Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Kennis over gedragseconomie kan zorg verbeteren

Nudging is het stimuleren van wenselijk gedrag. Deze term komt uit de gedragseconomie. Er zijn tal van internationale voorbeelden waaruit blijkt dat de gedragseconomie een belangrijke rol speelt in de gezondheidszorg. Er wordt in de Nederlandse zorg echter nog (te) weinig gedaan met deze kennis.

Nobelprijs

Gedragseconomie staat volop in de belangstelling, zowel in de wetenschap als in het beleid. De Nobelprijs voor de Economie in 2017 voor Richard Thaler onderstreepte dat. Hij is de man die de term Nudging (stimuleren van wenselijk gedrag) introduceerde in zijn goed leesbare boek Nudge: Improving decisions about health, wealth and happiness (1).

Intuïtie

In 2002 ging de Nobelprijs voor het eerst naar een gedragseconoom (en psycholoog): Daniel Kahneman. Hij publiceerde in 2012 zijn fantastische boek Thinking fast and slow (2), dat ook in het Nederlands is vertaald. Zijn goed onderbouwde stelling is dat economische beslissingen zelden rationeel onderbouwd zijn en meestal voortkomen uit de intuïtie. Sinds begin van deze eeuw wordt gedragseconomie in tal van universiteiten gedoceerd en in vele landen toegepast.

Gezondheidseconomie

De Koninklijke Vereniging voor de Staatshuishoudkunde organiseerde op 23 november een symposium over de stand van zaken van de gedragseconomie in Nederland. Vooraf verschenen tien pre-adviezen. Economen uit tien verschillende disciplines reflecteerden op de vraag hoe de gedragseconomie hun vakgebied heeft veranderd. Wat ontbrak was mijn vakgebied: de gezondheidseconomie.

Ondergeschikte rol

Enerzijds verraste mij dat: In de boeken van Thaler en van Kahneman nemen beslissingen over gezondheid en zorg en belangrijke plaats in. In mijn eigen Cappuccinoboek en mijn Engelse handboek over ketenzorg ga ik uitgebreid in op dit onderwerp. Anderzijds was ik niet verbaas dat gezondheidszorg ontbreekt bij de pre-adviezen: Nederland heeft geen hoogleraar gedragseconomie van de zorg en evenmin andere experts. Wat ook ontbreekt is een onderzoeksprogramma van ZonMw. Zorgverzekeraars experimenteren nauwelijks met nudging.

Goede voorbeelden

Hieronder volgen drie internationale voorbeelden die aangeven hoe belangrijk gedragseconomie voor gezondheid en zorg kan zijn:

  1. In Denemarken, Engeland, Frankrijk, Schotland en de VS bestaat de term fiscale gezondheidspolitiek. Door belastingverhoging op frisdrank, vet, suiker en tabak trachten overheden aldaar overgewicht tegen te gaan. Deze verhoging, een financiële nudge, is onderdeel van een bredere gezondheidspolitiek gericht op gedragsverandering. Uit de extra belastinginkomsten worden in sommige Amerikaanse staten campagnes betaald tegen overgewicht.
  2. De Amerikaanse overheid startte in 2011 een programma om digitalisering van ziekenhuizen te versnellen. Als je als instelling meedeed, ontving je 8.000 euro per specialist. Ik publiceerde al eerder over de enorme verbetering waartoe dit programma leidde. Later besprak ik een gepubliceerde evaluatiestudie.
  3. In Duitsland volgen patiënten met chronische aandoeningen een twee dagdelen durende cursus over hun aandoening en over hoe ermee om te gaan. Wie dat doet, ontvangt een financiële nudge: een korting op de in dat jaar de betalen eigen bijdragen in de eerste lijn. Immers een goed opgeleide patiënt is goedkoper voor de zorg dan een niet opgeleide. In mijn eigen boeken (zie boven) publiceerde ik hierover reeds.
Shared savings

Een bijzonder vorm van nudging is het werken met shared savings: een zorgaanbieder die doelmatiger werkt dan begroot, mag de begrotingsonderschrijding voor een deel zelf opnieuw aanwenden. Hierop kom ik in een later bericht terug.

