Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Zweedse Esther krijgt steeds betere samenhangende zorg

Op een dag in 1997 werd een oude Zweedse vrouw uit Linkoping met multimorbiditeit onwel. Ze belde de ambulance. Die bracht haar naar de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis van Linkoping, 200 kilometer ten zuiden van Stockholm. Na zes uur gedoe in dat ziekenhuis en het ontmoeten van 32 (!) professionals was deze vrouw totaal in de war. Een dag later werd zij weer ontslagen: er was niets acuuts gevonden….

Samenhangende zorg

Dit voorval leidde negentien jaar geleden tot het verzinnen van de persoon Esther. In eerste instantie kwam zij tot leven binnen de kring van betrokken professionals. Die wisten hun leidinggevenden van de provincie Jonkoping waar Linkoping onder valt te interesseren om voorwaarden te scheppen voor samenhangende zorg voor kwetsbare ouderen en voor mensen met multimorbiditeit.

Zelfmanagement

Anno 2016 heeft de provincie Jonkoping 34 centra voor eerstelijnszorg en drie ziekenhuizen. Er werken in totaal 9.500 personen voor 350.000 inwoners die verspreid over elf gemeenten wonen. Het gezondheidsbeleid is gericht op het versterken van zelfmanagement van burgers in het algemeen en van mensen met chronische aandoeningen in het bijzonder. Er kwam één telefoonnummer voor mensen met acute problemen. Er bestaat thans één gezondheidsdossier per inwoner van Jonkoping. Er bestaan vele multidisciplinaire zorgpaden.

PDSA

Over de afgelopen tien jaar werd de zorg jaarlijks beter. Dat lukte dankzij overal binnen het systeem de bekende Plan Do Study Act (PDSA)-cyclus toe te passen. Steeds komt daarbij de vraag aan de orde: wordt de zorg voor Esther beter dankzij deze verandering die wij beogen?

Resultaten

Er gelden twee uitgangspunten voor het beleid: 1. integratie van zorg en welzijn en 2. coproductie van gezondheid en welzijn door professional en cliënt (of burger of patiënt). In de afgelopen jaren daalde het aantal opnamen in ziekenhuizen met 20%. Het aantal verpleegdagen voor patiënten met hartfalen daalde met 30%. De wachttijden voor specialisten gingen omlaag met 30 dagen.

Verpleegkundigen
person-centred-care

Al deze informatie pikte ik op via de WHO-website, via een lezing van twee verpleegkundigen uit Jonkoping op 1 december in het AMC en uit literatuur die ik verzamelde voor mijn boek Integrated Care: better and cheaper. De twee genoemde verpleegkundigen traden op na mijzelf. De in het Engels vertaalde, afbeelding wordt in Jonkoping veel gebruikt.

Masterclass

Mijn voordracht met de titel: Geïntegreerde zorg: beter en goedkoper tref je hier aan. In de Masterclass Geïntegreerd Zorgmanagement die in maart 2017 begint komt het project Esther uitgebreid aan de orde.

Geïntegreerde zorg is beter, goedkoper en moeilijk realiseerbaar

23 november heb ik mijn nieuwe boek gepresenteerd op het vierde World Congress on Integrated Care in Nieuw Zeeland: Integrated Care: better and cheaper. De kernboodschap: geïntegreerde zorg verbetert gezondheid, verhoogt kwaliteit van zorg en verlaagt de kosten daarvan.

Zes componenten

Deze drie doelen, zeg maar deze Triple Aim, wordt bereikt in vele voorbeelden afkomstig uit de gehele wereld: Van Alaska tot Nieuw Zeeland, van West Europa tot Zuid Afrika. De verspreiding van al die goede voorbeelden is niet eenvoudig. Want het landelijk invoeren ervan betekent het gelijktijdig realiseren van de volgende zes componenten van geïntegreerde zorg: 1. Multidisciplinaire zorgpaden en beslisbomen 2. Self management door patiënten en Shared Decision Making van hen en professionals 3. Borging van professionele kwaliteit en van kwaliteit van zorg vanuit patiëntenperspectief 4. Populatiegebonden bekostiging en Shared Saving 5. Een Elektronisch Gezondheids Dossier en e-health 6. Dienend leiderschap en een management of change strategie.

