Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Slikken protestantse landen minder pillen dan katholieke landen?

In 2012 gaf het overwegend protestantse Nederland minder geld uit aan geneesmiddelen dan het katholieke België en Frankrijk: 322 euro per inwoner tegen 404 euro in België en 521 euro in Frankrijk. Wie het overwegend protestantse Groot Brittannië vergelijkt met het overwegend katholieke Ierland, komt tot hetzelfde beeld: Het eerste land besteedt 224 euro per inwoner aan medicatie en Ierland 445 euro.

Religieuze oriëntatie

Een verklaring voor deze verschillen zou kunnen liggen in de verschillende religieuze oriëntatie. Het protestants christelijke geloof staat minder toe dat de mens ingrijpt in Gods schepping. Dan ligt het slikken van medicatie tegen lichamelijke aandoeningen minder voor de hand. Katholieken zijn pragmatischer en kunnen biechten als zij zondigen. Dan ligt het innemen van medicatie makkelijker. Klopt deze redenering? Of spelen andere factoren zoals samenwerking tussen artsen en apothekers, therapietrouw en financiering van de farmaceutische zorg een grotere rol?

Boek

Met deze vraag worstel ik bij het schrijven van mijn nieuwe boek The ABC of Integrated Care, patient Activation, healthier Behaviour and Cost Control. Als jij mij uit mijn aarzeling wilt halen, schrijf mij dan een mail of geef je reactie hieronder. Voeg even toe waarop jij je kennis baseert: eigen ervaring, eigen redenering, eigen onderzoek of een wetenschappelijk onderzoek van derden. Bij voorbaat dank!

Ziekenhuis experimenteert met vrije budgetruimte en langetermijnafspraken

Ziekenhuis Bernhoven in Oss heeft een langetermijnafspraak met Zorgverzekeraar VGZ gemaakt. De instelling moet 16% inleveren in vier jaar, aldus het Financiële Dagblad. Het ziekenhuis mag daarbij het zorgaanbod aanpassen (bijvoorbeeld ambulantiseren), zolang men maar binnen die reductie blijft. Voor het ziekenhuis is de bezuiniging een bittere pil. Het voordeel is wel dat het jaarlijkse begrotingsritueel minder belangrijk wordt. Medewerkers en leiding hebben zekerheid voor de komende jaren.

Marktwerking

VGZ kijkt uit naar andere ziekenhuizen die ook langetermijnafspraken willen maken. Met dergelijke afspraken raakt de jaarlijks marktwerking op basis van DBC’s/DOT’s op de achtergrond. En dat is goed. Want patiënten, ziekenhuizen, medisch specialistische bedrijven, banken en zorgverzekeraars varen wel bij lange termijnafspraken zoals bij Bernhoven.

Experiment Denemarken

In Denemarken gaat een vergelijkbaar experiment van start. Ook dit land kent financiering op basis van DBC’s. Drie ziekenhuizen starten daar met net zo’n experiment als dat tussen Bernhoven en VGZ, aldus een uitgebreid bericht dezer dagen op de website van Follow the Money. Het verschil is dat Denemarken haar experiment koppelt aan een uitgebreid evaluatieonderzoek met zelfs een internationale begeleidingscommissie.

Vragen

Bij het experiment van Bernhoven en VGZ zijn ook interessante onderzoeksvragen te stellen. Ik noem er enkele:

  1. Gaan gezondheid en welzijn, de kwaliteit van zorg en de doelmatigheid van de Bernhovense patiëntenzorg in de komende vier jaar erop vooruit, vergeleken met andere streekziekenhuizen zonder experiment?
  2. Gaat het pas gebouwde Bernhoven ook haar vastgoed voor 16% afstoten, of gaat het alleen bezuinigen op personeel?
  3. Worden de regelkosten (zonder jaarlijks gedoe over begrotingen) in Bernhoven lager dan in vergelijkbare streekziekenhuizen?
  4. Gaat de arbeidsvreugde van artsen (die allen in 2015 in loondienst gingen) en andere Bernhovense medewerkers erop vooruit (dankzij lange termijn perspectief op hun werk) in vergelijking met streekziekenhuizen zonder experiment?
Internationale vergelijking