Grondregels nudging

Tijdens een symposium in België op 13 november hield de spreker voor mij een voordracht over het toepassen van nudging in de praktijk. Haar naam is Fran Bambust. Zij is trainer in nudging en heeft een website hierover. Van haar ontleen ik het ezelsbruggetje EAST om de vier grondregels van nudging uit te leggen:
E = houd de boodschap waarvoor de nudge dient Eenvoudig. Bijvoorbeeld Eet gezonder en heb plezier. Geen lang verhaal over gezonde voeding.
A = Maak de boodschap Attractief. Zet bijvoorbeeld het ziekenhuis dat als eerste sneller digitaliseert dankzij een financiële nudge, in het zonnetje door een ontvangst bij een hooggeplaatst persoon.
S = Maak de boodschap Sociaal. Vertel bijvoorbeeld dat iedereen stopt met roken. Jij toch ook?
T = Vertel de boodschap Tijdig, dat wil zeggen op het juiste moment. Zet bijvoorbeeld een gezondheidsetiket op levensmiddelen. Dan krijgt de burger een gezondheidsnudge op het moment van de aankoopbeslissing.

Schaarste

In 2016 voorzag de eerdergenoemde Richard Thaler dat gedragseconomie als term gaat verdwijnen ‘want in de toekomst is alle economische wetenschap gedragseconomie’. Als dat gebeurt, ben ik weer terug bij mijn eigen studie economie (1967 – 1973) in Amsterdam. Toen werd economie door menig hoogleraar gedefinieerd als de wetenschap die het gedrag van mensen bij schaarste onderzoekt.

 (1) Thaler R.H. & C.R. Sunstein, Nudge. Improving decisions about health, wealth and happiness, New York: Penguin Books, 2009 (revised and expanded edition).

 (2) Kahneman D., Thinking, Fast and Slow, Penguin Books Ltd, 2012.

Shared Decision Making gestart in Friese ziekenhuizen

Cardiologen, oncologen en geriaters in drie Friese ziekenhuizen zijn gestart met een experiment met gedeelde besluitvorming van arts en patiënt. In het Engels heet gedeelde besluitvorming Shared Decision Making. In het experiment bestaat de methodiek uit vier stappen: De professional vraagt de patiënt of deze mee wil beslissen  (1). Zo ja, dan legt de specialist alle opties uit met behulp van keuzehulpen (2). Patiënten doen hun huiswerk, zoals het overleggen met de familie over de opties, overleggen met de eigen huisarts of het raadplegen van een vertrouwenspersoon bij Zorgbelang Fryslân (3) en het nemen van het besluit en het maken van een behandel- en zorgplan (4).

Experiment

De genoemde specialisten zijn in mei begonnen met het experiment na een voorbereidingstijd van meer dan twee jaar. De patiëntenorganisatie Zorgbelang Fryslân nam het initiatief tot het experiment. Het Innovatiefonds van Zorgverzekeraar De Friesland subsidieert het. Ondergetekende werkt een dag per week bij Zorgbelang en is mede-trekker van het project. Vele patiënten zijn inmiddels geïncludeerd. Het experiment loopt door tot eind 2018.

Artikel Volkskrant

Op 27 november publiceerde redacteur Michiel van der Geest in De Volkskrant een reportage over dit Friese experiment met als kop: Spreekuur wordt ook luisteruur. Begin 2019 publiceert Zorgbelang Fryslân de resultaten.

Sprekers gezocht voor congres kwaliteit en bekostiging langdurige zorg

Voor het congres Kwaliteit en Bekostiging Langdurige Zorg op 15 maart 2018 zoeken we nog enkele sprekers. Interesse om een korte (flits)presentatie te geven op dit congres over 24 uurs-zorg?

19 januari 2018 sluit de inzendtermijn om een voorstel te doen voor een flitspresentatie voor het congres over kwaliteit en bekostiging van de langdurig zorg. Op dit congres op 15 maart in Utrecht staan een aantal vragen centraal: Hoe zorg je voor een structurele verbetering van de kwaliteit van de langdurige zorg? Wat gaat er gebeuren met de bekostiging? Hoe word je een lerende organisatie? En wat levert dat op? Het congres wordt georganiseerd door de Guus Schrijvers Academie en is bestemd voor zorgprofessionals die in een dag op de hoogte willen raken van nieuwe ontwikkelingen, goede voorbeelden en de meest actuele kennis op dit gebied.

