Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Congres over geïntegreerde zorg tussen eerste- en tweedelijn

Wat levert geïntegreerde Zorg tussen Eerste- en Tweedelijn concreet op? Wat kunnen we leren van bestaande initiatieven? Welke rol spelen zorgverzekeraars en politiek? Deze vragen worden beantwoord op het congres ‘Geïntegreerde Zorg tussen Eerste- en Tweedelijn’ op 15 februari 2018 in Utrecht.

Het congres is bestemd voor zorgprofessionals die in één dag op de hoogte willen raken van de nieuwste ontwikkelingen, goede voorbeelden en recente inzichten op dit gebied. Naast diverse plenaire voordrachten zijn er een groot aantal workshops en flitspresentaties met veel gelegenheid om vragen te stellen en mee te praten.

Vragen

De vraag naar zorg neemt toe en verandert. Zorgaanbieders in de eerste- en tweede lijn willen zo goede mogelijk inspelen op deze veranderende zorgvraag. Ze staan voor de grote uitdaging om hun aanbod zo in te richten, te verdelen en op elkaar af te stemmen dat de kwaliteit van zorg omhoog gaat, maar de kosten niet stijgen en de zorg voor iedereen toegankelijk blijft. Tegelijkertijd moeten ze ervoor zorgen dat werkdruk en motivatie van huisartsen en specialisten op peil blijft. Dit gecompliceerde proces brengt veel vragen met zich mee die behandeld worden op het congres, zoals:

  • Hoe denken patiënten, eerstelijn en tweedelijn over geïntegreerde zorg. Waar zitten de knelpunten? Hoe kan het beter? Waar liggen de kansen en mogelijkheden?
  • Welke goede regionale voorbeelden van geïntegreerde zorg zijn er; bijvoorbeeld op het gebied van chronische ziekten zoals COPD en diabetes, ouderenzorg, verloskunde en cardiologie?
  • Welke nieuwe initiatieven zijn er anno 2018 in diverse regio’s tussen huisartsen en medisch specialisten? Denk hierbij aan afspraken over onderling verwijzen, telemedicine, meekijkconsulten, zorgpaden, beslisbomen, (digitaal) multidisciplinair overleg en dergelijke.
  • Welke bekostigingsmodellen hebben zorgverzekeraars voor anderhalvelijnszorg? Werken deze stimulerend of juist belemmerend?
  • Welke nieuwe beleidsregels op het gebied van zorgsubstitutie staan ons te wachten op basis van het nieuwe regeerakkoord en de bestuurlijke akkoorden? Welke invloed hebben die beleidsregels?
  • Wat zijn de gevolgen van geïntegreerde zorg voor de ICT, bestuurlijke inrichting, onderlinge samenwerking en de manier van leidinggeven van een organisatie?
Meerdere invalshoeken

Het streven bij geïntegreerde zorg is om te komen tot basiszorg dicht bij huis en meer gespecialiseerde zorg verder weg. Bij dit congres ligt de nadruk op geïntegreerde zorg van huisartsen en specialisten. Maar er is ook aandacht voor samenwerking tussen andere disciplines. Bijvoorbeeld tussen geriaters en specialisten ouderengeneeskunde, tussen fysiotherapeuten in de eerste lijn en orthopeden of tussen jeugdartsen en kinderartsen. Zowel het patiëntenperspectief als de visie van de eerste- en tweedelijn komt aanbod.

Flitspresentaties gezocht

Er is nog ruimte voor enkele flitspresentatoren die kort en bondig iets vertellen over een nieuwe vorm van geïntegreerde zorg, een goed voorbeeld of recent onderzoek op dit gebied. Wil jij graag flitspresentator zijn op dit congres? Stuur dan (voor 15 december) een mail met daarin kort omschreven wat het onderwerp en doel van je presentatie is naar: marcelstam@guusschrijvers.nl.

Informatie en inschrijving

Meer informatie over het congres en de congresfolder met het volledige programma vind je hier. De vroegboekprijs tot en met 31 december 2017 bedraagt 275 euro (btw-vrij).

 

Moet de zorgkwaliteit in verpleeg- en verzorgingshuizen omhoog?

In 2015 woonden circa 117.000 ouderen in een verpleeg- of verzorgingshuis. Voor het grootste deel waren dat vrouwen van 80 jaar of ouder (ruim 60%). De directe aanleiding voor opname is doorgaans een geleidelijke verslechtering van de gezondheid. Bijna driekwart van de verpleeg- en verzorgingshuisbewoners heeft geheugenklachten. Vier op de vijf bewoners hebben (zeer) ernstige lichamelijke beperkingen en 85% heeft meer dan twee chronische aandoeningen. Ruim een kwart van de bewoners wordt vaak belemmerd door pijn en een vijfde van hen heeft regelmatig problemen met het slapen.