Ik hoop dat VGZ en Bernhoven hun experiment laten begeleiden door een wetenschappelijk onderzoek met openbare verslaglegging. Wellicht kunnen de onderzoekers de vragenlijsten en registratiemethoden van het Deense experiment gebruiken. Dat scheelt weer in de onderzoekskosten en maakt internationale vergelijking mogelijk. Wat vind jij van een dergelijk experiment?

Symptoomchecker-apps vaak onbetrouwbaar

Sinds enkele jaren zijn er gezondheidsapps op de markt, die een diagnose stellen op basis van symptomen en gezondheidsklachten, die patiënten hebben ingevoerd in de app. Die apps heten symptoomcheckers. Uit onderzoek van de Harvard Medical School blijkt dat het merendeel van de onderzochte Engelstalige symptoomcheckers niet betrouwbaar zijn.

Werking symptoomcheckers

Na invoering van de symptomen stellen symptoomcheckers ofwel een diagnose (of groep van waarschijnlijke diagnoses) of zij geven een urgentie aan. Die urgentie kan je verdelen in drie groepen: 1. Onmiddellijk een arts raadplegen 2. Maak een afspraak met een arts binnen enkele dagen. 3. Zelfzorg volstaat.

Onderzoeksopzet

Een onderzoeksgroep van de Harvard Medical School heeft de betrouwbaarheid van 23 Engelstalige symptoomcheckers onderzocht. Zij publiceerden daarover in de British Medical Journal.  Het onderzoek kan je hier downloaden. De onderzoekers voerden in de apps symptomen en klachten in, die volgens professionele standaarden op specifieke diagnoses wezen. Hiervoor gebruikten ze 45 verschillende voorbeelden van papieren patiënten ofwel vignetten: vijftien per urgentiegroep zoals hierboven vermeld. Uiteindelijk gebruikten de onderzoekers 770 vignetten om de diagnosestelling te beoordelen door die 23 checkers en 550 om de urgentiebepaling te beoordelen. Sommige symptoomcheckers deden beiden met hetzelfde vignet.

Uitkomsten

Bij 34% van de 770 vignetten kwamen de checkers op de juiste diagnose. Bij 58% hoorde de juiste diagnose bij de groep van de eerste twintig waarschijnlijke diagnosen. Bij 57% van de genoemde 550 urgentie vignetten plaatsten de symptoomcheckers patiënten in de juiste urgentiegroep. Voor onmiddellijke hulpinzet (groep 1) bedroeg dit percentage 80% en voor de tweede groep 55%. Bij twee derde van de vignetten waarvoor volgens professionele standaarden zelfzorg volstond (groep 3), adviseerden de symptoomcheckers toch professionele zorg.

Nederlandse varianten

Tot zover de resultaten van dit onderzoek. Ook In Nederland zijn symptoomcheckers in gebruik. Bekende zijn de Dokter-op-zak app van zorgverzekeraar FBTO en de app Moetiknaardedokter.nl. Daarnaast zijn er tal van apps die op specifieke diagnosegebieden zoals kanker, geestelijke gezondheidszorg en chronische zorg antwoord geven aan mensen met vragen over symptomen. Of die Nederlandse symptoomcheckers betrouwbaarder zijn dan de hier geteste Engelse varianten is nooit onderzocht. Hier ligt een schone taak voor patiëntenverenigingen, Consumentenbond, zorgverzekeraars en de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

Boek

Ik kwam dit artikel op het spoor bij het schrijven van mijn boek The ABC of Integrated Care: patient Activation, healthier Behaviour and cost Control , dat begin 2017 uitkomt.

