Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Preventie van alcoholmisbruik via de SEH

Alcohol- en drugsgebruik kan leiden tot allerlei gezondheidsschade en kost de samenleving jaarlijks veel geld. Door (ontspoord) alcohol- en drugsgebruik tijdig te herkennen en te behandelen kunnen gezondheidsschade en de daarmee gepaard gaande kosten voorkomen worden.

Rol SEH

De Spoedeisende Hulp blijkt hierbij een belangrijke plek, omdat hier veel mensen komen als gevolg van (ontspoord) middelengebruik. Het moment dat zij daar komen kan dienen als ‘wake up call’. Het stellen van de juiste vragen, het meegeven van informatie met mogelijkheden voor ondersteuning en het informeren van de huisarts kunnen hierbij net het duwtje in de goede richting geven.

Succesfactoren

Het Trimbos-instituut en VeilligheidNL hebben daarom onderzoek gedaan naar de voorwaarden en succesfactoren voor de implementatie van screening en kortdurende interventies gericht op het signaleren en voorkómen van ontspoord middelengebruik op Nederlandse SEH’s. Er is in de literatuur gekeken naar de effectiviteit van screening en interventies via de SEH. Daarnaast hebben de onderzoekers enquêtes afgenomen bij SEH-medewerkers en zijn er pilots uitgevoerd, om te kijken wat werkt in de praktijk van de Nederlandse SEH´s.

Voor- en nadelen

Op basis van deze verschillende onderzoeken hebben Trimbos en VeiligheidNL de mogelijkheden voor screening en interventie op de SEH en de bijbehorende voor- en nadelen in kaart gebracht. Enkele effectieve en bewezen interventies zullen gepresenteerd worden in het nog te publiceren onderzoeksrapport.

Spoedzorgcongres

Op het 18e Spoedzorg Congres op vrijdag 6 oktober in Utrecht geven de onderzoekers een workshop met daarin een voorbeschouwing op dit rapport. Wil jij aan deze workshop en het congres deelnemen? Schrijf je dan hier in. Velen uit de spoedzorg gingen je al voor .

Aanslagen Noorwegen

Onlangs is bekend geworden dat de Noorse onderzoekster Aleidis Skard Brandrud Amanda Mc Clelland vervangt als een van de keynote sprekers op het congres 6 oktober. In 2011 werd Noorwegen getroffen door twee aanslagen: een bomaanslag in de regeringswijk van Oslo en een schietpartij op het eiland Utoya. Skard Brandrud zal de volgende vragen beantwoorden: Wat kan Nederland leren van de medische hulpverlening rond deze incidenten? Wat ging er goed? Wat kon beter? Meer informatie over dit onderwerp en het volledige programma van het Spoedzorg Congres vind je in de congresbrochure.

Besteed extra geld ouderenzorg op regionaal niveau

Een recent accountantsrapport geeft aan dat aanbieders van én verpleeghuiszorg én thuiszorg financieel goed draaien. Beter dan instellingen die alleen thuiszorg aanbieden. Deze realiteit maakt het onjuist om de kwaliteitsimpuls van 2,1 miljard euro die de formerende partijen thans voorstellen uitsluitend te bestemmen voor verpleeghuizen.

Samenhangende oplossing

Dat is bestuurlijk lastig, want verpleeghuizen worden betaald uit de Wet langdurige zorg en de kwaliteitsimpuls loopt via die wet. De Zorgverzekeringswet betaalt de wijkverpleging en de Wet maatschappelijke ondersteuning de huishoudelijke hulp. Het zorgaanbod ervan heeft invloed op de druk op verpleeghuizen. Die neemt toe, als in wijken en regio’s onvoldoende thuiszorg beschikbaar is. Toch is met enige goede wil een samenhangende oplossing mogelijk voor de problemen van verpleeghuizen, wijkverpleegkundigen en huishoudelijke hulpen.

Zorginkoop Adviesgroep

In Engeland ligt de zorginkoop niet rechtstreeks bij de financiële instanties. Daar bereiden aparte commissies deze inkoop voor. Ze heten Clinical Commissioning Group, te vertalen als Zorginkoop Adviesgroep (ZAG). Leden zijn vaak oudgedienden, met persoonlijk gezag in hun regio. Ze hebben kennis van zaken en ervaring met bestuurlijke processen. Vroeger waren zij bijvoorbeeld huisarts, hoogleraar of directeur van een zorginstelling.