Onderwerpen

Wij zijn op zoek naar mensen die een korte presentatie willen geven over een goed voorbeeld van kwaliteitsborging of bekostiging rond de langdurige zorg in somatische verpleeghuizen, psychogeriatrische verpleeghuizen en instellingen voor mensen met een verstandelijke- of lichamelijke handicap.

Aanmelden

Wil jij graag flitspresentator zijn op dit congres? Stuur dan voor 19 januari 2018 een mail met daarin kort beschreven wat het onderwerp en doel van je presentatie is naar: marcelstam@guusschrijvers.nl. Kandidaten ontvangen eind januari bericht of hun presentatie is geselecteerd.

Congres Geïntegreerde Zorg Eerste- en Tweedelijn

Ook voor het congres over geïntegreerde zorg van eerste- en tweedelijn op 15 februari 2018 zijn we nog op zoek naar enkele flitspresentaties. De sluitingstermijn daarvoor hebben we met een week verlengd naar 22 december 2017. Dus wil je kort en bondig iets willen vertellen over een goed voorbeeld, recent onderzoek of initiatief op het gebied van geïntegreerde eerste- en tweedelijnszorg? Stuur dan uiterlijk 22 december 2017 een mail met daarin kort beschreven wat het onderwerp en doel van je presentatie is naar: marcelstam@guusschrijvers.nl.

Gezamenlijke dossiervorming voorwaarden voor substitutie naar eerstelijn

Via het substitutieakkoord komt er in 2018 zo’n 75 miljoen euro beschikbaar voor substitutie van tweede- naar eerstelijn. Ik hoop dat huisartsen, specialisten en bestuurders van ziekenhuizen een flink aantal substitutieplannen indienen die gericht zijn op het ontwikkelen van gezamenlijke dossiervoering.

Substitutievoorstellen

Dezer dagen leveren huisartsenorganisaties, medisch specialisten en ziekenhuizen bij hun zorgverzekeraars voorstellen in voor substitutie naar de eerste lijn. De gezamenlijke voorstellen komen terecht in een substitutieakkoord dat gesloten wordt tussen onder meer VWS, Zorgverzekeraars Nederland, de Federatie van Medisch Specialisten, de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen en de Patiëntenfederatie.

950.000 euro

Op nationaal niveau is binnen het akkoord 75 miljoen euro beschikbaar. Dat is 0,4 procent van de omzet van algemene ziekenhuizen in 2016. Voor elk van de 79 ziekenhuisorganisaties die Nederland thans kent, gaat het gemiddeld om 950.000 euro per jaar. Geld dat ieder jaar opnieuw beschikbaar is.

Congres

Naar verwachting is in het eerste kwartaal van 2018 meer bekend over genoemd akkoord. Mede daarom organiseert ondergetekende samen met collega’s een congres op 15 februari 2018 dat onder meer over dit onderwerp gaat. Een van de sprekers, Hans Oosterkamp, is de onafhankelijke voorzitter van de nationale commissie die het akkoord voorbereidt. Plenaire sprekers zijn ook Lilianne van der Velde (beleidsadviseur Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen) en Belinda van de Lagemaat (adviseur beroepsbelangen Federatie Medisch Specialisten). Zij beheren bij hun organisaties de portefeuille substitutie.

Workshops en flitspresentaties

Leo Kliphuis adviseert tal van eerstelijnsorganisaties in Nederland. Hij kijkt naar het genoemde akkoord vanuit zijn langdurige ervaring in de eerstelijn. Daarnaast komen tal van recente, goede voorbeelden van substitutie aan bod in workshops en flitspresentaties.

Ervaringen delen

Ondergetekende start hieronder met een serie artikelen ter voorbereiding van het congres op 15 februari. Hopelijk verdiepen deelnemers aan het congres zich vooraf in de recente beleidsstukken en artikelen in deze serie. Op het congres zelf ligt het accent op de uitwisseling van ervaringen, het vergelijken van elkaars substitutievoorstellen en het beoordelen van gepubliceerde documenten. Eigenlijk veronderstel ik dat deelnemers al veel recente informatie tot zich genomen hebben.

Gezamenlijke dossiervoering

Substitutie gaat gemakkelijker, als gezamenlijke dossiervoering mogelijk is voor huisartsen en specialisten. Is deze eenmaal gerealiseerd, dan kan werkverschuiving van specialist naar huisarts sneller en eenvoudiger plaatsvinden.