Oncologen en traumachirurgen: ga samen cappuccino drinken

De Amsterdamse UMC’s gaan fuseren. Gevolg? Alle oncologische zorg gaat naar de locatie van het VUmc en alle traumazorg naar het AMC. In West-Brabant staat het Bravis ziekenhuis. Dit ziekenhuis is ontstaan na een fusie. Gevolg? Alle oncologische zorg gaat naar Roosendaal en alle acute zorg naar Bergen op Zoom. Amsterdam en West-Brabant leren dat er meerwaarde voor gezondheid, kwaliteit en doelmatigheid bestaat om bij fusie de ene zorg op de ene locatie en de andere zorg op de andere locatie aan te bieden. Oncologen en traumachirurgen kunnen hierbij een voortrekkersrol vervullen.

Integrated Cancer Network

De afkorting ICN staat voor Integrated Cancer Network. Er komen er acht van in Nederland. Zij maken onder meer regionale oncologische zorgpaden voor 24 tumorgroepen, doen voorstellen voor concentraties van chirurgische ingrepen en trachten nazorg en palliatieve zorg op hoog peil te houden. Binnenkort zit ondergetekende een workshop voor van professionals werkzaam in die acht ICN’s. Zij worstelen met de vraag, wat welk ziekenhuis gaat doen aan diagnostiek, ingrepen en nazorg.

Regionaal Overleg Acute Zorg

De afkorting ROAZ staat voor Regionaal Overleg Acute Zorg. Er zijn er acht: één per UMC. De ROAZ’s maken onder meer regionale zorgpaden voor diverse groepen acute patiënten. Aan de orde is bijvoorbeeld de vraag: Wanneer gaat een type ambulance-patiënt bij voorkeur naar ziekenhuis A of naar ziekenhuis B? In het najaar geef ik hierover een lezing voor professionals in de spoedzorg. Zij worstelen bij de uitwerking van hun goede ROAZ-ideeën met de vraag: wat welk ziekenhuis gaat doen aan acute zorg.

Overleg

Binnen ICN’s en ROAZ’s spelen oncologen respectievelijk traumachirurgen een vooraanstaande rol. Wellicht moeten zij maar eens met elkaar een kopje cappuccino gaan drinken. Dan kunnen zij een aanzet bedenken om te komen tot gelijktijdige en budgettair neutrale regionale herlocatie van hun taken. Als zij een gezondheidsgericht, intelligent en praktisch voorstel doen, krijgen ze hun collega’s in de ICN’s en de ROAZ’s, hun medische bedrijven en Raden van Bestuur vast mee.

Feedback

Dit stuk schrijf ik naar aanleiding van recente gesprekken ter voorbereiding van gastcolleges over ICN’s, spoedzorg en spreiding van CVA-zorg. Als studeerkamergeleerde is mijn valkuil dat ik soms niet-realistische voorstellen doe in voordrachten. Graag ontvang ik daarom feedback op bovenstaande cappuccino-suggestie. Als je er wat van vindt, stuur mij dan een mail of geef je reactie hieronder.

‘Familiefabels’ Vilans op mantelzorgcongres 20 april

Vilans in Utrecht is specialist in het ontwikkelen en helpen toepassen van kennis die de langdurige zorg verbetert. Zij beschikken over uitgebreide kennis en informatie over mantelzorg, die zij graag willen delen op het mantelzorgcongres op 20 april in Zeist. Tijdens het mantelzorgcongres vertellen zestien zorgaanbieders, cursusaanbieders, app-bouwers en onderzoekers in korte flitspresentaties iets over een innovatie of onderzoek op dit gebied. Cecile Scholten, expert informele zorg bij Vilans, is daar een van. Zij gaat in op de juridische aspecten van mantelzorg: wat mag een mantelzorger juridisch gezien?