Regionale aanpak

Stel dat in een Nederlandse regio vier problemen tegelijk spelen: 1. De kwaliteit van de verpleeghuiszorg is onder de maat. 2.Verwarde ouderen melden zich vaak bij de spoedeisende hulp vanwege een gebrek aan acute wijkverpleging. 3. Verpleeghuizen hebben een te lange wachttijd en 4.: Casemanagement voor thuiswonende mensen met dementie is onvoldoende beschikbaar. Voor de betreffende regio (met 250.000 inwoners) is 31 miljoen euro beschikbaar in 2018 ter verkleining van deze problemen. Dit bedrag is ongeveer het aandeel van zo’n regio in het totaal van de beleidsimpuls van 2,1 miljard euro. De door drie instanties (gemeenten, zorgkantoor en zorgverzekeraar) aangestelde Zorginkoop Adviesgroep brengt dan in het voorjaar advies uit over de te besteden 31 miljoen. Vervolgens gaan de drie instanties aan de slag en sluiten overeenkomsten met zorgaanbieders.

Urgentie

In de afgelopen jaren hadden Kamerleden die zich met volksgezondheid bemoeiden vaak als probleem dat ze moesten kiezen tussen extra geld voor wijkverpleging of voor verpleeghuizen. Vanwege alle publicitaire aandacht trokken de verpleeghuizen aan het langste eind: zij kregen een kwaliteitsimpuls. Voor sommigen is dat ook hard nodig. Maar de urgentie ervan is niet in alle regio’s dezelfde: In sommige regio’s zijn wachtduur en casemanagement een groter probleem.

Valkuil

Het risico bestaat dat het nieuwe kabinet en het parlement afwegingen gaan maken over extra geld voor óf wijkverpleging óf verpleeghuizen. Dames en heren politici: trap niet in deze valkuil. Na de wettelijke decentralisatie van de care-sector door het kabinet Rutte-Ascher moet een transitie volgen van samenhangende financiële besluitvorming binnen regio’s.

Dit bericht verscheen (in gewijzigde vorm) ook als blog in het vakblad Zorgvisie.

Tien tips voor gebruik informatietechnologie in ziekenhuizen

Een groot deel van de Amerikaanse ziekenhuizen heeft één overkoepelend informatiesysteem. Zij hebben daar veel in geïnvesteerd in de verwachting dat de medisch specialistische zorg dan beter, doelmatiger en sneller zou worden. Deze verwachting komt vaak niet uit. Tien tips om reeds ingevoerde systemen alsnog succesvol te maken.

IT-systemen

Meer dan driekwart van de Amerikaanse ziekenhuizen beschikt thans over één samenhangend informatiesysteem, zoals EPIC, dat de opslag en communicatie van alle professionele, bedrijfskundige en financiële data faciliteert. Zij hebben veel geld en tijd geïnvesteerd in de implementatie ervan en het transformeren van tientallen IT-systemen tot één groot samenhangend geheel. Zij deden dat in de verwachting dat de medisch specialistische zorg dan beter, doelmatiger en sneller zou worden.

Tips

Bij vele van de genoemde ziekenhuizen komt deze droom niet uit. Een onderzoeksteam van de Harvard University in Boston en de Universiteit van het Schotse Edinburgh zocht uit waarom de resultaten zo tegenvallen. Het team kwam met de volgende tien tips om een reeds ingevoerd totaal-systeem alsnog succesvol te maken. Het publiceerde deze in een gezaghebbend Amerikaans tijdschrift over e-health (1) De tien tips zijn:

  1. Blijf op het hoogste niveau leiding geven aan de verder digitalisering en blijf nieuwe initiatieven ondersteunen.
  2. Streef een lerende organisatie na binnen je instelling.
  3. Ontwerp een (midden-)lange termijnvisie, waarbinnen diverse verzoeken om aanpassingen van het systeem beoordeeld kunne worden.
  4. Blijf je zelf vergelijken met andere ziekenhuizen.
  5. Ontwikkel kennis en ervaring met het IT-systeem binnen de eigen organisatie en houd de motivatie van professionals hoog.
  6. Meet de voortgang en verzamel informatie over de effecten op kwaliteit en doelmatigheid van zorg.
  7. Wees duidelijk over welke data je vastlegt, gebruikt en wie daartoe toegang heeft.
  8. Blijf veiligheid en privacy in de praktijk volgen en verbeteren.
  9. Het optimaliseren van het systeem is nooit af: blijf het continu zien als werk-in-uitvoering.
  10. Vier successen en deel voortdurend ervaringen.
E-health congres

Op het zevende nationale e-health congres 10 november komt uitgebreid aan de orde of deze Amerikaanse ervaringen ook van toepassing zijn in Nederlandse zorgorganisaties. Aan bod komen de effecten van grote IT-systemen op kwaliteit en doelmatigheid van preventieve interventies, diagnostiek, therapie en het begeleiden van mensen met chronische aandoeningen. Deze effecten passeren de revue in plenaire inleidingen en in workshops over goede voorbeelden. Ben jij teleurgesteld over de effecten van jullie IT-systeem op kwaliteit, doelmatigheid en snelheid van zorgverlening? Wil je uithuilen en opnieuw beginnen? Klik dan hier, lees de brochure en schrijf je in.