Onderzoek

Zinnen van deze strekking staan te lezen in de samenvatting van een recent uitgebreid onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau. Het bureau verzamelde vanaf april 2015 tot april 2016 hierover gegevens uit tal van bestanden. Ook bevroeg het SCP ruim 1.600 oudere verpleeg- en verzorgingshuisbewoners.

Mantelzorg

Nog meer onderzoeksbevindingen: zes op de zeven bewoners krijgt regelmatig of vaak bezoek (85%). De meeste ouderen gaan zelf niet meer bij anderen op bezoek. Driekwart van de verpleeg- en verzorgingshuisbewoners ontvangt naast de zorgverlening van het personeel ook hulp van een van hun familieleden. Meestal is dat dan van een van de kinderen. Vier op de tien bewoners ontvangen hulp van vrijwilligers.

Activiteiten en financiën

Aan de verpleeg- en verzorgingshuisbewoners is gevraagd hoe zij hun financiële situatie beoordelen. De meeste bewoners vinden dat zij goed rond kunnen komen met hun financiële middelen, of houden geld over. Twee derde van de bewoners komt dagelijks of ten minste een keer per week buiten. Iets minder dan de helft van de bewoners geeft aan vaker naar buiten te willen, maar doet dit niet omdat de gezondheid dat niet toelaat, of omdat niemand mee wil. Een groot deel van de ouderen neemt deel aan verschillende gemeenschappelijke activiteiten.

Eigen ervaringen

Wie alleen deze onderzoeksresultaten leest, concludeert dat de kwaliteit van leven voor de meeste bewoners van verzorgings- en verpleeghuizen best goed is. Ik zou graag vergelijkbare uitkomsten willen zien over zelfstandig wonende ouderen. Krijgt 85 procent van hen ook regelmatig of vaak bezoek? Ik vermoed dat er niet veel verschil te zien zal zijn. Kortom, als ik alleen kennis neem van deze studie, zeg ik nee tegen de vraag: Moet de kwaliteit van zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen omhoog?

Als ik mijn eigen ervaringen als adviseur en docent over ouderenzorg laat meewegen, dan is mijn antwoord minder uitgesproken. Ik wijs op enkele punten zonder te zeggen dat die altijd en overal gelden.

  • De medische kwaliteit van verzorgings- en verpleeghuizen raakt ondergesneeuwd, door alle aandacht voor de kwaliteit van de zorgverlening door verpleegkundigen en verzorgenden. Natuurlijk moet deze laatste open en empathisch zijn. Maar hoe zit het met de (fouten in de) medicatie toediening, de snelheid van acute zorg buiten kantoortijd en de niet-geplande spoedopnamen of SEH-bezoek vanuit de huizen? Terecht heeft de inspectie voor de Gezondheidszorg de medische kwaliteit onder de aandacht gebracht in 2015 en 2016. Wat ik mis in jaarverslagen van verpleeg- en verzorgingshuizen is dat hierover iets wordt opgemerkt.
  • Het omgaan met agressie tussen bewoners en van intimidatie van professionals door bewoners (of andersom) is een ander onderwerp waar wellicht verbetering in moet komen. Er bestaan diverse registraties en wettelijke verplichtingen tot melden, maar gebeurt dat ook? Of is er sprake van onderrapportage? En als dit soort situaties zich voordoen, komt dat dan door onvoldoende begeleiding en deskundigheid van professionals?
  • De toegang tot verpleeghuiszorg is ook een kwaliteitskenmerk. De wachttijden en wachtlijsten worden langer. Verpleeg- en verzorgingshuizen zijn soms wel en soms niet in staat om bij nacht en ontij iemand op te nemen vanaf de Spoedeisende Hulp. En als dat dan wel snel kan, komt de informatie vanuit het ziekenhuis dan online meteen mee? Of volgt die pas enkele dagen later en moet de verpleeghuisarts zo’n beetje op de tast werken?
  • Vele kwaliteitsprojecten zijn sinds 2015 gestart in verzorgings- en verpleeghuizen. Ze kwamen tot stand dankzij extra geld uit programma zoals In-voor-zorg en Waardigheid en Trots. Wat ik mis zijn evaluaties hiervan, zowel per huis als voor de hele sector: welke projecten werden wel en welke niet een succes? Een kwaliteitsproject doorloopt -als het goed is- en PDCA-cyclus. De afkorting staat hierbij voor Plan Do Check Act. Dat woord Check staat er niet voor niets. Ik vraag niet om academische kwaliteitsstudies. Maar vind wel dat er een georganiseerde reflectie aan het eind van een project moet plaatsvinden. Dan staat de vraag centraal: Is de kwaliteit van zorg nu verbeterd dankzij het project?
Wat vind jij?

Deze onbeantwoorde vragen maken dat ik niet zeker ben over mijn antwoord op de vraag: Moet de kwaliteit van zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen omhoog? Graag nodig ik jou uit om deze vraag eveneens te beantwoorden. Je kunt je antwoord onderbouwen met eigen ervaringen als cliënt of als professional of met eigen onderzoeksrapporten.