500 studies

Dit boek is bestemd voor iedereen die samenwerking in de zorg wil: professionals, patiëntvertegenwoordigers, leidinggevenden, innovatoren, beleidsmakers, studenten en hun opleiders. Ik baseert mijn conclusies op meer dan 500 studies van de jaren zestig tot medio 2016 en mijn 45 jaar ervaring als onderzoeker van geïntegreerde zorg. Voorbeelden komen uit Nederland en andere landen met sociale ziektekosten verzekeringen, uit landen met marktwerking in de zorg en uit landen die zorg betalen uit belastinggeld.

Elektronische bijlage

Het boek bevat voor de lezers een elektronische bijlage met honderden goede, en ook minder goede, voorbeelden. De hoofdstukken zijn geordend in zes delen: voor elk van de genoemde componenten één deel. Deze bijlage is te vinden op de speciale website over dit boek: www.integratedcare.info.

Het boek ‘Integrated Care: better and cheaper’ telt 291 pagina’s en twintig hoofdstukken en wordt uitgegeven door Reed Business Information. Je kan het vanaf 24 november zowel  online als in de boekhandel bestellen voor 24,50 euro. ISBN 9789035249370.

Veel interessante flitspresentaties op Chronische Zorg Congres

Hoe kan je richtlijnen in de chronische zorg vertalen van papieren richtlijn naar apps en deze vervolgens goed implementeren? Deze vraag beantwoordt Marilou Jansen (medisch adviseur EverywhereIM) als flitspresentator op het Chronische Zorg Congres op 14 december in Utrecht.

Richtlijnenapps

‘Richtlijnenapps kunnen hulpverleners op drie manieren faciliteren: als registratiehulpmiddel; als naslagwerk of als decision making tool’, aldus Marilou Jansen. Zij vervolgt: ‘Het originele document bestaat soms uit honderden pagina’s tekst. Dat nodigt niet echt uit tot lezen. Richtlijnenapps worden sneller toegepast dan papieren documenten, doordat de informatie op een interactieve manier beschikbaar is. Een richtlijnenapp is dus een prima hulpmiddel, dat hulpverleners en artsen in de chronische zorg in staat stelt om betere en efficiëntere zorg te leveren’.

Persoonsgerichte zorg

Naast deze presentatie vinden er nog tal van andere korte flitspresentaties plaats. Deze staan vermeld in de uitgebreide congresbrochure. Zo houdt Jeanny Engels een verhaal over de monitor chronische zorg. Zij is expert persoonsgerichte zorg, innovatie en onderzoek bij Vilans, een van de ontwikkelaars van de monitor. Bij persoonsgerichte zorg staat de persoon centraal en niet de ziekte. Om persoonsgerichte zorg goed en bewust toe te kunnen passen en waar nodig bij te sturen en te verbeteren, is het belangrijk om persoonsgerichte zorg te kunnen meten. Maar hoe meet je of zorg inderdaad persoonsgericht is? En zijn er verschillen tussen bijvoorbeeld intramurale zorg en de eerste lijn? Kom naar het congres en je hoort de antwoorden.

Kwaliteit en betaling

Het Chronische Zorgcongres op woensdag 14 december in Utrecht behandelt actuele ontwikkelingen rondom de kwaliteit en betaling van chronische zorg in Nederland en omringende landen. Tal van innovatieve voorbeelden en voorstellen van goede en betaalbare chronische zorg in binnen- en buitenland zullen die dag de revue passeren. Twee vragen staan centraal Hoe kunnen we de kwaliteit van de chronische zorg verbeteren? En hoe kunnen we de groeiende zorgvraag bekostigen?

Wil je meer informatie of je inschrijven voor het congres? Bekijk dan de uitgebreide brochure op de informatiepagina of vul het inschrijfformulier daar in.

 

 

Persoonsgebonden Budget: nieuwe ronde, nieuwe kansen?!

30 maart 2017 organiseren Per Saldo en de Guus Schrijvers Academie een congres voor zorg- en welzijnsprofessionals, beleidsmedewerkers en zorginkopers over de toekomst van het persoonsgebonden budget (pgb). Het congres vindt plaats direct na de Tweede Kamer verkiezingen. Daarom is de ondertitel: Het persoonsgebonden budget: nieuwe ronde, nieuwe kansen?!