1)  Cresswell KM, David W Bates and Aziz Sheikh, Ten key considerations for the successful optimization of large-scale health information technology, Journal of the American Medical Informatics Association, 24(1), 2017, 182–187 doi: 10.1093/jamia/ocw037

Spierziekten Nederland zoekt bestuurslid

Het bestuur van Spierziekten Nederland zoekt een nieuw bestuurslid. Het huidige bestuur bestaat uit zeven leden, van wie de meerderheid direct betrokken is bij een spierziekte. De dagelijkse leiding over het bureau met dertig medewerkers is gedelegeerd aan de directie.

Profiel

Het bestuur zoekt iemand, met bestuurlijke ervaring, die direct betrokken is bij een persoon met een spierziekte of zelf een spierziekte heeft. Het nieuwe bestuurslid is communicatief, vindingrijk en verbindend. Interesse in en kennis van eHealth is een pre.

Tijdsinvestering

Je moet rekenen op een tijdsinvestering van drie tot vier dagdelen per maand. Vergaderingen vinden maandelijks plaats in Baarn, tussen 17.00 en 20.00 uur. De functie wordt niet betaald.

Procedure

Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met directeur Marcel Timmen via marcel.timmen@spierziekten.nl. Graag een CV toevoegen bij je sollicitatiemail. De sollicitatietermijn sluit dinsdag 17 oktober 2017. De sollicitatiecommissie bestaat uit de voorzitter en secretaris van de vereniging en de directeur. Een nieuw bestuurslid draait eerst enige tijd mee als aspirant-bestuurslid. Na een evaluatiegesprek besluiten aspirant-bestuurslid en bestuur of de kandidaat wordt voorgedragen voor benoeming op de eerstvolgende algemene ledenvergadering.

Kanttekening

Ondergetekende is voorzitter van het bestuur. Ik ervaar bestuur en vereniging als bijzonder nuttig, doelmatig werkend en aangenaam. We zoeken iemand met een persoonlijke betrokkenheid met spierziekten.

Verslag congres samenwerking wijk- en jeugdteams met eerstelijn

29 september 2017 vond in de Jaarbeurs Utrecht een congres plaats over de samenwerking tussen welzijn en zorg. Het ochtendprogramma bestond uit een aantal plenaire sprekers en flitspresentaties. In de middag waren er twee rondes met diverse workshop. De Guus Schrijvers Academie organiseerde het congres, samen met diverse koepel- en wijkorganisaties.

De belangrijkste conclusies: Er zijn een aantal goede voorbeelden beschikbaar over de samenwerking tussen de eerstelijn met de wijk-, FACT- en jeugdteams. Maar kennis hierover wordt nog te weinig gedeeld en verder doorontwikkeld. In veel gebieden staat de samenwerking tussen welzijn- en zorg nog in de kinderschoenen. Samenwerken tussen deze disciplines is een ingewikkeld en langdurig proces waarbij veel komt kijken, zoals het opstarten van een professionele dialoog,  het werken aan wederzijds vertrouwen, het erkennen en herkennen van elkaars kwaliteiten en het maken van concrete en sluitende werkafspraken.

Ochtendprogramma
  • Het congres werd geopend door Henry de Boer, algemeen directeur/bestuurder Coöperatie Amaryllis, met een verhaal over  de (toekomst van ) de sociale wijkteams in de Gemeente Leeuwarden. Zijn presentatie kan je hier downloaden.
  • Daarna kwam André Rouvoet, voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland aan het woord. Hij gaf onder andere aan dat het lastig is voor de negen zorgverzekeraars om (lange termijn) afspraken te maken met 388 gemeentes.  Daarom stelt Rouvoet voor de dat de grootste regionale zorgverzekeraar in een gebied het initiatief neemt om afspraken op maat te maken met een aantal gemeenten, die dan uitgebreid kunnen worden naar andere gemeenten. Gezamenlijk inkopen van zorg is nog ver weg. Wel vindt Rouvoet het logisch dat er voorafgaand aan de zorginkoop overleg plaatsvindt tussen de grootste zorgverzekeraar en gemeenten om gezamenlijk wensen te formuleren richting zorgaanbieders. De Presentatie van  André Rouvoet vind je hier.
  • Vervolgens was het de beurt aan Wim Gorissen, directeur Effectiviteit en Vakmanschap bij het Nederlands Jeugdinstituut. Zijn lezing ging over de jeugdwet en het jeugdveld en over samenwerking in de eerstelijnsjeugdhulp. Daarnaast hielt hij een pleidooi voor ‘samen lerend doen wat werkt’. De presentatie van Wim Gorrissen kan je hier bekijken.
  • Na de koffiepauze was het podium voor Jacqueline van Riet, huisarts in Utrecht-Overvecht en ambassadeur van het concept van Ziekte en Zorg naar Gezondheid en Gedrag. Zij vertelde onder andere over de uitkomsten van de pilot ‘Krachtige Basiszorg’ in Utrecht Overvecht. De pilot betreft een integrale aanpak voor bewoners die veel problemen ervaren in hun dagelijkse leven en het zelf (even) niet redden. Ze hebben een slechte gezondheid, zijn bijvoorbeeld werkloos of hebben psychische problemen.  Aan het eind van haar presentatie kregen de Utrechtse wethouder Kees Diepeveen en een vertegenwoordiger van Zilveren Kruis een cheque uitgereikt, voor de besparing die de pilot heeft opgeleverd. De presentatie van Van Riet kan je hier downloaden.
  • Het ochtendprogramma werd afgesloten met drie flitspresentaties:
     Huub Sibbing (adviseur bestuur VenVN )hield een pleidooi om door te stoten van Ziekte en Zorg via Gezondheid en Gedrag naar Mens en Maatschappij. Bekijk hier deze flitspresentatie.
    Helmie Mulder (senior beleidsmedewerker bij het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie) presenteerde het Initiatief ‘Beweegzorg’ om het beweeggedrag, de leefstijl en de gezondheid van burgers te verbeteren. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om kinderen met overgewicht of mensen met een hoog risico op diabetes.
    Lucy Smit (Jeugdarts bij JGZ Kennemerland) betoogde dat de jeugdarts de aangewezen specialist is om de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de opgroeiende jeugd in relatie tot de leefomgeving te onderzoeken, te interpreteren en te bevorderen. Haar presentatie vind je hier.
Middagprogramma