In voor Mantelzorg

Naast de juridische mogelijkheden vertelt Cecile Scholten iets over het programma In voor Mantelzorg: ‘Dit is een programma voor zorgorganisaties die willen werken aan een betere ondersteuning van- en een betere samenwerking met mantelzorgers.’ In voor Mantelzorg biedt zorgorganisaties innovatietrajecten op maat: ‘In de innovatietrajecten ligt de nadruk op het versterken van de positie van mantelzorgers en een meer gelijkwaardige samenwerking in de zorg. Ook het geven van goede informatie en het wegnemen van belemmerende regels komt aan de orde. Daarnaast is er aandacht voor signalering en voorkomen van overbelasting en het gericht inzetten van technologie en hulpmiddelen. Het programma richt zich op zorgaanbieders in de ouderen- en gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, ziekenhuizen en revalidatiecentra, thuiszorg en eerstelijnszorg.’

Familiefabels

Yvonne de Jong is senior adviseur Zorgmedewerker in verandering bij Vilans. Haar flitspresentatie tijdens het mantelzorgcongres gaat over de workshop Theatervoorstelling ‘Familiefabels: ‘Deze voorstelling agendeert familieparticipatie op een interactieve, snelle en leuke manier. De workshop is bestemd voor medewerkers van organisaties in de ouderenzorg, gehandicaptenzorg, thuiszorg en revalidatie. Met de voorstelling Familiefabels zetten we het belang van familie op de kaart. De typetjes brengen de problematiek tot leven. Deelnemers leren hoe ze de betrokkenheid van familie en mantelzorgers kunnen bevorderen. Een goede samenwerking tussen professionals en familie of mantelzorgers draagt immers bij aan de doelmatigheid en kwaliteit van de zorg. De voorstelling duurt met introductie en nagesprek door de manager ongeveer 2 uur. ‘

Mantelzorgcongres

Het congres en de beurs ‘Mantelzorg is goedkoop maar niet gratis’, gaat over het versterken van mantelzorg door middel van begeleiding, cursussen, trainingen, apps, financiële prikkels en gerichte subsidies. Heb je interesse om dit congres op 20 april in Zeist bij te wonen? Klik dan hier voor meer informatie of schrijf je alvast in.

Masterclass Geïntegreerd Zorgmanagement 2016-2017

Leidinggevenden in de zorg hebben te maken met tal van actuele ontwikkelingen en veranderingen. Van de grote decentralisaties tot de selectieve contractering van zorgverzekeraars en de toenemende marktwerking. Maar ook op het gebied van de bedrijfsvoering moet men vandaag de dag heel wat borden in de lucht kunnen houden. Bijvoorbeeld op het gebied van financiën, kwaliteit en digitalisering; bedrijfsonderdelen die steeds meer met elkaar verbonden raken en om specifieke kennis vragen. In de masterclass Geïntegreerd Zorgmanagement leren leidinggevenden en bestuurders van (kleine en grotere) zorgorganisaties beter in te spelen op de vele uitdagingen die zij tegenkomen in hun functie.

Leerdoelen

De masterclass bestaat uit een mix van kennisoverdracht, voorbeelden uit de praktijk, eigen inbreng van de deelnemers en discussie. De praktische toepasbaarheid staat centraal. De afsluiting bestaat uit een eindopdracht, waarbij een probleem uit de eigen praktijksituatie centraal staat. Deelnemers aan deze masterclass leren:

  • hun inzicht, begrip en competenties te vergroten bij het managen van kwaliteit van zorg, in- en uitgaande geldstromen, kosten en van digitalisering;
  • afgewogen keuzes te maken bij de aanpak van actuele zorgthema’s. Daarnaast leren cursisten beter te anticiperen op toekomstige zorgvraagstukken;
  • onderwerpen op het gebied van ondernemerschap, kwaliteit, prestaties, control en digitalisering op meerdere manieren te benaderen;
  • een integraal jaarplan op te stellen. Daarnaast krijgen de deelnemers inzicht in hoe er verantwoord kan worden bezuinigd met behoud/verbetering van kwaliteit en veiligheid.
Start 3 november

De masterclass -die voor de elfde keer georganiseerd wordt- bestaat uit tien bijeenkomsten op donderdag van 15.00 tot 19.00 uur. Er zijn maximaal achttien plaatsen beschikbaar. De start is op 3 november 2016 en de laatste masterclass is op 2 juli 2017. De locatie is Utrecht. De investering voor deze masterclass bedraagt € 2.500,– (exclusief btw) per persoon.