Eigen regie

Patiëntenorganisaties en wetenschappers blijven het pgb anno 2017 omarmen als een van de middelen om de eigen regie van cliënten en patiënten vorm te geven. Maar wethouders en zorgverzekeraars zijn terughoudend om pgb’s aan te bieden. Het is deze spanning tussen cliënten en patiënten enerzijds en beleidsmakers bij regering, parlement, zorgverzekeraars en gemeenten anderzijds die centraal staat op dit congres.

Tijdens het congres zullen verschillende nationale en internationale sprekers onder meer de volgende vragen beantwoorden:

  • Hoe kunnen we in Nederland zorgen voor een toegankelijk en eenvoudig pgb in alle vier de zorgwetten?

  • Welke lessen kunnen we trekken uit dertig jaar pgb?

  • Vlaanderen heeft een fraudebestendig, eenvoudig geregeld pgb met veel eigen regie voor de pgb-houder. Is dit ook navolgbaar in Nederland?

  • Is meer preventie en minder recherche een oplossing voor een fraudevrij persoonsgebonden budget?

  • Welke interessante regionale innovaties zijn er met persoonsgebonden budgetten?

Flitspresentaties gezocht

Naast plenaire sprekers zullen er ook zo’n tien flitspresentatoren een verhaal houden. Wij zijn nog op zoek naar innovators, onderzoekers, zorginkopers of beleidsmedewerkers die een korte (flits)presentatie over hun werk willen houden (vijf minuten). Deze presentatie kan gaan over een zorginnovatie of recent onderzoek op het gebied van pgb’s. Er zijn maximaal tien presentaties. Wij maken vooraf een selectie van de inzendingen. Je beantwoordt als spreker twee vragen over je werk, onderzoek of project: Wat gaat er goed? En wat kan er beter? Als flitspresentator krijgt je gratis toegang tot het Chronische Zorg Congres en een honorarium in de vorm van een symbolisch cadeautje.

Heb je interesse om tijdens het congres op 30 maart 2017 een korte presentatie te houden? Stuur mij dan, liefst voor 31 januari 2016, een mail met een korte omschrijving/motivatie.

Voorinschrijving

Binnenkort verschijnt op deze site de congresbrochure met daarin onder meer het complete programma van het Persoonsgebonden Budget Congres op 30 maart 2017. De kosten bedragen € 225,- (vroegboekprijs). Congresdeelnemers krijgen mijn nieuwe boek Integrated Care: better and cheaper’ gratis bij deelname.

Hieronder kun je je alvast voorinschrijven voor het congres. De factuur en de definitieve bevestiging krijg je dan later.

[si-contact-form form=’10’]

Preventie werkt overal en altijd, mits….

Preventieve interventies gericht op gedragsverandering werken niet als deze los worden aangeboden en alleen gericht zijn op informatie-overdracht zonder didactiek. Deze evidentie is onderbouwd in tal van studies. Met woorden van deze strekking opende ik mijn rede op de Preventie Conferentie die dit jaar plaatsvond op 17 november in Leiden. Aanwezig waren zo’n 150 deelnemers waarvan driekwart uit de regio Leiden.

Multi-actorenaanpak

Wat wel werkt is een multi-actorenaanpak, waarbij eerste lijn, jeugdgezondheidszorg, sportclubs, sociale teams, scholen, zorgaanbieders, supermarkten en lokale media de preventieve interventies ondersteunen. Hierbij is sprake van een preventieketen in drie stappen:

  1. Het signaleren dat er een ongezonde leefstijl bestaat. Dat kan bijvoorbeeld een huisarts doen.
  2. Het motiveren om wat te doen aan die ongezonde leefstijl. Dit kan gebeuren door een praktijkondersteuner met behulp van motivational interviewing.
  3. Het aanbieden van de preventieve interventie, door een aanbieder als Big Move.
Gedragsverandering

Ook bij een multi-actoren benadering is alleen sprake van interventies gericht op gedrag. Deze werken nog beter als zij gesteund worden door het gezond inrichten van de woon- en leefomgeving, bijvoorbeeld door het aanleggen van meer groen in woonwijken. Ook werken financiële prikkels goed als ondersteuning van gedragsverandering.