Save de date

Op 15 maart 2018 organiseer ik samen met collega’s een congres over kwaliteit en bekostiging van 24-uurszorg in verpleeghuizen, verzorgingshuizen, centra voor gehandicaptenzorg en intramurale psychiatrische centra. Noteer je alvast deze datum? Meer informatie volgt binnenkort.

Markt nieuwe gezondheidsapps is verzadigd

De groei van het aantal healthapps dat wordt gedownload is afgenomen in 2016. Het aanbod van nieuwe health apps neemt daarentegen nog steeds flink toe: in 2016 verschenen er wereldwijd bijna 100.000 nieuwe gezondheidsapps.

Onderzoek

Het aantal healthapps dat in 2016 gedownload is wereldwijd met 5 procent gestegen ten opzichte van 2015. In 2013 was deze groei nog 60 procent. Het aanbod van health apps in de Appstore en de Playstore steeg in 2016 met 60%, naar ruim 259.000. In de jaren 2013, 2014 en 2015 bedroeg de jaarlijkse groei 20%. Dit blijkt uit een recent onderzoek van Het Duitse marktonderzoekbureau Research2guidance. Voor dit onderzoek vulden meer dan 2.600 ontwikkelaars en andere betrokkenen een online vragenlijst in. Meer dan de helft daarvan komt uit Europa.

Verzadigd

Uit de onderzoekgegevens blijkt dat de markt voor healthapps verzadigd is. Het grootste deel van de apps wordt nauwelijks gedownload. Het zijn vooral gezondheid- en vitaliteitapplicaties. Daarvan zijn er veel meer dan voor medische toepassingen zoals telemonitoring, scherm-tot-scherm-contact en symptomencheckers.

Kansen

Volgens Research2guidance is de verkoop van hardware in combinatie met een app nu nog de grootste omzetbron. Het meest kansrijke model in de mHealth sector is het op abonnementsbasis bieden van services die aan apps gekoppeld zijn. Je kunt hier bijvoorbeeld denken aan een aanvullende verzekering.

Medicijntrouw

Traditionele spelers uit de zorgsector, zoals verzekeraars, ziekenhuizen en farmaceuten, zijn in de minderheid wanneer het op het uitgeven van gezondheidsapps aankomt. Meer dan de helft van alle appmakers zijn technologiebedrijven. De ondervraagden verwachten dat verzekeraars wel een steeds belangrijkere rol zullen gaan spelen als financiers voor apps. Daarbij geven de app-uitgevers aan dat het beperken van ziekenhuisopnames en het vergroten van medicijntrouw volgens hen de grootste besparing zullen opleveren als gevolg van het app-gebruik.

E-health congres

Op vrijdag 10 november vindt in Utrecht het 7e Nationale e-health congres plaats. Daar is onder meer aan de orde hoe de kwaliteit van healthapps kan worden beoordeeld. Ook komt de vraag aan bod wat een goed betaalmodel is voor gezondheidapps. Spreker is bijvoorbeeld Petra van Tiggelen, die de webwinkel van GGD Nederland runt vol met goed gekeurde gezondheidapps. Johan Krijgsman gaat in op de rol van de Inspectie voor de Gezondheidszorg op e-health gebied. Rob Dijkstra bespreekt de kansen en verwachtingen van e-health ondersteunende diagnostiek bij huisartsen. Hij is bestuursvoorzitter van het Nederlands Huisartsen Genootschap. Ondergetekende gaat in op die verzadigde markt van healthapps. Hoe kunnen we nieuwe markten openen?

Actueel

Wil jij in één dag op de hoogte raken over de laatste ontwikkelingen op het gebied van beleid, markt en kwaliteit van e-health? Klik dan hier, lees de uitgebreide congresbrochure en meld je aan. Het kan nog tot en met 9 november.

Nieuw voorstel betaalsysteem Engeland voorbeeld voor Nederlandse zorg

De Nederlandse en Engelse gezondheidszorg hebben veel raakvlakken en kennen veelal dezelfde problemen. Omdat De zorg -net als in Nederland- schaars is, wil de Health Foundation in Engeland de bestaande bekostiging van DBC’s afschaffen en vervangen door populatiegebonden bekostiging. Ik roep de nieuwe Nederlandse ministers voor Volksgezondheid op om dit Engelse voorbeeld te volgen.

Vergelijkbaar

Het Engelse gezondheidszorgbudget groeit tot 2021 met maximaal 1,1 procent per jaar. Dat is lager dan ooit. De vraag naar zorg neemt over dezelfde periode toe met ongeveer driemaal dit percentage. Dit is hetzelfde probleem als van Rutte-III: ook in Nederland stijgt de vraag ongeveer driemaal zo snel als het macrobudget. Ook in andere opzichten lijkt de Engelse National Health Service (NHS) op die in Nederland. Immers, de NHS telt ongeveer evenveel ziekenhuisbedden en specialisten per 100.000 inwoners als Nederland. En zij kent eveneens een sterke eerste lijn.