Patiëntengroepen

Huisarts en specialist willen graag werken vanuit hetzelfde dossier. Dat is van belang bij vier groepen patiënten: mensen met chronische aandoeningen die bij beiden onder behandeling zijn; patiënten die zich melden op een spoedeisende hulpafdeling: hun gehele voorgeschiedenis is dan beschikbaar; patiënten met medicatie voorgeschreven door én huisarts én specialist; en ten slotte patiënten met veel ondersteunende diagnostiek aangevraagd door beiden.

E-healthmonitor

De behoefte aan gezamenlijke dossiervoering bij huisarts en specialist komt naar voren in de e-healtmonitor 2016. Ongeveer twee derde van de specialisten vond het wenselijk om elektronisch informatie uit te wisselen met huisartsen. De helft (52 procent) kan dat daadwerkelijk. Een citaat: ‘Het zou mij helpen als dingen meteen werken, duidelijk en overzichtelijk zijn en realiseerbaar zijn met een paar muisklikken.’

Digitale consultgesprekken

Weinig (2 procent) medisch specialisten kunnen digitale consultgesprekken voeren met huisartsen. De helft (52 procent) van alle specialisten wil dat wel graag. Technisch is de samenvoeging van elektronische dossiers goed mogelijk: bij huisartsen waren in 2016 96 procent van de dossiers elektronisch. Bij specialisten was dat percentage 86 procent. In de ehealth monitor 2017 , die vorige week uitkwam, worden al deze bevindingen herbevestigd.

Financiële prikkel

Een in augustus gepubliceerde studie toont aan dat een specifieke financiële, niet kostendekkende, prikkel digitalisering in de zorg stimuleert. In de periode 2011- 2015 nam het gebruik van elektronische patiëntendossiers door Amerikaanse ziekenhuizen namelijk enorm toe dankzij zo’n prikkel. De wet die dit mogelijk maakte heet de HITECH Act en het programma Meaningful Use.

Electronic health record

Op basis van voorlopige cijfers schreef ik hierover al eerder een column bij Zorgvisie. Het percentage ziekenhuizen met een EHR (electronic health record) steeg door de prikkel (circa 1.000 euro per formatieplaats van een arts) van 28 procent in 2011 naar 85 procent in 2015, aldus de studie. Bij ziekenhuizen zonder die financiële prikkel nam het percentage toe van 8 naar 18 procent.

Nederland

De groei speelde zich af in een periode met grote financiële problemen voor ziekenhuizen, door de financiële depressie van 2009 tot 2015. Het artikel eindigt hoopvol met de opmerking: ‘HITECH can serve as a model for other countries seeking to increase EHR adoption (…) and to promote technology adoption more generally’. Dit model is ook voor Nederland geschikt om gezamenlijke dossiervoering van huisarts en specialist binnen enkele jaren op vele plaatsen te realiseren.

Wens

Als huisartsen en specialisten niet de mogelijkheid hebben tot gezamenlijke dossiervoering, bemoeilijkt dat de substitutie. Kortom: ik hoop dat huisartsen, specialisten en bestuurders van ziekenhuizen, substitutieplannen indienen en een groot deel van die 950.000 euro per jaar besteden aan het ontwikkelen van gezamenlijke dossiervoering.

Geïntegreerde zorg congres

Wil je meer informatie over het congres over geïntegreerde zorg van eerste- en tweedelijn op 15 februari in Utrecht? Klik dan hier en meld je aan, dan kan je op 15 februari je substitutievoorstellen uitwisselen en uit de eerste hand horen hoe het substitutieakkoord verder ingevuld gaat worden.

Compliance officer vereenvoudigt regelgeving in de zorg

Een compliance officer is een medewerker van een zorginstelling die met de financier onderhandelt om van financiële regelgeving af te wijken. Om regelgeving te harmoniseren en te vereenvoudigen stel ik voor dat een aantal zorginstellingen compliance officers gaan aanstellen, die gaan samenwerken met mensen bij afdelingen materiële controle van zorgverzekeraars.