De cursusleiding is in handen van Wim Schellekens (Strategisch adviseur en oud-hoofdinspecteur curatieve gezondheidszorg IGZ) en ondergetekende. Daarnaast zijn er tal van deskundige (gast)docenten.

Inschrijven en informatie

Als je je wilt aanmelden voor de masterclass Geïntegreerd Zorgmanagement 2016-2017, dan kan je hier het inschrijfformulier invullen. De uitgebreide brochure kan je hier downloaden.

Vragen? Persoonlijk advies? Of meer informatie nodig? Neem dan contact met mij op: mail@guusschrijvers.nl, telefoon: 06 – 30074477.

Veel stille kennis beschikbaar over mantelzorg

Van de Nederlandse mantelzorgers wil 56,3% graag dat hun zorg een of meerdere keren per jaar wordt overgenomen door anderen. De helft van de mantelzorgers weet dat hiervoor een vergoeding mogelijk is op grond van de jeugdwet, de WMO, de Zorgverzekeringswet of de Wet Langdurige Zorg. Bijna drie van de tien mantelzorgers kan de zorg niet overdragen. Vaak omdat degene die de mantelzorg ontvangt dat liever niet wil.

Respijtzorg

Deze en andere actuele gegevens over respijtzorg kreeg ik kortgeleden van Liesbeth Hoogendijk, directeur van mantelzorgorganisatie Mezzo. Zij opent op 20 april het congres Mantelzorg is goedkoop maar niet gratis. Wil je meer cijfers over respijtzorg? Klik dan hier. Een kort onderzoek over respijtzorg vind je hier.

Stille kennis

Behalve op respijtzorg gaat Hoogendijk op 20 april in op de kennis die sommige verpleegkundigen en verzorgenden al hebben. Want circa een op de vier van hen is zelf mantelzorger voor en eigen familielid of bekende. Het lukt zorgorganisaties en ziekenhuizen niet goed deze vele stille kennis van hun eigen medewerkers te mobiliseren en over te dragen op collega’s die geen persoonlijke ervaring hebben als mantelzorger.

Vragen

Een van de onderwerpen die je zou kunnen overdragen is bijvoorbeeld: hoe uit ik als professional mijn waardering voor het werk van een mantelzorger? Je kan dan beginnen met signaleren: ik zie dat u vaak mantelzorger bent. Daarna volgen open vragen: lukt het u om uw naaste te verzorgen? Dan komen de complimenten: wat goed dat u dit volhoudt! Vervolgens komen er vragen over de toekomst: Hoe lang kunt u het volhouden, als de zorgbehoefte blijft zoals die nu is? Tenslotte zijn er vragen die gericht zijn op mogelijke oplossingen: Weet u dat er respijtzorg mogelijkheden bestaan en dat er vergoedingen daarvoor zijn? Weet u dat er (familie) apps zijn voor mantelzorgers?

Mantelzorgcongres

In een inspirerend voorbereidingsgesprek kwamen Liesbeth Hoogendijk en ondergetekende tot de conclusie, dat er vele mogelijkheden bestaan om waardering te uiten voor mantelzorgers en dat er veel interessante, stille kennis bestaat op dit gebied. Op 20 april opent Hoogendijk het congres met onder meer beschouwingen hierover. Zelf sluit ik het congres af met een voordracht waarin ik de financiële mogelijkheden bespreek om waardering te uiten voor mantelzorgers. Daarnaast zijn er nog tal van voordrachten en flitspresentaties over nieuwe cursussen, apps en onderzoeken op mantelzorggebied. Wil je meer informatie of je inschrijven voor het congres? klik dan hier. Wil je weten wat de vereniging van mantelzorgers doet voor haar achterban? Surf dan naar de website van Mezzo

Hoe kunnen Zeeuwse ziekenhuizen sluiting voorkomen?