Gelijktijdige interventies

Een modern voorbeeld van financiële prikkels is het heffen van accijns op frisdrank, zoals thans door het CDA wordt voorgestaan. In het verleden hadden gelijktijdige interventies gericht op gedrag, woonomgeving en financiële prikkels vijf maal succes. Het ging hierbij om: 1. het stimuleren van hygiënisch gedrag 2. het bestrijden van alcoholmisbruik 3. het verlagen van kindersterfte 4. het tegengaan van roken en 5. het verminderen van het aantal verkeersdoden.

Grote diversiteit

Bij moderne preventie is er een breed scala aan interventies. Ik noem ze op in willekeurige volgorde: Het melden en tegengaan van huiselijk geweld, kindermishandeling, vallen, zorg en dwang, ondervoeding, decubitus, depressie en alcoholmisbruik, het tegengaan van overgewicht, roken en overmatig alcoholgebruik. Maar ook: het voorkomen van eenzaamheid, sociale isolatie en onderlinge agressie, welzijn op recept, kanker- en hartrevalidatie, bevorderen van therapietrouw bij chronische zorg, preventie van overbelasting mantelzorg, leefstijladvisering en tegengaan van hoge zorgconsumptie door SOLK.

Samenwerken

Hierbij staat SOLK voor Somatisch Onverklaarbare Lichamelijke Klachten. Er bestaat op dit moment geen samenhangend preventiebeleid voor al deze activiteiten. Dit is mogelijk indien op regionaal niveau zorgverzekeraar en gemeenten de handen in een slaan. Zij zouden moeten erkennen dat al deze preventies alleen werken onder drie condities: een multi-actoren aanpak, een preventieketen en met ondersteuning van omgevings- en financiële interventies.

Leiden

In de regio rondom Leiden hebben de gemeenten (waaronder Leiden zelf) en de regionale verzekeraar Zorg en Zekerheid elkaar daarin gevonden, zo bleek op 17 november. Zij benoemden vier doelgroepen en thema’s waarop zij preventief wille samenwerken: mensen met verstandelijke beperkingen; mensen met dementie; welzijn op recept en JOGG (Jongeren Op Gezond Gewicht).

De PowerPoint presentatie van mijn voordracht tref je hier aan. Het verslag van het congres en de presentaties van andere sprekers tref je binnenkort aan op de website van de Preventieconferentie.

Wet Zorg en Dwang werkt al in Didam

Het Wetsvoorstel Zorg en Dwang (WZD) kent drie stappen. Samen met de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg moet de WZD de Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen gaan opvolgen. Er moet echter wel lokale samenhang komen tussen de diverse wetten en regelingen die gericht zijn op gedwongen zorg.

Diverse wetten

In 2009 diende de regering het Wetsvoorstel Zorg en Dwang (WZD) in. Dat gaat over gedwongen zorg voor mensen met dementie en met een verstandelijke beperking. In 2013 nam de Tweede Kamer dit voorstel aan. Tot nu toe weigert de Eerste Kamer dit ook te doen. De Eerste Kamer wil gelijktijdig twee andere vergelijkbare wetsvoorstellen aannemen: de Wet Forensische zorg en de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Die laatste wet en de WZD zijn de opvolgers van de Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ).

Intramuraal

Beide wetten zijn nodig omdat de BOPZ te veel intramuraal gericht is. Nu steeds meer ouderen, mensen met verstandelijke beperkingen en psychiatrische patiënten in de wijk wonen, is er een wet nodig die verplicht zorggebruik, indien noodzakelijk, mogelijk maakt.

Samen met de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg moet de Wet Zorg en Dwang de Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen gaan opvolgen.Stappenplan

De WZD kent drie stappen. In de eerste stap trachten reguliere professionals het ongewenste gedrag te voorkomen en vrijwillig zorggebruik te borgen. Als de eerste stap geen effect heeft, komt als tweede stap een Multidisciplinair Overleg (MDO-1) bijeen, waaraan meestal een specialist ouderen geneeskunde of een arts gehandicaptenzorg deelneemt. Dit MDO-1 kan tijdelijk verplichte zorg voorschrijven. Indien na drie maanden of uiterlijk zes maanden dit niet blijkt te helpen, komt er een MDO-2 bijeen met dezelfde samenstelling als MDO-1 maar uitgebreid met een externe expert. Dat overleg kan permanente zorg verplicht stellen, of eventueel adviseren tot opname in een instelling. Hoewel de WZD nog geen wet is, toetst de inspectie voor gezondheidszorg nu al extramurale vrijheidsbeperking en verplichte begeleiding aan de WZD.

