzis, in op de eerste regiobeelden die hij samen met anderen maakte.

Congres 28 november over juiste zorg en Hooflijnenakkoorden

Naast de hier besproken regiobeelden komen tal van andere goede voorbeelden van zorgvernieuwing tijdens het congres aan de orde. De toelichting betreft niet alleen de innovatie zelf maar ook de implementatie ervan en eventueel de nu al merkbare effecten op werkdruk, kwaliteit van zorg en zorgconsumptie.

Top van de Nederlandse zorg en verpleegkundigen ontmoeten elkaar

Plenaire sprekers tijdens het congres zijn VGZ-bestuursvoorzitter Kliphuis, Ziekenhuis bestuurder Arno Timmermans namens de Vereniging Nederlandse Ziekenhuizen en  Lucas Fraza, huisarts en een van de initiatiefnemers van Het Roer moet om.  Ook vertegenwoordigers van VWS, hogescholen, onderzoeksinstellingen en tal van professionals voeren het woord. Ambitie van de organisatoren is dat de top van de Nederlandse zorg, professionals en onderzoekers elkaar ontmoeten. Onder andere om de betekenis van regiobeelden te bespreken.

Inschrijven voor congres?

Wil jij, beste lezer, naar de workshop over regiobeelden en naar workshops over andere aspecten van juiste zorg? Wil jij toelichting op de ACM-voorwaarden?  Wil jij nieuwe kennis(sen) opdoen? Klik dan hier, lees de uitgebreide brochure en meld je aan. 

Een kortere versie van dit artikel verscheen eerder in het vakblad Zorgvisie

Stoplicht-app versnelt en vereenvoudigt ontslag uit ziekenhuis

Op 25 maart 2019 gaat de stoplicht-app feestelijk online in het Amphia ziekenhuis te Breda . Op 28 november licht projectleider Anita van de Berg de app, de implementatie ervan en de eerste resultaten toe.

Bijna niets is vervelender dan verschillende thuiszorgorganisaties te moeten afbellen om zorg voor een patiënt te regelen. Toch moesten de verpleegkundigen dat steeds vaker doen als een patiënt het ziekenhuis verliet en nog niet zonder hulp thuis kon functioneren. Heel tijdrovend. Gelukkig is er nu de stoplicht-app.

Snelle uitstroom van patiënten

Het Amphia ziekenhuis heeft, samen met thuiszorgorganisaties in de regio Breda, deze app  gelanceerd. Met de introductie hiervan is 24/7 de capaciteit inzichtelijk van verschillende thuiszorgorganisaties in het verzorgingsgebied van Amphia. Het grote belang? De patiënt kan goed en vlot doorstromen vanuit het ziekenhuis naar de thuiszorg.

Negen thuiszorgorganisaties werken samen met ziekenhuis

De wijkverpleegkundigen van negen thuiszorgorganisaties kunnen op elk moment van de dag en met één druk op de knop de beschikbaarheid van zorg doorgeven in de app. Amphia -en in de nabije toekomst ook huisartsen, zorginstellingen en revalidatiecentra- kunnen vervolgens op postcode niveau zien welke thuiszorgorganisaties ruimte hebben om de zorg te leveren.

Thuiszorgcapaciteit 24/7 inzichtelijk

Anita van den Berg, bedrijfsmanager transferpunt Amphia: ”De stoplicht app is het resultaat van een energieke en gedreven samenwerking tussen de betrokken partijen. Het is een mooi digitaal middel om de beschikbare thuiszorgcapaciteit inzichtelijk te hebben. De app is eenvoudig in gebruik, maar levert een groot voordeel op in termen van inzichtelijkheid en efficiency voor de organisaties. En, het allerbelangrijkste, de patiënt heeft het meeste baat bij een vlot verlopende uitstroom, die met de app mogelijk wordt gemaakt.”