Zorginkoop

Sinds begin deze eeuw heeft de NHS bepaalde instanties die zorg inkopen. Iets wat in Nederland de zorgverzekeraars doen. Ziekenhuizen en huisartsen sluiten contracten af met die instanties. De Engelsen spreken alleen niet over marktwerking maar over het halen van de targets van de commissioners (= zorginkopers) en over de purchaser provider split.

Care sector

Er bestaat één groot verschil met de Nederlandse zorg: de care sector is bij ons beter ontwikkeld. Mensen met een lichaamsbeperking, een chronische psychiatrische aandoening of dementie zijn in Nederland beter af. Dat komt omdat Nederland rijker is en in Engeland de zorg uit belastinggeld wordt betaald. De genoemde sectoren staan minder in de belangstelling bij de politieke partijen en de massamedia, dus krijgen zij minder geld. De Engelsen hebben er twee mooie uitdrukkingen voor, als huisartsen of specialisten niet genoeg geld krijgen van het parlement: ‘plannen per decibel geluid van de massamedia’ en ‘wapperen met de lijkwade’.

Voorhoede regio’s

Om de Engelse zorg doelmatiger te maken en de kwaliteit te behouden zetten de Engelsen sinds twee jaar in op zorginnovatie. Ze werken met vijftig voorhoede regio’s (vanguard regions). Dat zijn regionale samenwerkingsverbanden van eerste lijn, huisartsen, specialisten, ziekenhuizen en ouderenzorg. Daarnaast bestaat er de ambitie om Accountable Care Organisations te vormen naar voorbeeld van de Obamacare. Deze ACO’s runnen gezondheidscentra (medical homes) en ziekenhuizen als één geheel en vertraagden de kostenverhoging in de VS.

Populatiegebonden bekostiging

Schaarste in de NHS is groter dan ooit; ook voor de curatieve sector. Daarom beveelt het onafhankelijke onderzoekscentrum The Health Foundation een ander betaalsysteem aan. Zij bracht vorige week een rapport uit op basis van interviews met 75 experts binnen en buiten de NHS. De Health Foundation wil de bestaande bekostiging van DBC’s afschaffen en vervangen door populatiegebonden bekostiging. Dat is bekostiging op basis van kenmerken van de populatie die een zorgaanbieder bedient. Daarbinnen kunnen aanbieders schuiven: van tweede lijn naar eerste lijn, van cure naar care.

Doelstellingen betaalsysteem

Het onderzoekscentrum heeft acht principes als uitgangspunt voor zo’n betaalsysteem dat innovatie bevordert. Ik som ze op, zonder verdere toelichting: een duidelijk doel van het betaalsysteem, realistische verwachtingen over de invloed om dat doel te bereiken, nationale consistentie met lokale flexibiliteit, financiële prikkels die werken in de richting van de doelstelling, hoge kwaliteit van data over het bereiken van het doel, balans tussen gebruiksgemak en recht doen aan complexe zorg, onafhankelijke toezicht en ondersteuning en als achtste principe: de tijd om nieuwe versies van het betaalsysteem op beperkte schaal uit te proberen en te evalueren.

Nederlandse situatie

De nieuwe Nederlandse regering heeft in haar Regeerakkoord geen voornemens opgenomen om populatie gebonden bekostiging in te voeren voor zorgaanbieders. En de betaling van ‘prijs maal hoeveelheid’ los te laten. Dat is vreemd, want meen steekt de loftrompet over bestuurlijke akkoorden op nationaal niveau, die zo goed de kosten beheersen. Dan is een logische volgende stap om dergelijke akkoorden af te sluiten op regionale niveau.

Regionale akkoorden

Niet dat ik in één keer de ‘prijs maal hoeveelheid bekostiging’ wil loslaten voor het hele land. Maar ik ken gebieden zoals Friesland, West-Brabant en Lelystad die zich graag als voorhoede regio voor regionale bestuurlijke akkoorden met populatiegebonden bekostiging aanmelden. Kom op, nieuwe ministers voor Volksgezondheid, Hugo de Jonge (CDA) en Bruno Bruins (VVD) , pak de kans om kosten beter te beheersen, samenwerking te stimuleren en voort te borduren op internationale kennis.

Congres

Op het congres over geïntegreerde zorg op 15 februari 2017 geeft ondergetekende een workshop over samenwerking tussen eerste en tweede lijn in de VS en in Engeland. De workshop zelf gaat over twee vragen: Wat kan Nederland leren van het buitenland over de invloed van populatiegebonden bekostiging op de samenwerking tussen eerste en tweede lijn? Wat is een geschikte strategie om die kennis toe te passen in eigen land? Wil je naar dit congres en de workshop (er zijn nog acht andere interessante workshops) klik dan hier en schrijf je in.