Scholingsavond

In de Gemeente Didam bestaat een gezondheidscentrum waar ongeveer honderd professionals werken. De gehele eerste lijn, de jeugdgezondheidszorg, het Centrum voor Jeugd en Gezin, het Sociale Wijkteam, tal van tweedelijnsvoorzieningen zijn erin gehuisvest. Op 10 november organiseerde directeur Irene Sueters een scholingsavond over de WZD in de praktijk. Zij is oud-deelnemer aan een van mijn Masterclasses.

Casus

Ondergetekende was een van de docenten op deze avond. Een casus lag voor: een demente vrouw wil per se thuis blijven wonen, slaat haar man regelmatig en kan vaak haar huis niet meer terugvinden. Zij weet niet meer hoe het voordeurslot werkt en raakt dan in paniek. Veertig professionals van binnen en buiten het gezondheidscentrum gaven oplossingen. Sommige waren praktisch: ander voordeurslot , sleutel bij de buren, andere beschikbare mantelzorgers inschakelen dan alleen de echtgenoot. Steeds kwam het drie stappenmodel van de WZD terug.

Lokale samenhang

Ondergetekende benadrukte dat er lokale samenhang moet zijn tussen diverse wetten en regelingen die gericht zijn op gedwongen zorg: de zorg na de toepassing van de meldcode kindermishandeling, van de melding huiselijk geweld, de bemoeizorg ofwel in vakjargon de Flexible Assertive Community Treatment (FACT) en ook de nog steeds geldende BOPZ.

Mentoren

Voor al die interventies lijkt mij het driestappenplan geschikt. Ook bepleitte ik voor het opleiden en de invoering van mentoren uit de familiekring of de buurt die kunnen beslissen namens wilsonbekwame patiënten. Dit voorstel kreeg veel bijval. Tenslotte hield ik een pleidooi om tijdig in te grijpen en niet de wachten totdat een incident zich heeft voorgedaan. De enthousiaste groep deelnemers op 10 november inspireerden elkaar, Irene Sueters en mijzelf om door te gaan met de integratie van zorg en welzijn, van eerste lijn en sociale wijkteams.

Masterclass

De PowerPoint presentatie die ik gebruikte op 10 november vind je hier. Wil je net als Irene Sueters deelnemen aan de masterclass geïntegreerde zorg? In maart start ik er weer een samen met Wim Schellekens. Stuur je mij een mail als je belangstelling hebt?

Chronische zorg: zes problemen en oplossingen uit de buurlanden

In België, Duitsland en Engeland kent de chronische zorg dezelfde problemen als in Nederland. Hun oplossingen zijn soms anders. Wat kunnen we van hen leren?

De kostenstijging van de zorg komt vooral door toename van het aantal mensen met een chronische aandoening in Nederland. Deze conclusie trok ik in een eerder bericht op deze website. Bij chronische zorg gaat het niet alleen om mensen met diabetes of COPD, maar ook om kwetsbare ouderen, mensen met dementie, mensen met ernstige en blijvende psychiatrische aandoeningen en om mensen met verstandelijke en/of lichamelijke beperkingen. De afgelopen twee jaar hield ik literatuur bij over deze breed omschreven chronische zorg. Op basis daarvan signaleer ik zes problemen:

  1. De afstemming tussen Wlz-, Wmo- en ZVW-zorg met elk hun eigen zorgpaden, beslisbomen en begrippen is gebrekkig.
  2. Cliënten en patiënten hebben weinig invloed op hun eigen zorg-leefplan.
  3. Kwaliteit van zorg wordt alleen geborgd door het registreren op kwaliteitsindicatoren.
  4. E-health wordt nauwelijks benut voor patiëntcontacten.
  5. Invoering van populatiegebonden bekostiging in plaats van verschillende tarieven per activiteit blijft grotendeels uit. Dat verhindert financiële substitutie naar zorg thuis.
  6. Dienend en integrerend leiderschap ontbreekt. Hiermee bedoel ik leiderschap dat niet gedreven wordt door macht en omzetverhoging, maar door de passie om gezamenlijk inhoudelijke doelen te realiseren.
Vergelijkbaar

In België, Duitsland en Engeland kent de chronische zorg dezelfde zes problemen als in Nederland. De oplossingen aldaar zijn soms anders, maar ook hier toepasbaar. Deze week sprak ik experts uit die landen. Wat kunnen we leren van de buren?