Zeeland heeft twee ziekenhuizen die te klein zijn om zelfstandig voort te bestaan. Ook in andere regio’s komen dergelijke situaties voor. Wat kan je hieraan doen? De gedragseconomie biedt vier scenario’s.

Dertig jaar geleden telde Zeeland tien ziekenhuizen. Nu zijn het er twee: ZorgSaam in Terneuzen en het Admiraal de Ruyter Ziekenhuis (ADRZ) in Goes. De twee ziekenhuizen liggen op een half uur rijden van elkaar. Beiden halen een aantal volumenormen niet en zijn dus te klein om voort te bestaan. Diensten draaien met een kleine medische staf is niet vol te houden.

Doorverwijzen

In Terneuzen werken veel specialisten in deeltijd. Daarnaast hebben ze vaak een aanstelling bij Belgische ziekenhuizen. Zij verwijzen hun patiënten veelal daar naartoe door. In het ADRZ zijn veel specialisten opgeleid op het Erasmus MC te Rotterdam. Omdat ze daar bekend zijn, verwijzen zij patiënten makkelijk daarheen.

Wat te doen?

De afgelopen jaren was er veel onzekerheid over de twee ziekenhuizen. Ze kwamen veel geld te kort. De kwaliteit stond onder druk. Hoe kan je het tij keren? Deze vraag stond begin maart centraal op een symposium in Middelburg. 180 professionals kwamen daar bijeen ter ere van het afscheid van Viazorg-directeur Joost Naafs, die zich jaren heeft bekommerd om de toekomst van de Zeeuwse zorg. Allerlei aanwezigen uit de zorgsector maakten zich zorgen over hun cliënten, die vaak ook grootgebruikers zijn van specialistische zorg. Het symposium stond onder leiding van ondergetekende.

Vier opties

Het Zeeuwse vraagstuk is niet uniek. In alle Nederlandse regio’s komt het voor dat ziekenhuizen en medisch-specialistische bedrijven (msb’s) vanwege hun voortbestaan moeten fuseren en dat groepen specialisten dat niet willen. De gedragseconomie biedt raden van bestuur van ziekenhuizen vier opties om met deze onwillige msb’s om te gaan.

1 Onder druk wordt alles vloeibaar
Het komt voor dat concurrerende medisch-specialistische bedrijven over hun cultuurverschillen en belangentegenstellingen heen stappen, vanwege de economische noodzaak. Dit vereist van raden van bestuur dat zij steeds opnieuw de noodzaak van samengaan benadrukken. In Zeeland gebeurt dit met succes. Diverse maatschappen uit Terneuzense en Goes hebben zich inmiddels verenigd. Een fusie van de medisch-specialistische bedrijven in de ziekenhuizen is echter nog een stap te ver.

2 Trap schoonvegen van boven naar beneden
Het duurde verscheidene jaren voordat de patiëntenzorg in de Domstad van het Academisch Ziekenhuis Utrecht, het Wilhelmina Kinderziekenhuis en de Medische Faculteit Utrecht integreerde. Eerst fuseerden de raden van bestuur bestuurlijk, daarna volgden afdelingen als financiën, ict en personeelszaken. Uiteindelijk werden gezamenlijke divisies van specialisten gecreëerd. Want toen was voor iedereen duidelijk dat terugkeer naar de driedeling niet meer aan de orde was.
In Zeeland moeten eind 2016 onomkeerbare besluiten zijn genomen. Een optie is om te starten met een bestuurlijke fusie van ZorgSaam en ADRZ en met de integratie van ondersteunende diensten.

