Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Mantelzorg is gratis. Of toch niet?

Gaat het lukken om meer mantelzorgers te mobiliseren, nu mensen met beperkingen langer thuis blijven wonen? De overheid en haar beleidsinstanties hopen van wel. Sociale wijkteams dringen erop aan. Zij hanteren tegenwoordig het paradigma: Zorgen dat en niet meer van Zorgen voor.

Financiële aspecten
Aan mantelzorg zijn ook financiële aspecten verbonden. Ten eerste hebben mantelzorgers vaak reiskosten. Zijn gemeenten bereid die te betalen, als een mantelzorger niet in de eigen gemeente woont? Als een kind bijvoorbeeld is verhuisd naar een naburige grote stad en zelf in de bijstand zit? Ook hebben mantelzorgers vaak scholing nodig, bijvoorbeeld een tilcursus. Anders vertillen zij zich bij het uit bed helpen van hun naaste. Of hebben zij extra sociale vaardigheden nodig, bijvoorbeeld om nee te zeggen tegen een claimende kankerpatiënt. Wie betaalt die cursussen?

Bloemetje
Daarnaast fleuren mantelzorger op, indien zij zelf een keer aandacht of een presentje krijgen. Wellicht moet de wijkverpleegkundige over een potje beschikken om een keer een bosje bloemen te geven aan mantelzorgers. Wie betaalt deze mantelzorg-kas en ook de uren van de wijkverpleegkundige die aandacht geeft aan mantelzorgers?

Volhoudtijd
Ook beheersen veel professionals niet de methodiek van het vragen naar factoren die de volhoudtijd kunnen verlengen. Wie betaalt die cursussen en ontwikkelt ze? Mantelzorgers hebben soms ook te maken met indirecte financiële aspecten. Zo zijn zij vaker afwezig op het werk. En moeten zij vaker naar de huisarts vanwege stressgerelateerde klachten.

Congres
Op al deze financiële aspecten gaat dr. Ir. Alice de Boer in op het congres Financiële Toegang tot de Langdurige zorg op 30 september. Zij is wetenschappelijk medewerker voor de thema’s informele zorg, mantelzorg en ouderenzorg bij het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) te Den Haag. De Boer doet al vele jaren onderzoek bij het SCP naar aspecten van mantelzorg. Op verzoek van ondergetekende vat zij samen wat haar onderzoeken aan kennis opleveren over financiële aspecten van de mantelzorg. De titel van haar plenaire lezing luidt: Mantelzorg, gratis!?.

Meer informatie
Wil je naar dit congres? Wil je kennis nemen van alle plenaire lezingen en van de workshoplezingen vol goede voorbeelden? Bekijk hier dan de brochure.

Hoe creëer je meer inspraak in de langdurige zorg?

Gemeenten en zorgverzekeraars worstelen met de vraag hoe zij bij hun beleid cliënten, patiënten en burgers moeten betrekken. Moet dat via verzekeringsraden zoals De Friesland Zorg verzekeraar dat voorstelt? Moeten zij de bestaande cliëntenraden en WMO-raden hiervoor benaderen? Of staan die te ver weg van de cliënt aan de keukentafel of in de spreekkamer? Gaat de inspraak van cliënten en patiënten verlopen via de bekende manieren die gemeenten hanteren bij bijvoorbeeld het aanleggen van een fietspad door een wijk? Met inspraakavonden en mogelijkheden om vooraf bezwaar aan te tekenen tegen een voorgenomen besluit? En wil Nederland wel gemeenschappelijke regelingen van gemeentebesturen ten behoeve van de langdurige zorg? Zijn die wel het summum van democratie?

Financiële toegang tot langdurige zorg
Over deze onderwerpen spreekt ondergetekende in een workshop op 30 september tijdens het congres Financiële toegang tot de langdurige zorg. Aan de orde komt de algemene vraag: hoe is meer democratie te organiseren in de langdurige zorg? Workshopdeelnemers hebben ruimte voor eigen inbreng. Steeds komt het dilemma aan de orde: is democratie een middel, bijvoorbeeld om te regelen dat patiënten zich beter aan hun medicatie houden? Of is democratie een einddoel: ook de langdurige zorg hebben gebruikers recht op transparantie van beleid en invloed.