Niet minder regels, maar minder handhaving

‘Met zorgaanbieders, zorgverleners, verzekeraars en toezichthouders zetten we met schrapsessies fors in op minder bureaucratie en minder regels. Met gemeenten organiseren we ook een schrapsessie met vrijwilligers en mantelzorgers.’ Deze zinnen staan in het Regeerakkoord van Rutte-III. Ik vind ze onjuist, want niet het aantal regels is het probleem, maar de handhaving is te streng en te algemeen. Handhaving van regels woord vaak aangeduid met woorden als gedoogbeleid, verzachtende omstandigheden en het zwaarder bestraffen van recidivisten die herhaaldelijk regels overtreden.

Befehl ist Befehl?

Het omgaan met regels heeft ethische aspecten: houd de professional zich eraan, of niet? Zorgaanbieders en hun professionals hebben daarbij te maken met drie soorten ethiek: richtlijnenethiek, doelenethiek en deugdenethiek. De richtlijnenethiek in de zorg staat onder druk. Deze mag niet leiden tot ‘Befehl ist Befehl’ van de zorgverzekeraar of de eigen beroepsgroep. Bovendien verlegt deze ethiek de individuele verantwoordelijkheid van de professional naar de richtlijn. Alsof alleen handelen volgens de richtlijn zaligmakend is.

Nood breekt wet

De doelenethiek staat internationaal bekend onder de gezegden Nood breekt wet en Het doel heiligt de middelen. Tijdens een recent congres over spoedzorg kwam de vraag aan de orde, waarom zorgprofessionals zo goed functioneren tijdens calamiteiten. Het antwoord was dat zorgprofessionals vooral gedreven zijn door doelen als het redden van mensenlevens. Tijdens rampen bestaan er nauwelijks richtlijnen. Vele professionals kunnen dan hun levensmissie ofwel hun doelenethiek volgen.

Deugdenethiek

De Deugdenethiek betreft de zeven klassieke deugden: wijsheid, rechtvaardigheid, zelfbeheersing, moed, geloof, hoop en naastenliefde. In bijvoorbeeld de zorgbrede governance code van 2017 staan hierover opmerkingen. Deze derde ethiek wordt in het openbare debat nogal eens verwaarloosd, omdat de richtlijnenethiek overheerst. De leus wordt dan: wat de regels niet verbieden, is toegestaan.

High trust, high penalty

In de Nederlandse samenleving worden sommige regels beter gehandhaafd dan andere. In de korte tijd dat Jet Bussemakers als staatssecretaris leiding gaf aan de zorg verwoordde zij dergelijk beleid voor de zorg met de leuze: high trust, high penalty. Professionals en managers mogen afwijken van regels, maar wie veiligheid in gevaar brengt en de doelen- en deugdenethiek niet volgt, wordt zwaar gestraft.

Comply or explain

Kortom, het aantal regels hoeft niet omlaag in de zorg. Een selectief handhavingsbeleid is voldoende. Dit is te realiseren met enkele maatregelen. Ik was die graag als volgt tegengekomen in het regeerakkoord:
‘Het principe van Comply or explain wordt toegepast. Zorgaanbieders en professionals worden geacht zich te houden (comply) aan richtlijnen. Doen zij dat niet, dan leggen zij uit waarom niet (explain). Regelmatig doen zij in kwaliteitsverslagen melding over de mate waarin zij zich aan kwaliteitsrichtlijnen hebben kunnen houden. Afwijken van deze richtlijnen heeft -in eerste instantie- geen financiële gevolgen. Statistische procescontrole wordt ingevoerd bij zo veel mogelijk instellingen. Hierdoor worden trends zichtbaar in afwijkingen van richtlijnen, zonder dat op individuele casuïstiek wordt ingezoomd. Zorgaanbieders worden uitgedaagd om doelstellingen voor hun organisatie te benoemen. Die worden in lange termijn afspraken met zorgverzekeraars vastgelegd. Het handelen volgens deze doelen staat centraal, richtlijnen worden zo nodig aangepast.‘

Een regeerakkoord met dergelijke zinnen stimuleert de doelen- en deugdenethiek en relativeert de richtlijnenethiek. De handhaving van regels wordt meestal milder en soms strenger.

Dit bericht is in gewijzigde vorm ook verschenen als blog in het blad  Zorgvisie.

.

Startpagina voor de zorg biedt samenhang en gemak

Utrechtse zorgaanbieders hebben op initiatief van het UMC Utrecht een startpagina ontwikkeld. Via dit online platform krijgen burgers gemakkelijk toegang tot hun online zorg- en welzijnsdiensten. Zorgprofessionals kunnen hierbij gewoon blijven werken in hun eigen systeem.