3 Zorgverzekeraar en geldkraan
CZ is de dominante zorgverzekeraar in Zeeland. CZ zou bij geïntegreerde medisch-specialistische bedrijven meer zorg kunnen inkopen dan toen de msb’s nog zelfstandig waren. Voorwaarde is wel dat er een toekomstgericht medisch beleidsplan van de samengevoegde msb’s ligt. De gedragseconomie leert dat een kleine financiële prikkel voor specialisten en ziekenhuizen een groot effect heeft.

4 Faillissement van de ziekenhuizen
Als de Zeeuwse ziekenhuizen en medisch-specialistische bedrijven dit jaar geen strategische besluiten nemen, is een faillissement het gevolg. Iedereen vreest dit scenario: minister Schippers, CZ, de raden van bestuur, de vakbonden, de patiëntenverenigingen, de gemeentebesturen en ook het provinciebestuur van Zeeland. Alle toelatingscontracten voor specialisten en alle arbeidscontracten staan dan op losse schroeven. Wat dan slechts rest zijn buitenpoliklinieken van ziekenhuizen uit België, Roosendaal en Rotterdam. Wellicht zullen dan enkele nieuwe zbc’s van start gaan.

Geïntegreerde specialistische zorg

Op de bijeenkomst begin maart uitten de aanwezigen de vurige wens om te komen tot geïntegreerde specialistische zorg ten zuiden en ten noorden van de Westerschelde. De Zeeuwse specialisten en raden van bestuur worstelen nu, maar zij kunnen boven komen met behulp van de eerste drie van de bovenstaande opties.

Ziekenhuis ontslaat digitale gluurder

Een Bekende Nederlander (BN’er) zit in een wachtkamer van een polikliniek. Een arts herkent haar. Hij is niet bij haar behandeling betrokken. Een uur later opent hij uit nieuwsgierigheid haar elektronisch dossier. Hij moet daarvoor op zijn pc-scherm een extra knop indrukken om de volgende vraag te beantwoorden: bent u betrokken bij de behandeling van deze patiënt? Hij antwoordt bevestigend. Een paar dagen later ontdekt de ICT-afdeling via de software van het ziekenhuis het onterechte bezoek aan het elektronisch dossier. Een week later wordt deze arts ontslagen: het ziekenhuis wil geen digitale gluurders in huis hebben.

Digitalisering zorg

Dit voorbeeld presenteerde ondergetekende tijdens een gastcollege over digitalisering van de zorg op de Nyenrode Business Universiteit. Ik bracht het als perspectief voor Nederlandse zorgaanbieders die de privacy van patiënten willen verhogen. Tot mijn genoegen reageerden drie volgers van het college dat hun ziekenhuis deze procedure al toepast. Hun instellingen onderscheiden twee soorten gluurders. De eerste wil weten wat BN’ers mankeren. Bovenstaande arts past in deze groep. De tweede groep gluurders wil informatie over diagnoses en behandelingen van hen zelf of van hun kinderen, kennissen of buren.

Ontslagdreiging

Tegen beide groepen wordt zonder pardon opgetreden. De ontslagdreiging is niet voldoende om het elektronisch gluren tegen te gaan. Iemand met een tijdelijke aanstelling die binnenkort toch al vertrekt, gaat door met gluren en is niet onder de indruk van een ontslagdreiging. Verder betalen sommige massamedia goed voor medische gegevens van BN’ers. In ruil voor geld accepteren zorgprofessionals soms een ontslag.

Veiligheidsmodus

De drie genoemde volgers van mijn college ontwikkelen nu samen met anderen een nieuwe veiligheidsmodus waarbij alleen de hoofdbehandelaar toegang heeft tot het dossier en anderen speciaal moet machtigen om het dossier in te zien. Wil je de PowerPoint presentatie inzien die ik bij mijn college gebruikte? Klik dan hier.