Het middagprogramma bestond uit twee keer vier workshops:

Hieronder vind je een foto-impressie van het congres:

Zorginkoop-experimenten kunnen zorgkwaliteit verbeteren

De huidig betalingsvorm in de zorg heeft zijn langste tijd gehad, omdat financiële prikkels ontbreken om betere kwaliteit te leveren. Bij drie gebieden in de zorg kijk ik daarom verlangend uit naar zorginkoop-experimenten waarbij uitkomstbekostiging gecombineerd wordt met populatiebekostiging. Dat zijn de wijkverpleegkundige zorg, de acute zorg en de geestelijke gezondheidszorg.

Uitkomstbekostiging

In 2011 nam de Tweede Kamer de motie-Smilde aan, om in 2020 uitkomstbekostiging gerealiseerd te hebben. Bij uitkomstbekostiging gaat het om het betalen van medisch specialisten en andere zorgaanbieders op basis van hun meerwaarde voor de gezondheid van hun patiënten. In de Engelse en Amerikaanse praktijk betekent dit dat de betaling plaats vindt op basis van een tarief per hoofd van de patiëntenpopulatie plus een klein bedrag voor de gerealiseerde kwaliteit van zorg. Een voorbeeld: indien een ziekenhuis weinig ongeplande heropnamen heeft na eerste opnamen, ontvangt het een hogere betaling. Ook kom het voor dat een zorgverzekeraar niets betaalt voor zo’n heropname.

Cappuccinomodel

Sinds 2011 krijgt uitkomstbekostiging in wetenschappelijk kring, bij onderwijsgevenden en opinieleiders steeds meer aandacht. Dat gebeurt via termen als Value Based Health Care en populatiebekostiging. Zelf introduceerde ondergetekende hiervoor de term Cappuccinomodel. Uitkomstbekostiging ging de grondslag vormen voor de Accountable Care Organizations. Dat zijn samenwerkingsverbanden van eerste lijn en ziekenhuizen.

P maal Q betaling

In Nederland krijgt de uitkomstbekostiging in combinatie met de populatiegebonden bekostiging tot nu toe geen voet aan de grond. Het blijven buzz-woorden voor congressen en beschouwingen in de vakpers. Dat heeft twee oorzaken. Ten eerste wordt in voorstellen voor uitkomstbekostiging weinig aandacht besteed aan bezwaren tegen de bestaande bekostiging. Die heet in het veld P maal Q betaling. Hierbij staat de ‘P’ voor de prijs per eenheid product en de ‘Q’ (quantity) voor de hoeveelheid producten gemeten in verrichtingen, consulten of uren.

Cliëntenstop

Bij het inkopen van zorg trachten gemeenten en zorgverzekeraars een zo laag mogelijke P te bereiken en de zorgaanbieders een zo hoog mogelijk Q. Is de inkoop eenmaal tot stand gekomen, dat komt menig zorgaanbieder met de mededeling dat de Q te laag is. Dat gebeurt vaak in september, als de zorgaanbieder ziet dat zij niet uitkomt met de toegezegde Q. Onlangs was Nederland hiervan getuige bij de aangekondigde cliëntenstop van GGz-instelling Emergis in Zeeland.