Congres over Juiste zorg en Hoofdlijnenakkoord op 28 november

Tegelijkertijd digitaliseren én innoveren; wil je weten hoe je dat aanpakt, zo’n digitale innovatie? Kom dan naar workshop 5 Digitaal platform VVT-sector verbetert uitstroom ziekenhuispatiënten. Deze vindt plaats op 28 november 2019 tijdens het congres De juiste zorg op de juiste plek en de hoofdlijnenakkoorden te Utrecht. Naast de hier besproken app komen tal van andere goede voorbeelden van zorgvernieuwing aan de orde. De toelichting betreft niet alleen de innovatie zelf maar ook de implementatie ervan.

Top van de Nederlandse zorg en verpleegkundigen ontmoeten elkaar

Plenaire sprekers zijn VGZ-bestuursvoorzitter Kliphuis, Ziekenhuis bestuurder Arno Timmermans namens de Vereniging Nederlandse Ziekenhuizen en  Lucas Fraza, huisarts en een van de initiatiefnemers van Het Roer moet om.  Ook vertegenwoordigers van VWS, hogescholen, onderzoeksinstellingen en tal van verpleegkundigen voeren het woord. Ambitie van de organisatoren is dat de top van de Nederlandse zorg en verpleegkundigen elkaar aldaar ontmoeten. Een van die verpleegkundigen is De hier boven genoemde Anita van den Berg. Zij introduceert die prachtige stoplicht-app.

Nieuwe Kliniek in Lelystad, goed plan

De wijkkliniek in Amsterdam-Zuidoost, daar lijkt de kliniek op die wij voorstellen voor Lelystad. Of neem de anderhalfdelijns-kliniek Sunenz in Drachten, die inspireerde ook tot ons voorstel. Graag vullen wij het advies van Bas Leerink  in met een dergelijke kliniek.  Woorden van deze strekking sprak Martine Visser onlangs in een gesprek met ondergetekende. Zij is voorzitter van de Flevolandse Patiënten Federatie (FPF), waarin patiëntenorganisaties, cliëntenraden en adviesraden sociaal domein in Flevoland zijn vertegenwoordigd. De FPF voert intensief overleg met gemeenten, provincie, zorgaanbieders en het Zilveren kruis over het versterken van een samenhangend regionaal zorgaanbod vanuit het perspectief van de burger over de schotten heen. Samen met oud-huisarts en oud-gemeenteraadslid  -statenlid en -waterschapsbestuurder in Almere en Flevoland Herman  Linzel, publiceerde Visser, oud-wethouder te Groningen en Almere, op 12 juli namens de FPF het voorstel De Nieuwe Kliniek.  Zij deed dat gelijktijdig met het uitkomen van het advies van de door  minister Bruins aangestelde toekomstverkenner voor de brede zorg in Flevoland, Bas Leerink.

Een nieuw zorgconcept

De nieuwe kliniek die de FPF bepleit, is een nieuw zorgconcept voor kwetsbare mensen, zoals chronisch zieken en kwetsbare ouderen, die normaalgesproken in het ziekenhuis worden opgenomen vanwege acute medische problemen. Ik citeer hier de website van de kliniek in Amsterdam-Zuidoost.  In de kliniek is er zowel acute medische zorg, als goede ondersteuning en begeleiding om zo fit mogelijk weer naar huis te kunnen. Dit voorkomt nieuwe acute gezondheidsproblemen, haalt de druk af van de dichtslibbende spoedeisende hulpen én zorgt ervoor dat ouderen thuis hun leven weer zo zelfstandig mogelijk kunnen oppakken. In Amsterdam-Zuidoost is de kliniek het resultaat van een innovatieve samenwerking tussen ouderenzorg-aanbieder Cordaan, het UMC Amsterdam en Zilveren Kruis.