In België werken zorgverzekeraars, gemeenten en zorgaanbieders goed samen bij het vernieuwen van de chronische zorg. Men kiest niet voor één stelselwijziging in één keer. Gemeenten en zorgverzekeraars met ambitie en expertise vormen daar de voorhoede met hun experimenten. Zij zijn thans verantwoordelijk voor de chronische zorg van ongeveer een derde van de bevolking.

Clinical Commisioning Groups

Ik ga door naar Engeland. De Engelse NHS heeft de inkoop van chronische en andere zorg gedelegeerd aan onafhankelijke commissies met ervaren en hoogopgeleide leden uit het veld, de wetenschap en het lokale bestuur. Ze zijn benoemd op persoonlijke titel. Deze Clinical Commisioning Groups kopen chronische zorg namens de financiële autoriteiten in. Dat levert spanningen op voor bestaande aanbieders, maar ook veel waardering en stille steun van professionals. Net als België werkt Engeland met voorhoeden regio’s die zich hebben aangemeld voor innovaties in de chronische zorg.

Cursus

Wat leert Duitsland ons? Dit land betaalt mensen met chronische aandoeningen die jaarlijks een cursus over hun ziekte volgen. Want een opgeleide chronische zieke is goedkoper dan een niet-opgeleide. Mensen met chronische aandoeningen moeten expliciet kiezen om deel te nemen aan een Disease Management Programma. Zij onderschrijven daarmee de doelstellingen van zo’n programma.

Inspirerend

Met deze buitenlandse voorbeelden zeg ik niet dat het gras bij de buren groener is. Nederland kan trots zijn op haar eigen oplossingen, zoals de al zestig jaar bestaande eerste lijn, de zorggroepen van huisartsen en de vele innovaties in de chronische zorg. Maar soms is de zorg elders ook inspirerend.

Voortrekkersrol

De genoemde oplossingen uit de drie buurlanden zijn binnen de Nederlandse wetgeving toe te passen. Wat nodig is, zijn goede wil en kennis. Mijn eigen plan van aanpak voor de zes problemen na intensieve bestudering van de literatuur gaat uit van een kleine groep van zorgverzekeraars, gemeenten en zorgaanbieders die de aanpak uitprobeert in een of enkele voorhoeden regio’s. Is de oplossing aldaar een succes, dan volgt een tweede en eventuele derde en vierde groep. De allerlaatste shift krijgt wat mij betreft een kleine strafkorting, als zij dan nog niet aan een oplossing willen werken.

Oplossingen

Ik noem per genoemd probleem een mogelijke oplossing:

  1. Overgang van gehandicaptenzorg van de Wet Langdurige Zorg naar de Wet Maatschappelijke ondersteuning.
  2. Betaling van onafhankelijke cliënt ondersteuners voor mensen met chronische aandoeningen die voor de drie zorgwetten tegelijk werken.
  3. Professionals verplicht stellen om een beperkt aantal indicatoren met collega’s te bespreken in onderwijsvorm. Hierdoor ligt de kwaliteitsborging bij de professionals zelf.
  4. Online afspraaksystemen, scherm-tot-schermcontacten en e-consulten van chronische patiënten met professionals stimuleren middels financiële prikkels.
  5. Circa 1 miljard euro uit de tweede lijn naar de eerste lijn overhevelen, om daarmee substitutie te faciliteren via populatie gebonden bekostiging.
  6. Gezamenlijk leiderschap van zorgverzekeraars, gemeenten, grote aanbieders en patiëntenorganisaties stimuleren voor de zorg aan mensen met chronische aandoeningen.
Chronische Zorg Congres

Op het Chronische Zorg Congres op 14 december in Utrecht komen bovenstaande problemen en concrete oplossingen daarvoor uitvoerig aan de orde. Wil je aan dit congres deelnemen? Klik dan hier, lees de brochure, schrijf je in en praat mee over de kwaliteit en (on)betaalbaarheid van de chronische zorg in ons land.

Dit bericht is in iets gewijzigde vorm ook verschenen als column in Zorgvisie.

Huisartsen accepteren rol van roerganger eerste lijn

Een jaar geleden voerden huisartsen actie onder de naam Het Roer Moet Om. Met deze leus pleitten zij voor minder zuinig, minder gedetailleerd en minder opgelegd beleid van de zorgverzekeraars. Zij hadden succes: nieuwe afspraken kwamen tot stand.