Voorbeeld

Ik licht de functie van compliance officer toe met een fictief voorbeeld: Voor ziekenhuizen geldt de algemene richtlijn dat een chirurg per operatie slechts één DBC mag openen. Wie twee DBC’s opent voor één operatie, is volgens de wet een fraudeur. Stel, Liedwien komt als ongevalsslachtoffer in aanmerking voor twee operaties van een uur. De letsels hebben weinig met elkaar te maken, behalve dan dat zij door hetzelfde ongeval zijn veroorzaakt.

Eén ingreep

Voor beide operaties bestaat een DBC ter waarde van 2.000 euro. Doet chirurg Joost beide ingrepen in één keer, dan duurt de totale ingreep 1,5 uur. Hij mag dan één keer 2.000 euro declareren. Voor Liedwien is deze operatie het beste: ze hoeft dan maar een keer onder het mes. Joost kiest voor deze optie, maar beseft dat ziekenhuis en medisch specialistisch bedrijf daardoor verlies lijden. Hij meldt dit bij de compliance officer André. Die meldt dit -kort na de operatie- bij Hugo van de afdeling materiële controle van de zorgverzekeraar van Liedwien.

Win-win situatie

André doet het voorstel om bij uitzondering 3.000 euro te mogen declareren voor de twee ingrepen ineen. Hugo gaat akkoord. Alle betrokkenen zijn blij met deze oplossing. André en Hugo rapporteren iedere drie maanden aan hun bazen over casuïstiek, waarbij regelgeving botst met elkaar of met de doelenethiek van professionals.

Zorgbrede Governancecode

De Zorgbrede Governancecode 2017 verplicht zorgaanbieders niet om zo’n compliance officer aan te stellen. Dat is wel het geval voor ondernemingen die genoteerd zijn op de beurs. Die moeten zich houden aan de corporate governancecode 2016. Meestal leggen grote bedrijven de functie bij de secretaris van de Raad van Bestuur. Want RvB’s hebben vaak het probleem dat zij stuiten op regels die onderling conflicteren. Als RvB’s doelbewust kiezen om regelgeving te ontduiken of nog erger te frauderen, dan heeft de bestuurssecretaris volgens de code de plicht om rechtstreeks de Raad van Toezicht te informeren.

Onvoldoende Kennis

Bij kleinere bedrijven oefent de controller, zeg maar het hoofd financiën, de functie uit van compliance officer. Het bezwaar hiervan is, dat een controller zelden op de hoogte is van kwaliteitswetgeving en daarom moeilijk kan oordelen over conflicten tussen deze en de financiële regels.

Verschil

Na bestudering van beide codes valt mij op dat de relatie bestuurssecretaris en Raad van toezicht binnen de Zorgbrede Governancecode minder geborgd is dan in de code voor genoemde bedrijven.

Ervaring opdoen

Om regelgeving te harmoniseren en te vereenvoudigen stel ik voor dat een aantal zorginstellingen en zorgverzekeraars gaan werken met compliance officers en gezag hebbende mensen bij afdelingen materiële controle van zorgverzekeraars. Dan ontstaat ervaring met de functie. Bij succes, kan een nieuwe versie van de Zorgbrede Governancecode de compliance officer en de formele positie van de bestuurssecretaris voorschrijven aan zorginstellingen.

Registeropleiding Compliance Officer

Bovenstaande kennis pikte op 24 november op tijdens een gesprek met Wilco Oostwouder. Hij is sinds 2002 hoogleraar Bedrijfsfinanciëel recht aan de Universiteit Utrecht en verbonden aan advocatenkantoor Loyens en Loeff te Amsterdam. Oostwouder is redacteur van het Handboek Comliance in de zorg. Hij start 9 februari 2018 met de tweede editie van de Registeropleiding Compliance Officer in de zorg. Dat is een vijf dagen durende cursus waarin kennis en vaardigheden uit ondernemingen worden overgedragen aan leidinggevenden in de zorg. Bestuurssecretarissen, controllers, materiële controleurs bij zorgverzekeraars en directeuren van kleine zorgorganisaties beveel ik de cursus van harte aan. Meer informatie tref je hier aan.

Verpleeghuiszorg, gehandicaptenzorg en psychiatrie aan de slag met kwaliteit

Aanbieders van langdurige zorg aan ouderen, gehandicapten en ernstige psychiatrische patiënten gaan zich de komende jaren richten op kwaliteitsverbetering. Er valt veel te leren. Van elkaar, maar ook op het congres over de langdurige (24 uurs) zorg op 15 maart 2018 in Utrecht.