Een gat tussen verpleeghuis en ziekenhuis

Er is een gat tussen wat thuis, in het verpleeghuis en in het ziekenhuis kan. Dat leidt tot een grote toestroom van ouderen naar de SEH. Jaarlijks zijn dat er in Nederland 800.000 waarvan 35% wordt opgenomen. We zien dat de huidige ziekenhuiszorg niet altijd passend is voor ouderen: 1 op de 5 wordt binnen een maand weer in het ziekenhuis opgenomen, 1 op de 3 heeft blijvende beperkingen in het dagelijks functioneren. De WijkKliniek kijkt niet alleen naar het medische probleem, maar  werkt gelijktijdig aan het behouden van zelfredzaamheid. Tot zover de omschrijving van de kliniek die de FPF ambieert.

Brede steun

Niet alleen Bas Leerink heeft positief gereageerd op het voorstel, aldus Martine Visser in het gesprek.  Dat deden ook het ziekenhuis Sint-Jansdal in Harderwijk, de  ouderenzorg in Lelystad en de gemeenten. En uiteraard omarmde de eigen FPF-achterban het voorstel. Visser brengt het voorstel in bij de zorgtafel, die Leerink heeft voorgesteld voor de komende jaren. Dat is een breed overlegplatform van alle betrokkenen bij de zorg- en dienstverlening in Flevoland. Visser verwacht dat de Nieuwe Kliniek financieel steun krijgt uit het transformatiefonds zoals in het Hoofdlijnenakkoord medisch Specialistische Zorg is ingesteld.

Regiobeeld van Flevoland: goed voorbeeld voor andere regio’s, tja

De toekomstverkenning van Bas Leerink, die ook uitkwam op 12 juli, vergelijkt gezondheid en zorg in Flevoland met die van de rest van Nederland. Er is op twee punten na weinig verschil. Het eerste punt betreft de geboortezorg in Urk.  Voor de zwangere vrouwen aldaar biedt Leerink geen oplossing. Dit wordt wel een issue voor die ingestelde zorgtafel.  Verder wijst de toekomstverkenning erop dat Lelystad gemiddeld een armere bevolking heeft dan de rest van Nederland. Zoals bekend leidt dit tot hogere zorgconsumptie, kortere levensduur, en een kortere gezonde levensduur. Het rapport ademt niet een ambitie om de Sociaal Economische Gezondheidsverschillen tussen Lelystad en andere gebieden in Nederland te reduceren. Minister Bruno Bruins noemt de toekomstverkenning  van Leerink een goed voorbeeld van een regiobeeld, zoals wordt vereist binnen het programma Juiste Zorg op de Juiste Plek.

Waar blijft de gezondheidsmonitor Flevoland?

Ik plaats bij het stuk van Leerink  de volgende kanttekeningen:

  • De toekomstverkenning is gefocust op de spoedzorg en niet op de chronische zorg. Daarover gaat nu juist het programma Juiste Zorg op de Juiste Plek. Een regiobeeld moet meer zeggen over zorg aan mensen met chronische aandoeningen dan de toekomstverkenning doet.
  • Het stuk van Leerink maakt geen gebruik van de Gezondheidsmonitor Flevoland. Ik snap dat niet. Bas Leerink, ben jij die vergeten? Of waren de cijfers daarin niet betrouwbaar genoeg?
  •  Het rapport vergelijkt zorggetallen van 2015 over Flevoland met die over andere gebieden. Dat is op zich prima. Wat ik miste zijn trends over bijvoorbeeld de periode 2010 – 2030. De korte voorbereidingsperiode voor de toekomstverkenning zal hier wel debet aan zijn. Maar enige sociaal-demografische trends over Flevoland hadden wel in het rapport gemogen. Die zijn al beschikbaar.   