Koers

Toch ging deze actie wat mij betreft niet ver genoeg. Want zij veronderstelt dat de zorgverzekeraar aan het roer staat en huisartsen moeten vragen om een andere koers. Volgens mij moet het echter worden: huisartsen staan aan het roer van de eerste lijn, zetten de koers uit en overleggen met de zorgverzekeraar, gemeente en patiëntenorganisaties daarover. Omdat zij roerganger zijn, zijn zij ook verantwoordelijk voor de toegang en spreiding in de eerste lijn en de prioritering vanwege schaarste. Ze zijn dan dus niet alleen bezig met hun eigen beroep en inkomen.

Dominee

Deze stellingname bracht ik naar voor op een avondsymposium over huisartsenposten van 120 Rotterdamse huisartsen in de prachtige Sint Laurenskerk in hartje Rotterdam. Die vond plaats op 2 november. Met de galm van een dominee kon ik mijn evangelie van huisartsen aan het roer verkondigen.

Instemming

Het enthousiaste organisatiecomité van zes praktijk zoekende en gevestigde huisartsen legde mijn pleidooi ter stemming voor aan de aanwezigen. Dat gebeurde via digitaal stemmen op mobiele telefoons. Ik waarschuwde nog dat aan het roer staan bij slecht weer geen plezier is en veel aandacht vereist. Toch stemde tot mijn verrassing zo’n 95% van de aanwezigen in met mijn pleidooi. Nu maar hopen dat Rotterdamse zorgverzekeraars hun huisartsen uitdagen om inderdaad te komen met beleidsvoorstellen voor de eerste lijn.

Overtriage

Een hot onderwerp tijdens het symposium was de overtriage op de huisartsenposten. De triagisten aldaar moeten volgens het Nederlandse Triage Systeem te vaak patiënten zonder serieuze klachten doorgeleiden naar visite rijdende en op de post consult houdende huisartsen. Ook hier bestond consensus: het triage roer moet om.

Jouw mening

Leeft deze ergernis van Rotterdamse huisartsen ook in andere delen van het land? Ben jij huisarts of triagist en deel je de Rotterdamse onrust? Of is dit alleen een Randstadprobleem? En vind je dat huisartsen aan het roer van de eerstelijn moeten staan? Hieronder graag je mening of ervaringen.

De PowerPoint presentatie van mijn voordracht op 2 november tref je hier aan.

Gemeente en zorgverzekeraar hand in hand op Preventieconferentie

De theorie van preventie is eenvoudig. Een Zorgverzekeraar en een regionale gemeente voeren gezamenlijk preventief beleid. Hierbij gaat het niet om consultatiebureaus, vaccinaties of screening. Deze kunnen blijven zoals ze zijn. Aan de orde zijn: preventie van eenzaamheid, overbelasting van mantelzorgers, onmatig alcoholgebruik, huiselijk geweld, kindermishandeling, valpreventie bij ouderen en preventie van ongezonde, zittende leefstijlen en overmatige calorie-inname.

Triple Aim

Bovenstaande onderwerpen zijn gebieden waarop zorgverzekeraar en gemeente gezamenlijk beleid kunnen voeren gericht op Triple Aim: betere gezondheid, hogere kwaliteit van zorg en lagere kosten van de zorg. Dat beleid bestaat uit afstemming, prioritering van projecten, gezamenlijke bekostiging, gezamenlijke evaluatie en het delen van deskundigheid, informatie en ervaring.

Lokale interventies

Op regionaal niveau worden interventies ontworpen, die lokaal worden aangepast en uitgevoerd. Lokaal kan betekenen “binnen een gemeente of wijk” maar ook “binnen het domein van een gemeente overstijgende zorgaanbieder”. Aanbieders van preventieve interventies zijn in zo’n theorie bereid om met gemeente en zorgverzekeraar mee te denken en hun beleid te volgen.

Preventieconferentie

Met deze theorie in ons hoofd hebben epidemioloog Ferry Koper en ondergetekende de afgelopen maanden getracht de gemeente Leiden en zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid te bewegen tot gezamenlijk preventief beleid. Dit lijkt te gaan lukken, zo bleek vorige week. Of dat inderdaad het geval is, zal blijken op de Preventieconferentie. Die vindt plaats op 17 november, 11.30 – 16.30 uur in de Stadsgehoorzaal te Leiden.