Startpagina’s

Thuisbezorgd.nl, Belbios.nl en Cheaptickets.nl zijn voorbeelden van startpagina’s. Zij geven toegang tot websites die vergelijkbare producten aanbieden: maaltijden-aan-huis, films en vliegreizen. Ze beginnen met informatie; vaak advertenties. Wie daarop klikt, komt terecht op de site van een specifieke aanbieder, treft meer informatie aan, gaat mailen via die site en bestelt of boekt een product.

Persoonlijke pagina

Vaak heeft een startpagina een persoonlijke pagina -ofwel een portaal- voor haar bezoekers. Die heet dan bijvoorbeeld mijn maaltijden, mijn films of mijn vliegreizen. Deze pagina’s zijn toegankelijk met een wachtwoord; bijvoorbeeld DigiD of een andere inlogcode. Het fenomeen startpagina heeft al grote maatschappelijke gevolgen gehad. Reisbureaus verdwenen uit het straatbeeld. Winkelcentra lijden een zieltogend bestaan. Kortdurend verhuur van kamers nam een grote vlucht (Airbnb). Gaan startpagina’s voor de zorg ook grote gevolgen hebben?

Veel contacten

Ik ga in op deze vraag met het fictieve voorbeeld van Joke. Zij heeft Parkinson. Regelmatig heeft zij contact met vijf zorgprofessionals: huisarts, apotheker, fysiotherapeut, neuroloog lokaal ziekenhuis en een neuroloog van het Radboud UMC. Daarnaast heeft zij contact met vier instanties: het wijkteam (vanwege het aanvragen van een rolstoel), de rolstoelleverancier, haar gemeente en de zorgverzekeraar.

Voordelen

Alle negen instanties hebben een algemene website met daarop de mogelijkheid voor Joke om een persoonlijke pagina te openen. De negen websites zijn ook aangesloten op een startpagina voor de zorg. Joke kan met haar DigiD en een algemene logincode via de startpagina al haar persoonlijke pagina’s in één keer openen. Dat doet ze regelmatig. Via de websites downloadt zij dan nieuwe gegevens naar haar laptop. Zo kan zij informatie ordenen op datum en zoeken op trefwoorden als medicatie en bloeddruk.

Persoonlijke gezondheidsomgeving

Het voorbeeld van Joke is fictief, maar geen science fiction. In de VS streeft de Blue Bottom beweging ernaar dat burgers hun gezondheidsgegevens downloaden van website naar eigen pc, laptop of tablet. NIctiz gaf in 2015 hiervan een goede beschrijving. In ons land is de Patiënten Federatie is in de weer met MedMij en spreekt over een persoonlijke gezondheidsomgeving.

PAZiO

De Utrechtse zorgaanbieders hebben op initiatief van het UMC Utrecht een startpagina ontwikkeld met de naam PAZiO. Vele huisartsen, ziekenhuizen en andere zorgaanbieders, gemeenten en lab-organisaties zijn erop aangesloten. PAZIO is inmiddels al actief in heel Nederland en werkt onder andere samen met MedMij om voor burgers een online platform te bieden, zodat zij gemakkelijk bij hun zorggegevens kunnen.

Nationale E-health Congres

Vrijdag 10 november spreken PAZIO directeuren André Dekker en Leone Flikweert over bovenstaande problematiek. Zij doen dat op het 7e Nationale E-health Congres in Utrecht. De titel van hun voordracht luidt: Van versnippering naar samenhang van persoonlijke gezondheidsportals. Wil jij naar dit e-health congres vol nieuwe ontwikkelingen en innovatieve toepassingen? Met veel gelegenheid om vragen te stellen en ervaringen te delen met anderen? Klik dan hier voor het programma en schrijf je in.

E-health bevordert zelfredzaamheid COPD-patiënt

E-health is een belangrijk middel naar betere zorgverlening en minder zorgkosten bij chronisch zieke patiënten. Een innovatief project op dit gebied is MijnCOPDcoach; een zelfmanagementprogramma voor COPD-patiënten en hun zorgverleners. De inzet van MijnCOPDcoach als e-health-interventie heeft z’n waarde al bewezen: ziektelast en medicijngebruik dalen en onder gebruikers is een hogere klinisch relevante verbetering zichtbaar. COPD-patiënten zijn erg tevreden over deze e-health-applicatie.

MijnCOPDcoach

In MijnCOPDcoach komen patiënten meer te weten over COPD en wat zij zelf kunnen doen om hun aandoening onder controle te houden. Ook zorgverleners hebben baat bij het gebruik van deze digitale coach. De vragenlijst die de patiënt invult dient als voorbereiding op het spreekuurcontact, waardoor de contacttijd effectiever kan worden benut.

Zelfmanagement

Zo wordt met behulp van MijnCOPDcoach de patiënt op individuele wijze geholpen om zijn eigen gezondheidssituatie in de gaten te houden. Zorgverleners kunnen op deze manier zorg op maat leveren aan de patiënt en de kans op exacerbaties neemt af door monitoring-op-afstand. Verder is de patiënt via zelfmanagement meer betrokken bij zijn behandeltraject, wat naast betere behandelresultaten, leidt tot lagere zorgkosten en meer substitutie.