Congres op 28 november over Juiste Zorg op de Juiste Plek

Wijkklinieken (zie hierboven) en regiobeelden komen uitgebreid aan de orde op donderdag 28 november van 09.00 tot 17.00 uur. Dat gebeurt tijdens het congres Juiste Zorg op de Juiste Plaats en Hoofdlijnenakkoorden. Dit congres is bestemd voor leidinggevenden bij zorgaanbieders in het medische en het sociale domein, zorgverzekeraars, gemeenten, instanties, en leiders van projecten en programmas’s gericht op substitutie. Congresdeelnemers wisselen goede en maar ook frustrerende ervaringen uit. Deelnemers en sprekers schatten in of de doelen van het hoofdlijnenakkoord voor huisartsen en die voor medisch specialistische zorg gehaald gaan worden. Levert de ingezette substitutie voldoende op om de kostengroei af te remmen? Lees de brochure, meld je aan en doe nieuwe kennis(sen) op!

Particuliere woonvormen van kwetsbare ouderen staan centraal op 3 oktober

ING-economen verwachten dat de Nederlandse vraag naar thuiszorg en woonvormen voor senioren tot 2030 met respectievelijk 5 en 7 procent per jaar gaat toenemen. Deze 65-plussers zijn bereid en in staat daar extra geld voor uit te trekken. Dit komt door de verhoudingsgewijs goede pensioenvoorzieningen en veel eigen woningbezit. Bovendien stijgt het aantal ouderen in Nederland sneller dan elders in Europa. Conclusies van deze strekking staan te lezen in een ING-rapport dat onlangs uitkwam. Op de studiedag Ouderenzorg in de eerste lijn  op 3 oktober vormt huisvesting  van ouderen een van de centrale thema’s.  Dit artikel is een voorbeschouwing op dit  congres. De eerste conclusie is dat gemeenten in hun woningbouwbeleid rekening moeten houden met dat groeipercentage van 5 tot 7%. Anders lukt dat zo lang mogelijk zelfstandig wonen al helemaal niet.

Wonen met zorg

Een ander belangrijke nota voor het congres vormt de publicatie van het Sociaal Planbureau met de titel Wonen met zorg. Op basis van gesprekken met sleutelfiguren  en vijf site visits komen onderzoekers van dit bureau tot de volgende zeven conclusies:

  1. De particuliere huizen waar ouderen langdurige zorg kunnen krijgen, zijn in het algemeen kleinschalig. Bestaande, reguliere zorginstellingen hebben tegenwoordig vaak ook kleinschalig wonen in hun aanbod.
  2. Ouderen die er wonen en langdurige zorg ontvangen, hebben doorgaans een indicatie voor de Wlz. De kosten voor de zorg worden betaald uit een persoonsgebonden budget (pgb) of via een Volledig Pakket Thuis (VPT).
  3. Er is weinig verschil in de voorwaarden voor het leveren van zorg: reguliere en particuliere organisaties moeten veelal aan dezelfde kwaliteitseisen voldoen.
  4. Particuliere aanbieders bieden geen Zorg in natura (Zin), dat wil zeggen, het complete pakket aan zorg, verblijf en medische behandeling ineen.
  5. Voor hoog complexe zorgvragen zijn ouderen doorgaans alsnog op reguliere zorgorganisaties aangewezen.
  6. Particulier woonzorgaanbod bedient veelal ouderen met hogere inkomens, maar er is ook (steeds meer) aanbod voor ouderen met een middeninkomen. Er is zelfs aanbod voor ouderen met alleen AOW, al is dat nog erg schaars. Er lijkt een groeiende behoefte te zijn aan kleinschalige woonzorg voor ouderen met midden- en lage inkomens.
  7. Voor complexe zorgvragen van ouderen, hebben particuliere woonzorgaanbieders vaak niet voldoende deskundigheid en mogelijkheden in huis, en soms blijkt de huisvesting ook niet geschikt. Een specialist ouderengeneeskunde is in de particuliere woonzorg doorgaans niet beschikbaar. Voor medische vragen zijn ouderen vaak aangewezen op de huisarts, maar die kunnen zich overvraagd voelen als een particuliere aanbieder zich in hun wijk vestigt. Dit vraagt om een goede inbedding in de lokale zorginfrastructuur.