Verpleeghuiszorg

Begin dit jaar verscheen het kwaliteitskader verpleeghuiszorg. Dit document van het Zorginstituut bevat tien uitgangspunten. Ik noem ze kort: cliënt is vertrekpunt, nadruk op leren, minder gedetailleerde uitkomsten, meer vertrouwen, minder bureaucratie, persoonsgerichte zorg, persoonlijke arrangementen en ondersteuning van kwaliteit van leven. De nadruk ligt op het creëren van lerende organisaties.

Gehandicaptenzorg

In mei 2017 publiceerde het Zorginstituut het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022. Dit kader beoogt persoonsgerichte zorg die bijdraagt aan de kwaliteit van leven van cliënten. Het bestaat uit vier bouwstenen. In de eerste drie wordt de kwaliteit bekeken vanuit drie perspectieven: dat van de individuele cliënt over zijn zorg, dat van meerdere cliënten over hun ervaringen en dat van teams over hun functioneren. Daarmee maakt de instelling een kwaliteitsdocument dat drie vragen beantwoordt: Wat gaat goed? Wat kan beter? En hoe gaan we dat verbeteren?

Leren en verbeteren

De bestuurder bespreekt dat kwaliteitsrapport met de interne- en externe stakeholders. Vervolgens vraagt de bestuurder minimaal twee externe onafhankelijke deskundigen om een visitatie over het rapport. Met als doel -net als bij het kader verpleeghuiszorg-: leren en verbeteren. Het tweede kader is praktischer dan het kwaliteitskader verpleeghuiszorg. Maar dat kader is explicieter in te hanteren normen en waarden. Leidinggevenden uit de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg kunnen veel van elkaar leren.

Psychiatrische zorg

Deze maand verscheen de generieke module Ernstige Psychiatrische Aandoeningen (EPA’s). Het Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz heeft deze opgesteld. Deze module beschrijft hoe de zorg voor mensen met EPA eruit zou moeten zien. In Nederland leven naar schatting 281.000 mensen met ernstige psychische aandoeningen. Daarvan is ongeveer 75% in zorg (inclusief verslavings- en forensische zorg). Van de resterende 25% zwerven velen op straat. Van de genoemde 75% is de meerderheid in zorg bij gespecialiseerde intramurale instellingen voor geestelijke gezondheidszorg.

Handvatten

Ook hier is sprake van langdurige zorg, net als bij verpleeghuiszorg en gehandicaptenzorg. Ook in dit document zijn de kernwoorden: aansluiten op individuele hulpbehoeften; het realiseren van persoonlijke doelen en integraal aanbod. De module geeft handvatten aan alle betrokkenen die een rol spelen in het kader van de zorg voor mensen met ernstige psychische aandoeningen: de patiënt zelf, diens naasten, zorgprofessionals en managers.

Hartverwarmend

Het is hartverwarmend dat de aanbieders van langdurige zorg aan ouderen, gehandicapten en ernstige psychiatrische patiënten zich de komende jaren richten op kwaliteitsverbetering. Dat gebeurt na jaren van bestuurlijke drukte rond nieuwe wetgeving, marktwerking en decentralisatie.

Leren van elkaar

De drie groepen aanbieders kunnen van elkaar leren. Het kwaliteitskader verpleeghuiszorg introduceert nieuwe waarden en benadrukt de lerende organisatie. Het kader voor de gehandicaptenzorg geeft concrete tips daarvoor maar is minder diepgaand. De genoemde generieke module bevat aanbevelingen per actor in de zorg, wat de andere twee documenten niet doen.

Congres

De overeenkomsten en verschillen tussen de drie sectoren inspireerden ondergetekende en zijn collega’s om een congres daarover te organiseren op 15 maart 2018. Dat vindt plaats in Utrecht. Prof Henk Nies (Zorginstituut Nederland en Vilans) gaat op 15 maart vooral in op de kwaliteit van de ouderenzorg, Martin Boekholdt doet datzelfde voor de gehandicaptenzorg. Hij is voorzitter van de werkgroep die het kader voorbereidde. En psychiater Mike Veereschild en collega’s van GGNet geven aan hoe zij de kwaliteit van de langdurige zorg aan patiënten met EPA’s verbeteren met de zogeheten Ditsmi-aanpak. Naast deze voordrachten zijn er tal van workshops en flitspresentaties.