Flitspresentaties

Woordvoerders van beide organisaties starten de bijeenkomst, waarin zij hun gezamenlijke visie duidelijk maken. Daarna volgen acht flitspresentatoren uit de regio Leiden, die ieder in enkele minuten schetsen wat zij vinden van een gezamenlijke regionale regie van de gemeente Leiden en zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid. Bovendien vertellen zij trots over hun eigen lokale preventieve interventies.

Tips en oordelen

Na de theepauze bespreken externe deskundigen en Kamerleden de Leidse ontwikkelingen. Zij geven tips en geven oordelen. Ferry Koper en ik hopen dat na deze Leidse happening twintig andere conferenties zullen volgen: volgens het zelfde format en in andere regio’s. Wil je op 17 november bij de geboorte zijn van regionaal preventief beleid? Klik dan hier en meld je aan voor deze gratis (!) conferentie. Wil je ons uitnodigen voor jouw regio? Weet Ferry of mij te vinden.

 

Patiënt krijgt toegang tot eigen dossier via Landelijk Schakel Punt

In Friesland is een pilot aan de gang met het Intelligent Persoonlijk Medicatie Dossier (iPMD). Via het iPMD wordt een koppeling gelegd tussen het Landelijk Schakel Punt (LSP) en het Persoonlijke Gezondheidsdossier (PGD) van een patiënt. Ook zal het iPMD gekoppeld worden aan het apothekersinformatiesysteem.

Zuidwest-Friesland

De provincie Friesland heeft een samenwerkingsverband een subsidie toegekend in het kader van Fryslân Fernijt. Dit samenwerkingsverband bestaat uit Zorgkluis BV, Stichting GERRIT (ICT-samenwerkingsorganisatie van en voor zorgverleners in Noord Nederland) en van zorgaanbieders in Sneek. Met behulp van de subsidiegelden wordt gewerkt aan een Intelligent Persoonlijk Medicatie Dossier (iPMD). Dit iPMD wordt in de pilotfase ingezet in de regio Zuidwest-Friesland.

LSP en PGD

De toegekende subsidie is ten behoeve van onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Met het iPMD wordt een koppeling gelegd tussen het LSP en het Persoonlijke Gezondheidsdossier (PGD) van een patiënt. Het LSP biedt de mogelijkheid om via een beveiligd netwerk medische gegevens elektronisch uit te wisselen met andere zorgverleners. Via het LSP hebben patiënten hun medische gegevens direct tot hun beschikking. Ze kunnen zelf – na authenticatie – hun gegevens ophalen uit het LSP; 24 uur per dag en 7 dagen in de week. De medicatiegegevens worden dan opgeslagen op de smartphone en in het PGD (bijvoorbeeld. Microsoft HealthVault). Dit wordt uitgevoerd conform standaarden die door Nictiz zijn vastgelegd.

Apothekersinformatiesysteem

Tevens wordt het iPMD gekoppeld aan het apothekersinformatiesysteem. De verwachting is dat het iPMD de apotheker de mogelijkheid biedt om zijn patiënt op afstand beter te begeleiden en de patiënt meer rust en vertrouwen kan geven bij het genezingsproces. Hiermee kan hij op een effectievere manier meer patiënten begeleiden tegen lagere kosten.

Samenwerkingsverband

In het project werkt Stichting GERRIT onder meer samen met de ziekenhuisapotheek in Sneek, een apotheekhoudende huisarts, de stadsapotheek, Zorgkluis B.V., de VZVZ, Nictiz en enkele overheidsinstanties.

Medicatieoverzicht

Binnenkort moeten de eerste resultaten bekend zijn en worden geëvalueerd. GERRIT houdt zich bewust met dit project bezig, vanwege de mogelijkheden om op te schalen naar een groter gebied. De pilot levert informatie en ervaringen op, op het gebied van patiëntauthenticatie, patiëntparticipatie, de werking van persoonlijke gezondheidsdossiers (pgd’s), zorgapps e.d. Maar de pilot moet bovenal een toegevoegde waarde bieden bij het verbeteren van het actuele medicatieoverzicht. Ondergetekende is als parttime medewerker van Zorgbelang Fryslân betrokken bij de evaluatie van dit boeiende project.