Regionaal beleid zorgverzekeraar oogst veel lof

De Friesland Zorgverzekeraar (DFZ) hanteert een regionale zorginkoop-aanpak die zijn vruchten afwerpt en gewaardeerd wordt door wijkverpleegkundigen en patiëntenverenigingen. Ik zou het toejuichen als mensen bij de komende verkiezingen zouden stemmen op een partij die per regio één zorgverzekeraar machtigen om zorgbeleid en zorginkoop voor te bereiden en vast te stellen in samenspraak met zorgaanbieders en patiëntengroepen.

Wijkverpleging

Gert-Jan Schuinder is van huis uit verpleegkundige. Hij koopt wijkverpleging in namens de verzekerden van De Friesland Zorgverzekeraar. Hij heeft een jaarlijks besteedbaar budget van 120 miljoen euro. Daarvan koopt hij zorg in voor honderden verpleegkundigen. Hij onderhandelt met zo’n veertig verschillende organisaties. Hun kostprijzen variëren van 40 euro tot 81 euro per uur. Schuinder wil die tarieven omlaag hebben. “Als een timmerman in Friesland aan huis komt betaal je zo’n 35 euro per uur. Waarom kost een wijkverpleegkundige dan soms het dubbele?”

Werkvloer

Tal van leidinggevenden hebben Gert zijn mobiele nummer voor als het even fout loopt. Hij moedigt ze aan om bij besprekingen ook de mening en ideeën van ‘de werkvloer’ mee te nemen. Want Schuinder wil graag uit de eerste hand weten wat wijkverpleegkundigen en hun patiënten belangrijk vinden. Hij heeft de transferpunten van de Fries ziekenhuizen zonder problemen gecontinueerd en heeft geregeld dat wijkverpleegkundigen daadwerkelijk betrokken zijn bij deze punten.

Complimenten

Jaarlijks nodigt Schuinder alle Friese wijkverpleegkundigen uit. Dan komen er zo’n vijfhonderd bijeen in een grote zaal. Ze wisselen daar ervaringen uit en ze krijgen tal van complimenten van Gert-Jan, zijn team en zijn bazen binnen DFZ. Want zonder wijkverpleegkundigen geen substitutie van tweede naar eerste lijn. Daarnaast onderhoudt Schuinder contact met patiëntenorganisaties zoals Zorgbelang Fryslân. Het is de moeite waard voor DFZ om al die contacten te onderhouden. Want bij deze verzekeraar is 80% van de Friezen verzekerd.

Regionaal zorgbeleid

Al deze informatie verstrekte Schuinder tijdens het congres Organisatie en Financiering van de CVA-zorg, dat op vrijdag 11 maart plaatsvond te Utrecht. De organisatie ervan berustte bij het Kennisnetwerk CVA-zorg. Ondergetekende trad op als spreker, vlak voor Schuinder.
In de discussie naar aanleiding van zijn informatieve voordracht, kwam de vraag naar voren waarom niet alle zorgverzekeraars dergelijk regionale zorgbeleid uitvoeren. Schuinder antwoordde met woorden van de volgende strekking: Van de Zorgverzekeringswet en de Wet Marktordening Gezondheidszorg mogen zorgverzekeraars bij het regionaal inkopen NIET samenwerken. Ik riep de zaal op om 15 maart 2017 te stemmen op politieke partijen die per regio één zorgverzekeraar willen machtigen om – samen met patiëntengroepen en zorgaanbieders– zorgbeleid en zorginkoop voor te bereiden en vast te stellen. Tot mijn verrassing kreeg ik grote bijval voor dit voorstel.

Zelf sprak ik op het genoemde CVA congres over het financieel ondersteunen van mantelzorgers van patiënten met CVA. Klik hier voor mijn voordracht. Deze werk ik verder uit voor een lezing op het congres Mantelzorg is goedkoop maar niet gratis op 20 april 2016 in Zeist.