Studiedag Ouderenzorg in de eerste lijn op 3 oktober

Voor de studiedag op 3 oktober vormen het ING-rapport en het SCP-onderzoek bouwstenen voor de discussie over goede voorbeelden van samenhangende huisvesting en zorg. Hierbij zijn de aantrekkelijke, kleinschalige woonvormen ingebed in de eerstelijnszorg. Bovendien kunnen zij dan ook huisvesting bieden aan ouderen met complexe zorgvragen.  Het onderwerp Zorgbehoeften en huisvesting komt in de plenaire voordrachten van Vilans-topman prof. Henk Nies en van ANBO directeur/bestuurder Liane den Haan aan de orde.  Ook is er tijdens de studiedag  een aparte sessie aan het vraagstuk wonen en zorg gewijd. Vivian Broex en Penny Senior bespreken aan de hand van een praktijkvoorbeeld hoe moderne ouderenhuisvesting gecombineerd kan worden met zorg vanuit de eerste lijn. Vivian Broex is bestuurder Zorgspectrum te Nieuwegein en Penny Senior is adviseur wonen en zorg bij ActiZ. Zij nemen samen met de sessiedeelnemers goede voorbeelden door en bespreken de opschaling daarvan naar andere regio’s en gemeenten.

Wil je deelnemen aan deze sessie en aan de studiedag?  Klik dan hier, lees de brochure, schrijf je in en doe nieuwe kennis(sen) op. 

Acute zorg in 2025: gecoördineerd en georganiseerd

In 2025 wendt de patiënt met een acute zorgvraag zich tot het regionale loket voor de acute zorg. Achter dit loket zijn diverse individuele zorgaanbieders verenigd in een regionaal netwerk acute zorg. Individuele zorgaanbieders hebben waar nodig afstand gedaan van enige autonomie, in het belang van de juiste zorg aan de patiënt. De patiënt heeft geen weet van de onderliggende structuren en afspraken. De zorgvraag van de patiënt is het uitgangspunt voor de acute zorgcoördinator, die de patiënt zo snel mogelijk naar de juiste zorgverlener leidt. Deze woorden staan in het in 2018 uitgebrachte visiedocument van Ambulancezorg Nederland (AZN). Deze maanden werft AZN met succes steun voor deze visie bij andere koepelorganisaties zoals Ineen, Zorgverzekeraars Nederland en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen.

Congres 6 november

Op het 20ste jaarlijkse Nationale Spoedzorgcongres op woensdag 6 november komt dit toekomstbeeld voor de acute zorg uitgebreid aan de orde. Jack Versluis is bestuurder van de Regionale Ambulancevoorziening Utrecht. Hij gaat op 6 november in op de concretisering van deze visie in de ROAZ regio Midden Nederland. Welke projecten dragen in hun onderlinge regionale samenhang bij aan de juiste acute zorg op de juiste plek? Wat betekent dit voor zorgvragers en zorgverleners? Andere voordrachten gaan over het ontwikkelen van gemeenschappelijke triage en van regio-populatie gebonden bekostiging. Hieronder volgt een toelichting op de visie, die ik ontleen aan het genoemde, interessante document.

Regionale organisatie

De acute zorg in 2025 vormt, aldus de AZN visie, een samenhangend geheel, dat op regionaal niveau rondom de patiënt is georganiseerd. Aanbieders handelen niet meer gesegmenteerd, maar gezamenlijk en in onderlinge afstemming. Zij zijn bereid om waar nodig een deel van de eigen autonomie af te staan als dit in het belang van de patiënt en de zorg aan de patiënt is. Wetgeving en financiering van de acute zorg zijn zodanig aangepast dat deze benadering en handelwijze mogelijk zijn.