Financiële prikkel

Het grootste bezwaar tegen het P maal Q betalen is dat een financiële prikkel ontbreekt om betere kwaliteit te leveren, zoals bij uitkomstbekostiging wel het geval is. Verder belemmert de P maal Q aanpak de zorginnovatie en het streven naar een verschuiving van het zorgaanbod die zou kunnen leiden tot een lagere Q.

Financiële innovaties

Ten tweede ontbreken in Nederland experimenten met financiële innovaties. Bij dergelijke innovaties vindt een vernieuwing eerst op kleine schaal plaats, die wordt vervolgens geëvalueerd en daarna bij succes geleidelijk verspreid naar andere regio’s. Nederland kent alleen reorganisaties-in-één-klap (Engels: big bang reorganisations) van de bekostiging. Recente voorbeelden ervan zijn de drie decentralisaties per 1 januari 2015 in de langdurige zorg en de jeugdzorg.

Wijkverpleegkundige zorg

Bij drie gebieden in de zorg kijk ik verlangend uit naar zorginkoop waarbij uitkomstbekostiging gecombineerd wordt met populatiebekostiging. Ten eerste bij de inkoop van wijkverpleegkundige zorg. Deze zorg zou je kunnen inkopen met een tarief per 75-plusser die in de wijk woont. Dit is de populatiegebonden bekostiging. Indien een wijkverpleegkundige zo werkt, dat cliënten positievere ervaringen hebben, wachtlijsten korter worden en de uitstroom naar verpleeghuizen geringer is, krijgen zij meer betaald. Dit is de uitkomstbekostiging.

Acute zorg

De tweede financiële innovatie betreft de bekostiging van de acute zorg (het ambulancevervoer, de huisartsenposten met hun visite-auto’s en de Spoedeisende Hulpafdelingen). Populatiegebonden bekostiging betekent voor deze sector een betaling per hoofd van de bevolking van het gebied dat zij bedienen en een betaling per vierkante kilometer. De uitkomstbekostiging lijkt op die van de wijkverpleging: als patiënten positiever zijn, de beschikbaarheid sneller is en de uitstroom naar ziekenhuizen en eerstelijnsverblijf lager, ontvangt de spoedzorg meer geld. De hoofdmoot van haar inkomsten komt uit de populatiegebonden bekostiging en een klein deel uit de uitkomstbekostiging.

Geestelijke gezondheidszorg

De derde wenselijke financiële innovatie betreft de bekostiging van de geestelijke gezondheidszorg. Hier ligt een enorm potentieel aan zorginnovatie, dankzij nieuwe inzichten in behandeling en herstel, e-mental health en samenwerking met de sociale teams. Innovatie van de geestelijke gezondheidszorg wordt belemmerd door de P maal Q betaling, zo leerde ik deze week van de discussie na een gastcollege over dit onderwerp voor psychiaters. Door de nadruk op P maal Q van het management (zij zijn in loondienst) komt zorginnovatie niet van de grond.

Steun

Ik ontmoette grote bereidheid om over te gaan tot populatiegebonden bekostiging (een tarief per lid van de populatie die zij bedienen) gecombineerd met een uitkomstbekostiging. Hierbij komt een beetje meer geld beschikbaar bij betere patiëntervaringen, minder wachtlijsten en minder uitstroom naar intramurale klinieken.

Experimentele innovaties

Ik ben tegenstander van financiële reorganisaties-in-een-klap. Experimentele financiële innovaties zie ik graag gebeuren. Dan kan een sector ervaring opdoen, de juiste software ontwikkelen en de indicatoren voor de uitkomstbekostiging preciezer vaststellen. Wie durft?

Implementatie digitale innovaties: al doende leren?

Bij traditionele interventies is de implementatiestrategie: eerst toetsen, dan toepassen. Bij digitale innovaties verloopt de implementatie meestal anders: al doende leren. Hoe kunnen we deze twee strategieën goed bij elkaar brengen?

Interventies

Palliatieve zorg bij doodzieke kinderen; continue zuurstofmonitoring in de hersenen; het vaststellen van een depressie bij kankerpatiënten en het verruimen van aders door plaatselijke verwarming: deze vier interventies vormden onderwerpen van dissertaties in de afgelopen twee weken aan de Universiteit Utrecht. Steeds was de implementatiestrategie dezelfde. Eerst de interventie uitproberen in een academische setting. Daarna vijf tot tien artikelen erover publiceren. Bij gebleken succes opnemen in richtlijnen en nascholing van betrokken beroepsgroepen. Tenslotte toepassen in de gehele Nederlandse gezondheidszorg. Extra betaling door de zorgverzekeraar is dan ook gemakkelijk geregeld. Dit geldt voor zowel medisch maatschappelijke onderwerpen, zoals palliatieve zorg, als voor medisch technologische interventies, zoals zuurstofmonitoring.