Nieuwe kennis
Wil je deelnemen aan de workshop, die plaatsvindt binnen het congres over Financiële Toegang tot de Zorg op 30 september? lees meer in de brochure, meld je aan via het online inschrijfformulier en doe nieuwe kennis(sen) op!

Oppepcursus voor mantelzorgers groot succes

Eens was er een vader. Hij bood zijn doodzieke dochter aan om een mandarijntje voor haar te pellen. Zij reageerde boos: pa, ik heb kanker; geen polio. De vader droop teleurgesteld af. Hij wou zo graag wat doen voor zijn dochter. Dit dilemma komt in de relatie mantelzorger en patiënt vaak naar voren. In welke situaties houden mantelzorgers de patiënt uit de wind en doen zij dingen voor hen? En in welke situaties doen zij dat nou juist niet en stimuleren zij de zelfzorg van de patiënt?

Psyche en Mantelzorgers
Dit onderwerp kwam aan de orde in de lezing Psyche en Mantelzorgers, die psycholoog Cornelie Andela van het LUMC te Leiden hield op zaterdag 23 mei. Zij deed dat in Soestduinen tijdens het jaarcongres van de Bijniervereniging. Dat is een patiëntenorganisatie. Ik was daar congresvoorzitter. Er ging een schok van herkenning door de zaal met zo’n 300 Addison- en Cushingpatiënten en hun mantelzorgers.

Bijnierpatiënten
Andela geeft in Leiden aparte cursussen voor zowel bijnierpatiënten als hun mantelzorgers. Die bestaan uit acht bijeenkomsten en zijn opgebouwd volgens het schema in onderstaande afbeelding .De uitkomsten zijn fantastisch: alle cursisten geven aan veel baat te hebben gehad van de cursus. De cursus pepte de vaak wat verzuurde relatie tussen patiënt en mantelzorger op. Tientallen koppels op het congres van 23 mei wilden zich opgeven. Dat lukte helaas niet, omdat de cursus alleen bestemd is voor patiënten bij het LUMC.
Psyche en Mantelzorgers


Patiënt en Partner Educatie

De cursusopbouw is beschreven op de website www.ppep4all.nl . Hierbij staat ppep4all voor Patiënt en Partner Educatie Programma voor alle chronische aandoeningen. Overeenkomstige cursussen bestaan ook voor patiënten en mantelzorgers met andere aandoeningen dan die van de bijnier. In de wandelgangen op 24 mei brachten bijnierpatiënten naar voren dat zij ook graag cursussen volgen over verstandig bewegen, eten en handelend optreden bij de zogeheten Addisoncrises.

Belonen
Mijn boek Zorginnovatie volgens het cappuccinomodel gaat in op de theorie van patiënteneducatie. Ik pleit ervoor om dergelijke cursussen op te nemen in de Zorgverzekeringswet. Ook zouden geslaagde cursisten korting moeten krijgen op de nominale premie die zij betalen aan de zorgverzekeraar. Want een goed opgeleide patiënt is een goedkope patiënt.

Congres Financiële Toegang Langdurige Zorg
30 september vindt het nationale congres plaats over Financiële Toegang tot de Langdurige Zorg. Dat gaat uitgebreid in op mantelzorg, cursussen en financiële prikkel ter bevordering daarvan. Meer informatie vind je in de congresfolder.

Persoonsgebonden budgetten via de Sociale Verzekeringsbank. Een prima idee, maar …

De afgelopen weken moesten zorgverleners die hun geld krijgen via een Persoonsgebonden Budget (PGB) lang wachten. Zij kregen hun geld voor het eerst via de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en niet meer rechtstreeks van hun cliënten of via belangenorganisatie Per Saldo.

Winst
De SVB vraagt voortaan aan de zorgaanbieders de noodzakelijke verklaringen voor de uitbetaling. Bijvoorbeeld het inschrijfnummer bij de Kamer van Koophandel; het contract met de cliënt; de VAR verklaring van de ZZP’er en het BTW-nummer van de belastingdienst. Al die verklaringen maken het moeilijker voor tussenpersonen en sommige cliënten om te frauderen. Dat is een grote winst.

Jammer
Het is echter jammer dat de overgang naar de SVB zo onvoorbereid is verlopen. Het lijkt wel of de overheid en haar instanties nooit eens iet goed en soepel kunnen vernieuwen. In het verleden gold dat voor een nieuw paspoort en nu voor nieuwe software programma’s en ook voor uitbetaling van PGB’s. Toch juich ik deze laatste overgang toe. Het wordt dan mogelijk dat een mantelzorger uit een PGB wordt betaald, indien deze zich inschrijft bij de Kamer van Koophandel als ZZP’er. Zo moeilijk is dat niet. Ook wordt het mogelijk dat rijkere particulieren extra geld storten op hun PGB-rekening en dan meer zorg afnemen, dan alleen volgens dat PGB zou kunnen.

Congres Financiële Toegang tot Langdurige Zorg
Op het congres over Financiële Toegang tot de Langdurige Zorg op 30 september komt deze problematiek uitvoerig in drie workshops aan de orde.
Fons Hopman van het Zorginstituut Nederland ziet hierin een weg om zorg weg te zetten boven de reguliere indicatie voor de Wet Langdurige Zorg.
Hans van der Knijff, adviseur bij Per Saldo bepleit een goede vormgeving van PGB regelingen voor Gemeenten en andere partijen in de langdurige zorg.
Martin Tuin, senior beleidsmedewerker bij de SVB, schets de weg via de SVB naar de ideale oplossing voor PGB budgethouder, gemeente en zorgkantoor.

Wil jij naar deze workshops en dit congres? Wil jij in één dag kennis opdoen die nog niet in vakblad en massamedia staat? Schrijf je dan in via het online inschrijfformulier. Je kan de congresbrochure hier downloaden.

 

Nederland voert de drie decentralisaties klungelig uit

….maar de richting is juist.
Er komt in de GGZ meer evenwicht tussen preventie en de gespecialiseerde zorg voor de aller moeilijkste gevallen. De financiële sturing in de jeugdzorg komt gelukkig in één hand. En onderlinge hulp van ouderenkringen naast individuele beroepshulpen is een uitstekende doelstelling. Deze drie positieve uitspraken over de decentralisaties doen bestuurders uit de geestelijke gezondheidszorg, de jeugdzorg en de ouderenzorg in het laatste nummer van het Tijdschrift KIZ over Kwaliteit en veiligheid in de Zorg. Je kan dat artikel en die uitspraken hier lezen.

Verkeerde manier
Wat de bestuurders dwars zit, is de manier waarop regering en parlement deze decentralisaties realiseren. Er zijn geen zorgpaden per doelgroep beschikbaar. De ketenzorg klopt niet. Er bestaan geen onderlinge afspraken tussen wijkverpleegkundigen, huisartsen en gespecialiseerde GGZ-instellingen. Het (verkeerde) idee bestaat dat complexe jeugdproblematiek verdwijnt door wijkteams. En het netwerk van zorg rond doelgroepen moet de aandacht houden. Maar dat denken in doelgroepen wordt nou juist afgeschreven. De wijk is niet alles.

Redacteur Peter van Splunteren van het Tijdschrift KIZ is in het dagelijks leven senior onderzoeker bij het Trimbos Instituut en een groot implementatie deskundige. Hij noemt de drie decentralisaties klungelig zonder één partij de schuld hiervan te geven. Er is in Nederland veel kennis beschikbaar over implementatie van nieuw beleid. Daarvan is geen gebruik gemaakt.

Vier vragen
Van Splunteren, die vooral actief is in de geestelijke gezondheidszorg, stelt in het laatste nummer van KIZ vier vragen binnen zijn eigen sector die niet beantwoord worden:

  1. Wanneer begint de DSM5-classificatie en waar eindigt de diagnostiek in algemene termen van stress of angst?
  2. Welke GGZ interventies zijn effectief en passend?
  3. Wat zijn criteria om terug te verwijzen naar de huisarts en naar de gespecialiseerde GGZ?
  4. De GGZ van de huisarts valt buiten het eigen risico en die van de basis-GGz niet. Raakt hierdoor de eerstgenoemde GGZ overbelast?

Congres Financiële Toegang tot Langdurige Zorg
Op 30 september spreekt Peter van Splunteren op het congres Financiële Toegang tot de Langdurige Zorg over ernstige psychiatrische patiënten. Als deze patiënten nou niet in de wijk geholpen kunnen worden omdat hun problematiek te ernstig is, kunnen zij dan een beroep doen op wijkverpleging van de Zorgververzekeringswet, op voorzieningen van de WMO of op een intramurale plaats betaald door de Wet Langdurige Zorg?

Workshop
Deze vraag beantwoordt Van Splunteren in een workshop. Hij put hier uit de kennis die hierover binnen het Trimbos Instituut bestaat. Ook behandelt hij beleidsnota’s van andere instituten en instanties. Daarnaast geeft hij zijn verwachtingen uit over de toegang tot de langdurige zorg in 2020 voor de chronische en ernstige psychiatrische patiënten. Hij verwacht van de workshopdeelnemers dat zij hun eigen casuïstiek inbrengen en vergelijken met de kennis binnen het Trimbos Instituut.

Meer informatie
Wil je naar het congres Financiële Toegang tot de Langdurige Zorg op 30 september, waar vele wetenschappelijke instituten en instanties hun nieuwe bevindingen vertellen voordat zij in de vakpers openbaar worden? Klik dan hier voor meer informatie.

Transferverpleegkundigen voelen zich bedreigd door wijkverpleegkundigen

Sinds 25 jaar doen transferverpleegkundigen uitstekend werk om aansluitende zorg thuis te regelen na het ziekenhuisontslag. Zij brachten de zogeheten verkeerde-bedproblematiek terug tot een minimum. Niemand verbleef meer in het ziekenhuis, omdat thuiszorg niet beschikbaar is. Thans staat de toekomst van deze gewaardeerde beroepsgroep ter discussie.Ten eerste komen er nieuwe wijkverpleegkundigen die zelf de indicatie gaan regelen na ziekenhuisontslag. Ten tweede vereist de nieuwe Wet langdurige zorg dat haar indicatiestellers op huisbezoek gaan. En wat moet een transferverpleegkundigen dan nog doen?

Taken overnemen
Als public health expert vrees ik dat bij het verdwijnen van tranferverpleegkundigen de verkeerde bedproblematiek weer gaat toenemen. Waarom kunnen zij niet taken van die nieuwe wijkverpleegkundigen en WLZ-adviseurs op zich nemen? Never change a winning team!

Congres Financiële Toegang tot Langdurige Zorg
Op het congres Financiële Toegang tot de Langdurige Zorg komt deze problematiek in een aparte workshop aan de orde. Eef Peelen is voorman van het netwerk van Transferverpleegkundigen en beoordeelt in de workshop de ziekenhuisontslagen zoals die thans plaats vinden in de Gemeente Den Haag. Ilse Brummelhuis en Mia van Leeuwen van de Stichting Transmurale Zorg te Den Haag lichten de Haagse problematiek toe. De workshop tracht pragmatische en niet-bureaucratische oplossingen te vinden om patiënten snel te transfereren als zij graag naar huis willen. Wil je meer weten over dit congres? Klik dan hier.

Chronisch zorgbeleid in Nederland onsamenhangend

Nederland streeft met vier initiatieven betere chronische zorg na: door middel van keten-DBC’s en zorggroepen, via negen proeftuinen, de uitbreiding van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) en middels de invoering van de Wet langdurige zorg (Wlz).

Die vier initiatieven hebben echter niets met elkaar te maken. Zo werkt de Wmo decentraal en de Wlz centraal. En zijn er lokale initiatieven voor keten-DBC’s die weer losstaan van de negen proeftuinen, terwijl sommige van die negen proeftuinen met substitutie bezig zijn net als de keten-DBC projecten.

chronische zorg 2Nationaal financiële kaders
De federale regering van België streeft ernaar samenhangend beleid voor mensen met chronische aandoeningen of permanente beperkingen tot stand te brengen. Door nationaal financiële kaders en andere kaders te stellen waarbinnen lokale initiatieven kunnen ontstaan. Om zich op dit beleid voor te bereiden bezocht een groep van veertien Belgische topambtenaren op 8 en 9 januari goede voorbeelden van de vier Nederlandse initiatieven. Ook kregen zij lezingen over de invoering en verspreiding van deze voorbeelden. Ondergetekende trad op als gastheer.

Zwakke implementatie
De Belgen waren onder de indruk van onze initiatieven. Wat ze echter tegenviel was het gebrek aan samenhang daartussen en het zwakke implementatiebeleid. Dat laatste is nodig om de goede voorbeelden te verspreiden. Zoals Belgen last hebben van verschillende elkaar tegenwerkende en niet-deskundige overheidsinstanties op federaal, gemeenschaps- en gemeentelijk niveau, zo werken in Nederland zorgverzekeraars, zorgkantoren, gemeenten en nationale instanties niet goed samen.

Kat op het spek binden
Grote aandacht tijdens het seminar kreeg de scheiding van zorguitvoering en zorgtoegang. In sommige sociale wijkteams mogen wijkverpleegkundigen de toegang regelen tot verpleging en persoonlijke verzorging. Deze verpleegkundigen zijn in dienst van zorgaanbieders. Dat is de kat op het spek binden, aldus diverse aanwezigen op 8 en 9 januari. Dan gaan die verpleegkundigen vooral doorverwijzen naar de organisatie waar zij in dienst zijn. Beter is het om die verpleegkundigen en ook de verzorgenden in dienst te nemen bij de zorggroepen van huisartsen. De verpleegkundigen en verzorgenden zelf willen dat graag. De huisartsen zijn ook positief hierover. Maar de thuiszorgorganisaties willen dat niet.

Congres Financiële Toegang tot Langdurige Zorg
Op het congres op 30 september over de Financiële Toegang tot Langdurige Zorg dat ik organiseer op de Julius Academy komt de scheiding van uitvoering en toegang uitvoerig aan de orde. Wil je meer weten over dit congres? Klik dan hier. Wil je een korte flitspresentatie geven op dit congres over een lopend project, een reeds gepubliceerde beleidsnota of een wetenschappelijk artikel? Klik dan hier.

Aanvraag bij Wet Langdurige Zorg stagneert door bureaucratie

Personen die vanaf 1 januari een aanvraag indienen voor zorg op basis van de Wet Langdurige Zorg, moeten een fotokopie toevoegen van hun paspoort of ander geldig identiteitsbewijs. Die personen hebben vaak ernstige lichamelijke, verstandelijke of geestelijke beperkingen, zijn dement of zijn zeer oud en lijden aan tal van aandoeningen.

Reizen doen zij vaak al jaren niet meer . Deze mensen hebben vaak geen identiteitsbewijs. Om een fotokopie toe te voegen aan hun aanvraag, moeten zij dan eerst naar de burgerlijke stand. Dat moeten zij zelf doen. Hun mantelzorger kan dat niet aanvragen. En de ambtenaar van de burgerlijke stand mag niet op huisbezoek. De eis dat een fotokopie van het paspoort bij de aanvraag moet, leidt dus tot vertraging bij het indienen. Wie weet er een oplossing?

Congres Financiële Toegang tot Langdurige Zorg
Deze informatie kwam naar voren in een seminar dat ik gaf op 8 en 9 januari voor een groep Belgische topambtenaren. Een van de docenten gebruikte dit als voorbeeld, dat implementatie van nieuwe wetten alleen lukt als wetgever, professionals en patiëntenverenigingen samenwerken. Dat hebben de Belgen genoteerd als leerpunt. Op het congres op 30 september over Financiële Toegang tot Langdurige Zorg te Zeist, komt de casus van de fotokopie opnieuw aan de orde. Tenzij het probleem dan is opgelost. Hopelijk is dat zo. Overigens bleek mijn nieuwe boek ‘Zorginnovatie volgens het Cappuccinomodel’ goed bruikbaar als leerboek ter ondersteuning van het seminar.