Zorgcoördinatie

Zorgcoördinatie, een sleutelbegrip in de AZN-visie, is het gezamenlijk organiseren en coördineren van de acute zorg rond de zorgvraag van een individuele patiënt. Voor de patiënt vertaalt dit zich in één gezamenlijk (virtueel) loket, waarachter de acute zorgaanbieders vlekkeloos samenwerken. Onderwerpen die horen bij zorgcoördinatie zijn:

• eenduidige toegang tot de acute zorg

• gezamenlijke eenduidige triage binnen de acute zorg

• heldere logistiek die er toe leidt dat de juiste zorg tijdig op de juiste plek geboden wordt

• ketenkwaliteit, aanbieders leggen verantwoording af aan de hand van gezamenlijk gedragen ketenindicatoren

• delen van informatie tussen zorgaanbieders binnen de acute zorg

• gezamenlijke introductie en toepassing van nieuwe technologische mogelijkheden

•zorg op afstand, thuis kunnen monitoren van patiënten

• gezamenlijke benadering van de arbeidsmarktproblematiek binnen de acute zorg, gezamenlijk opleiden

Mobiele zorg

Regionale ambulancevoorzieningen (RAV’s) zijn aanbieder van mobiele zorg. Zij brengen de zorg naar de patiënt, dan wel-als dit noodzakelijk is- de patiënt naar de zorg. Ambulancezorg is altijd en overal beschikbaar. Kenmerkend voor ambulancezorg tot nu toe is dat een ambulance-inzet altijd gepaard gaat met een intentie tot vervoer naar (meestal) het ziekenhuis. Vervoer is echter altijd ingrijpend voor de patiënt en er is in toenemende mate sprake van inzetten waarbij ter plaatse wel zorg wordt verleend, maar vervoer daarna niet noodzakelijk blijkt. Innovatie en technologische ontwikkelingen maken dit ook steeds beter mogelijk. Er ontstaat zo, gevoed door de behoefte van de patiënt én de mogelijkheden, een accentverschuiving gecombineerd met een uitbreiding van het ambulancezorgaanbod: acute mobiele zorg zonder vervoer. Deze is minder ingrijpend voor de patiënt.

Tot zover een korte samenvatting van de visie van AZN en enkele andere aanbieders van acute zorg.

Populatie gebonden bekostiging

Ondergetekende juicht de hier beschreven visie graag toe vanuit het perspectief van meer continuïteit in de acute zorg. Eén virtueel loket betekent dat burgers niet meer hoeven te zoeken naar de juiste hulpverlener, dan doen zij samen met de triagist die hen als eerste te woord staat. Die noteert de zorgvraag en stuurt die elektronisch door naar de juiste hulpverlener of team. Om deze situatie in 2025 te bereiken zijn nodig:

1. Een opwaardering van het Regionale Overleg Acute Zorg (ROAZ) naar Regionaal Beleidsorgaan Acute Zorg (RBAZ). Ik schreef hierover al eerder een blog.

2. Het invoeren van van populatiegebonden bekostiging van alle acute zorg van huisartsenposten, SEHs, acute psychiatrie en ambulancezorg. In mijn boek Zorginnovatie volgens het Cappuccinomodel geef ik aan wat dit inhoudt en hoe daarmee te starten is. Later gaf ik aan dat regionaal doelgroepsgewijs inkopen door één zorgverzekeraar ook een optie is die organisatie en coördinatie van acute zorg faciliteert. Op het spoedzorgcongres op 6 november vormt de visie van de AZN één van de hoofdthema’s.

Dit congres richt zich op alle leidinggevenden in de acute zorg. Andere thema’s zijn acute grootschalige zorg (bij de recente trambeschieting in Utrecht) alsmede de onverwachte sluitingen van SEH’s in Amsterdam, Den Haag en Lelystad. Lees de brochure, meld je aan en doe nieuwe kennis(sen) op. Klik hier.