Digitale innovaties

Hoe anders is de implementatie van digitale innovaties, bijvoorbeeld van een app om een patiënt met COPD te stimuleren tot zelfmanagement? Of een app voor a-synchroon elektronisch overleg binnen een multidisciplinair team? Ze worden vaak ontwikkeld buiten de academie, meestal door een klein bureau met IT experts. Onduidelijk is, of ze werken op alle devices, of ze veilig zijn, of ze de gezondheid bevorderen en of ze zorgkosten besparen. Er verschijnen geen publicaties over in peer reviewed tijdschriften. Na een of twee jaar verschijnt er vaak een nieuwe versie van de app. Want de oude bleek toch enkele gebreken te hebben….

Twee culturen

De eerste implementatie strategie noem ik: eerst toetsen dan toepassen en de tweede: al doende leren. Ze staan voor twee culturen. De eerste heeft tot een uitstekende diagnostiek en dito behandelingen geleid waarvoor in de maatschappij en bij zorgprofessionals veel respect bestaat. De tweede strategie heeft de samenleving veel comfort gebracht via bijvoorbeeld slimme navigators in de auto, mobiele telefoons die je vragen beantwoorden en het boeken van tickets vanachter je bureau. Maar door één deur samen in de gezondheidszorg, dat lukt nog niet erg.

Online afspraken

Ik zie enkele interventies die de twee werelden kunnen overbruggen. Dat is ten eerste het online afspraken maken met artsen en andere professionals. Niemand vindt het leuk om een kwartier aan de lijn te hangen om een afspraak te regelen met een arts. Ook de assistente niet, die met de patiënt moet onderhandelen. Wij zijn inmiddels gewend om via het internet afspraken te maken en online te boeken bij bioscopen, restaurants en vliegtuigmaatschappijen. Ervaring in Californië leert dat met goede voorlichting de meerderheid van de populatie binnen enkele jaren online afspraken maakt met artsen. Dat kan ook in Nederland.

WhatsApp voor professionals

Een andere mogelijkheid is het terugdringen van het telefoonverkeer tussen professionals die elkaar dringend moeten raadplegen. Dat kan via beveiligde verbindingen, die lijken op de WhatsApp-communicatie die bijna iedereen ook privé gebruikt. Het is er al. Het enige wat zou moeten gebeuren is een gedragscode opstellen over de onderwerpen die wel en niet via een communicatie-app worden gedeeld.

Eerste stap

Deze twee mogelijkheden hebben nog niets te maken met medische diagnostiek en behandeling en evenmin met archiveren van data. Ze vervangen slechts het telefonisch afspraken maken en het onderlinge belverkeer tussen professionals.

Ideeën

Graag verneem ik van lezers van dit stuk andere oplossingen om de twee implementatie strategieën Eerst toetsen dan toepassen en al doende leren samen te brengen. Graag hieronder jouw oplossing.

E-health Congres

Op 10 november 2017 vindt in Utrecht het 7e Nationale E-health Congres plaats voor zorgprofessionals. Dit congres probeert bovenstaande implementatiestrategieën te mengen, door vragen te beantwoorden als: Wat is de meerwaarde van e-health voor diagnostiek, therapie, nazorg en patiënten? Hoe kunnen we goede voorbeelden sneller verspreiden? En aan welke kwaliteitseisen moet een goed e-health voorbeeld voldoen? Deze (en andere) vragen staan centraal op dit interactieve (bijscholing)congres, dat bestaat uit korte voordrachten, workshops en flitspresentaties. Heb je interesse om dit congres te bezoeken? Klik dan hier voor meer informatie en het inschrijfformulier.

Hoe vervul je de regierol bij kwetsbare gezinnen?

Stel: Je bent verantwoordelijk voor de regie over zorg en ondersteuning aan een kwetsbaar gezin volgens de werkwijze 1Gezin, 1Plan, 1Regisseur. Heb je daarbij scherp wat je moet doen? Wat je moet weten? Wat je moet kunnen? Wat er voor jou geregeld moet zijn? De vijf inspecties van Toezicht Sociaal Domein gaan hierover graag met je in gesprek tijdens het congres over onder meer samenwerking van jeugdteams en eerste lijn op vrijdag 29 september te Utrecht.

Regierol

De inspecties hebben de benodigde kennis, competenties, bevoegdheden en randvoorwaarden voor het goed (laten) uitvoeren van de regierol bij kwetsbare gezinnen in kaart gebracht. Voor regisseurs, gemeenten en instellingen zijn deze inzichtelijk gemaakt op de website www.regiesociaaldomein.nl die eind september online gaat. Dit overzicht helpt regisseurs, instellingen en gemeenten bij het gesprek over een goede invulling van de regierol.

Onderzoek

De website is het resultaat van diverse onderzoeken van Toezicht Sociaal Domein. De inspecties hebben regisseurs in het sociaal domein bevraagd over hun functie. Daarnaast is gebruik gemaakt van eerdere onderzoeken van Toezicht Sociaal Domein, bijvoorbeeld het onderzoek Het wijkteam en kwetsbare gezinnen dat eind april 2017 is gepubliceerd.