Betrokkenheid

MijnCOPDcoach is geïntegreerd in de online Persoonlijke Gezondheidsomgeving e-Vita van VitalHealth Software. Patient engagement is sterk in opkomst. Voor patiënten is het hierdoor eenvoudiger om op eigen niveau betrokken te zijn bij zijn of haar persoonlijke gezondheidstraject.

E-health Congres

Meer weten over eHealth-toepassingen en patient engagement? Bezoek dan het 7e Nationale E-health Congres waar Erik Geluk van VitalHealth ingaat op het gemak, de effectiviteit en besparingen die MijnCOPDcoach en e-Vita als persoonlijke gezondheidsomgeving kunnen opleveren. Op het congres komen veel nieuwe ontwikkelingen en innovatieve toepassingen aan de orde. Door het kleinschalige karakter is er veel gelegenheid om vragen te stellen en ervaringen te delen met anderen. De congresbrochure met het actuele programma en het inschrijfformulier vind je hier.

Geïntegreerde zorg is een must voor Polen

De Poolse gezondheidszorg kent twee grote problemen: wachtlijsten voor alle zorgvoorzieningen door onderfinanciering en een gebrek aan verpleegkundigen. Want die kunnen in Duitsland, Finland en Engeland veel meer verdienen dan in Polen. Toch is geïntegreerde zorg voor Polen een must en geen luxe. Want daarmee kan het kleine beetje extra-geld doelmatiger worden besteed.

Discussie

Met woorden van deze strekking beëindigde Miroslaw Wysocki een discussie in Warschau op 2 oktober over geïntegreerde zorg. Wysocki is tachtig jaar en nog steeds dé officiële nationale adviseur voor de volksgezondheid in Polen. De discussie vond plaats tijdens een college van ondergetekende naar aanleiding van de lancering van de Poolse editie van mijn Engelse boek: Integrated care beter and cheaper.

Voorwaarden

Ik benadrukte tijdens het college dat zes componenten bepalen of geïntegreerde zorg optimaal verleend wordt: Aanwezigheid van professionele afspraken (1), de patiënt als partner (2), borging van de continuïteit van zorg (3), een bekostiging die integratie faciliteert (4), gezamenlijke elektronische dossiervoering van huisartsen, specialisten en andere professionals (5) en dienend, faciliterend leiderschap (6). Deze zes componenten vormen aparte hoofdstukken in het Engelse en Poolse boek.

Cappuccinomodel

Bij punt vier introduceerde ik het Cappuccinomodel waarover ik in 2014 een Nederlands boek publiceerde. Dat bleek bij de discussie goed aan te slaan. Diverse andere inleiders en vragenstellers pleitten voor de invoering van deze financiering in Polen.

Patiënten belonen

Het tweede kenmerk ‘de patiënt als partner’ deed ook stof opwaaien toen ik ervoor pleitte om patiënten te belonen met 500 euro als ze een cursus met succes afronden. Want een goed opgeleide patiënt is goedkoper dan een slecht opgeleide.

Evalueren zorginnovaties

De Poolse versie van mijn boek heeft een oplage van 1.000 exemplaren. Van deze eerste druk zijn reeds meer dan 700 verspreid op kosten van de Poolse Nationale Raad voor de Volksgezondheid. Over enkele maanden ga ik terug naar Polen om college te geven over het evalueren van zorginnovaties. Ik heb enkele exemplaren van de Poolse editie beschikbaar. Als jij daarvoor belangstelling hebt, wil je mij dat dan laten weten via mail@guusschrijvers.nl? De elektronische versie van het Poolse boek tref je hier aan.

Oorlogsverleden

Tijdens de trip sprak ik circa 25 experts van de Poolse gezondheidszorg. De meesten haalden ongevraagd oorlogsherinneringen op. Over de opstand in het Joodse Getto in 1943. En ook over de opstand van geheel Warschau een jaar later, die bloedig door de Nazi’s werd neergeslagen: 300.000 Polen werden afgeslacht. Andere herinneringen betroffen de deportatie van twee miljoen Polen naar Siberië gedurende de periode 1945 tot 1989. Een van mijn Poolse collega’s verzuchtte: ‘De periode sinds de revolutie in 1989 is de gelukkigste na 300 jaar van oorlogen en bezettingen’. Alle Polen die ik sprak waren blij met de Europese Unie. Ze verwelkomden mij hartelijk als een bevriende collega.

Internationaal ketenzorg congres Utrecht zoekt sprekers

De International Foundation of Integrated Care (IFIC) organiseert op 23, 24 en 25 mei 2018 haar jaarlijkse congres in, jawel, Utrecht. De onderzoekscommissie van het het congres zoekt onderzoekers, professionals en leidinggevenden om een voordracht te houden tijdens het congres.