Meer informatie

Leidinggevenden in de langdurige zorg die eens willen kijken hoe hun collega’s in aanpalende sectoren bezig zijn met kwaliteit verhoging, zijn van harte welkom op 15 maart. Klik hier voor meer informatie over het congres dat niet alleen gaat over de kwaliteit, maar ook over de bekostiging van de langdurige (24 uurs) zorg.

 

Wordt Nederland het eerste ‘Blauwe Zone’ land ter wereld?

Er zijn een aantal afgebakende gebieden op aarde waar mensen significant ouder worden. In deze zogenaamde ‘Blauwe Zones’ deelt de bevolking een specifieke levensstijl en leefomgeving. Wordt Nederland het eerste land dat in zijn geheel een blauwe zone wordt? Of gaat België met de eer strijken?

Zeven goede voorbeelden

Dan Buettner identificeert zeven concentraties van lange levensduur in de wereld: Sicilië en Acciaroli (Italië), de eilanden van Okinawa (Japan), een gemeenschap van mormonen in Loma Linda (Californië), Nicoyaschiereiland (Costa Rica), het eiland Ikaria( Griekenland) en Öland, Zuid-Småland en Noord-Oost-Skåne (Zweden). Hij publiceerde daarover in een zeer leesbaar boek dat in het Nederlands vertaald is (1). Uit de zeven goede voorbeelden haalde hij enkele gemeenschappelijke kenmerken die de zeer lange levensduur verklaren: een stressvrij leven, ook op oudere leeftijd een doel in het leven, gezonde voeding, lichte beweging en een heel hechte gemeenschap.

Healthy Ageing Project

België en Nederland zijn in een sportieve race verwikkeld om als eerste land ter wereld en door mensen zelf ontworpen succesrijke Blauwe Zone te ontwikkelen. Het Healthy Ageing Project doet dat in ons land voor de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. Dat gebeurt onder de bezielende leiding van Daan Bultje. Hij en zijn medewerkers trachten de genoemde gemeenschappelijke kenmerken in Noord Nederland te implementeren. Hij presenteerde zijn initiatief op maandag 13 november in een Belgische nascholingsbijeenkomst over nieuwe vormen van preventie. Ondergetekende hield daar een voordracht over de relatie tussen preventie en digitalisering.

Gezonde vetten

In het land van de frieten werd 13 november lachend gereageerd op het Frituur Festival in de stad Groningen. Bultje gaat ervan uit dat mensen gefrituurd eten zoals frieten en snacks nu eenmaal lekker vinden. Hij benaderde tal van snackbars met het verzoek om tijdens het festival gezond te frituren met gezonde vetten. En dan in het vet worteltjes en fruit bakken. Het festival werd een groot succes in Groningen. Het verhaal sloeg natuurlijk goed aan bij de vele Belgen op de nascholingsbijeenkomst in Velm.

Wedstrijd

Later op de avond bleek dat in een Vlaanderen een vergelijkbaar initiatief loopt. Dat draait daar al tien jaar met ongeveer dezelfde activiteiten als bij Healthy Ageing. Vier gemeenten lopen voorop: Haspengouw, Geluwe, Ronse en Aunove. Tussen nu en 2030 starten op zestien andere locaties op het platteland vergelijkbare initiatieven. Jo Robrechts van de zorgketen Triamant is de grote animator van de Vlaamse Blue Zone. Hij en genoemde Bultje kenden elkaar en elkaars Blauwe Zone niet. Een hartelijke en sportieve strijd begon op 13 november: wie heeft de meeste honderdjarigen over tien jaar in zijn man made Blue Zone?

En verder

Ondergetekende loopt met de gedachte rond om in 2018 een congres te organiseren over de Vlaamse en Nederlandse Blauwe zones en die te vergelijken met de zeven van Dan Buettner. Wil je meedenken daarover? Stuur je mij dan een mail op mail@Guusschrijvers.nl? De PowerPoint presentatie van mijn eigen voordracht op 13 november over preventie en digitalisering vind je hier.

(1) Dan Buettner, De blue zones-methode, Kaagman,2013, 336 blz.