Workshop

Toezicht Sociaal Domein is een samenwerkingsverband van de Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg, Inspectie voor het Onderwijs, Inspectie Veiligheid en Justitie, Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Inspecteur Hèlen Heskes gaat graag met jou aan de slag over dit onderwerp in een workshop op het congres over samenwerking tussen eerste lijn en sociaal domein op 29 september In Utrecht. Klik hier als je het congres en deze workshop (13.30 uur) wilt bezoeken.

Preventiematrix

Na de inspectie komt Marga Beckers aan het woord in dezelfde workshop op het congres. Zij is adviseur van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ). Haar onderwerp gaat over samen werken in de wijk met de preventiematrix. Deze matrix helpt bij het overzichtelijk maken van de activiteiten en interventies die er in jouw wijk of gemeente al zijn voor verschillende doelgroepen. De matrix maakt ook meteen inzichtelijk welke onderwerpen of doelgroepen nog aandacht behoeven.

Jeugd

De matrix kan op verschillende manieren worden gebruikt door gemeenten en/of professionals, al dan niet samen met burgers. In de workshop leer je de matrix toe te passen voor jeugd van nul tot achttien jaar. Er is ook een matrix voor volwassenen en voor ouderen beschikbaar. Sinds medio augustus staat de preventiematrix op de website van het NCJ. Heb je interesse om deze workshop en het congres 29 september over samenwerking tussen wijk- en jeugdteams en eerstelijn te bezoeken? Klik dan hier voor meer informatie of voor het inschrijfformulier.

 

Innovaties verlagen werkdruk huisartsenpost

Innovatieve oplossingen zijn nodig om de acute huisartsenzorg te ontlasten. Goede voorbeelden uit het land kunnen een aanzet geven. Ik pleit ervoor dat elke HAP en elke zorgverzekeraar een of meer van onderstaande innovaties opneemt in haar innovatiebeleid.

Werkdruk

Begin september bracht INEEN de benchmark huisartsenposten 2016 uit. Daaruit blijkt dat meer consulten in dezelfde tijd worden afgehandeld dan in 2015. Ook de toegenomen complexiteit van de zorgvragen leidt tot een hogere werkdruk. Het aanstellen van extra huisartsen om de werkdruk te verlagen is in de meeste regio’s niet mogelijk: er zijn nauwelijks huisartsen beschikbaar om extra-diensten buiten kantoortijd te draaien. Nodig zijn innovatieve oplossingen. Hieronder volgen enkele:

Verpleegkundig specialisten Eindhoven

Een team met twee verpleegkundig specialisten en twee huisartsen kan in het weekend overdag op de huisartsenpost alle zorgvragen van patiënten behandelen en verlaagt daarmee de werkdruk van huisartsen. Bij acute visites thuis bij oudere patiënten doen de verpleegkundigen goed werk. Dit bleek uit een experiment op de huisartsenpost in Eindhoven.

Wijkverpleegkundigen Amsterdam

Op de SEH van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis- Oost te Amsterdam werken wijkverpleegkundigen van thuiszorgorganisaties Cordaan en Evean. Zij zijn op afroep beschikbaar om een intake af te nemen. Als er zorg thuis nodig is organiseert de wijkverpleegkundige dit ter plekke in overleg met de patiënt en mantelzorgers. Hierdoor ontstaat er een betere doorstroom en neemt de (werk)druk op de SEH af. Deze geslaagde samenwerking is eenvoudig uit te breiden naar de HAP’s.

Publieksversie Nederlandse Triage Standaard

Huisartsen, ambulance centralisten en SEH’s bepalen de urgentie van een patiënt met behulp van de Nederlandse Triage Standaard (NTS). Als die openbaar toegankelijk is voor het grote publiek, gaat daarvan een grote educatieve werking uit. Dat is ook het geval voor de publiekswebsite www.thuisarts.nl waarop alle huisartsenstandaarden staan. Patiënten kunnen dan zelf checken of symptomen ernstig genoeg zijn om (acuut) zorg in te roepen.

Crisisplannen voor mensen met hoog risico

Ongeveer een kwart van de HAP patiënten is een kind. Er ligt een taak voor de jeugdgezondheidszorg om groepseducatie aan te reiken over de vraag wanneer ouders met spoed naar de HAP moeten gaan. De NTS-publieksversie is hierbij het lesmateriaal voor de te maken crisisafspraken. Daarnaast kunnen praktijkondersteuners van huisartsen (POH’s) een crisisplan maken bij mensen met chronische aandoeningen. Zij kunnen bijvoorbeeld afspreken met een COPD-patiënt wat zij moeten doen bij een exacerbatie. Dit gebeurt al her en der en met succes.

Inkoop samenhangende acute zorg

In Schotland kopen de financiële instanties doelgroepgewijs zorg in. Ik schreef hierover al eerder. Deze instanties kopen bijvoorbeeld ambulancezorg, acute huisartsenzorg en acute medisch specialistische zorg als één pakket in. Daardoor zijn zij in staat het aantal spoedopnamen in ziekenhuizen jaarlijks te verminderen. Nederlandse zorgverzekeraars zouden ook inkoopteams van acute zorg kunnen formeren per regio.

Conclusie

Bovenstaande innovaties bestaan al. Ze verlagen de werkdruk van huisartsen op de HAP’s. Ik zou willen dat elke HAP en elke zorgverzekeraar een of meer van deze innovaties opneemt in haar innovatiebeleid.

Spoedzorg Congres

Op 6 oktober vindt het congres over recente ontwikkelingen in de spoedzorg plaats. Dan komen alle bovengenoemde innovaties terug in plenaire lezingen, workshops en flitspresentaties. Dit (nascholing)congres wordt inhoudelijk georganiseerd door ondergetekende. Wil je naar dit congres en met collega’s van gedachten wisselen over deze en nog vele andere innovaties? Klik dan hier. Het congres is geaccrediteerd voor vele beroepsgroepen. Meer informatie hierover kan je krijgen van congresorganisator Petra Schimmel via secretariaat@guusschrijvers.nl.

Dit bericht verscheen (in gewijzigde vorm) ook als blog in het vakblad Zorgvisie.

Weinig draagvlak voor anti-rookmaatregelen bij politiek en zorgveld

Een op de vier zware rokers overlijdt voor de 65e verjaardag. Van zware rokers is de levensverwachting gemiddeld 13 jaar korter dan van nooit-rokers. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van het CBS en het Trimbos-instituut dat afgelopen week werd gepubliceerd. Het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) wijst de laatste maanden terecht op de noodzaak om het roken te beperken in Nederland. Longartsen Wanda de Kanter en Pauline Dekker gingen het tijdschrift daarin voor. De politiek en (een deel van) het zorgveld blijven achter in deze discussie.

Accijnsverhoging

De meest effectieve maatregel om roken tegen te gaan, is het verhogen van de accijns op tabak tot het niveau dat in het Verenigd Koninkrijk geldt. Daar kosten 20 sigaretten 10,09 euro. De accijns bedraagt 6,81 euro en de btw 1,68 euro. In Nederland kosten sigaretten aanzienlijk minder: 5,94 euro, waarvan 3,63 euro accijns en 1,03 euro btw, aldus de Jellinek kliniek .

Aandacht

Ik bespeur in de verkiezingsprogramma’s nauwelijks aandacht voor de accijnsverhoging op tabak. Ook het zorgveld blijft achter, op het genoemde tijdschrift en de twee longartsen na. Hoe komt dat, terwijl politiek en veld gezondheidsbevordering in het algemeen zo hoog in het vaandel hebben staan? Het is gissen naar oorzaken. Ik gis hieronder mee, zonder zeker te weten of mijn redenering waar is. In de wetenschap heet dit: ik formuleer nog niet gecheckte hypothesen. Case studies zouden duidelijkheid kunnen verschaffen hierover.

Politiek

De liberale politieke partijen VVD en D66 zijn voor minder overheidsbemoeienis en staan om paternalistische redenen niet te trappelen om de accijns te verhogen op tabak. De linkse partijen hebben een achterban die veelal bestaat uit mensen met een lager inkomen dan bij andere partijen. Bekend is dat mensen met een laag inkomen meer roken dan mensen met een hoog inkomen. Ook van deze partijen is weinig steun te verwachten voor een accijnsverhoging: dan raken zij bij een volgende verkiezing nog meer zetels kwijt. Dus kort door de bocht: van de politiek mogen wij geen steun verwachten voor accijnsverhoging op tabak.

Collectebussen

Ook het zorgveld loopt daarvoor niet echt warm. Voor mij is onduidelijk waarom het NTvG tabaksreductie wel financieel steunt en het KWF en andere kankerfondsen dat niet in vergelijkbare mate doen. Zijn zij bang dat een duidelijke opstelling van hun kant minder geld oplevert in hun collectebussen?

Patiëntenfederatie

De Patiëntenfederatie mis ik ook bij de adhesiebetuigingen om de accijns te verhogen. Hoe zit dat? Wordt er in de achterban bij patiëntenverenigingen te veel gerookt door patiënten met COPD, kanker of psychiatrische problemen?

Actie

En waar blijven de artsenorganisaties op het terrein van oncologie, hart- en vaatziekten en longaandoeningen? Waar is hun steunbetuiging aan Wanda de Koster, Pauline Dekker en het NTvG? Kom op professionals: laat je stem horen voor accijnsverhoging en stel je actiever op in het publieke- en professionele debat!