RIVM en Vilans

De IFIC organiseert haar jaarcongres in Utrecht in samenwerking met het RIVM en Vilans. De titel van het congres is Value for People and Populations: Investing in Integrated Care. Klik hier voor meer informatie. Plaats van handeling is het NBC Congrescentrum te Nieuwegein en diverse locaties in de stad Utrecht.

Veel deelnemers

Het congres brengt onderzoekers, professionals en leidinggevenden van de hele wereld bij elkaar die betrokken zijn bij het ontwerpen, aanbieden en evalueren van geïntegreerde zorg en maatschappelijke dienstverlening. Wij verwachten ongeveer evenveel deelnemers als in 2015 in Barcelona (1.200) en 2016 in Dublin (1.100).

Aanmelden

De wetenschappelijke commissie van het congres nodigt onderzoekers, professionals en leidinggevenden uit om een voordracht te houden tijdens het congres. Interesse? Stuur dan voor 20 november 2017 een mail met een samenvatting van je verhaal (maximaal 500 woorden). Zie hiervoor de abstract guidelines.

Zes thema’s

Onze voorkeur gaat uit naar voordrachten die passen in de subthema’s van het congres. Dit zijn er zes: Value-Based Integrated Care, Population Health Management, Engaging and Empowering People and Communities, Funding Integrated Care, Vulnerable Populations and Populations at Risk en Primary Care in an Integrated System. Deze zes thema’s staan op de IFIC website nader uitgewerkt.

Publicatie

Alle geaccepteerde samenvatting worden gepubliceerd in International Journal of Integrated Care (Impact Factor 2.230). Geaccepteerde samenvattingen komen uit als mondelinge presentatie, workshop, mondelinge flitspresentatie van enkele minuten of als poster. De wetenschappelijke commissie beslist hierover.

Prijs

Alle ingediende samenvattingen concurreren om de prijs van de beste presentatie op het IFIC-congres 2018. Ons laatste congres dit jaar in Dublin leverde 700 aanmeldingen van presentaties op. Daarom adviseren wij jou om zo snel mogelijk (vòòr 20 november) je samenvatting op te sturen.

Inschrijven

Vilans directeur Henk Nies, RIVM senior onderzoeker Jeroen Struijs en ondergetekende zijn nauw betrokken bij de wetenschappelijke- en organisatorische voorbereiding van het congres. Je kan je hier alvast inschrijven als deelnemer.

Verslag 18e Nationale Spoedzorg Congres 2017

6 oktober 2017 vond in Utrecht het 18e Nationale Spoedzorg Congres plaats. Het ochtendprogramma bestond uit een aantal plenaire sprekers en flitspresentaties. In de middag waren er twee rondes met diverse workshop. Een aantal vragen stond centraal: hoe stemmen we de acute zorg beter op elkaar af? Wat kunnen we doen aan de stijgende werkdruk? En wat doen we aan preventie?

Ochtendprogramma
  • Het congres werd geopend door de Noorse onderzoekster Aleidis Skard Brandrud. Zij onderzocht de medische hulpverlening na de bomaanslag in Oslo en de schietpartij op het eiland Utoya in 2011. Haar presentatie hierover kan je hier downloaden.
  • Daarna kwam Ralph de Wit aan het woord. Hij is traumachirurg-intensivist bij het Medisch Spectrum Twente
    te Enschede en oefent een vergelijkbare functie uit in het Nederlandse leger. Hij beantwoorde de vraag: is de traumazorg in het leger beter dan in de burgermaatschappij? Een samenvatting van deze presentatie vind je hier.
  • Vervolgens waren er drie flitspresentaties. Eerste spreker was Anita Koerts, transferverpleegkundige OLVG en beleidsmedewerker Evean. Haar onderwerp: De wijkverpleegkundige op de SEH. De tweede flitser  was Angelique Schuitemaker, directeur bij Omring Thuiszorg. Het onderwerp van haar voordracht was: naar één gezamenlijke spoed- en herstelzorg. De laatste flitsspreker was Paul Giesen, projectleider van onderzoek naar kwaliteit en veiligheid op huisartsenposten. Hij ging in op de rol van de verpleegkundige specialist op de HAP.
  • Na de koffiepauze kwam het nieuwe Kwaliteitskader Spoedzorgketen aan bod in een lezing van Arold Reusken van het Landelijk Netwerk voor Acute Zorg. Hij hield een duopresentatie met Frank de Groot (manager SpoedZorgNet AMC) die een lezing had met de titel: Kwaliteitskader Spoedzorg: last of lust?
  • De laatste plenaire spreker was Anoeska Mosterdijk, directeur van Ineen (de koepel van huisartsenposten). Haar presentatie ging over actuele ontwikkelingen en innovaties bij de acute huisartsenzorg.
Middagprogramma

Het middagprogramma bestond uit twee keer vijf workshops:

Hieronder vind je een foto-impressie van het congres: